Beveiliging van de luchtvaart Voorbeeldclausules

Beveiliging van de luchtvaart. 1. Overeenkomstig hun rechten en verplichtingen ingevolge het internationale recht, bevestigen de partijen opnieuw dat hun verplichting jegens elkaar tot bescherming van de veiligheid van de burgerluchtvaart tegen daden van wederrechtelijke inmenging een integrerend onderdeel uitmaakt van dit Verdrag. Zonder hun rechten en verplichtingen ingevolge het internationale recht in het algemeen te beperken handelen de par- tijen in het bijzonder overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen, gedaan te Tokio op 14 september 1963, het Ver- drag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen, gedaan te ’s- Gravenhage op 16 december 1970, het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 23 september 1971, het Aanvullend Pro- tocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burger- luchtvaart, gedaan te Montreal op 24 februari 1988, het Verdrag inzake het merken van kneedspringstoffen ten behoeve van de opsporing ervan, gedaan te Montreal op 1 maart 1991, alsmede elk ander verdrag of pro- tocol inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart die beide partijen naleven.
Beveiliging van de luchtvaart. 1. Onverminderd de overgangsbepalingen in bijlage I bij deze overeenkomst zien de partijen erop toe dat hun relevante wetten, regels en procedures beantwoorden aan de regelgevende eisen en normen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, zoals gespecificeerd in deel C van bijlage II bij deze overeenkomst.
Beveiliging van de luchtvaart. 1. De partijen benadrukken hun streven om de hoogste niveaus van normen voor de beveiliging van de luchtvaart te bereiken en kunnen op dit gebied, desgevallend, verdere dialoog en samenwerking aangaan.
Beveiliging van de luchtvaart. Tot het einde van de overgangsperiode kan de Europese Gemeenschap eisen dat de toestemming voor een luchtvaartmaatschappij die een vergunning heeft gekregen in Bulgarije om luchtroutes naar, van of binnen de Europese Gemeenschap te exploiteren aan een specifieke beveiligings- beoordeling wordt onderworpen indien gebreken in de beveiliging worden vastgesteld. Die beoordeling moet zo spoedig mogelijk door de Europese Gemeenschap worden uitgevoerd om onnodige vertraging bij de uitoefening van verkeersrechten te voorkomen.
Beveiliging van de luchtvaart. (1) Bij het begin van de tweede overgangsperiode wordt het vertrouwelijke gedeelte van de in bijlage I genoemde wetgeving inzake beveiliging ter beschikking van de bevoegde instantie in Albanië gesteld.
Beveiliging van de luchtvaart. (1) Bij het begin van de tweede overgangsperiode wordt het vertrouwelijke gedeelte van de in bijlage I genoemde wetgeving inzake beveiliging ter beschikking van de bevoegde instantie in Bosnië en Herzegovina gesteld.
Beveiliging van de luchtvaart. (1) Bij het begin van de tweede overgangsperiode wordt het vertrouwelijke gedeelte van de in bijlage I genoemde wetgeving inzake beveiliging ter beschikking van de bevoegde instantie in Kroatië gesteld.
Beveiliging van de luchtvaart. Nr. 300/2008
Beveiliging van de luchtvaart. 1. Onverminderd de overgangsbepalingen in bijlage II bij deze Overeenkomst handelen de partijen overeenkomstig de in bijlage III, deel D, van deze Overeenkomst gespecificeerde bepalingen van de wetgeving van de Europese Unie inzake luchtvaartbeveiliging, volgens de hierna uiteengezette voorwaarden.
Beveiliging van de luchtvaart. Nr. 300/2008 Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 Relevante bepalingen: de artikelen 1 tot en met 15, artikel 18, artikel 21 en de bijlage. Nr. 272/2009 Verordening (EG) nr. 272/2009 van de Commissie van 2 april 2009 ter aanvulling van de in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart, gewijzigd bij: - Verordening (EU) nr. 297/2010 van de Commissie van vrijdag 9 april 2010, - Verordening (EU) nr. 720/2011 van de Commissie van vrijdag 22 juli 2011, - Verordening (EU) nr. 1141/2011 van de Commissie van donderdag 10 november 2011, - Verordening (EU) 245/2013 van de Commissie van dinsdag 19 maart 2013, Nr. 1254/2009 Verordening (EU) nr. 1254/2009 van de Commissie van 18 december 2009 tot vaststelling van criteria waaraan lidstaten moeten voldoen om te mogen afwijken van de gemeenschappelijke basisnormen inzake beveiliging van de burgerluchtvaart en om alternatieve beveiligingsmaatregelen te mogen vaststellen, zoals gewijzigd bij - Verordening (EU) 2096/2016 van de Xxxxxxxxx Xx. 00/0000 Xxxxxxxxxxx (XX) nr. 18/2010 van de Commissie van 8 januari 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat specificaties voor nationale kwaliteitscontroleprogramma's op het gebied van beveiliging van de burgerluchtvaart betreft. Relevante bepalingen: volledig. Nr. 2015/1998 Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 van de Commissie van 5 november 2015 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, gewijzigd bij; - Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2426 van de Commissie van 18 december 2015 Relevante bepalingen: volledig, met inbegrip van de bijlage.