Roosterperiode. In principe worden roosters voor een periode van 3 maanden vastgelegd. Er kan over een langere periode geroosterd worden als de roostercyclus dit noodzakelijk maakt. Bij het opstellen van ploegendienstroosters wordt ernaar gestreefd dat de medewerker ten minste 2 aaneengesloten vrije dagen per week heeft. Als deze vrije dagen ná een nachtdienst vallen, dan geldt de slaaptijd na de nachtdienst niet als vrije dag.
Roosterperiode. Werk je (deels) buiten de gebruikelijke werktijden, dan worden je werktijden vastgelegd in een rooster van ten minste drie maanden. Je wordt op tijd betrokken bij het vaststellen van de roosters. Je krijgt een overzicht met de werktijden en de roostertoeslag. Voor bepaalde bedrijfsonderdelen kan een andere roosterperiode gelden. Dit kan alleen als het vertegenwoordigend overleg daarmee akkoord is na een instemmingsaanvraag.
Roosterperiode. De 28 daagse periode waarover het rooster op een publicatiemoment bekend gemaakt wordt. De roosterperiode is verdeeld in week 1,2,3 en 4. De indeling vermeldt alle vrije uren en tevens de voor de werknemer relevante gegevens van de opdrachten, een en ander met vermelding van data, begin- en eindtijden. Deze gegevens worden uiterlijk 9 dagen voor de betreffende roosterperiode gepubliceerd. De als zodanig te publiceren indeling sluit aan op de voorafgaande zondag om 22:00 uur LT voor wat betreft de verwerking van het totaal aantal ontstane uren compensatietijd en/of inhaalrust. De vrije uren ontstaan na dit tijdstip zullen bij de daarop volgende publicatie gegeven worden. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het op de hoogte zijn van het actuele rooster en het handelen naar het meest actuele rooster. Aan elke indeling zal een realistisch vluchtschema ten grondslag liggen.
Roosterperiode. De lengte van een roosterpatroon (bijv. 13 weken, 8 weken).