Common use of Roostervrije dagen Clause in Contracts

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. a. In de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 heeft de werknemer recht op 22 roostervrije dagen. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24, 27, 28 en 31 december 2012. b. De resterende 18 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer; - 2 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever; - de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 tot 1 maart 2012 en van 1 december 2012 tot en met 21 december 2012 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort. c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking van de werkgever) dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. a. In de periode van 1 januari 2012 april 2010 tot en met 31 december 2012 2010 heeft de werknemer recht op 16,5 roostervrije dagen. Van deze 16,5 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 6 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data: 20, 21, 22, 23, 24 en 27 december 2010. In de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 heeft de werknemer recht op 22 roostervrije dagen. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24, data: 27, 28 en 31 28, 29, 30 december 20122011. b. De resterende 10,5 roostervrije dagen uit de periode van 1 april 2010 tot en met 31 december 2010 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije dagen worden zodanig opgenomen, dat in ieder kalenderkwartaal 2 dagen worden ingeroosterd; - 2,5 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 december 2010 tot en met 19 december 2010 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur per dag. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 14 dagen worden ingekort. De resterende 18 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 2011 tot en met 31 december 2012 2011 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer; - 2 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever; - de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 2011 tot 1 maart 2012 2011 en van 1 december 2012 2011 tot en met 21 18 december 2012 2011 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 43 dagen worden ingekort. c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking beschikking van de werkgever) dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. a. In 2010 kan in onderling overleg tussen werkgever en werknemer 1 roostervrije dag door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris. b. Vanaf 1 januari 2011 kunnen in onderling overleg tussen werkgever en werknemer 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel.

Appears in 2 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van 1 januari 2012 2021 tot en met 31 december 2012 2021 heeft de werknemer recht op 22 20 roostervrije dagen. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24, 27, 28 en 31 december 2012. b. De resterende 18 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 2021 tot en met 31 december 2012 2021 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - Vrijdag • 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije na Hemelvaartsdag • 2 dagen ter beschikking van de werknemer; - 2 roostervrije dagen werknemer • 1 dag ter vaststelling door de werkgever; - werkgever • 10 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de overige 8 roostervrije kerstvakantie 2021/2022, te weten maandag 20 december 2021 tot en met vrijdag 31 december 2021 (week 51 en week 52). • 5 dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 tot 1 maart 2012 en van 1 29 november tot 20 december 2012 tot en met 21 december 2012 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen scholingsdagen voor alle werknemers iedere werknemer heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking van de werkgever) niet collectief vastgestelde dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a. op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. a. In de periode van 1 januari 2012 2014 tot en met 31 december 2012 2014 heeft de werknemer recht op 22 20 roostervrije dagen. Van deze 22 20 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24data: 22, 27, 28 23 en 31 24 december 20122014. b. De resterende 18 17 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 2014 tot en met 31 december 2012 2014 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 4 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer. Deze dagen worden zo opgenomen dat in ieder kalenderkwartaal 1 dag wordt ingeroosterd; - 2 3 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever; . Het betreft hier een tijdelijke maatregel waarvan de duur is beperkt tot de looptijd van deze CAO en op grond waarvan deze dagen eenzijdig kunnen worden vastgesteld door de werkgever. De dagen kunnen alleen per dag worden vrijgegeven (en niet worden versnipperd in hele of halve uren of halve dagen). De werkgever dient de roostervrije dag uiterlijk de werkdag tevoren op te geven. - de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 2014 tot 1 maart 2012 2014 en van 1 december 2012 2014 tot en met 21 20 december 2012 2014 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort. c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen scholingsdagen voor alle werknemers iedere werknemer heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd)4, respectievelijk 8 (6 3 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking van de werkgever) dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werk- gever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van 1 januari 2012 2018 tot en met 31 december 2012 2018 heeft de werknemer recht op 22 20 roostervrije dagen. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24, 27, 28 en 31 december 2012. b. De resterende 18 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 2018 tot en met 31 december 2012 2018 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; Vrijdag - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; na Hemelvaartsdag - 6 roostervrije 2 dagen ter beschikking van de werknemer; werknemer - 2 roostervrije 4 dagen ter vaststelling door de werkgever; werkgever - 7 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de overige 8 Kerstvakantie 2018/2019, te weten maandag 24 december 2018 tot en met vrijdag 4 januari 2019 (3 feestdagen en 7 roostervrije dagen). - 5 dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 tot 1 maart 2012 en van 1 december 2012 tot en met 21 december 2012 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur De in 2019 vastgestelde roostervrije dagen (2, 3 en 4 januari 2019) komen ten laste van maximaal 42,5 het tegoed aan roostervrije dagen worden ingekortover 2018. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen scho- lingsdagen voor alle werknemers iedere werknemer heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking van de werkgever) niet collectief vastge- stelde dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel indivi- dueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen ge- vallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(swerk- nemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len vast- stellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije roos- tervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een perso- neelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraad- pleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werk- gever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van 1 januari 2012 2018 tot en met 31 december 2012 2018 heeft de werknemer recht op 22 20 roostervrije dagen. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24, 27, 28 en 31 december 2012. b. De resterende 18 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 2018 tot en met 31 december 2012 2018 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; Vrijdag - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; na Hemelvaartsdag - 6 roostervrije 2 dagen ter beschikking van de werknemer; werknemer - 2 roostervrije 4 dagen ter vaststelling door de werkgever; werkgever - 7 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de overige 8 Kerstvakantie 2018/2019, te weten maandag 24 december 2018 tot en met vrijdag 4 januari 2019 (3 feestdagen en 7 roostervrije dagen). - 5 dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 tot 1 maart 2012 en van 1 december 2012 tot en met 21 december 2012 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur De in 2019 vastgestelde roostervrije dagen (2, 3 en 4 januari 2019) komen ten laste van maximaal 42,5 het tegoed aan roostervrije dagen worden ingekortover 2018. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen scho- lingsdagen voor alle werknemers iedere werknemer heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking van de werkgever) niet collectief vastge- stelde dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel indivi- dueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije roos- tervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een perso- neelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraad- pleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. a. In de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 heeft de werknemer recht op 22 roostervrije dagen. . b. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24data: 24, 27, 28 en 31 december 2012. b. . De resterende 18 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer; - 2 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever; - de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 tot 1 maart 2012 en van 1 december 2012 tot en met 21 december 2012 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort. c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal kalenderkwar- taal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer werkne- mer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking beschikking van de werkgever) dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingenkostenvergoedin- gen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel.uiterlijk

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werkgever zal aan de werkne- mer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 2019 heeft de werknemer recht op 22 20 roostervrije dagen. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde In de periode 4 collectief vastgesteld, van 1 januari 2020 tot en wel op de navolgende data:24, 27, 28 en met 31 december 20122020 heeft de werknemer recht op 20 roostervrije dagen. b. De resterende 18 20 roostervrije dagen uit de periode tot en met 31 december 2019 worden als volgt vastgesteld: • 1 dag op Goede Vrijdag • 1 dag na Hemelvaartsdag • 2 dagen ter beschikking van de werknemer • 4 dagen ter vaststelling door de werkgever • 7 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de Kerstvakantie 2019/2020, te weten maandag 23 december 2019 tot en met vrijdag 3 januari 2020 (3 feestdagen en 7 rooster- vrije dagen). • 5 dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 december tot 21 december de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. De in 2020 vastgestelde roostervrije dagen (2 en 3 januari 2020) komen ten laste van het tegoed aan roostervrije dagen over2019. De 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 2020 tot en met 31 december 2012 2020 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - Vrijdag • 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije na Hemelvaartsdag • 1 dag op Bevrijdingsdag (5 mei 2020) • 2 dagen ter beschikking van de werknemer; - werknemer • 2 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever; - werkgever • 8 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de overige Kerstvakantie 2020/2021, te weten maandag 21 december 2020 tot en met vrijdag 1 januari 2021 (2 feestdagen en 8 roostervrije rooster- vrije dagen). • 5 dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 tot 1 maart 2012 en van 1 december 2012 30 november tot en met 21 18 december 2012 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen scholingsdagen voor alle werknemers iedere werknemer heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking van de werkgever) niet collectief vastgestelde dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingenkostenvergoedin- gen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a. op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstem- ming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. a. In de periode van 1 januari 2012 april 2010 tot en met 31 december 2012 2010 heeft de werknemer recht op 16,5 roostervrije dagen. Van deze 16,5 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 6 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data: 20, 21, 22, 23, 24 en 27 december 2010. In de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 heeft de werknemer recht op 22 roostervrije dagen. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24data: 19, 2720, 28 21 en 31 december 201222 december. b. De resterende 10,5 roostervrije dagen uit de periode van 1 april 2010 tot en met 31 december 2010 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije dagen worden zodanig opgenomen, dat in ieder kalenderkwartaal 2 dagen worden ingeroosterd; - 2,5 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 december 2010 tot en met 19 december 2010 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur per dag. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 14 dagen worden ingekort. De resterende 18 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 2011 tot en met 31 december 2012 2011 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer; - 2 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever; - de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 2011 tot 1 maart 2012 2011 en van 1 december 2012 2011 tot en met 21 18 december 2012 2011 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 43 dagen worden ingekort. c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking beschikking van de werkgever) dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststel- len vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO- CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. 7. a. In 2010 kan in onderling overleg tussen werkgever en werknemer 1 roostervrije dag door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris. b. Vanaf 1 januari 2011 kunnen in onderling overleg tussen werkgever en werknemer 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst