NEGATIVE PLEDGE Voorbeeldclausules

NEGATIVE PLEDGE. 7.1 De Uitgevende Instelling zal, totdat de Obligatielening geheel is afgelost geen geldlening, hoe ook genaamd, aangaat die in rang gelijk of hoger is dan de Obligatielening. 7.2 De Uitgevende Instelling zal, met uitzondering van de zekerheidsrechten als beschreven in Artikel 9 (Parallelle vordering en zekerheid door middel van zekerheidsrechten), totdat de Obligatielening geheel is afgelost geen zekerheidsrechten, waaronder pand- of hypotheekrechten verstrekken. 7.3 Het is de Uitgevende Instelling toegestaan om, na schriftelijke toestemming van de Stichting, een aan de Obligatielening achtergestelde financiering aan te trekken. De Stichting zal deze toestemming enkel kunnen verstrekken indien uit de documentatie van de beoogde achtergestelde financiering duidelijk blijkt dat gedurende de Looptijd (i) alle vorderingen van de achtergestelde financier geheel en te allen tijde zijn achtergesteld aan de verplichtingen van de Uitgevende Instelling onder de Obligatielening en (ii) het de achtergestelde financier niet is toegestaan om de achtergestelde vordering op te eisen of andere uitwinningsmaatregelen te treffen zonder toestemming van de Stichting.
NEGATIVE PLEDGE. 7.1 De Uitgevende Instelling zal, totdat de Obligatielening geheel is afgelost geen geldlening, hoe ook genaamd, aangaan die in rang hoger is dan de Obligatielening en/of waarbij zekerheden worden gevestigd op dezelfde contracten als waarop ten behoeve van de Obligatiehouders een pandrecht gevestigd is (tenzij het een Toekomstige Obligatielening betreft). 7.2 De Uitgevende Instelling zal, met uitzondering van de zekerheidsrechten als beschreven in Artikel 9 (Parallelle vordering en zekerheid door middel van zekerheidsrechten), totdat de Obligatielening geheel is afgelost geen zekerheidsrechten, waaronder pand- of hypotheekrechten verstrekken met uitzondering van toekomstige pari passu leningen. 7.3 Het is de Uitgevende Instelling toegestaan om, na schriftelijke toestemming van de Stichting, een aan de Obligatielening achtergestelde financiering aan te trekken en/of pari passu leningen. De Stichting zal deze toestemming enkel kunnen verstrekken indien uit de documentatie van de beoogde achtergestelde financiering duidelijk blijkt dat gedurende de Looptijd (i) alle vorderingen van de achtergestelde financier geheel en te allen tijde zijn achtergesteld aan de verplichtingen van de Uitgevende Instelling onder de Obligatielening en (ii) het de achtergestelde financier niet is toegestaan om de achtergestelde vordering op te eisen of andere uitwinningsmaatregelen te treffen zonder toestemming van de Stichting.
NEGATIVE PLEDGE. 7.1 De Uitgevende Instelling zal, totdat de Obligatielening geheel is afgelost geen geldlening, hoe ook genaamd, aangaan die in rang hoger is dan de Obligatielening en/of Andere Obligatieleningen 7.2 De Uitgevende Instelling zal, met uitzondering van de zekerheidsrechten als beschreven in Artikel 9 (Parallelle vordering en zekerheid door middel van zekerheidsrechten), totdat de Obligatielening geheel is afgelost geen zekerheidsrechten, waaronder pand- of hypotheekrechten verstrekken met uitzondering van afzonderlijke zekerheden ten behoeve van de Obligatiehouders van eventuele Andere Obligatieleningen. 7.3 Het is de Uitgevende Instelling toegestaan om Andere Obligatieleningen aan te trekken mits voldaan is aan de voorwaarden in paragraaf 6.5 van het Informatiememorandum.
NEGATIVE PLEDGE. So long as any Bond remains outstanding (as defined in the Agency Agreement), neither the Issuer nor the Guarantor will, and the Guarantor will ensure that none of the Guarantor’s Material Subsidiaries (as defined below) will, create, or permit to subsist, or have outstanding, any mortgage, charge, lien, pledge or other security interest (a “Security Interest”), upon the whole or any part of its present or future undertakings, assets or revenues (including any uncalled capital) to secure any Relevant Indebtedness or to secure any guarantee or indemnity in respect of any Relevant Indebtedness, without at the same time or prior thereto securing the Issuer’s and Guarantor’s obligations under the Bonds equally and rateably. In this Condition: “Relevant Indebtedness” means any present or future indebtedness which is in the form of, or represented by, bonds, notes, debentures, loan stock or other securities which are, or are capable of being quoted, listed or dealt in on any stock exchange, over-the-counter or other established securities market and having an original maturity of more than one year from its date of issue, with the exception of (i) the €150 million 5.00% fixed rate retail bonds due July 2019 issued by the Guarantor (the “Retail Bond”) and (ii) any further bonds, notes, debentures, loan stock or other securities issued for the purposes of and to the extent of the refinancing of the Retail Bond up to a maximum amount of €125 million and provided, in each case, that such indebtedness shall only be entitled to benefit from and share in the security granted from time to time for the benefit of the lenders under the Group’s senior facilities agreement dated on or about the Issue Date (or any refinancing thereof).
NEGATIVE PLEDGE. 7.1 De Uitgevende Instelling zal, totdat de Obligatielening geheel is afgelost enkel een geldlening, hoe ook genaamd, aangaan die in rang gelijk of lager is dan de Obligatielening.
NEGATIVE PLEDGE. The Issuer shall not (and shall procure that no other member of the Guarantor Group shall) create or permit to subsist any Security or Quasi-Security over any of its assets which is not Permitted Security.
NEGATIVE PLEDGE. 13.1. De Kredietnemers verbinden zich jegens de kredietgever om, zolang uit hoofde van de kredietovereenkomst nog een vordering van de kredietgever op de kredietnemers bestaat of te eniger tijd nog kan ontstaan, zonder voorafgaandelijke toestemming van de kredietgever, geen huidige, noch in de toekomst te verwerven, activa, van welke aard ook te vervreemden noch als waarborg te geven aan of ten gunste van derden. 13.2. De kredietnemers en zekerheidsstellers verbinden zich ertoe geen huidige, noch in de toekomst te verwerven activa waarop een zekerheid is of wordt gevestigd ten gunste van de kredietgever te vervreemden of te bezwaren met een zekerheid ten gunste van een derde.
NEGATIVE PLEDGE. De Emittent en de Garant verbinden zich ertoe om, voor de gehele duur van de Obligaties en tot de effectieve terugbetaling van kapitaal en interesten van de Obligaties, hun activa niet te bezwaren met zakelijke waarborgen of andere voordelen ten gunste van hun respectievelijke schuldeisers van gelijke rang, zonder het genot ervan – in dezelfde rangorde – tot deze Obligaties uit te breiden. Het voorgaande doet evenwel geen afbreuk aan het recht of de verplichting van de Emittent en de Garant om hun activa te bezwaren of te laten bezwaren met zekerheden of voorrechten, zoals deze uit dwingende bepalingen van enige toepasselijke wet voortvloeien, of met zekerheden op bepaalde activa met het enkele oogmerk dergelijke activa te financieren, of met zekerheden op activa die reeds bestaan op het ogenblik dat dergelijke activa worden verworven door de Emittent of de Garant. Voor de doeleinden van deze bepaling zal het kapitaal geacht worden te zijn terugbetaald en de interesten betaald wanneer de hiertoe noodzakelijke fondsen beschikbaar gemaakt zijn aan de Financie¨le Agent. Onder de term ‘‘schuldeisers’’ verstaat men elke persoon of instelling die houder is van obligaties of schuldeffecten van de Emittent of de Garant die al dan niet genoteerd zijn en waarvan de looptijd meer dan een jaar bedraagt.

Related to NEGATIVE PLEDGE

  • Wijziging van de premie Indien de verzekeraar de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3. De mededeling van de premiewijziging gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving. Indien de premie wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht. Deze bepaling doet geen afbreuk aan het opzeggingsrecht vermeld in artikel 27, §§ 7 en 9.

  • Schorsing, beëindiging van het Werk in onvoltooide staat en opzegging 36.1. De Opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het Werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. De Opdrachtnemer dient: a. in overleg met de Opdrachtgever gepaste maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van schade, die aan het Werk zou kunnen ontstaan; b. de maatregelen te nemen ter voorkoming van achteruitgang van het Werk of de Werken; c. na te laten zowel hetgeen schade aan het Werk ten gevolge zou kunnen hebben, als hetgeen de latere voortzetting zou kunnen bemoeilijken. 36.2. Voorzieningen, die de Opdrachtnemer ten gevolge van de schorsing noodzakelijkerwijs moet treffen, worden als meerwerk met hem verrekend. Indien echter de schorsing van het Werk op enigerlei wijze het gevolg is van het niet voldoen door de Opdrachtnemer aan de opdracht, aan de door de Opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen of ingeval het Werk is stilgelegd op last van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en deze stillegging de Opdrachtnemer kan worden toegerekend, wordt de schade aan de Opdrachtnemer niet vergoed en dient Opdrachtnemer de schade die Opdrachtgever ten gevolge van de schorsing lijdt te vergoeden. 36.3. Indien de schorsing langer dan één maand duurt, en de schorsing niet op grond van het vorige lid voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, kan de Opdrachtnemer een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het Werk vorderen. Daarbij wordt rekening gehouden met de nog niet verwerkte bouwstoffen, voor zover deze eigendom van de Opdrachtgever zijn geworden. Nog niet verwerkte voor keuring gereed zijnde bouwstoffen worden op verzoek van de Opdrachtgever eerst nog gekeurd. 36.4. Indien de schorsing van het gehele Werk langer duurt dan 2 maanden, en de schorsing niet op grond van lid 2 voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.5. De Opdrachtgever is te allen tijde ingeval van schorsing van het Werk bevoegd de Opdrachtnemer op te dragen het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.6. De Opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Indien de opzegging niet het gevolg is van hetgeen in de tweede volzin van het tweede lid van dit artikel wordt beschreven, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.7. In de situatie als beschreven in het 4e, 5e en 6e lid van dit artikel heeft de Opdrachtnemer bij beëindiging van het Werk in onvoltooide staat recht op de Aanneemsom naar de stand van het Werk, vermeerderd met de aantoonbare onvermijdbare reeds gemaakte kosten en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten voortvloeiend uit het verval van de garantieverplichtingen. De daarbij door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever in rekening gebrachte Goederen worden eigendom van de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer zendt de Opdrachtgever een gespecificeerde eindafrekening van hetgeen de Opdrachtgever ingevolge de opzegging verschuldigd is.

  • Wijziging van de opdracht 15-1 Wijzigingen in de oorspronkelijke order, van welke aard ook, schriftelijk of mondeling door of namens de opdrachtgever aangebracht, die hogere kosten veroorzaken dan waarop bij de prijsopgave kon worden gerekend, worden de opdrachtgever extra in rekening gebracht. 15-2 Door de opdrachtgever, na het verstrekken van de opdracht, alsnog verlangde wijzigingen in de uitvoering daarvan, moeten door de opdrachtgever tijdig en schriftelijk aan Xxxx ter kennis zijn gebracht. Worden ze mondeling of per telefoon opgegeven dan is het risico voor de tenuitvoerlegging van de wijzigingen voor rekening van de opdrachtgever. 15-3 Aangebrachte wijzigingen kunnen tot gevolg hebben, dat de voor de veranderingen overeengekomen levertijd door Asci buiten haar verantwoordelijkheid wordt overschreden.

  • Uitvoering van de opdracht 5.1 Opdrachtnemer bepaalt de wijze waarop en door welke perso(o)n(en) de Opdracht wordt uitgevoerd, maar neemt daarbij de door Opdrachtgever kenbaar gemaakte wensen zoveel mogelijk in acht. 5.2 Opdrachtnemer heeft het recht bepaalde werkzaamheden, zonder kennisgeving aan en uitdrukkelijke toestemming van Opdrachtgever, te laten verrichten door een door Opdrachtnemer aan te wijzen persoon of derde, als dat naar het oordeel van Opdrachtnemer wenselijk is. Opdrachtnemer is in dat kader voorts gerechtigd de voor deze werkzaamheden relevante van Opdrachtgever afkomstige (persoons)gegevens aan deze derde door te geven. De ingeschakelde derde wordt voor wat betreft de wetgeving in de zin van de geldende privacyregelgeving als (sub)verwerker aangemerkt. Opdrachtnemer staat er voor in dat de verplichtingen die op grond van artikel 10 van de Overeenkomst op Opdrachtnemer rusten zoveel mogelijk ook op deze derde komen te rusten. 5.3 Opdrachtnemer zal de werkzaamheden naar beste vermogen en als een zorgvuldig handelend beroepsbeoefenaar uitvoeren; Opdrachtnemer kan evenwel niet instaan voor het bereiken van enig beoogd resultaat. 5.4 De Opdracht wordt uitgevoerd met inachtneming van de toepasselijke (beroeps)regelgeving en hetgeen bij of krachtens de wet wordt geëist. Opdrachtgever verleent telkens en volledig medewerking aan de verplichtingen die hieruit voor Opdrachtnemer voortvloeien. 5.5 Opdrachtgever is ermee bekend dat Opdrachtnemer op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft): a) verplicht kan zijn om een onderzoek naar de identiteit van Opdrachtgever en/of cliënt te doen; b) verplicht kan zijn om bepaalde transacties te melden aan de daarvoor van overheidswege ingestelde autoriteiten. 5.6 Onder (beroeps)regelgeving wordt in ieder geval verstaan het Reglement Beroepsuitoefening van het Register Belastingadviseurs. 5.7 Opdrachtnemer sluit iedere aansprakelijkheid uit voor schade die ontstaat ten gevolge van het voldoen door Opdrachtnemer aan de voor hem geldende wet- en (beroeps)regelgeving. 5.8 Opdrachtnemer houdt ter zake van de Opdracht een werkdossier aan met daarin kopieën van relevante stukken, dat eigendom is van Opdrachtnemer. 5.9 Opdrachtnemer kan gebruik maken van elektronische communicatiemiddelen. Als gevraagd stemt Opdrachtgever in met het gebruik door Opdrachtnemer van een elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3:15a Burgerlijk Wetboek. Tijdens de uitvoering van de Opdracht kunnen Opdrachtgever en Opdrachtnemer door middel van elektronische middelen met elkaar communiceren en/of gebruik maken van elektronische opslag (zoals cloud-toepassingen). Behoudens voor zover schriftelijk anders is overeengekomen, mogen partijen ervan uitgaan dat verzending van correct geadresseerde faxberichten, e-mails (met inbegrip van e-mails die via internet worden verstuurd) en voicemailberichten ongeacht of deze vertrouwelijke informatie of stukken bevatten die op de Opdracht betrekking hebben, over en weer worden aanvaard. Hetzelfde geldt voor andere door de andere partij gebruikte of aanvaarde communicatiemiddelen. 5.10 Opdrachtgever en Opdrachtnemer zijn jegens elkaar niet aansprakelijk voor schade die eventueel bij één of ieder van hen voortvloeit uit het gebruik van elektronische middelen van communicatie, netwerken, applicaties, elektronische opslag, of overige systemen waaronder – maar niet beperkt tot – schade ten gevolge van niet-aflevering of vertraging bij de aflevering van elektronische communicatie, omissies, vervorming, onderschepping of manipulatie van elektronische communicatie door derden of door programmatuur/apparatuur gebruikt voor verzending, ontvangst of verwerking van elektronische communicatie, overbrenging van virussen en het niet of niet goed functioneren van het telecommunicatienetwerk of andere voor elektronische communicatie benodigde middelen, behoudens voor zover de schade het gevolg is van opzet of grove schuld. Het voorgaande geldt eveneens voor het gebruik dat Opdrachtnemer daarvan maakt in haar contacten met derden. 5.11 In aanvulling op het vorige lid aanvaardt Opdrachtnemer geen aansprakelijkheid voor enige schade ontstaan door of in verband met het elektronisch verzenden van (elektronische) jaarstukken en het digitaal deponeren daarvan bij de Kamer van Koophandel. 5.12 Zowel Opdrachtgever als Opdrachtnemer zullen al hetgeen redelijkerwijs van ieder van hen verwacht mag worden doen of nalaten ter voorkoming van het optreden van voornoemde risico’s. 5.13 De data-uittreksels uit de computersystemen van Opdrachtnemer zijn bepalend en leveren dwingend bewijs op van (de inhoud van) de door Opdrachtnemer verzonden elektronische communicatie en (de inhoud van) de door Opdrachtnemer van of namens Opdrachtgever ontvangen elektronische communicatie, een en ander behoudens tegenbewijs door Opdrachtgever.

  • De prijs en wijziging van de prijs 1. De prijs die de Ouder voor de Kinderopvang moet betalen wordt vooraf overeengekomen. 2. De Ondernemer is bevoegd om de overeengekomen prijs na drie maanden na de Ingangsdatum aan te passen, waaronder te verhogen. De Ondernemer kondigt een dergelijke prijswijzigingen van te voren aan. De prijswijziging gaat niet eerder in dan één kalendermaand, vermeerderd met één week na de aankondiging.

  • Omschrijving van de dekking De verzekering dekt binnen deze rubriek met inacht- neming van de algemene polisvoorwaarden de aan- sprakelijkheid van een verzekerde als werkgever tegenover zijn ondergeschikten voor schade verband houdende met het verrichten van activiteiten voor verzekerden, mits: • de aanspraak ter zake daarvan voor de eerste maal tegen verzekerden is ingesteld tijdens de geldigheidsduur van de verzekering en tevens tijdens deze geldigheidsduur de schriftelijke melding hiervan door de maatschappij is ontvangen; • de aanspraak respectievelijk de omstandigheid bij het aangaan van de verzekering of bij wijziging van de dekking bij geen van de verzekerden bekend was. Indien een omstandigheid tijdens de geldigheidsduur van de verzekering voor de eerste maal schriftelijk bij de maatschappij is aangemeld, zal de aanspraak die daaruit voortvloeit geacht worden te zijn ingesteld op de datum van ontvangst van de melding van deze omstandigheid.

  • INFORMATIE UIT DE GEMEENTELIJKE INVENTARIS De OVAM heeft geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is.

  • Bepaling van de omvang van de levering 9.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, stelt de leverancier de omvang van de levering vast op basis van de gegevens verkregen met behulp van de meetinrichting die de netbeheerder de contractant ter beschikking heeft gesteld. 9.2 De leverancier is gerechtigd te beschikken over de gegevens, verkregen met behulp van de meetinrichting en deze verder te verwerken voorzover die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de leveringsovereenkomst, daaronder begrepen de vervulling van zijn wettelijke taken en/of verplichtingen. Meetgegevens per kwartier en per dag vallen hier in ieder geval niet onder. Indien de contractant het wenselijk acht dat de leverancier ook toegang tot deze gegevens heeft, dient dit aanvullend schriftelijk tussen de leverancier en de contractant te zijn overeengekomen. 9.3 Indien de leverancier niet tijdig kan beschikken over de voor hem relevante gegevens of indien bij het opnemen van de meter dan wel bij het verwerken van de meetgegevens een kennelijke fout is gemaakt, is de leverancier bevoegd de omvang van de levering te schatten naar de ter beschikking van de leverancier staande gegevens hieromtrent, onverminderd de plicht van de leverancier om, zo mogelijk, het werkelijk geleverde alsnog overeenkomstig het bepaalde in lid 1 vast te stellen en dat in rekening te brengen.

  • Leiding van het geschil Vanaf het ogenblik dat de verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeenkomst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de verzekeraar en van de verzekerde samenvallen, heeft de verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde de vordering van de benadeelde te bestrijden. De verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.

  • Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico a. Indien en voor zover, met inachtneming van de in de hiervóór vermelde begrippen ‘Terrorisme’, ‘Kwaadwillige besmetting’ en ‘Preventieve maatregelen’ gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met: • terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, • handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar ter zake van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar ter zake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken verzekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekeringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet op het financieel toezicht aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering. b. De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervóór genoemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen. c. In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op: • xxxxxx aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan; • gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in het hiervóór vermelde begrip ‘In Nederland toegelaten verzekeraars’ tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen. Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er ten minste één op het risicoadres is gelegen. Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.