Milieuzorg Voorbeeldclausules

Milieuzorg. De verzekering biedt geen dekking voor schade en kosten ontstaan bij of als gevolg van handelingen of gedragingen waarbij de verzekerde onvoldoende milieuzorg heeft betracht. Deze uitsluiting geldt evenwel niet als en voor zover verzekerde aantoont dat de schade en/of kosten ook zou(den) zijn ontstaan als hij wel voldoende milieuzorg zou hebben betracht. Een verzekerde wordt in ieder geval geacht onvoldoende milieuzorg te betrachten als hij in strijd handelt met de milieuvergunning of een voor het bedrijf geldende AMvB, of als hij, in geval van werkzaamheden bij derden, niet werkt op basis van de toepasselijke proces- en productcertificatie op grond van de Wet Milieubeheer. Als de bedoelde verzekerde een rechtspersoon is, wordt voor de toepassing van deze uitsluiting onder verzekerde verstaan een lid van de directie of bedrijfsleiding alsmede enige functionaris in dienst van verzekerde die door een lid van de directie is belast met de verantwoordelijkheid voor de naleving van eerder genoemde voorschriften.
Milieuzorg. Afvalwater, afkomstig van het vaartuig, dat rechtstreeks geloosd wordt in de waterweg, moet voldoen aan de algemene lozingsnormen conform VLAREM. De concessionaris neemt alle maatregelen om milieuschade te voorkomen die zou kunnen ontstaan door zijn activiteiten uitgeoefend in het kader van de onderhavige concessieovereenkomst. Hij verbindt zich ertoe ieder incident waarbij bodem- en/of waterverontreiniging ontstaat binnen 24 uur te melden aan RIS-Vlaanderen Evergem tel. 00-000 00 00 fax 00-000 00 00. Er zal niet worden geduld dat goederen of afval van om het even welke aard worden gestapeld op de aanhorigheden van de waterweg. Uitzondering hierop is de reguliere plaatsing van het op te halen huisvuil. De concessionaris zal er op toezien dat drijfvuil niet wordt opgehouden ter hoogte van zijn steiger of ligplaats en zal daartoe de nodige maatregelen treffen tot het verwijderen van het drijfvuil. Ingeval de concessionaris de bepalingen m.b.t. milieuzorg niet navolgt, dan heeft De Vlaamse Waterweg nv het recht deze concessieovereenkomst als ontbonden te beschouwen zoals omschreven in artikel 6 § 3.
Milieuzorg. 1. De Exploitant kan een Milieucoördinator benoemen. 2. Een ieder, die zich op de luchthaven bevindt, is steeds gehouden er alles aan te doen de luchthaven schoon en netjes te houden en milieu-incidenten te voorkomen. 3. Bij het constateren van een milieu-incident, waarbij onder meer te denken valt aan Foreign Object Damage (FOD), zwerfvuil of lekkages, is een ieder gehouden, waar zulks mogelijk en/of noodzakelijk is, al het nodige te verrichten om erger te voorkomen. 4. Een ieder, die een milieu-incident constateert, is gehouden hier per direct melding van te maken bij de Havendienst. 5. Bij de schriftelijke rapportage dient gebruik te worden gemaakt van het Formulier Melding Milieu Incident, dat te downloaden is van de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of te verkrijgen is bij de informatiebalie in de passagehal. 6. De schriftelijke rapportage dient in ieder geval te bevatten een omschrijving van het milieu-incident met datum en tijdstip, de plaats waar het incident zich heeft voorgedaan en een omschrijving van de genomen maatregelen en zo mogelijk begeleid te zijn van relevante foto’s.
Milieuzorg. De internationale luchthaven Oostende-Brugge draagt duurzaamheid hoog in het vaandel. Ze beschikt over een gecertificeerd milieuzorgsysteem volgens ISO 14001. Van haar contractanten verwacht ze dat ze minimaal voldoen aan alle wettelijke eisen. Deze staan hoofdzakelijk beschreven in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM) en het Vlaams reglement inzake materiaalbeheer (VLAREMA). In specifieke gevallen kunnen evenwel ook andere reglementering van toepassing zijn. De aannemer staat zelf in voor het aanvragen van de nodige vergunningen, het correct sorteren en verwijderen van afvalproducten (inclusief afvalwater), …. Ook in het kader van het grote gevaar van FOD² op een luchthaven, zal hier streng worden op toegekeken. De aannemer neemt alle mogelijke voorzorgsmaatregelen naar preventie van milieubelasting.
Milieuzorg. Tijdens de uitvoering van het WERK dient AANNEMER optimale zorg voor het milieu in acht te nemen, daarbij zo min mogelijk gebruik te maken van stoffen en materialen welke het milieu kunnen belasten, op de BOUWPLAATS aanwezige stoffen en materialen welke een belasting voor het milieu kunnen vormen op een veilige manier op te slaan en alle overtollige stoffen en materialen welke een belasting voor het milieu tot gevolg kunnen hebben onmiddellijk en op verantwoorde wijze van de BOUWPLAATS te verwijderen.
Milieuzorg. In het huidige milieubeleid wordt de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven voorop gesteld. Hieruit volgt de behoefte dat bedrijven beschikken over een milieuzorgsysteem. De Wabo bepaalt in artikel 2.14 lid 1 onder 6 dat milieuzorg betrokken wordt bij de besluitvorming. Op basis van (onder meer) de BBT-conclusies voedingsmiddelen-, dranken- en zuivelindustrie 2019 (BBT 1) wordt het werken met een (al dan niet gecertificeerd) milieuzorgsysteem als BBT gezien. Avebe beschikt voor haar bedrijfslocatie in Ter Apelkanaal over een, conform de norm ISO 14001 opgezet, milieuzorgsysteem dat naar verwachting in 2020 zal worden gecertificeerd. Daarmee wordt voldaan aan BBT. Gezien de grote omvang en complexiteit van de binnen de inrichting plaatsvindende activiteiten vinden wij het van belang dat elementen van milieuzorg binnen de inrichting worden toegepast. Milieuzorg is een systeem van met elkaar samenhangende technische, administratieve en organisatorische maatregelen om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt te monitoren, te beheersen en te verminderen. De elementen van een milieuzorgsysteem die wij hiertoe met name van belang achten zijn de beschikbaarheid van werkinstructies en procedures gericht op milieuzorg, interne controles, registratie van resultaten en verslaglegging omtrent de voortgang van milieuzorgactiviteiten. In deze ambtshalve wijziging zijn deze elementen in, aanvullend aan de vigerende vergunning te verbinden, voorschriften 1.4.1 tot en met 1.4.3 vastgelegd. In de aan deze beschikking verbonden voorschriften 1.5.1 en 1.5.2 is de registratie van, voor de inrichting relevante, milieugegevens opnieuw vastgelegd. Deze voorschriften vervangen de hiertoe aan de vigerende revisievergunning verbonden voorschriften 1.2.1 tot en met 1.2.4, welke met dit besluit worden ingetrokken.
Milieuzorg. Afvalwater, afkomstig van het vaartuig, dient opgevangen te worden in de voorziene persleiding, tenzij de eigenaar kan aantonen dat dit op een andere wijze wordt uitgevoerd/opgevangen. Dit dient te gebeuren d.m.v. een individuele zuiveringsinstallatie (IBA). Een IBA is een installatie die voorzien is op het zuiveren van zowel grijs als zwart afvalwater. Regenwater moet dus sowieso afgekoppeld worden van de afvalwaterleidingen op het moment de dat IBA aangesloten wordt. De woonbooteigenaar dient uiterlijk 6 maanden na toekenning van de ligplaats een keuringsattest van aansluiting op de riolering of een attest IBA-Vlarem 2 te overhandigen aan de stad Antwerpen indien een afwijking werd toegestaan door de stad Antwerpen. Het attest IBA-Vlarem 2 dient toegevoegd te worden bij de aanvraag van de concessie, vergezeld van een rapport van wateranalyse uitgevoerd door een onafhankelijk labo. De algemene voorwaarden voor de lozing van huishoudelijk afvalwater in het collectief te optimaliseren buitengebied of het individueel te optimaliseren buitengebied van een gemeente waarvoor een definitief gemeentelijk zoneringsplan is vastgesteld, luiden als volgt: 1. het te lozen afvalwater dat in zodanige hoeveelheden pathogene kiemen bevat dat het ontvangende water er gevaarlijk door kan worden besmet, moet ontsmet worden; 2. de pH van het geloosde water mag niet meer dan 9 of niet minder dan 6,5 bedragen; 3. het biochemisch zuurstofverbruik in vijf dagen bij 20°C van het geloosde water mag volgende waarde niet overschrijden: 25 milligram zuurstofverbruik per liter; 4. in het geloosde afvalwater mag het volgende gehalte niet overschreden worden: 60 milligram per liter voor de zwevende stoffen; 5. bovendien mag het geloosde afvalwater geen stoffen bevatten van bijlage 2C in concentraties die hoger zijn dan tien keer de indelingscriteria, vermeld in de kolom ″indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)″ van artikel 3 van bijlage 2.3.1, noch alle andere stoffen, met een gehalte dat rechtstreeks of onrechtstreeks schadelijk zou kunnen zijn voor de gezondheid van de mens, voor de flora of fauna;* 6. een representatief monster van het geloosde afvalwater mag geen oliën, vetten of andere drijvende stoffen bevatten in zulke hoeveelheden dat een drijvende laag op ondubbelzinnige wijze kan vastgesteld worden; in geval van twijfel, kan dit vastgesteld worden door het monster over te gieten in een schei-trechter en door vervolgens na te gaan of twee fasen 7. de installatie moet lekvrij...
Milieuzorg. De aannemer dient zich te houden aan de van toepassing zijnde milieuwetgeving.
Milieuzorg. Binnen de inrichting moet een milieubeheersysteem in werking zijn. Op verzoek van het bevoegd gezag moet inzicht worden verschaft in dit milieubeheersysteem.
Milieuzorg. In het huidige milieubeleid wordt de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven vooropgesteld. Hieruit volgt de behoefte dat bedrijven beschikken over een milieuzorgsysteem. In het BBT-conclusies Grote stookinstallaties en oplegnotitie wordt het binnen de inrichting in werking hebben van een milieuzorgsysteem als BBT beoordeeld. In de aanvraag is aangegeven dat EET een deelneming is van NV Nederlandse Gasunie. De organisatorische beheermaatregelen en systemen zijn afgestemd op de systemen die Gasunie hanteert. EET beschikt over een milieu en veiligheidsmanagementsysteem als onderdeel van het totale managementsysteem van de inrichting. Het algemene beleid is om te werken binnen wet- en regelgeving en de standaarden en normen op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit die van toepassing zijn. Hierbij streeft EET naar continue verbetering door het doorlopen van de Plan-Do-Check-Act-cirkel (PDCA-cirkel) in alle levensfasen van de terminal (procesontwerp, constructie, operatie en onderhoud). Uit de aanvraag, bijlage A13, blijkt dat binnen de inrichting een bedrijfsintern milieuzorgsysteem operationeel is. Het systeem geeft richting aan de denkwijze van EET op het gebied van milieu, uitgaande van het basisbeginsel dat wordt gestreefd naar een continue verbetering van de milieuprestaties. Het systeem van EET is gebaseerd op de systematiek van ISO 14001, maar is (nog) niet gecertificeerd. Naar onze mening is het aantoonbaar functioneren van het milieuzorgsysteem op basis van praktijkervaring maatgevend. Bij het stellen van voorschriften in § 1.5 hebben wij hiermee rekening gehouden.