Veiligheid van de luchtvaart. 1. Onverminderd de overgangsbepalingen in bijlage I bij deze overeenkomst zien de partijen erop toe dat hun relevante wetten, regels en procedures beantwoorden aan de regelgevende eisen en normen op het gebied van luchtvervoer, zoals gespecificeerd in deel B van bijlage II bij deze overeenkomst.
2. Teneinde te garanderen dat de partijen de bepalingen van dit artikel en de regelgevende eisen en normen van lid 1 van dit artikel toepassen, wordt Armenië vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst als waarnemer betrokken bij de werkzaamheden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.
a) De overgang van Armenië naar de naleving van de in bijlage II, deel B, van deze overeenkomst gespecificeerde regelgevende eisen en normen op het gebied van luchtvervoer wordt permanent gemonitord en periodiek beoordeeld door de Europese Unie, in samenwerking met Armenië.
b) Wanneer Armenië denkt te voldoen aan de in deel B van bijlage II bij deze overeenkomst vermelde regelgevende eisen en normen op het gebied van luchtvervoer, deelt het de Europese Unie mee dat een beoordeling moet worden uitgevoerd.
c) Wanneer Armenië de in bijlage II, deel B, van deze overeenkomst vermelde regelgevende eisen en normen volledig ten uitvoer heeft gelegd, bepaalt het bij artikel 23 van deze overeenkomst opgerichte gemengd comité de precieze status en voorwaarden waaraan Armenië moet voldoen om met een hogere status dan die van waarnemer te mogen deelnemen aan de werkzaamheden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.
3. De partijen zien erop toe dat in de ene partij geregistreerde luchtvaartuigen die worden verdacht van niet-naleving van de bij het Verdrag vastgestelde internationale veiligheidsnormen bij landing op luchthavens op het grondgebied van de andere partij die openstaan voor internationaal luchtverkeer, door de bevoegde autoriteiten van die andere partij worden onderworpen aan platforminspecties, zowel aan boord als rond het luchtvaartuig, teneinde de geldigheid van de documenten van het luchtvaartuig en van de bemanning en de kennelijke staat van het luchtvaartuig en de apparatuur te controleren.
4. De bevoegde autoriteiten van een partij kunnen op elk ogenblik om overleg vragen over de door de andere partij gehanteerde veiligheidsnormen.
5. De bevoegde autoriteiten van een partij nemen onmiddellijk alle passende maatregelen als zij vaststellen dat:
a) een luchtvaartuig, product of activiteit niet voldoet aan de minimumnor...
Veiligheid van de luchtvaart. ARTIKEL 14: Beveiliging van de luchtvaart ARTIKEL 15: Luchtverkeersbeheer
Veiligheid van de luchtvaart. 1. De partijen bevestigen opnieuw het belang van nauwe samenwerking op het gebied van de veiligheid van de luchtvaart. In die context zetten de partijen, in voorkomend geval, een nauwere samenwerking op met betrekking tot onderzoek naar ongevallen, de ontwikkeling van de regelgeving, de uitwisseling van veiligheidsinformatie, de mogelijke deelname aan elkaars toezichtsactiviteiten of de uitvoering van gezamenlijke toezichtsactiviteiten en de ontwikkeling van gezamenlijke projecten en initiatieven.
Veiligheid van de luchtvaart. (1) Bij het begin van de eerste overgangsperiode wordt Kroatië als waarnemer bij de werkzaam- heden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betrokken.
(2) Bij het einde van de tweede overgangsperiode bepaalt het bij artikel 18 van de hoofd- overeenkomst ingestelde gemengd comité de precieze status van en voorwaarden voor Kroatië met het oog op deelname aan het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.
(3) Tot het einde van de tweede overgangsperiode kan de Europese Gemeenschap eisen dat de toestemming voor een luchtvaartmaatschappij die een vergunning heeft gekregen in Kroatië om luchtroutes naar, van of binnen de Europese Gemeenschap te exploiteren aan een specifieke veiligheidsbeoordeling wordt onderworpen indien gebreken in de veiligheid worden vastgesteld. Die beoordeling moet zo spoedig mogelijk door de Europese Gemeen- schap worden uitgevoerd om onnodige vertraging bij de uitoefening van verkeersrechten te voorkomen.
Veiligheid van de luchtvaart. De veiligheid van de burgerluchtvaart en de EASA-basisverordening
Veiligheid van de luchtvaart. (1) Bij het einde van de overgangsperiode bepaalt het bij artikel 18 van de hoofdovereenkomst ingestelde gemengd comité de precieze status van en voorwaarden voor Bulgarije met het oog op deelname aan het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.
(2) Tot het einde van de overgangsperiode kan de Europese Gemeenschap eisen dat de toestem- ming voor een luchtvaartmaatschappij die een vergunning heeft gekregen in Bulgarije om luchtroutes naar, van of binnen de Europese Gemeenschap te exploiteren aan een specifieke veiligheidsbeoordeling wordt onderworpen indien gebreken in de veiligheid worden vastgesteld. Die beoordeling moet zo spoedig mogelijk door de Europese Gemeenschap worden uitgevoerd om onnodige vertraging bij de uitoefening van verkeersrechten te voorkomen.
Veiligheid van de luchtvaart. 1. Bij het begin van de eerste overgangsperiode wordt de Republiek Servië als waarnemer bij de werkzaamheden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betrokken.
2. Bij het einde van de tweede overgangsperiode bepaalt het bij artikel 18 van de hoofdovereenkomst ingestelde gemengd comité de precieze status van en voorwaarden voor de Republiek Servië met het oog op deelname aan het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.
3. Tot het einde van de tweede overgangsperiode kan de Europese Gemeenschap eisen dat de toestemming voor een luchtvaartmaatschappij die een vergunning heeft gekregen in de Republiek Servië om luchtrouten naar, van of binnen de Europese Gemeenschap te exploiteren aan een specifieke veiligheidsbeoordeling wordt onderworpen indien gebreken in de veiligheid worden vastgesteld. Die beoordeling moet zo spoedig mogelijk door de Europese Gemeenschap worden uitgevoerd om onnodige vertraging bij de uitoefening van verkeersrechten te voorkomen.
Veiligheid van de luchtvaart. (1) Bij het begin van de eerste overgangsperiode wordt Albanië als waarnemer bij de werkzaam- heden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betrokken.
(2) Bij het einde van de tweede overgangsperiode bepaalt het bij artikel 18 van de hoofdovereen- komst ingestelde gemengd comité de precieze status van en voorwaarden voor Albanië met het oog op deelname aan het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.
(3) Tot het einde van de tweede overgangsperiode kan de Europese Gemeenschap eisen dat de toestemming voor een luchtvaartmaatschappij die een vergunning heeft gekregen in Albanië om luchtroutes naar, van of binnen de Europese Gemeenschap te exploiteren aan een specifieke veiligheidsbeoordeling wordt onderworpen indien gebreken in de veiligheid worden vastgesteld. Die beoordeling moet zo spoedig mogelijk door de Europese Gemeen- schap worden uitgevoerd om onnodige vertraging bij de uitoefening van verkeersrechten te voorkomen.
Veiligheid van de luchtvaart. De overeenkomstsluitende partijen zetten de nodige middelen in om ervoor te zorgen dat bij een overeenkomstsluitende partij geregistreerde vliegtuigen, wanneer zij landen op luchthavens op het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij, aan de krachtens de Overeenkomst vastgestelde internationale veiligheidsnormen voldoen en door de gemachtigde vertegenwoordigers van die andere overeenkomstsluitende partij aan een platforminspectie in en rond het vliegtuig worden onderworpen waarbij de geldigheid van de vliegtuigdocumenten en de documenten van de bemanning, alsook de kennelijke conditie van het vliegtuig en de uitrusting daarvan worden gecontroleerd.
Veiligheid van de luchtvaart. 1. Overeenkomstig hun rechten en verplichtingen ingevolge het inter- nationale Recht, bevestigen de Partijen opnieuw dat hun verplichting jegens elkaar tot bescherming van de veiligheid van de burgerluchtvaart tegen daden van wederrechtelijke inmenging integraal onderdeel uit- maakt van dit Verdrag. Zonder hun rechten en verplichtingen ingevolge het internationale recht in het algemeen te beperken handelen de Partijen in het bijzonder overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen, ondertekend te Tokio op 14 september 1963, het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen, gedaan te Den Haag op 16 december 1970, het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de bur- gerluchtvaart, gedaan te Montreal op 23 september 1971, het Aanvullend Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op lucht- havens voor de internationale burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 24 februari 1988 en het Verdrag inzake het merken van kneedspringstof- fen ten behoeve van de opsporing ervan, ondertekend te Montreal op 1 maart 1991, alsmede elk ander verdrag of protocol inzake de veilig- heid van de burgerluchtvaart die beide Partijen naleven.
2. De Partijen verlenen elkaar op verzoek alle nodige bijstand ter voorkoming van gedragingen van het wederrechtelijk in zijn macht bren- gen van burgerluchtvaartuigen en andere gedragingen van wederrechte- lijke inmenging gericht tegen de veiligheid van deze luchtvaartuigen, de passagiers en bemanning daarvan, luchthavens en luchtvaartvoorzienin- gen, en om elke andere bedreiging voor de veiligheid van de burger- luchtvaart aan te pakken.
3. De Partijen handelen, in hun onderlinge betrekkingen, in overeen- stemming met de bepalingen inzake de veiligheid van de luchtvaart vast- gesteld door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en aangeduid als Bijlagen bij het Verdrag van Chicago; zij verlangen dat exploitanten van luchtvaartuigen die in hun land geregistreerd zijn of die op hun grondgebied zijn gevestigd en de exploitanten van luchthavens op hun grondgebied handelen in overeenstemming met deze bepalingen inzake de veiligheid van de luchtvaart. Elke Partij informeert de andere Partij over verschillen tussen haar nationale voorschriften en praktijken en de normen inzake de veiligheid van de luchtvaart van de Bijlagen. Elk van de Partijen k...