Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. a. Het aantal roostervrije dagen waarop de werknemer per kalenderjaar recht heeft, wordt structureel verlaagd van 22 naar 20 dagen. De ingangsdatum van deze afspraak is 1 juli 2013. Voor het recht op roostervrije dagen in 2013 betekent dat het volgende: In de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 heeft de werknemer recht op 21 roostervrije dagen. Van deze 21 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:23, 24, 27 en 30 december 2013. b. De resterende 17 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 worden als volgt vastgesteld: – 1 dag op Goede Vrijdag; – 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; – 4 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer. Deze dagen worden zo opgenomen dat in ieder kalenderkwartaal 1 dag wordt ingeroosterd; – 3 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever. Het betreft hier een tijdelijke maatregel waarvan de duur is beperkt tot de looptijd van deze CAO en op grond waarvan deze dagen eenzijdig kunnen worden vastgesteld door de werkgever. De dagen kunnen alleen per dag worden vrijgegeven (en niet worden versnipperd in hele of halve uren of halve dagen). De werkgever dient de roostervrije dag uiterlijk de werkdag tevoren op te geven. – de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2013 tot 1 maart 2013 en van 2 december 2013 tot en met 20 december 2013 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort. c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten. d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 4, respectievelijk 3 roostervrije dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedin- gen. 5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstem- ming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt.
a. Het aantal roostervrije dagen waarop de werknemer per kalenderjaar recht heeft, wordt structureel verlaagd van 22 naar 20 dagen. De ingangsdatum in- gangsdatum van deze afspraak is 1 juli 2013. Voor het recht op roostervrije rooster- vrije dagen in 2013 betekent dat het volgende: In de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 heeft de werknemer recht op 21 roostervrije dagen. Van deze 21 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:23data: 23, 24, 27 en 30 december 2013.
b. De resterende 17 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 worden als volgt vastgesteld: – - 1 dag op Goede Vrijdag; – - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; – - 4 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer. Deze dagen worden zo opgenomen dat in ieder kalenderkwartaal 1 dag wordt ingeroosterd; – - 3 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever. Het betreft hier een tijdelijke maatregel waarvan de duur is beperkt tot de looptijd van deze CAO en op grond waarvan deze dagen eenzijdig een- zijdig kunnen worden vastgesteld door de werkgever. De dagen kunnen alleen per dag worden vrijgegeven (en niet worden versnipperd in hele of halve uren of halve dagen). De werkgever dient de roostervrije dag uiterlijk de werkdag tevoren op te geven. – - de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2013 tot 1 maart 2013 en van 2 december 2013 tot en met 20 december 2013 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort.
c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten.
d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is.
3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 4, respectievelijk 3 roostervrije roos- tervrije dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon.
4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel indivi- dueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedin- genkostenvergoedingen.
5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen geval- len toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen.
6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein.
a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije roos- tervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel.
b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging personeels- vertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstem- ming overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging achterbanraad- pleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordtDe overeengekomen arbeidsduur is 36 uur of een deel daarvan.
a. Het aantal 2. Bij een arbeidspatroon van 40 uur worden 26 roostervrije dagen waarop opgebouwd. Een medewerker met een parttime dienstverband kan op basis van het 36-40 model ook roostervrije dagen opbouwen, mits het arbeidspatroon goed inpasbaar is. Voorwaarde is dat er minimaal 3 uur en maximaal 9 uur per dag wordt gewerkt. Er wordt met hele uren gerekend.
3. Tijdens arbeidsongeschiktheid of zwangerschapsverlof vindt geen opbouw van roostervrije dagen plaats. Aan het begin van zwangerschapsverlof, worden de werknemer per kalenderjaar recht heeft, wordt structureel verlaagd van 22 naar 20 dagen. De ingangsdatum van deze afspraak is 1 juli 2013. Voor het recht rechten op roostervrije dagen in 2013 betekent dat het volgende: In de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 heeft de werknemer recht op 21 roostervrije dagenherrekend. Van deze 21 Niet gebruikte roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteldkomen na afloop van het kalenderjaar te vervallen. Tijdens het geboorteverlof, aanvullend geboorteverlof en wel op de navolgende data:23, 24, 27 en 30 december 2013ouderschapsverlof vindt geen opbouw van roostervrije dagen plaats.
b. De resterende 17 4. Maximaal 16 roostervrije dagen uit kunnen worden ingezet in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 worden als volgt vastgesteld: – 1 dag op Goede Vrijdag; – 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; – 4 Cafetariaregeling (zie bijlage 8 Cafetariaregeling).
5. Maximaal 7 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer. Deze dagen worden zo opgenomen dat in ieder kalenderkwartaal 1 dag wordt ingeroosterd; – 3 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever. Het betreft hier een tijdelijke maatregel waarvan de duur is beperkt tot kunnen gedurende de looptijd van deze CAO en worden verkocht.
6. Ten behoeve van het 4-5 rooster dienen bij een fulltime dienstverband alle roostervrije dagen per kalenderjaar vooraf te worden ingeroosterd. Indien een medewerker op grond waarvan een ingeroosterde dag ziek is, kan deze dagen eenzijdig kunnen worden vastgesteld door de werkgever. De dagen kunnen alleen per dag worden vrijgegeven (en niet worden versnipperd in hele of halve uren of halve dagen)doorgeschoven, mits deze binnen het kalenderjaar wordt opgenomen. De werkgever dient de roostervrije dag uiterlijk de werkdag tevoren op te geven. – de overige 8 Maximaal 10 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in ingezet ten behoeve van de periode zomervakantie of een vakantie die daarmee gelijkgesteld kan worden. Deze bepaling laat onverlet dat van 1 januari 2013 tot 1 maart 2013 en van 2 december 2013 tot en met 20 december 2013 de dagelijkse arbeidsduur vakantiedagen minimaal drie weken aaneengesloten dienen te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekortgenomen.
c. Indien 7. Voor parttimers van de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier voormalige CNV Hout en Bouw die roostervrije dagen inzetten.
d. Het recht op opbouwden, blijft de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien situatie voor wat betreft arbeidstijden/inroostering gedurende de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is.
3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 4, respectievelijk 3 roostervrije dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen looptijd van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde looncao ongewijzigd.
4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedin- gen.
5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen.
6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein.
a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel.
b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstem- ming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordtIn de bedrijven waarin een roostervrije dagenregeling wordt toege- past geldt voor iedere maand anderhalve roostervrije dag. Voor die bedrijven geldt het volgende.
a. Het aantal De roostervrije dagen waarop de werknemer per kalenderjaar recht heeft, worden schriftelijk in een rooster vastge- legd. Op roostervrije dagen wordt structureel verlaagd van 22 naar 20 dagengeen arbeid verricht. De ingangsdatum van deze afspraak is 1 juli 2013. Voor het recht op werknemers hebben tijdens roostervrije dagen in 2013 betekent dat aanspraak op doorbetaling van het volgende: In de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 heeft de werknemer recht op 21 roostervrije dagen. Van deze 21 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:23, 24, 27 en 30 december 2013hen geldende loon.
b. De resterende 17 Dewerknemershebbengedurendedezecollectievearbeidsovereen- komstperiode aanspraak op 36 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 worden als volgt vastgesteld: – 1 dag op Goede Vrijdag; – 1 dag aansluitend dagen1). Voor vaste werknemers die deelnemen aan Hemelvaartsdag; – 4 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer. Deze dagen worden zo opgenomen het Overbruggings- fonds geldt, dat in ieder kalenderkwartaal 1 dag wordt ingeroosterd; – 3 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever. Het betreft hier een tijdelijke maatregel waarvan de duur is beperkt tot de looptijd 10 van deze CAO en dagen op grond waarvan deze dagen eenzijdig jaarbasis kunnen worden vastgesteld door de werkgever. De dagen kunnen alleen per dag worden vrijgegeven (en niet worden versnipperd in hele of halve uren of halve dagen). De werkgever dient de roostervrije dag uiterlijk de werkdag tevoren op te geven. – de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2013 tot 1 maart 2013 en van 2 december 2013 tot en met 20 december 2013 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort.
c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor omscholing tijdens werktijd overbruggingsdagen als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije 14a lid 3. Voor vaste werknemers met overbruggingsregeling maar zonder Overbruggingsfonds geldt, dat per jaar 12 dagen inzettenkunnen worden vastgesteld als overbruggingsdagen als bedoeld in artikel 14b.
d. Het recht 2. In de jaren dat de nationale feestdag 5 mei op een werkdag valt is – op de collectief vastgestelde bedrijven waar een roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt isdagenregeling geldt – 5 mei een extra roostervrije dag.
3. De werknemer bouwt Van de in lid 2 sub b genoemde 4, respectievelijk 3 roostervrije dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen grond van de nog openstaande dagen. Indien leden 1 en 2 vastgestelde data voor rooster- vrije dagen kan worden afgeweken in overleg met de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon.
4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedin- gen.
5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd ondernemings- raad danwel in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen.
6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein.
a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door mits de uitkomst van dit overleg tijdig schriftelijk is vastgelegd.
4. Wanneer de arbeidsovereenkomst, met inachtneming van het in arti- kelen 11, 12 en 13 bepaalde, wordt beëindigd en de werknemer aan het aantal roostervrije dagen, waarop hij naar rato recht had, niet heeft opgenomen, is de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije verplicht de nog niet opgenomen dagen in aanmerking. Deze regeling is structureeluit te betalen.
b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstem- ming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt.
a. Het aantal roostervrije dagen waarop de werknemer per kalenderjaar recht heeft, wordt structureel verlaagd van 22 naar 20 dagen. De ingangsdatum van deze afspraak is 1 juli 2013. Voor het recht op roostervrije dagen in 2013 betekent dat het volgende: In de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 heeft de werknemer recht op 21 roostervrije dagen. Van deze 21 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:23, 24, 27 en 30 december 2013.
b. De resterende 17 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 worden als volgt vastgesteld: – - 1 dag op Goede Vrijdag; – - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; – - 4 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer. Deze dagen worden zo opgenomen dat in ieder kalenderkwartaal 1 dag wordt ingeroosterd; – - 3 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever. Het betreft hier een tijdelijke maatregel waarvan de duur is beperkt tot de looptijd van deze CAO en op grond waarvan deze dagen eenzijdig kunnen worden vastgesteld door de werkgever. De dagen kunnen alleen per dag worden vrijgegeven (en niet worden versnipperd in hele of halve uren of halve dagen). De werkgever dient de roostervrije dag uiterlijk de werkdag tevoren op te geven. – - de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2013 tot 1 maart 2013 en van 2 december 2013 tot en met 20 december 2013 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort.
c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten.
d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is.
3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 4, respectievelijk 3 roostervrije dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon.
4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedin- genkostenvergoedingen.
5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 1 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen.
6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein.
a. a.. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel.
b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstem- ming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement