Reisuren Voorbeeldclausules

Reisuren a. De duur van de reis bij het zich naar en van het werk begeven, die wordt gemaakt met een openbaar vervoermiddel, een door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel, of een eigen vervoermiddel wordt door de werkgever, met uitzondering van de eerste 60 minuten per dag, die niet door de werkgever worden vergoed, een vast bedrag vergoed van: - voor werknemers tot en met 21 jaar: € 7,50 bruto per uur; - voor werknemers van 22 jaar en ouder: € 15,- bruto per uur. b. Indien een werknemer als bestuurder van een auto met inzittenden optreedt worden hem ook de eerste 60 minuten reistijd vergoed. De vergoeding voor de bestuurder is in alle gevallen gebaseerd op het voor hem geldende PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de voor de werknemer toepasselijke loongroep. 2. Onder ’duur van de reis’ bedoeld in lid 1 wordt verstaan het tijdsverloop tussen het vertrek van het vervoermiddel naar het werk en de aankomst op het werk, alsmede het tijdsverloop terug van het werk naar de plaats van vertrek. 3. Werkgever en werknemer bepalen in onderling overleg of voor de bepaling van de reisduur wordt uitgegaan van de werkelijke reistijd of dat gebruik wordt gemaakt van de volgende aannames voor de per uur af te leggen afstand: a. per rijwiel 15 kilometer; b. per bromfiets 25 kilometer; c. per motorvoertuig op minder dan vier wielen 40 kilometer; d. per auto 50 kilometer. 4. De werkgever is verplicht specificatie te geven van de reisuren. De werknemer dient, indien hij het met de volgens deze specificatie betaalde reisurenvergoeding niet eens is, binnen vier weken na ontvangst van de specificatie te reclameren. Na verstrijken van deze termijn van vier weken wordt de volgens specificatie verstrekte vergoeding geacht correct te zijn en kan de werknemer geen recht op aanpassing van de vergoeding meer doen gelden. Indien de werkgever geen specificatie verstrekt en geen reisurenvergoeding betaalt op basis van één van de in dit artikel genoemde vervoermiddelen geldt de reisurenvergoeding op basis van het openbaar vervoer. a. Indien de totale duur van de werk-, rust- en reistijd, gerekend naar het ogenblik van vertrek van een vervoermiddel als genoemd in lid 1 tot het ogenblik van terugkomst daarvan, per dag meer bedraagt dan 10,5 uur, zal de normale werktijd met het meerdere moeten worden ingekort. Op de dagen waarop overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 8 uur wordt gewerkt, bedraagt het hiervoor genoemde aantal uren 11 (in plaats van 10,5)...
Reisuren. Werknemers die in opdracht van de werkgever een extra reis van huis naar het bedrijf moeten maken voor het verrichten van overwerk, ontvangen per extra reis de volgende vergoeding van hun maandsalaris: - op maandag tot en met vrijdag 0,56% - op zaterdagen 0,83% - op zon- en feestdagen 1,11%
Reisuren. De werknemer ontvangt reisuren voor woon-werkafstand volgens de hierna volgende tabel: 000 - 200 km geen vergoeding; 201 - 250 km 1 uur tegen minimumloon; 251 - 300 km 1 1/4 uur tegen minimumloon; 351 - 400 km 1 3/4 uur tegen minimumloon; 401 - 450 km 2 uur tegen minimumloon; 451 - 500 km 2 1/4 uur tegen minimumloon; Enzovoort
Reisuren. 5.10.1 Waar gaat het om? ▪ Reisuren zijn de uren die de bouwplaatswerknemer besteedt aan het reizen van de woning naar het werk en terug. ▪ De bouwplaatswerknemer die buiten zijn woongemeente werkt, heeft recht op een reisurenvergoeding. ▪ De vergoeding geldt voor reizen met een eigen vervoermiddel, met een vervoermiddel dat door de werkgever ter beschikking is gesteld, per openbaar vervoer of te voet. ▪ De vergoeding geldt niet voor het eerste reisuur per dag, behalve als de werknemer een auto bestuurt waarin hij één of meer collega’s meeneemt. ▪ De werkgever legt het aantal kilometers en de reisurenvergoeding per werknemer schriftelijk vast.
Reisuren. De duur van het in lid 1. bedoelde woon-werkverkeer wordt door de werkgever vergoed, behalve de eerste 60 minuten. Dit geldt ongeacht of wordt gereisd per openbaar vervoer, eigen vervoer,
Reisuren. 1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op de vergoeding van reisuren binnen de Benelux en zegt dus niets over de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer en werk-werkverkeer. 2. Als reisuren worden beschouwd de uren die de werknemer direct voorafgaand of direct aansluitend aan de dienst reist van de operationele vestigingsplaats van de werkgever naar het object waar de werkzaamheden moeten worden verricht of vice versa indien en voor zover dit geschiedt met een door de werkgever beschikbaar gesteld vervoermiddel. Xxxxxxxx worden niet beschouwd als arbeidstijd. De operationele vestigingsplaats van de werkgever is de verzamelplaats voor twee of meer werknemers vanwaar zij onder de invloedsfeer van de werkgever gezamenlijk reizen naar het object waar de werkzaamheden moeten worden verricht. 3. De reisuren van de chauffeur van rijdend materieel zoals vacuümwagens worden vergoed tegen loon op basis van de feitelijke reistijd. Dit betekent, indien aan de orde, onder toepassing van artikel 12 leden 1, 3 en 6. 4. In de overige gevallen geldt het volgende; 4.1.a. Het aantal reisuren voor de werknemer die het voertuig, zoals bedoeld in artikel 25 lid 2, bestuurt wordt vastgesteld op basis van onderstaande tabel. tot en met 60 kilometer 1 minuut per kilometer vanaf 61 kilometer 45 seconden per kilometer 4.1.b. Voor de overige gevallen alsmede voor de werknemers anderen dan bedoeld onder 4.1.A wordt het aantal reisuren vastgesteld op basis van onderstaande tabel: tot en met 60 kilometer 40 seconden per kilometer vanaf 61 kilometer 30 seconden per kilometer De bepaling van de afstand in kilometers geschiedt aan de hand van door de ANWB gehanteerde tabellen.
Reisuren. 1. De reisduur van een reis gemaakt met een openbaar middel van vervoer, een door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel of een eigen vervoermiddel wordt door de werkgever vergoed op basis van het garantie-uurloon. De eerste 60 reisminuten per dag worden niet vergoed. 2. Met ‘reisduur’ wordt bedoeld de tijd tussen het moment van vertrek met het vervoermiddel en het moment van aankomst op het werk en de tijd tussen het moment van vertrek van het werk en het moment van aankomst op de oorspronkelijke vertrekplaats. 3. Wanneer werktijd, rusttijd en reistijd samen per dag meer dan 10 ½ uur bedragen, wordt de werktijd met het meerdere ingekort. Over de rusttijd wordt geen loon betaald.
Reisuren. Onder collectieve reisuren worden de uren verstaan van de heen- en terugreis tussen standplaats en de plaats waar de werkzaamheden worden verricht, naar boven afgerond in kwartieren per dag. Voor de heenreis geldt de vertrektijd zoals vermeld op de Collectieve planning tot de aanvangstijd van de podiumactiviteit. Voor de terugreis geldt de eindtijd van de podiumactiviteit tot de aankomsttijd in standplaats.
Reisuren. 1. Reisuren zijn de extra uren: * naast de uren volgens dienstrooster én het aantal uren benodigd voor het nor- male woon-werkverkeer * die worden besteed aan het reizen naar/van een locatie in Nederland, anders dan de werklocatie waar normaal het werk wordt verricht. 2. De medewerker is verplicht desgevraagd aan zijn leidinggevende verantwoording af te leggen over de voor hem van toepassing zijnde woon-werk reistijd. 3. Op dagen waarop wordt gereisd zal zo nodig de werktijd zodanig worden verkort, dat de som van werktijd, wettelijk voorgeschreven rusttijd en reisuren tezamen niet meer dan 12 uur zal bedragen. 4. De reisuren volgens lid 1 worden per uur vergoed met 0,61% van het schaalto- taal. 5. De reisuren-vergoeding wordt opgenomen in de berekeningsgrondslag voor de vakantietoeslag en voor de 13e maand uitkering. 6. In plaats van de uitbetaling van de vergoeding voor reisuren kan vervangend vrij worden opgenomen van gelijke duur. 7. Voor vergoeding van de in lid 1 genoemde reisuren komen niet in aanmerking medewerkers ingedeeld in de functiegroepen 12 en 13 (Global Grade 17 en 18). Evenmin komen medewerkers ingedeeld in de functiegroepen 9 t/m 11 in aan- merking voor vergoeding van reisuren tussen maandag 06.00 uur tot en met vrij- dag 24.00 uur. 8. Dit artikel is niet van toepassing voor medewerkers die uit hoofde van hun functie dagelijks of vrijwel dagelijks reizen.