Professionalisering en duurzame inzetbaarheid Voorbeeldclausules

Professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Professionalisering
Professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Gezien de snel veranderende behoeften en vraag van de samenleving, hogeschool en student vinden sociale partners het belangrijk dat werknemers hun vaardigheden en competenties blijven ontwikkelen. Mobiliteit - intern en extern - is daarbij belangrijk, evenals aanpassingsvermogen en de bereidheid om in wisselende functies en rollen te werken. De werkgever faciliteert de werknemer daarbij. Met het oog daarop zetten cao-partijen extra in op professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Cao-bepalingen worden eenvoudiger gemaakt en de administratieve last wordt verminderd door het opheffen van het onderscheid tussen aanvullende professionalisering en scholing in opdracht van de werkgever. De volgende posten worden tot het professionaliseringsbudget gerekend: • Kosten voor het basisrecht in uren; • Out of pocketkosten voor alle vormen van professionalisering en scholing, ook als deze intern worden verzorgd, moeten te herleiden zijn tot ontwikkeling op het niveau van het individu of van het team; • Vervangingskosten – op basis van gemiddelde personeelslasten - van degene die voor professionalisering of voor het doen van onderzoek is vrijgesteld; er dient sprake te zijn van daadwerkelijke vervanging. Sociale partners willen met deze verruiming van kostenposten de regeling eenvoudiger en administratief minder bewerkelijk maken. Het oogmerk is niet om het budget van minimaal 6% hierdoor te beperken in die zin dat professionaliseringsvoorstellen van medewerkers worden afgewezen door louter beroep te doen op overschrijding van het professionaliseringsbudget. Alle vormen van professionalisering die in het professionaliseringsplan zijn opgenomen, worden voor 100% (van de officiële studielast) vergoed in tijd en geld. Sociale partners zullen tijdens de looptijd van de cao de besteding van het professionaliseringsbudget (laten) monitoren. Als de monitor uitwijst dat een professionaliseringsbudget van minimaal 6% niet toereikend is, zullen hierover in een volgende cao aanvullende afspraken worden gemaakt.
Professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Cao-bepalingen worden eenvoudiger gemaakt en de administratieve last wordt verminderd door het opheffen van het onderscheid tussen aanvullende professionalisering en scholing in opdracht van de werkgever. De volgende posten worden tot het professionaliseringsbudget gerekend: – Kosten voor het basisrecht in uren; – Out of pocketkosten voor alle vormen van professionalisering en scholing, ook als deze intern worden verzorgd, mits te herleiden tot ontwikkeling op het niveau van het individu of van het team; – Vervangingskosten – op basis van gemiddelde personeelslasten – van degene die voor professionalisering of voor het doen van onderzoek is vrijgesteld; er dient sprake te zijn van daadwerkelijke vervanging. Sociale partners willen met deze verruiming van kostenposten de regeling eenvoudiger en administratief minder bewerkelijk maken. Het oogmerk is niet om het budget van minimaal 6% hierdoor te beperken. Alle vormen van professionalisering die in het professionaliseringsplan zijn opgenomen, worden voor 100% (van de officiële studielast) vergoed in tijd en geld. Als de monitor uitwijst dat een professionaliseringsbudget van minimaal 6% niet toereikend is, zullen hierover in een volgende cao aanvullende afspraken worden gemaakt.
Professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Professionalisering Beginnend docenten Werknemers tevens middengroep van de personeelsformatie Hogescholen pakken werkdruk bij de bron aan door het herontwerp van het onderwijs en het curriculum te toetsen aan de principes van doceerbaarheid, organiseerbaarheid, studeerbaarheid en betaalbaarheid. Doel is om werkdruk aan de ‘voorkant’ te voorkomen in plaats van deze aan de ‘achterkant’ te bestrijden. Met het oog op de vitaliteit van deze groep werknemers zal ook nadrukkelijk worden gekeken naar de hoogte van de uitkering bij geboorteverlof. Oudere werknemers

Related to Professionalisering en duurzame inzetbaarheid

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald.