Ontbinding van de stichting Voorbeeldclausules

Ontbinding van de stichting. 1. Het bestuur is bevoegd tot ontbinding van de stichting. 2. Ten aanzien van besluiten tot ontbinding van de stichting is het bepaalde in artikel 17, tweede en derde lid van overeenkomstige toe- passing. 3. Het besluit tot ontbinding van de stichting moet inhouden de bestem- ming van een eventueel batig saldo, met dien verstande, dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel, dat het meest overeen- komt met het doel van de stichting. 4. Bij ontbinding van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij bij besluit tot ontbinding een of meer andere vereffe- naars zijn benoemd. Gedurende de vereffening blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht.
Ontbinding van de stichting. 1. Het bestuur is bevoegd tot ontbinding van de stichting. 2. Met betrekking tot het besluit tot ontbinding van de stichting is het bepaalde in artikel 19, lid 2 van overeenkomstige toepassing. 3. Bij ontbinding van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij daartoe bij het besluit tot ontbinding andere personen zijn aangewezen. 4. Gedurende de vereffening blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht. 5. De stichting wordt voorts ontbonden door hetzij de werkgeversorganisatie als bedoeld in artikel 5 lid 2 , hetzij een van de werknemersorganisaties als bedoeld in artikel 5 lid 3, doordat zij bij aangetekend schrijven gericht aan het bestuur, hun medewerking aan de stichting opzeggen. 6. De stichting is van rechtswege ontbonden nadat het in lid 5 genoemde aangetekend schrijven is verzonden. 7. Een eventueel batig saldo bij vereffening dient te worden bestemd voor een doel, dat het doel van de stichting zoveel mogelijk benadert.
Ontbinding van de stichting. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. 2. Het bestuur is met de vereffening belast, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer andere vereffenaars zijn benoemd. 3. De vereffenaars doen aan de Kamer van Koophandel opgave van ontbinding alsmede van hun optreden als vereffenaar en van de gegevens van hunzelf die van een bestuurder verlangd worden. 4. Het bestuur stelt bij het besluit tot ontbinding het overschot na vereffening van het (eigen) vermogen vast en benoemt een bewaarder voor de boeken en de bescheiden van de ontbonden stichting. De Vereniging werken voor waterschappen is gerechtigd tot het overschot na vereffening van het (eigen) vermogen van de stichting. 5. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voorzover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de Stichting worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’. 6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door het bestuur in zijn ontbindingsbesluit aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht zijn aanwijzing alsook zijn naam door te geven aan de Kamer van Koophandel. Reglement Bestedingsdoelen van de stichting A&O-fonds Waterschappen
Ontbinding van de stichting. 1. Bij ontbinding van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur. 2. Gedurende de vereffening blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht. 3. Het besluit tot ontbinding van de stichting moet inhouden de bestemming van een eventueel batig saldo, met dien verstande, dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel, dat het meest overeenkomt met het doel van de stichting.
Ontbinding van de stichting. Het bestuur is bevoegd tot ontbinding van de Stichting.
Ontbinding van de stichting. 1. Voor een besluit tot ontbinding van het Vakantiefonds gelden dezelfde bepalingen als voor een besluit tot wijziging van de statuten. 2. In geval van ontbinding zal het bestuur – met een meerderheid en op een wijze als genoemd in lid 5 van het voorgaande artikel – met de liquidatie zijn belast, tenzij de organisaties genoemd in artikel 1, lid 2, van deze statuten een ander besluit nemen. 3. Het bestuur beslist over de bestemming van een batig saldo. Een batig saldo moet worden bestemd voor een doel dat het meest overeenkomt met het doel van het Vakantiefonds. Een nadelig saldo dient door de werkgevers te worden opgebracht.
Ontbinding van de stichting. Artikel 30 -Wijzen van ontbinding 1. bij een daartoe strekkend besluit van het bestuur; 2. na faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, hetzij door insolventie; 3. door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt.
Ontbinding van de stichting. 1. Het bestuur is bevoegd tot ontbinding van de Stichting. 2. Met betrekking tot het besluit tot ontbinding van de Stichting is het bepaalde in lid 1, tweede zin, lid 2 en lid 3 van artikel 20 van overeenkomstige toepassing. 3. Voor ontbinding der Stichting is vooraf toestemming vereist van de in artikel 6 leden 2, 3, 4 en 5 genoemde organisaties. 4. Bij ontbinding der Stichting geschiedt de liquidatie door de bestuurders, tenzij daartoe bij het ‌‌‌‌‌ besluit tot ontbinding andere personen zijn aangewezen. 5. Gedurende de liquidatie blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht. 6. Een eventueel batig saldo bij liquidatie wordt zoveel mogelijk overeenkomstig het doel van de Stichting besteed.
Ontbinding van de stichting. 1. Het bestuur is bevoegd tot ontbinding der Stichting over te gaan, wanneer er geen redenen tot voortbestaan zijn en er onvoldoende middelen voor de Stichting ontstaan. 2. Het bestuur dient een besluit tot ontbinding aan cao-partijen voor te leggen ter goedkeuring. 3. Het bepaalde in artikel 9 lid 2 is hierbij van overeenkomstige toepassing. 4. Na ontbinding van de Stichting geschiedt de liquidatie door het bestuur. Aan een eventueel batig saldo na liquidatie van de Stichting zal een bestemming moeten worden gegeven, welke zoveel mogelijk overeenkomt met het doel van de Stichting.
Ontbinding van de stichting. Artikel 27 -