Ongekwalificeerde uitstroom Voorbeeldclausules

Ongekwalificeerde uitstroom. Ongekwalificeerde uitstroom blijft hardnekkig. Enerzijds is er de uitdaging om te voorkomen dat personen ongekwalificeerd uit het onderwijs stromen, anderzijds moeten ongekwalificeerde personen opgepikt en begeleid worden naar een opleidingstraject. Er moet ook voldoende aandacht zijn voor jonge arbeiders die zonder verder jobperspectief de bouwsector verlaten. Deze uitdaging wordt eerder aangepakt in het federaal project risicogroepen, maar kent uiteraard raakvlakken met onze actie in dit convenant: samenwerking met onderwijs, vacature gerichte ondersteuning, sensibilisering, enz. “Van werk mag je niet overspannen of ziek worden, werk moet aantrekkelijk en boeiend zijn, en kansen bieden om bij te blijven, met ruimte voor gezin en sociaal leven.” (Bron: SERV-website) De uitdaging is duidelijk: volgens de meest recente werkbaarheidsmonitor verklaart 49,6 % werkbaar werk te hebben. Wanneer je inzoomt op de bouwsector stijgt dit percentage naar 52,6 %. Niettegenstaande dit een beter resultaat is dan het Vlaams gemiddelde, is de evolutie over de verschillende bevragingen duidelijk: het aantal werknemers (zowel arbeiders als bedienden) met werkbaar werk daalt sterker dan het Vlaams gemiddelde: t.o.v. 2010 daalt het aandeel werknemers met net geen 10 %-punten, t.o.v. een daling van 4,7 %. De impact op dit thema komt niet enkel van onze adviseurs die de ondernemingen informeren en begeleiden (buiten dit convenant), maar komt ook van de sectorconsulenten die de ondernemingen bezoeken over de thema’s opleiding, non-discriminatie, samenwerking met onderwijs, e.a., en het thema werkbaar werk als rode draad meenemen: ergonomische opleidingen, eisen aan nieuwe arbeiders, onthaalbeleid, loopbaanplanning, enz. Zonder dit kwantitatief te kunnen staven kan men stellen dat schoolverlaters en niet-werkende werkzoekenden niet altijd voldoen aan de verwachtingen van werkgevers op vlak van beroepskennis, softskills en attitude. Een deel van het probleem is dat de leer- en opleidingsprogramma’s onvoldoende flexibel inspelen op de noden van de arbeidsmarkt. Met de hervorming van het secundair onderwijs kan de kans gegrepen worden om via samenwerking deze mismatch tot een minimum te beperken. Intersectorale toets De verdere verspreiding of indijking van het Covid-19 virus zal een impact hebben op de bestaande intersectorale acties, en kan potentiële samenwerkingen hypothekeren. Bijvoorbeeld het afnemen van VCA-examens en de uitvoering van het ESF 480- project (zie duaal addendum)....
Ongekwalificeerde uitstroom. Om ‘ongekwalificeerde uitstroom’ in kaart te brengen gebruiken we de onderwijsstatistieken van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse overheid, met name de rapporten die worden uitgegeven door XxXXx (Agentschap voor Onderwijsdiensten). Het betreft de publicatie ‘Vroegtijdig schoolverlaten in het Vlaams secundair onderwijs voor de schooljaren 2010-2011 tot en met 2015-2016’. De derde editie van dit rapport werd uitgegeven in maart 2018 en is de meest recent bron voor ‘vroegtijdig schoolverlaten’. De definitie van ‘vroegtijdige schoolverlaters’ is als volgt: In figuur 22 worden twee percentages weergegeven. - Enerzijds het percentage vroegtijdige schoolverlaters (VSV’ers), berekend op het aantal leerlingen in het Nederlandstalige secundair onderwijs in Brussel. Deze indicator wordt ‘binnen’ Brussel berekend. - Anderzijds het percentage VSV’ers van het Nederlandstalig secundair onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgedrukt als aandeel binnen het totale aantal VSV’ers van het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Deze maatstaf zegt iets over de verhouding binnen het Nederlandstalige onderwijslandschap. Voor het aandeel VSV’ers binnen het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zien we een grillige evolutie. Er zijn dalingen en stijgingen binnen de in kaart gebrachte tijdsnede. In het schooljaar 2010-2011 was het aandeel 14,6%. Dat aandeel daalt tot het laagste percentage in 2012-2013 tot 14%. In 2013-2014 groeit dat percentage tot 15,8% en zakt dan weer tot 14,2% in 2014-2015. De piek wordt bereikt in het laatste schooljaar: in 2015-2016 bedraagt het 16,4%. Globaal kan men dus vaststellen dat, overheen de in kaart gebrachte schooljaren, het percentage stijgt.
Ongekwalificeerde uitstroom. Het aandeel vroegtijdige schoolverlaters in het Nederlandstalig secundair onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kent een ietwat grillig verloop doorheen de tijd en bereikt een voorlopige piek van 16,4% in het schooljaar 2015-2016. Binnen de totale groep vroegtijdige schoolverlaters van het secundair onderwijs van de Vlaamse gemeenschap, is echter sprake van een meer geleidelijk verloop met een schommeling rond de 4,5% in de laatste drie schooljaren. De kortgeschoolden en hoogopgeleiden brengen we in kaart op basis van de gegevens van de EAK (Enquête naar de Arbeidskrachten). In de EAK wordt een onderscheid gemaakt tussen kortgeschoolden, middengeschoolden en hooggeschoolden. Kortgeschoolden hebben geen diploma, een diploma lager onderwijs of een diploma lager secundair onderwijs. Middengeschoolden hebben een diploma secundair onderwijs of een diploma post-secundair niet hoger onderwijs. De hooggeschoolden hebben een diploma hoger onderwijs (van het korte of van het lange type) of universitair onderwijs (inclusief voortgezette universitaire opleiding en een doctoraat met proefschrift). De indeling komt overeen met de internationaal geldende ISCED- indeling die het onderwijsniveau in de Europese landen bepaalt. We gebruiken de berekeningen van BISA om de aantallen te schatten op basis van de EAK, voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In figuur 23 worden vier jaren in kaart gebracht. Elk van de individuele jaarcijfers zijn berekeningen die een gemiddelde weergeven overheen drie jaren van de EAK. Voor het jaar 2015 bijvoorbeeld betekent dat een cijfer gebaseerd op de resultaten van 2014, 2015 en 2016.22 Figuur 23 toont een scherp afgetekende evolutie. In 2000 zijn er ongeveer even veel hoog opgeleiden (211.740) en gemiddeld opgeleiden (207.309). De laag opgeleiden zijn met grote voorsprong de grootste groep (369.264) en halen in 2000 ook het hoogste niveau overheen de vier jaargemiddelden. In 2015 is een heel ander beeld te zien: de groep met een hoog opleidingsniveau (342.689) is nu bijna even groot als die met een laag opleidingsniveau (348.181), en de afstand van deze beide groepen met de groep met een gemiddeld opleidingsniveau (255.389) is groter. Een duidelijke wijziging in de onderlinge verhoudingen dus.

Related to Ongekwalificeerde uitstroom

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Kwaliteitswaarborg Ik voldoe aan de volgende kwaliteitseisen, voortvloeiend uit mijn beroepsregistratie, specialisme of branche/beroepsvereniging(aanvinken wat van toepassing is:

  • Privacy, gegevensverwerking en beveiliging 5.1 Indien leverancier dit van belang acht voor de uitvoering van de overeenkomst, zal cliënt leverancier desgevraagd onverwijld schriftelijk informeren over de wijze waarop cliënt uitvoering geeft aan zijn verplichtingen op grond van wetgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens.

  • Vervangen onderdelen De vervangen onderdelen worden na uitvoering van de opdracht aan de opdrachtgever ter beschikking gesteld, indien deze daarom bij het verstrekken van de opdracht heeft verzocht. Dit geldt niet voor onderdelen die in verband met garantieclaims moeten worden afgezonderd. In dat geval worden de onderdelen wel ter beschikking gesteld nadat de garantieclaims volgens de garantiegever zijn afgehandeld en de opdrachtgever middels deze onderdelen wil aantonen dat de garantieclaims niet of (nog) onvoldoende zijn afgehandeld. In alle andere gevallen worden de vervangen onderdelen eigendom van de reparateur, zonder dat de opdrachtgever op enigerlei vergoeding aanspraak kan maken.

  • Dienstrooster a. De werknemer is werkzaam volgens een dienstrooster. Het dienstrooster wordt, na overleg met de werknemer waarin de werknemer voldoende en in redelijkheid in de gelegenheid is gesteld zijn motivering toe te lichten, door de werkgever onderbouwd vastgesteld met inachtneming van de volgende regels ten aanzien van de arbeidstijd.

  • De medeveiler aan wie het goed wordt toegewezen, heeft dezelfde verplichtingen als elke andere koper Hij is gehouden de gehele koopprijs te betalen zonder dat hij schuldvergelijking kan inroepen. Commandverklaring door de medeveiler is niet toegelaten.

  • BINNEN WELKE TERMIJN MOET U DE NIET VERZEKERDE KOSTEN TERUGBETALEN? 10.1 Hebben wij kosten voor u betaald die niet door de verzekering gedekt zijn? Dan moet u de rekening die wij daarvoor sturen binnen 30 dagen betalen. Doet u dit niet? Dan kunnen wij een incassobureau inschakelen.

  • Afhandeling verzoeken van betrokkenen 8.1. In het geval dat een betrokkene een verzoek tot uitoefening van zijn/haar wettelijke rechten (artikel 15-22 AVG) richt aan Verwerker, zal Verwerker het verzoek doorsturen aan Verwerkingsverantwoordelijke, en zal Verwerkingsverantwoordelijke het verzoek verder afhandelen. Verwerker mag de betrokkene daarvan op de hoogte stellen.