Persoonlijke beschermingsmiddelen Voorbeeldclausules

Persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij persoonlijke beschermingsmiddelen is enerzijds het uitgangspunt dat de ondernemer conform de Arbo-wet en onder inachtname van de Wpbr al het mogelijke doet wat redelijkerwijs van hen gevergd kan worden om de veiligheid op de werkplek te borgen. Hierbij wordt aangetekend dat de werknemer ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Anderzijds zal bij de invulling van de beschikbaarstelling ervoor worden gewaakt dat middelen in omstandigheden worden verstrekt die in overwegende mate een schijnzekerheid bieden, resp. een gedrag kunnen oproepen die de medewerker juist in een onveilige werksituatie brengt. Procedure loopt via de ondernemingsraad. De werknemer zal over verzoeken tot beschikbaarstelling altijd in kennis worden gesteld van het besluit en de motivering bij afwijzing.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. 1. De werkgever is verplicht aan zijn werknemers persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen. Indien de werkgever deze persoonlijke beschermingsmiddelen niet ter beschikking stelt is de werknemer gerechtigd zijn werk te onderbreken totdat de werkgever alsnog aan zijn verplichtingen voldoet. Gedurende deze onderbreking heeft de werknemer recht op doorbetaling van zijn volledige loon en de daarbij behorende verlofwaarde. Informatie over persoonlijke beschermingsmiddelen is te verkrijgen bij Arbouw.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. De kosten van de in de arbowetgeving bedoelde persoonlijke beschermingsmiddelen zijn voor de werkgever. Bijvoorbeeld een veiligheidshelm, veiligheidsschoenen, werkhandschoenen, werkkleding met UV-bescherming en gehoorbescherming. ▪ De werkgever verstrekt de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen aan de werknemer of stelt die aan hem ter beschikking. Doet de werkgever dit niet? Dan mag de werknemer niet op de bouwplaats werken. Dit heeft geen gevolgen voor zijn loon. ▪ Gebruikt de werknemer de persoonlijke beschermingsmiddelen niet? Dan kan de werkgever hem van de bouwplaats wegsturen. De werkgever betaalt het loon over de niet gewerkte uren niet door. Zie artikel 7:628 BW.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. Beschermende maatregelen met betrek- king tot de arbeidsvoorwaarden en –om- standigheden van zwangere of pas bevallen vrouwen, kinderen en jongeren; Artikel 53 Verbod tariefarbeid, werk in tanks en constructieschilderwerk Gelijke behandeling van mannen en vrouwen, alsmede andere bepalingen inzake niet-discriminatie.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. 1. De werknemer heeft het recht zijn werkzaamheden te onderbreken wanneer voor de uit- voering persoonlijke beschermingsmiddelen nodig zijn en voor de periode waarin deze ontbreken.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. Hoofdstuk 3 Speelgoed
Persoonlijke beschermingsmiddelen. Persoonlijke beschermingsmiddelen dienen in goede staat te zijn en gedragen te worden zoals voorgeschreven en vermeld op de risicoanalyse.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. De operator van de Spoorwegonderneming draagt de voorziene persoonlijke beschermingsmiddelen zie bijlage VI 22 Veiligheidsinstructies.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. Maatregel nr. 1.6 Draag juiste schoenen
Persoonlijke beschermingsmiddelen. De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) schrijft voor dat de werkgever de benodigde persoonlijke beschermingsmidde- len (PBM) aan de medewerkers ter beschikking moet stellen. Wanneer welke PBM gedragen moeten worden, moet worden vastgelegd. De werknemer heeft de verplichting om de door de werkgever ter beschikking gestelde PBM te gebruiken. Bij het voegen en verwijderen van voegen ontstaan vele vormen van belasting door stof, lawaai, gevaarlijke stoffen, vocht en klimaat, en veiligheidsrisico’s. Niet alle risico's kunnen met de in dit A-blad voorgestelde aanbevelingen afdoende aangepakt worden, zodat de volgende PBM nodig blijven: • de bouwhelm biedt bescherming van het hoofd tegen stoten en vallende materialen, • veiligheidsschoenen, voorkomen letsel aan de voeten, • ademhalingsbescherming tegen stof: bij het slijpen met stofafzuiging en bij het hakken een beschermingsmiddel met P2-filter of eventueel een masker of helm voorzien van P2- of P3-aanblaasfilter, • handschoenen (halflange neopreen met katoenen binnen- handschoen) bieden bescherming tegen huidcontact met mortel; trilling absorberende handschoenen kunnen soms de trillingen wat dempen, • vocht beschermende kleding is nodig bij het schoonspuiten, • gehoorbescherming: zwaar type gehoorbescherming bij hakken en slijpen met een demping van 30 dB (bijvoorbeeld otoplastieken) • beschermende kleding bij slecht en koud weer. In de zomerperiode en bij zonnig weer treedt blootstelling op aan Uv-straling die kan leiden tot huidkanker en oogaandoe- ningen. Bescherm de huid tegen overmatige zonnestraling (kleding of crème minimaal factor 15) en gebruik zonodig een pet met klep en een zonnebril met Uv-filter. • kniebeschermers bij geknield werken • veiligheidsbril of gelaatsscherm bij hakken, slijpen en schoon- vegen.