Ontvankelijkheid klacht Voorbeeldclausules

Ontvankelijkheid klacht. 1. Een klacht bij de (centrale) klachtencommissie dient binnen een periode van 3 jaar na de confrontatie met ongewenst gedrag, te worden ingediend door een werkne(e)m(st)er in de zin van deze klachtenregeling. 2. De (centrale) klachtencommissie kan besluiten dat een klacht niet in behandeling wordt genomen dan nadat kla(a)g(st)er zich heeft gewend tot de (centrale) vertrouwenspersoon. 3. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen. 4. Indien een klacht (mede) onderwerp is van een andere (gerechtelijke) procedure kan de (Centrale) klachtencommissie besluiten de klacht niet in behandelng te nemen of behandeling ervan op te schorten.
Ontvankelijkheid klacht. 1. Een klacht bij de Klachtencommissie op ondernemingsniveau dient binnen een periode van 3 jaar, na de confrontatie met ongewenst gedrag, te worden ingediend door een werknemer in de zin van deze klachtenregeling. De Klachtencommissie kan, indien er sprake is van een ernstige klacht (ter beoordeling van de Klachtencommissie), deze in behandeling nemen ook als deze na het derde jaar na de confrontatie met ongewenst gedrag wordt ingediend. 2. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen, tenzij in combinatie met of ter ondersteuning van (een) andere anonieme klacht(en). In dat geval wordt de anonieme klacht aangemerkt als een anonieme getuigenis van een derde. Eén en ander ter beoordeling van de Klachtencommissie.
Ontvankelijkheid klacht. 1. De klachtencommissie cliënten beslist over de ontvankelijkheid van een klacht. 2. De voorzitter van de klachtencommissie cliënten kan een klacht of Bopz-klacht niet ontvankelijk verklaren als: • Een gelijke klacht van de cliënt nog in behandeling is; • Een klacht al eerder in behandeling is geweest bij de klachtencommissie en zich geen nieuwe feiten hebben voorgedaan. • Een klacht wordt ingediend door een persoon die daartoe niet bevoegd is. 3. Als een klacht niet ontvankelijk is, deelt de klachtencommissie cliënten dit zo spoedig mogelijk schriftelijk, onder vermelding van de reden, mee aan de cliënt of diens vertegenwoordiger. Hierbij wordt informatie gegeven over eventuele andere mogelijkheden voor de cliënt om zijn/haar klacht aan de orde te stellen. 4. De klager kan binnen twee weken na dagtekening van het besluit van de voorzitter, zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, schriftelijk bezwaar maken tegen dat besluit. 5. Een bezwaar zoals bedoeld in het vierde lid van dit artikel wordt beoordeeld door de voorzitter van de klachtencommissie samen met twee door hem aan te wijzen leden van de klachtencommissie. Hun beslissing over het bezwaar delen zij binnen twee weken schriftelijk en gemotiveerd mee aan de klager.
Ontvankelijkheid klacht. 1. De volgende klachten afkomstig van de consument worden door de commissie niet ontvankelijk verklaard: a. Een geschil voortkomend uit een niet betaalde factuur waaraan geen klacht ten grondslag ligt; b. Een geschil dat reeds is beslecht door een rechter doordat er een uitspraak heeft plaatsgevonden of er redelijkerwijs verwacht mag worden dat op korte termijn het geschil wordt beslecht doordat de juridische procedure loopt; c. Een geschil waarbij de klacht niet, alvorens deze bij de commissie aanhangig is gemaakt, bij de ondernemer is neergelegd in lijn met de voorwaarden; d. Een geschil dat niet binnen 3 maanden nadat van de klacht bij de ondernemer is neergelegd bij de geschillencommissie aanhangig is gemaakt in lijn met de voorwaarden. 2. De commissie kan besluiten af te wijken van lid 1 sub c en d door geschillen hieruit voortkomend alsnog in behandeling te nemen wan- neer redelijkerwijs gesteld kan worden dat de consument geen verwijt gemaakt kan worden over het in strijd handelen van de algemene voor- waarden. 3. De commissie kan besluiten de door de ondernemer gestelde voorwaar- den benoemd in lid 1 sub c en d buiten beschouwing te laten wanneer deze bepalingen bevat die op de grijze lijst voorkomen die onredelijk bezwarend zijn voor de consument.

Related to Ontvankelijkheid klacht

  • Ontvankelijkheid 1. De klacht dient betrekking te hebben op het stelselmatig niet naleven van bepalingen van de CAO. 2. De indiener van de klacht dient belanghebbende te zijn. Als belanghebbende(n) worden beschouwd: a. werkgevers- en werknemersorganisaties namens een of meerdere van haar leden; b. de in de onderneming van werkgever werkzame ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging namens de in die onderneming werkzame personen; c. werkgever; d. werknemer. 3. Een klacht wordt uitsluitend in behandeling genomen indien tevergeefs getracht is tot een oplossing als bedoeld in artikel 4 te komen.

  • Toegankelijkheid 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.