Common use of Scholing Clause in Contracts

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 10 contracts

Samples: Cao Huisartsenzorg, Cao Huisartsenzorg, Cao Huisartsenzorg

Scholing. a. De 1. Werkgever en ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging zullen jaarlijks afspraken maken over een scholingsplan, waarin ook aan de orde komen de kosten en tijd (in en buiten werktijd). Artikel 27 lid 1g van de Wet op de Ondernemingsraden (instemmingsrecht) is van toepassing. Indien de werkgever bepaalt geen scholingsplan heeft vastgesteld, heeft de werknemer recht op maximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. Op basis van declaratie kan dat ook in overleg geld tot een maximum van het bedrag dat overeenkomt met OR3 doorbetaalde scholingsdagen. Zowel de werknemer als de werkgever hebben al dan niet op basis van het opleidingsplan het initiatiefrecht tot het aanvragen c.q. het aanbieden van een opleiding in het kader van een goede functievervulling en/of loopbaanontwikkeling. Het eindoordeel over het verzoek tot (vergoeding van) opleiding ligt bij de werkgever, PVT die dit oordeel bij voorkeur baseert op het scholingsplan. Indien in een individueel geval de werkgever beslist dat een opleiding niet voor vergoeding in aanmerking komt, zal de werkgever deze beslissing desgevraagd gemotiveerd en schriftelijk aan de werknemer kenbaar maken. 2. Werknemers die vanwege zwangerschap of werknemer welke scholing verplicht is het verzorgen van kinderen het dienstverband verbreken doch uitdrukkelijk te kennen geven binnen 2 jaren te willen herintreden, worden in de gelegenheid gesteld in deze periode kosteloos te blijven deelnemen aan interne opleidingen en werkinstructies. 3. Opleidingen die nodig zijn voor de uit- oefening uitoefening van de functie en komen zowel qua tijd als qua kosten volledig voor rekening van de bijbehorende functie- ontwikkelingwerkgever. 4. De registratie in het Iedere werkgever zal vanaf 2017 minimaal 1% van de loonsom reserveren voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholing. Dit scholingsbudget kan niet verrekend worden met de eventueel te betalen transitievergoeding. 5. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst ismet een dienstverband voor onbepaalde tijd kan één maal per vijf jaar gebruik maken van zijn individueel recht op EVC binnen werktijd. Vanaf 1 april 2012 is het recht op EVC ook één maal per twee jaar mogelijk indien de werknemer van functie is veranderd en/of met de werknemer een ontwikkeltraject is overeengekomen waar EVC onderdeel van uitmaakt. De afspraken die aan werkgever heeft de hand mogelijkheid een werknemer te verplichten een EVC-traject te volgen. EVC is onderdeel van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostenals vermeld in lid 1 van dit artikel. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur Op verzoek van de werknemer kan scholing om een naast hoger WEB-niveau te behalen, ook onderdeel zijn van dit EVC-traject. Bij het ontbreken van een scholingsplan wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt de tijd gemoeid met het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen volgen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg een EVC- traject verrekend met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingmaximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. De werkgever vergoedt daarnaast de kosten van een individueel EVC-traject tot een maximum van € 1.000,-. f. Onder 6. Werknemers die bij reorganisaties boventallig worden verklaard, kunnen gebruik maken van hun individueel recht op EVC. 7. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemer geïnformeerd is over deze mogelijkheden tot scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coachingEVC.

Appears in 6 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Inlenersbeloning, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De Bijhouden en ontwikkelen van vakbekwaamheid en inzetbaarheid is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanwerknemer. b. De werknemer is verplicht om de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven en actueel te houden. De werkgever zal jaarlijks met de werknemer afstemmen welke scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief werknemer verplicht moet volgen om zijn jaarlijkse gemiddelde aantal punten ten behoeve van de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling registratie te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenbehalen. c. Het minimumaantal uren De kosten van de met de werkgever overeengekomen scholing per jaar worden door de werkgever vergoed. De werkgever is verplicht deze scholing aan te bieden en werknemer in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholingde gelegenheid te stellen deze te volgen. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend scholing kan ook in de vorm van e-learning worden toegepast als gevolgd. Indien er meerdere opleidingen rondom een onderwerp zijn te volgen dan is het aan de werkgever om te kiezen welke de werknemer daarmee volgt . De werknemer zal jaarlijks zijn opleidingswensen tijdig kenbaar maken aan werkgever, waarna werkgever schriftelijk aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister werknemer zal bevestigen welke verplichte scholing hij kan voldoenvolgen. d. Scholing Verplichte scholing vindt voor zover mogelijk plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt Scholing buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd wordt vergoed in vrije tijd-voor-tijd. De voorkeur van Hierbij geldt geen overwerktoeslag en geen toeslag voor onregelmatige werktijden (voor werktijden buiten dagvenster). Het staat werkgever en werknemer vrij om af te spreken deze tijd te vergoeden in geld. Werkgever en werknemer mogen hiervan in onderling overleg ten gunste voor de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingafwijken. e. Ten aanzien Onder verplichte scholing valt de scholing die noodzakelijk is ten behoeve van het waliteitsregister (SKF of KRFNL) f. Niet-verplichte scholing, zoals loopbaangerichte scholing, vindt in eigen tijd en voor rekening van werknemer plaats, tenzij werknemer en werkgever hierover andere afspraken hebben gemaakt. g. Indien de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan dienst is van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt werkgevers dan dient de werknemer bij elk van de met beide werkgevers het recht op scholingtransparante wijze af spraken te maken zodat geen dubbele tijd en of kosten worden vergoed. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 4 contracts

Samples: Cao Eerstelijn Fysiotherapie 2023 2024, Cao Eerstelijn Fysiotherapie, Cao Eerstelijn Fysiotherapie

Scholing. a. 1. Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: iedere genoten scholing duurt tenminste 3 uur; bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, zal begeleiding beschikbaar zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke is verplicht scholing verplicht aan te bieden die noodzakelijk is voor de uit- oefening uitoefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingfunctie. 2. De registratie scholing hoort een bijdrage te leveren aan de verruiming van de mogelijkheden in de huidige functie van de werknemer, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplichting. 3. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het voor woord, onder andere verstaan: de loonkosten van werknemers die een scholing volgen; de kosten bij het organiseren van een interne en/of externe scholing, inschrijvingskosten, tentamen- en examenkosten, kosten van verplichte boekenaanschaf en studiemateriaal vergoedingen van reis- en verblijfkosten en stimulerings- en ontwikkelingskosten. 4. Aan het verkrijgen van een vergoeding van de scholingskosten zijn de volgende voorwaarden verbonden: a. de opleiding wordt gevolgd bij een officieel erkend opleidingsinstituut; b. de opleiding levert een bijdrage aan de verruiming van de mogelijkheden in de huidige of toekomstige functie van de werknemer; c. de werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordendraagt de verantwoordelijkheid de opleiding tot een goed einde te brengen. 5. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die overlegt aan de hand werkgever een verklaring alsmede een fotokopie van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanbehaalde examen/tentamen/certificaat. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door 6. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, voert de werkgever, inclusief werkgever met de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken een gesprek over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende zijn behoefte aan scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee Daarbij wordt tevens aan de eisen voor (her)registratie orde gesteld in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien hoeverre de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur individuele scholingsbehoefte van de werknemer wordt daarbij gevolgdaansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon Als aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekendwordt aangeboden, dan zijn komen de bepalingen van artikel 4.9 werknemer en 4.10 van deze cao van toepassingde werkgever dit schriftelijk overeen. e. Ten aanzien 7. De scholingskosten, zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel, komen in beginsel volledig voor rekening van de werkgever. De scholingskosten komen, met uitzondering van de scholingskosten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de functie, gedeeltelijk voor rekening van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder als de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg arbeidsovereenkomst anders dan met elkaar verrekenen. Als de werkgevers wederzijds goedvinden wordt beëindigd: a. binnen een halfjaar 1 jaar na het ontstaan behalen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk een diploma of certificaat: 75 procent; b. binnen 2 jaar na het behalen van de werkgevers een diploma of certificaat: 50 procent; c. binnen 3 jaar na het recht op scholingbehalen van een diploma of certificaat: 25 procent. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 4 contracts

Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Cao (Collective Labor Agreement), Cao (Collectieve Arbeidsovereenkomst)

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat er budget beschikbaar is binnen het Sociaal Fonds voor de Zoetwarenindustrie. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/persoonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen die niet verplicht is, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing als bedoeld onder a, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer die meerdere dienst- verbanden worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dezelfde functie(groep) heeft dit lid is enkel van toepassing bij werk- gevers vallend onder beëindiging van de werkingssfeer arbeidsovereenkomst op verzoek van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk of door eigen toedoen van de werkgevers het recht op scholingwerknemer. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 3 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplichting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskosten; de kosten voor het organiseren van een interne en / of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het in opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT of werknemer welke scholing verplicht voor de functie vereiste, opleiding is voor de uit- oefening rekening van de werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. De opleidingstijd van een werknemer die ook OV werk doet (conform hoofdstuk 6 van deze CAO) wordt uitbetaald tegen het van toepassing zijnde uurloon rijdend personeel dat is opgenomen in artikel 3.5. Werkgevers kunnen in geval van opleidingen die middels e-learning worden verzorgd, voor het berekenen van de te vergoeden opleidingstijd uitgaan van hetgeen de e-learning instituten aangeven als benodigde opleidingstijd of, indien er geen opleidingstijd bekend is, zelf de gemiddelde benodigde opleidingstijd vaststellen gebaseerd op de tijd die een aantal personen die de e-learning hebben uitgeprobeerd, nodig hadden. De kosten gemoeid met het behalen van het rijbewijs, de wettelijke verplichte chauffeursexamens en eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholing (niet zijnde scholing die een opdrachtgever verlangt) zijn voor rekening van werknemer. De kosten van overige examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer dit schriftelijk overeen. De registratie Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor M.U.P.-krachten en parttime krachten mag het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten aantal opleidingsdagen naar rato van het aantal verloonde uren bepaald worden. De werknemer geeft aan welke scholing , waarbij de volgende berekeningsmethode dient te worden gehanteerd door hem gewenst is. De afspraken die werkgever: per 1 januari van ieder kalenderjaar wordt de omvang van het dienstverband bepaald aan de hand van deze informatie worden gemaakthet gemiddelde van het aantal gewerkte uren in voorafgaand kalenderjaar; indien de M.U.P.- kracht en parttime klacht in voorgaand kalenderjaar niet volledig heeft gewerkt, worden als scholing vastgelegd wordt de omvang van het dienstverband naar rato van de duur van het dienstverband bepaald). Deze opleidingsdagen mogen direct in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing eerste kalenderjaar al gegeven worden, of anders minimaal 1 opleidingsdag per kalenderjaar. Het is niet toegestaan de opleidingsdagen op te sparen en pas in een later stadium ineens te besteden. Werkgever en werknemer bepalen onderling wanneer deze opleidingsdagen genoten worden en waaraan deze worden besteed. SFT zal een lijst opstellen van activiteiten waaraan deze opleidingsdagen besteed kunnen worden, welke na goedkeuring van CAO partijen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen hiervoor suggesties aanleveren bij het scholingsplan SFT. Voor taxibedrijven die beschikken over TX-keur moet met de opleidingseisen van TX- keur rekening gehouden worden. Taxibedrijven die beschikken over TX-keur voldoen al aan deze bepaling. Zij hoeven dus buiten de vereisten van TX-keur om niet nog eens 5 opleidingsdagen aan te bieden. Daarbij wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostener van uitgegaan dat het hier om volledige opleidingsdagen gaat. Indien de werkgever scholing in het buitenland plaatsvindt noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie door de werknemer, dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee verplicht aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijddeze scholing mee te werken c.q. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijddeel te nemen. De voorkeur scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor rekening van de werkgever. In afwijking hiervan komen de scholingskosten (met uitzondering van de opleidingstijd) gedeeltelijk voor rekening van de werknemer wanneer de werknemer ontslag neemt resp. wordt daarbij gevolgdontslagen, waarbij dit ontslag de werknemer te verwijten is: a. binnen één jaar na het behalen van een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het behalen van een diploma of certificaat 25% Indien aan een bepaalde scholing geen diploma/certificaat is gekoppeld dan blijft de terugbetalingsregeling onverkort van kracht. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon De terugbetalingsregeling blijft ook onverminderd van kracht indien de werknemer wel heeft deelgenomen aan de werknemer betaald behoudens scholing maar definitief is gezakt en als gevolg daarvan geen diploma/certificaat heeft ontvangen. In beide situaties dient terugbetaling dan plaats te vinden aan de hand van de aanwezigheidsregistratie. Onder eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholingskosten, wordt bijvoorbeeld verstaan kosten die gemoeid zijn met opleiding en/of examens/toetsen benodigd voor de toegang tot het beroep van taxichauffeur (voorbeeld: tram/busbaan examens CCV, toetsen en cursussen al dan niet direct als vereiste opgenomen in een gemeentelijke taxiverordening). Onder activiteiten die in het weekendkader van opleidingsdagen kunnen worden ontplooid worden ook het houden van werkoverleggen, dan zijn coachings- en functioneringsgesprekken geschaard. De daadwerkelijk bestede tijd wordt per werknemer geregistreerd en gedurende 5 jaar bewaard. De registratie is voorzien van een handtekening van werknemer. Eén opleidingsdag staat gelijk aan 8 uur. Per 5 kalenderjaren worden dus 40 uur aan opleidingsactiviteiten besteed. SFT zal bij de bepalingen CAO controle via de site van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingTX-keur nagaan of een ondernemer TX-keur heeft of niet. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 3 contracts

Samples: Cao Taxivervoer, Cao Taxivervoer, Cao Taxivervoer

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplichting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskosten; de kosten voor het organiseren van een interne en / of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het in opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT voor de functie vereiste, opleiding is voor rekening van de werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of werknemer welke scholing opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. Als werkgever op grond van toepasselijk Unierecht, toepasselijk nationaal recht of op grond van deze cao, verplicht is zijn werknemer scholing te verstrekken, dan geldt het voorgaande niet en is de desbetreffende reistijd wel voor rekening van werkgever. De opleidingstijd van een werknemer die ook OV werk doet (conform hoofdstuk 6 van deze CAO) wordt uitbetaald tegen het van toepassing zijnde uurloon rijdend personeel dat is opgenomen in artikel 3.5. Werkgevers kunnen in geval van opleidingen die middels e-learning worden verzorgd, voor het berekenen van de te vergoeden opleidingstijd uitgaan van hetgeen de e-learning instituten aangeven als benodigde opleidingstijd of, indien er geen opleidingstijd bekend is, zelf de gemiddelde benodigde opleidingstijd vaststellen gebaseerd op de tijd die een aantal personen die de e-learning hebben uitgeprobeerd, nodig hadden. De kosten gemoeid met het behalen van het rijbewijs, de wettelijke verplichte chauffeursexamens en eventuele andere voor de uit- oefening functie wettelijk vereiste scholing (niet zijnde scholing die een opdrachtgever verlangt) zijn voor rekening van werknemer. De kosten van overige examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de functie werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer dit schriftelijk overeen. De registratie Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor M.U.P.-krachten en parttime krachten mag het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten aantal opleidingsdagen naar rato van het aantal verloonde uren bepaald worden. De werknemer geeft aan welke scholing , waarbij de volgende berekeningsmethode dient te worden gehanteerd door hem gewenst is. De afspraken die werkgever: per 1 januari van ieder kalenderjaar wordt de omvang van het dienstverband bepaald aan de hand van deze informatie worden gemaakthet gemiddelde van het aantal gewerkte uren in voorafgaand kalenderjaar; indien de M.U.P.- kracht en parttime klacht in voorgaand kalenderjaar niet volledig heeft gewerkt, worden als scholing vastgelegd wordt de omvang van het dienstverband naar rato van de duur van het dienstverband bepaald). Deze opleidingsdagen mogen direct in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing eerste kalenderjaar al gegeven worden, of anders minimaal 1 opleidingsdag per kalenderjaar. Het is niet toegestaan de opleidingsdagen op te sparen en pas in een later stadium ineens te besteden. Werkgever en werknemer bepalen onderling wanneer deze opleidingsdagen genoten worden en waaraan deze worden besteed. SFM zal een lijst opstellen van activiteiten waaraan deze opleidingsdagen besteed kunnen worden, welke na goedkeuring van CAO partijen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen hiervoor suggesties aanleveren bij het scholingsplan SFM. Voor taxibedrijven die beschikken over TX-keur moet met de opleidingseisen van TX- keur rekening gehouden worden. Taxibedrijven die beschikken over TX-keur voldoen al aan deze bepaling. Zij hoeven dus buiten de vereisten van TX-keur om niet nog eens 5 opleidingsdagen aan te bieden. Daarbij wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostener van uitgegaan dat het hier om volledige opleidingsdagen gaat. Indien de werkgever scholing in het buitenland plaatsvindt noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie door de werknemer, dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee verplicht aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijddeze scholing mee te werken c.q. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijddeel te nemen. De voorkeur scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor rekening van de werkgever. In afwijking hiervan komen de scholingskosten (met uitzondering van de opleidingstijd) gedeeltelijk voor rekening van de werknemer wanneer de werknemer ontslag neemt resp. wordt daarbij gevolgdontslagen, waarbij dit ontslag de werknemer te verwijten is: a. binnen één jaar na het behalen van een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het behalen van een diploma of certificaat 25% Indien aan een bepaalde scholing geen diploma/certificaat is gekoppeld dan blijft de terugbetalingsregeling onverkort van kracht. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon De terugbetalingsregeling blijft ook onverminderd van kracht indien de werknemer wel heeft deelgenomen aan de werknemer betaald behoudens scholing maar definitief is gezakt en als gevolg daarvan geen diploma/certificaat heeft ontvangen. In beide situaties dient terugbetaling dan plaats te vinden aan de hand van de aanwezigheidsregistratie. Onder eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholingskosten, wordt bijvoorbeeld verstaan kosten die gemoeid zijn met opleiding en/of examens/toetsen benodigd voor de toegang tot het beroep van taxichauffeur (voorbeeld: tram/busbaan examens CCV, toetsen en cursussen al dan niet direct als vereiste opgenomen in een gemeentelijke taxiverordening). Onder activiteiten die in het weekendkader van opleidingsdagen kunnen worden ontplooid worden ook het houden van werkoverleggen, dan zijn coachings- en functioneringsgesprekken geschaard. De daadwerkelijk bestede tijd wordt per werknemer geregistreerd en gedurende 5 jaar bewaard. De registratie is voorzien van een handtekening van werknemer. Eén opleidingsdag staat gelijk aan 8 uur. Per 5 kalenderjaren worden dus 40 uur aan opleidingsactiviteiten besteed. SFM zal bij de bepalingen CAO controle via de site van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingTX-keur nagaan of een ondernemer TX-keur heeft of niet. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 3 contracts

Samples: Cao Zorgvervoer en Taxi, Cao Zorgvervoer en Taxi, Inlenersbeloning

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplichting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskosten; de kosten voor het organiseren van een interne en / of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het in opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT of werknemer welke scholing verplicht voor de functie vereiste, opleiding is voor de uit- oefening rekening van de werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. De opleidingstijd van een werknemer die ook OV werk doet (conform hoofdstuk 6 van deze CAO) wordt uitbetaald tegen het van toepassing zijnde uurloon rijdend personeel dat is opgenomen in artikel 3.5. Werkgevers kunnen in geval van opleidingen die middels e-learning worden verzorgd, voor het berekenen van de te vergoeden opleidingstijd uitgaan van hetgeen de e-learning instituten aangeven als benodigde opleidingstijd of, indien er geen opleidingstijd bekend is, zelf de gemiddelde benodigde opleidingstijd vaststellen gebaseerd op de tijd die een aantal personen die de e-learning hebben uitgeprobeerd, nodig hadden. De kosten gemoeid met het behalen van het rijbewijs, de wettelijke verplichte chauffeursexamens en eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholing (niet zijnde scholing die een opdrachtgever verlangt) zijn voor rekening van werknemer. De kosten van overige examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer dit schriftelijk overeen. De registratie Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor M.U.P.-krachten en parttime krachten mag het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten aantal opleidingsdagen naar rato van het aantal verloonde uren bepaald worden. De werknemer geeft aan welke scholing , waarbij de volgende berekeningsmethode dient te worden gehanteerd door hem gewenst is. De afspraken die werkgever: per 1 januari van ieder kalenderjaar wordt de omvang van het dienstverband bepaald aan de hand van deze informatie worden gemaakthet gemiddelde van het aantal gewerkte uren in voorafgaand kalenderjaar; indien de M.U.P.- kracht en parttime klacht in voorgaand kalenderjaar niet volledig heeft gewerkt, worden als scholing vastgelegd wordt de omvang van het dienstverband naar rato van de duur van het dienstverband bepaald). Deze opleidingsdagen mogen direct in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing eerste kalenderjaar al gegeven worden, of anders minimaal 1 opleidingsdag per kalenderjaar. Het is niet toegestaan de opleidingsdagen op te sparen en pas in een later stadium ineens te besteden. Werkgever en werknemer bepalen onderling wanneer deze opleidingsdagen genoten worden en waaraan deze worden besteed. SFM zal een lijst opstellen van activiteiten waaraan deze opleidingsdagen besteed kunnen worden, welke na goedkeuring van CAO partijen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen hiervoor suggesties aanleveren bij het scholingsplan SFM. Voor taxibedrijven die beschikken over TX-keur moet met de opleidingseisen van TX- keur rekening gehouden worden. Taxibedrijven die beschikken over TX-keur voldoen al aan deze bepaling. Zij hoeven dus buiten de vereisten van TX-keur om niet nog eens 5 opleidingsdagen aan te bieden. Daarbij wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostener van uitgegaan dat het hier om volledige opleidingsdagen gaat. Indien de werkgever scholing in het buitenland plaatsvindt noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie door de werknemer, dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee verplicht aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijddeze scholing mee te werken c.q. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijddeel te nemen. De voorkeur scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor rekening van de werkgever. In afwijking hiervan komen de scholingskosten (met uitzondering van de opleidingstijd) gedeeltelijk voor rekening van de werknemer wanneer de werknemer ontslag neemt resp. wordt daarbij gevolgdontslagen, waarbij dit ontslag de werknemer te verwijten is: a. binnen één jaar na het behalen van een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het behalen van een diploma of certificaat 25% Indien aan een bepaalde scholing geen diploma/certificaat is gekoppeld dan blijft de terugbetalingsregeling onverkort van kracht. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon De terugbetalingsregeling blijft ook onverminderd van kracht indien de werknemer wel heeft deelgenomen aan de werknemer betaald behoudens scholing maar definitief is gezakt en als gevolg daarvan geen diploma/certificaat heeft ontvangen. In beide situaties dient terugbetaling dan plaats te vinden aan de hand van de aanwezigheidsregistratie. Onder eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholingskosten, wordt bijvoorbeeld verstaan kosten die gemoeid zijn met opleiding en/of examens/toetsen benodigd voor de toegang tot het beroep van taxichauffeur (voorbeeld: tram/busbaan examens CCV, toetsen en cursussen al dan niet direct als vereiste opgenomen in een gemeentelijke taxiverordening). Onder activiteiten die in het weekendkader van opleidingsdagen kunnen worden ontplooid worden ook het houden van werkoverleggen, dan zijn coachings- en functioneringsgesprekken geschaard. De daadwerkelijk bestede tijd wordt per werknemer geregistreerd en gedurende 5 jaar bewaard. De registratie is voorzien van een handtekening van werknemer. Eén opleidingsdag staat gelijk aan 8 uur. Per 5 kalenderjaren worden dus 40 uur aan opleidingsactiviteiten besteed. SFM zal bij de bepalingen CAO controle via de site van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingTX-keur nagaan of een ondernemer TX-keur heeft of niet. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 3 contracts

Samples: Cao Zorgvervoer en Taxi, Cao Zorgvervoer en Taxi, Cao Zorgvervoer en Taxi

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing heeft recht op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, om in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers om die reden niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers ontvangen jaarlijks via APG een overzicht van de genoten scholingsdagen. In dit overzicht staat hoeveel scholingsdagen de individuele werknemer in de 3 jaar daarvoor gemiddeld heeft gevolgd. Als het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar minder dan 2 dagen is, dient het restant aan de hand werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging van deze informatie worden gemaaktde uitbetaling kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De scholing werkgever is gerechtigd zijn UTA-werknemer(s) gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het scholingsplan wordt betaald volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosteneen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien de scholing Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. c. Het minimumaantal uren De kosten van de onder a. genoemde opleidingen en/of cursussen, alsmede alle andere opleidingen en/of cursussen die de (UTA-)werknemer verplicht van zijn werkgever moet volgen, zijn voor rekening van de werkgever. De tijd die gemoeid is met het volgen van deze opleidingen en/of cursussen is arbeidstijd. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing per jaar en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. In afwijking van artikel 5, lid 9 van deze CAO geldt dat de werknemer die de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht zal krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. a. De werkgever is gesteld verplicht iedere werknemer uiterlijk binnen drie jaar na zijn indiensttreding de cursus VakScan (X1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Verplicht onderdeel hiervan is de cursus ‘Gezond en veilig werken op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per weekhet dak’(C1). Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast Aan deze verplichting wordt ook voldaan als de werknemer daarmee de cursus C1 of de herhaling volgt als onderdeel van TopFit4TheJob. Iedere werknemer dient te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus c.q. aan deze herhaling. In afwijking hiervan dient een nieuwe intreder in de eisen branche binnen zes maanden na zijn indiensttreding de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1) te hebben gevolgd. Die kosten van deze verplichte cursus zijn voor (her)registratie rekening van de werkgever. De tijd die gemoeid is met het volgen van de cursus is arbeidstijd. In aanvulling hierop is de werkgever verplicht, indien uit de VakScan een lacune in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoende technische vakbeheersing naar voren komt, zijn werknemers tussen twee driejaarlijkse Vakscans in een eendaagse vaktechnische bijscholing te laten volgen. Deze vaktechnische bijscholing valt onder de 2 scholingsdagen genoemd in lid 1 onder a. De verplichting geldt voor vanaf september 2021 uitgevoerde VakScans. d. Scholing vindt plaats onder werktijdb. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door elke arbeidskracht die - hetzij op uitzendbasis of via detachering - tot zijn beschikking is gesteld. Indien Alle arbeidskrachten zoals hier bedoeld dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. c. In zijn hoedanigheid van opdrachtgever vergewist de scholing plaatsvindt buiten werktijd werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door alle onderaannemers die door hem worden ingezet en, voor zover het onderaannemers met personeel betreft, ook door de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijdwerknemer(s) van deze onderaannemers. Alle onderaannemers en hun eventuele personeelsleden dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. 5. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de jeugdige werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder krachtens de werkingssfeer Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op wie een besluit Vervangende Leerplicht van deze caotoepassing is, kunnen betreffende werkgevers volgt 1 of 2 dagen per week beroepsonderwijs via de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingBeroepsbegeleidende leerweg (BBL). f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 3 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en vanaf 1 januari 2008 aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolg- modules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings- /cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald wor- den vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de moge- lijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooroplei- ding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scho- ling. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken wor- den naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden die- nen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor beno- digde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantra- ject/persoonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scho- ling, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden af- geweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepas- sing bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toedoen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeenge- komen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 3 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. 1. Indien op initiatief van de werkgever of met schriftelijke toestemming van de werkgever een bedrijf- of bedrijfstak- vakopleiding wordt gevolgd, geldt de volgende regeling: a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is cursus- en examenkosten komen voor de uit- oefening rekening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing arbeidsovereenkomst binnen twee jaar na de opleiding wordt beëindigd, heeft gedeeltelijke verrekening plaats overeenkomstig de in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer naderebedrijf geldende regeling. Verrekening heeft niet plaats, onderling te bepalen afspraken over indien de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als arbeidsovereenkomst buiten de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur schuld van de werknemer wordt daarbij beëindigd; b. De cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. Bij cursussen die voor de eerste maal worden gevolgd, kunnen voor de helft van het aantal opleidingsdagen atv- dagen worden aangewezen tot een maximum van 5 atv-dagen per jaar; d. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; e. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; f. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. 2. Daarbij Er is een Stichting Kenniscentrum Cosi. Deze stichting heeft tot doel het bevorderen van de arbeidsomstandigheden en de instroom. Hiertoe wordt ondermeer een opleidings- en scholingsinfrastructuur ingericht. De opleiding en scholing bij de bedrijven wordt ingericht overeenkomstig deze infrastructuur. De statuten en reglementen van deze stichting maken onderdeel uit van deze overeenkomst. 3. Vooruitlopend op het gebruikelijke uurloon in het voorgaande lid genoemde op te stellen opleidingsprogramma worden aan de werknemer betaald behoudens scholing 2 scholingsdagen toegekend. Deze scholingsdagen zijn bestemd voor opleidingen in het weekend, dan kader van het in voorgaande lid bedoelde opleidingsprogramma. Xxxxxx dit programma ontbreekt kan de werknemer voor scholing direct verbonden aan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 functie toch gebruik maken van deze cao scholingsdagen en daartoe een verzoek bij de werkgever indienen. De werknemer ontvangt over deze scholingsdagen het basisdagloon. Tevens wordt in 2013 gewerkt aan het inrichten van toepassingstageplaatsen. e. Ten aanzien van 4. Indien en voor zolang voor de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van artikel 1 lid 7 sub b. bedoelde werknemers er via deze caocao en of haar fondsen geen opleidingen worden ingericht, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingis dit artikel voor deze werknemers uitgezonderd. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 3 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing heeft recht op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, om in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers om die reden niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers ontvangen jaarlijks via APG een overzicht van de genoten scholingsdagen. In dit overzicht staat hoeveel scholingsdagen de individuele werknemer in de 3 jaar daarvoor gemiddeld heeft gevolgd. Als het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar minder dan 2 dagen is, dient het restant aan de hand werknemer uitbetaald te worden. In 2022 en 2023 wordt voor de berekening van deze informatie worden gemaakthet gemiddelde het aantal gevolgde scholingsdagen over de 4 jaar daarvoor gedeeld door 3. Reden hiervoor is dat werknemers in de periode van 8 maart 2020 tot 8 maart 2021 mogelijk geen scholing konden volgen door de coronamaatregelen. Ter vervanging van de uitbetaling kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-werknemer(s) gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. In afwijking van artikel 5, lid 9 van deze CAO geldt dat de werknemer die de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht zal krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. a. De werkgever is verplicht iedere werknemer uiterlijk binnen drie jaar na zijn indiensttreding de cursus VakScan (X1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Verplicht onderdeel hiervan is de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’(C1). Iedere werknemer dient te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus cq. aan deze herhaling. In afwijking hiervan dient een nieuwe intreder in de branche binnen zes maanden na zijn indiensttreding de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1) te hebben gevolgd. Die kosten van deze verplichte cursus zijn voor rekening van de werkgever. De tijd die gemoeid is met het volgen van de cursus is arbeidstijd. b. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief de reis- en verblijfskosteneen driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door elke arbeidskracht die - hetzij op uitzendbasis of via detachering - tot zijn beschikking is gesteld. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt Alle arbeidskrachten zoals hier bedoeld dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan maken werkgever en werknemer naderedrie jaar, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenaan deze cursus. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in In zijn hoedanigheid van opdrachtgever vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het scholingsplan dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gesteld gevolgd door alle onderaannemers die door hem worden ingezet en, voor zover het onderaannemers met personeel betreft, ook door de werknemer(s) van deze onderaannemers. Alle onderaannemers en hun eventuele personeelsleden dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepassing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroepsbegeleidende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplich- ting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskos- ten; de kosten voor het organiseren van een interne en / of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het in opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT of werknemer welke scholing verplicht voor de functie vereiste, opleiding is voor de uit- oefening rekening van de werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. De opleidingstijd van een werknemer die ook OV werk doet (conform hoofdstuk 6 van deze CAO) wordt uitbetaald tegen het van toepassing zijnde uurloon rijdend personeel dat is opgenomen in artikel 3.5. Werkgevers kunnen in geval van opleidingen die middels e-learning worden verzorgd, voor het berekenen van de te vergoeden opleidingstijd uitgaan van hetgeen de e-learning instituten aangeven als benodigde opleidingstijd of, indien er geen opleidingstijd bekend is, zelf de gemiddelde benodigde opleidingstijd vaststellen gebaseerd op de tijd die een aantal personen die de e-learning hebben uitgeprobeerd, nodig hadden. De kosten gemoeid met het behalen van het rijbewijs, de wettelijke verplichte chauffeursexamens en eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholing (niet zijnde scholing die een opdrachtge- ver verlangt) zijn voor rekening van werknemer. De kosten van overige examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer dit schriftelijk overeen. De registratie Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor M.U.P.-krachten en parttime krachten mag het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten aantal opleidingsdagen naar rato van het aantal verloonde uren bepaald worden. De werknemer geeft aan welke scholing , waarbij de volgende berekeningsmethode dient te worden gehanteerd door hem gewenst is. De afspraken die werkgever: per 1 januari van ieder kalenderjaar wordt de omvang van het dienstverband bepaald aan de hand van deze informatie worden gemaakthet gemiddelde van het aantal gewerkte uren in voorafgaand kalenderjaar; indien de M.U.P.-kracht en parttime klacht in voorgaand kalenderjaar niet volledig heeft gewerkt, worden als scholing vastgelegd wordt de omvang van het dienstverband naar rato van de duur van het dienstverband bepaald). Deze opleidingsdagen mogen direct in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing eerste kalenderjaar al gegeven worden, of anders minimaal 1 opleidingsdag per kalenderjaar. Het is niet toegestaan de opleidingsdagen op te sparen en pas in een later stadium ineens te besteden. Werkgever en werknemer bepalen onderling wanneer deze opleidingsdagen genoten worden en waaraan deze worden besteed. SFT zal een lijst opstellen van activiteiten waaraan deze opleidingsdagen besteed kunnen worden, welke na goedkeuring van CAO partijen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen hiervoor suggesties aanleveren bij het scholingsplan SFT. Voor taxibedrijven die beschikken over TX-keur moet met de opleidingseisen van TX-keur rekening gehouden worden. Taxibedrijven die beschikken over TX-keur voldoen al aan deze bepaling. Zij hoeven dus buiten de vereisten van TX-keur om niet nog eens 5 opleidingsdagen aan te bieden. Daarbij wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostener van uitgegaan dat het hier om volledige opleidingsdagen gaat. Indien de werkgever scholing in het buitenland plaatsvindt noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie door de werknemer, dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee verplicht aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijddeze scholing mee te werken c.q. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijddeel te nemen. De voorkeur scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor rekening van de werkgever. In afwijking hiervan komen de scholingskosten (met uitzondering van de opleidingstijd) gedeeltelijk voor rekening van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan wanneer de werknemer betaald behoudens scholing in het weekendontslag neemt resp. wordt ontslagen, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van waarbij dit ontslag de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers te verwijten is: a. binnen een halfjaar één jaar na het ontstaan behalen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van de werkgevers een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.behalen van een diploma of certificaat 25%

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. a. De 1. Werkgever en ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging zullen jaarlijks afspraken maken over een scholingsplan, waarin ook aan de orde komen de kosten en tijd (in en buiten werktijd). Artikel 27 lid 1g van de Wet op de Ondernemingsraden (instemmingsrecht) is van toepassing. Indien de werkgever bepaalt geen scholingsplan heeft vastgesteld, heeft de werknemer recht op maximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. Op basis van declaratie kan dat ook in overleg geld tot een maximum van het bedrag dat overeenkomt met OR3 doorbetaalde scholingsdagen. Zowel de werknemer als de werkgever hebben al dan niet op basis van het opleidingsplan het initiatiefrecht tot het aanvragen c.q. het aanbieden van een opleiding in het kader van een goede functievervulling en/of loopbaanontwikkeling. Het eindoordeel over het verzoek tot (vergoeding van) opleiding ligt bij de werkgever, PVT die dit oordeel bij voorkeur baseert op het scholingsplan. Indien in een individueel geval de werkgever beslist dat een opleiding niet voor vergoeding in aanmerking komt, zal de werkgever deze beslissing desgevraagd gemotiveerd en schriftelijk aan de werknemer kenbaar maken. 2. Werknemers die vanwege zwangerschap of werknemer welke scholing verplicht is het verzorgen van kinderen het dienstverband verbreken doch uitdrukkelijk te kennen geven binnen 2 jaren te willen herintreden, worden in de gelegenheid gesteld in deze periode kosteloos te blijven deelnemen aan interne opleidingen en werkinstructies. 3. Opleidingen die nodig zijn voor de uit- oefening uitoefening van de functie en komen zowel qua tijd als qua kosten volledig voor rekening van de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenwerkgever. 4. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst ismet een dienstverband voor onbepaalde tijd kan één maal per vijf jaar gebruik maken van zijn individueel recht op EVC binnen werktijd. Vanaf 1 april 2012 is het recht op EVC ook één maal per twee jaar mogelijk indien de werknemer van functie is veranderd en/of met de werknemer een ontwikkeltraject is overeengekomen waar EVC onderdeel van uitmaakt. De afspraken die aan werkgever heeft de hand mogelijkheid een werknemer te verplichten een EVC-traject te volgen. EVC is onderdeel van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostenals vermeld in lid 1 van dit artikel. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur Op verzoek van de werknemer kan scholing om een naast hoger WEB-niveau te behalen, ook onderdeel zijn van dit EVC-traject. Bij het ontbreken van een scholingsplan wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt de tijd gemoeid met het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen volgen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg een EVC- traject verrekend met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingmaximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. De werkgever vergoedt daarnaast de kosten van een individueel EVC-traject tot een maximum van € 1.000,-. f. Onder 5. Werknemers die bij reorganisaties boventallig worden verklaard, kunnen gebruik maken van hun individueel recht op EVC. 6. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemer geïnformeerd is over deze mogelijkheden tot scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coachingEVC.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplich- ting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskos- ten; de kosten voor het organiseren van een interne en / of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het in opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT of werknemer welke scholing verplicht voor de functie vereiste, opleiding is voor de uit- oefening rekening van de werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. De opleidingstijd van een werknemer die ook OV werk doet (conform hoofdstuk 6 van deze CAO) wordt uitbetaald tegen het van toepassing zijnde uurloon rijdend personeel dat is opgenomen in artikel 3.5. Werkgevers kunnen in geval van opleidingen die middels e-learning worden verzorgd, voor het berekenen van de te vergoeden opleidingstijd uitgaan van hetgeen de e-learning instituten aangeven als benodigde opleidingstijd of, indien er geen opleidingstijd bekend is, zelf de gemiddelde benodigde opleidingstijd vaststellen gebaseerd op de tijd die een aantal personen die de e-learning hebben uitgeprobeerd, nodig hadden. De kosten gemoeid met het behalen van het rijbewijs, de wettelijke verplichte chauffeursexamens en eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholing (niet zijnde scholing die een opdrachtge- ver verlangt) zijn voor rekening van werknemer. De kosten van overige examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer dit schriftelijk overeen. De registratie Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor M.U.P.-krachten en parttime krachten mag het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten aantal opleidingsdagen naar rato van het aantal verloonde uren bepaald worden. De werknemer geeft aan welke scholing , waarbij de volgende berekeningsmethode dient te worden gehanteerd door hem gewenst is. De afspraken die werkgever: per 1 januari van ieder kalenderjaar wordt de omvang van het dienstverband bepaald aan de hand van deze informatie worden gemaakthet gemiddelde van het aantal gewerkte uren in voorafgaand kalenderjaar; indien de M.U.P.-kracht en parttime klacht in voorgaand kalenderjaar niet volledig heeft gewerkt, worden als scholing vastgelegd wordt de omvang van het dienstverband naar rato van de duur van het dienstverband bepaald). Deze opleidingsdagen mogen direct in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing eerste kalenderjaar al gegeven worden, of anders minimaal 1 opleidingsdag per kalenderjaar. Het is niet toegestaan de opleidingsdagen op te sparen en pas in een later stadium ineens te besteden. Werkgever en werknemer bepalen onderling wanneer deze opleidingsdagen genoten worden en waaraan deze worden besteed. SFM zal een lijst opstellen van activiteiten waaraan deze opleidingsdagen besteed kunnen worden, welke na goedkeuring van CAO partijen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen hiervoor suggesties aanleveren bij het scholingsplan SFM. Voor taxibedrijven die beschikken over TX-keur moet met de opleidingseisen van TX-keur rekening gehouden worden. Taxibedrijven die beschikken over TX-keur voldoen al aan deze bepaling. Zij hoeven dus buiten de vereisten van TX-keur om niet nog eens 5 opleidingsdagen aan te bieden. Daarbij wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostener van uitgegaan dat het hier om volledige opleidingsdagen gaat. Indien de werkgever scholing in het buitenland plaatsvindt noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie door de werknemer, dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee verplicht aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijddeze scholing mee te werken c.q. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijddeel te nemen. De voorkeur scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor rekening van de werkgever. In afwijking hiervan komen de scholingskosten (met uitzondering van de opleidingstijd) gedeeltelijk voor rekening van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan wanneer de werknemer betaald behoudens scholing in het weekendontslag neemt resp. wordt ontslagen, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van waarbij dit ontslag de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers te verwijten is: a. binnen een halfjaar één jaar na het ontstaan behalen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van de werkgevers een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.behalen van een diploma of certificaat 25%

Appears in 2 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Zorgvervoer en Taxi, Collectieve Arbeidsovereenkomst Zorgvervoer en Taxi

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via Cordares een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand van deze informatie worden gemaakt, werknemer uitbetaald te worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. Indien het bitumineus en /of kunststof dakbedekkingsbedrijf geen werknemers in loondienst heeft, is de directeur c.q. eigenaar van dat bedrijf verplicht om gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden te volgen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-personeel gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. De werknemer die op of na 1 juli 2010 doch vóór 1 januari 2011 of op of na 1 juli 2011 doch vóór 1 januari 2012 de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgeverwerkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. 4. Iedere werkgever is verplicht de bij hem in dienst zijnde werknemers de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak ‘(C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Uitgezonderd zijn werknemers die de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing basisberoepsopleiding (primaire vakopleiding) in het buitenland plaatsvindt kader van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) hebben gevolgd dan maken werkgever en werknemer naderewel volgen. De verplichting tot het volgen van deze cursus, onderling te bepalen afspraken over inclusief een driejaarlijkse herhaling, geldt ook voor de reis- en verblijfkostendirecteur c.q. eigenaar van het bitumineus en/of kunststof dakbedekkingsbedrijf dat geen werknemers in loondienst heeft, tenzij betrokkene de basisberoepsopleiding (primaire vakopleiding) in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) heeft gevolgd dan wel volgt. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepassing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroepsbegeleidende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 2 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de verklaring van deze informatie worden gemaakt, de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScho- lingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-werknemer(s) gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, ten- einde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daar- toe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn ge- richt op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. In afwijking van artikel 5, lid 9 van deze CAO geldt dat de werknemer die de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgeverwerkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskos- ten. a. De werkgever is verplicht iedere werknemer uiterlijk binnen drie jaar na zijn indiensttreding de cursus VakScan (X1), inclusief een drie- jaarlijkse herhaling, te laten volgen. Verplicht onderdeel hiervan is de reis- cursus ‘Gezond en verblijfskostenveilig werken op het dak’(C1). Indien Iedere werknemer dient te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus cq. aan deze herhaling. In afwijking hiervan dient een nieuwe intreder in de scholing in branche binnen zes maanden na zijn indiensttreding de cursus ‘Gezond en veilig werken op het buitenland plaatsvindt dak’ (C1) te hebben gevolgd. b. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door elke arbeidskracht die - hetzij op uitzendbasis of via detachering - tot zijn beschikking is gesteld. Alle arbeidskrachten zoals hier bedoeld dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan maken werkgever en werknemer naderedrie jaar, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenaan deze cursus. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in In zijn hoedanigheid van opdrachtgever vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het scholingsplan dak’ (C1), inclu- sief een driejaarlijkse herhaling, is gesteld gevolgd door alle onderaannemers die door hem worden ingezet en, voor zover het onderaannemers met personeel betreft, ook door de werknemer(s) van deze onder- aannemers. Alle onderaannemers en hun eventuele personeelsleden dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus.‌ 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onder- wijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepassing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroepsbegeleidende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onder- deel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikke- len van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het ka- der van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijf- kosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capa- citeiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te wor- den, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, cer- tificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij af- leggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/persoonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken ge- maakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindi- ging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toe- doen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werk- nemer heeft recht op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, om in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de functie en werkgever niet voor- ziet in het recht op scholingsdagen voor de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer is deze ge- rechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De registratie werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers om die reden niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers ontvangen jaarlijks via APG een over- zicht van de genoten scholingsdagen. In dit overzicht staat hoeveel scholingsdagen de individuele werk- nemer in de 3 jaar daarvoor gemiddeld heeft gevolgd. Als het voort- schrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar minder dan 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging van de uitbetaling kunnen ook doorbetaalde verlofd- agen gegeven worden, als daar een getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan Scholingsreglement van de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanCAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De scholing werkgever is gerechtigd zijn UTA-werknemer(s) gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, ten- einde aldus in de gelegenheid te zijn tot het scholingsplan wordt betaald volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosteneen daar- toe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien de scholing Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn ge- richt op het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. c. Het minimumaantal uren De kosten van de onder a. genoemde opleidingen en/of cursussen, alsmede alle andere opleidingen en/of cursussen die de (UTA-)werk- nemer verplicht van zijn werkgever moet volgen, zijn voor rekening van de werkgever. De tijd die gemoeid is met het volgen van deze opleidingen en/of cursussen is arbeidstijd. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing per jaar en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. In afwijking van artikel 5, lid 9 van deze CAO geldt dat de werknemer die de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een even- redig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht zal krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledi- ge cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursus- kosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursus- kosten. a. De werkgever is gesteld verplicht iedere werknemer uiterlijk binnen drie jaar na zijn indiensttreding de cursus VakScan (X1), inclusief een driejaar- lijkse herhaling, te laten volgen. Verplicht onderdeel hiervan is de cur- sus ‘Gezond en veilig werken op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per weekhet dak’(C1). Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast Aan deze verplichting wordt ook voldaan als de werknemer daarmee de cursus C1 of de herhaling volgt als onderdeel van TopFit4TheJob. Iedere werknemer dient te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus c.q. aan deze herhaling. In afwijking hiervan dient een nieuwe intreder in de eisen branche binnen zes maanden na zijn in- diensttreding de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1) te hebben gevolgd. Die kosten van deze verplichte cursus zijn voor (her)registratie rekening van de werkgever. De tijd die gemoeid is met het volgen van de cursus is arbeidstijd. In aanvulling hierop is de werkgever verplicht, indien uit de VakScan een lacune in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoende technische vakbeheersing naar voren komt, zijn werk- nemers tussen twee driejaarlijkse Vakscans in een eendaagse vaktech- nische bijscholing te laten volgen. Deze vaktechnische bijscholing valt onder de 2 scholingsdagen genoemd in lid 1 onder a. De verplichting geldt voor vanaf september 2021 uitgevoerde VakScans. d. Scholing vindt plaats onder werktijdb. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door elke arbeidskracht die - hetzij op uitzendbasis of via detachering - tot zijn beschikking is gesteld. Indien Alle arbeidskrachten zoals hier bedoeld dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. c. In zijn hoedanigheid van opdrachtgever vergewist de scholing plaatsvindt buiten werktijd werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door alle onderaan- nemers die door hem worden ingezet en, voor zover het onderaan- nemers met personeel betreft, ook door de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijdwerknemer(s) van deze onderaannemers. Alle onderaannemers en hun eventuele personeels- leden dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. 5. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de jeugdige werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder krachtens de werkingssfeer Leerplichtwet voltijds onder- wijs zou moeten volgen, maar op wie een besluit Vervangende Leer- plicht van deze caotoepassing is, kunnen betreffende werkgevers volgt 1 of 2 dagen per week beroepsonderwijs via de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingBeroepsbegeleidende leerweg (BBL). f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1. Onder scholing wordt verstaan elke vorm van gestructureerde activiteit, die gericht is op het door de uitzendkracht verkrijgen, verbreden of verdiepen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholing wordt niet verstaan het tegen beloning (anders dan tegen een vergoeding) verrichten van productieve arbeid die niet in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht overwegende mate gericht is op het uitbreiden van eigen kennis en vaardigheden. 2. Onder scholingskosten worden verstaan alle kosten die zijn gemaakt voor de uit- oefening scholing van uitzendkrachten. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: • de functie loonkosten van uitzendkrachten die in werktijd een opleiding volgen; • de loonkosten van uitzendkrachten die in werktijd applicaties boven de sterkte volgen; • de met het verzorgen en organiseren van interne opleiding gemoeide bedrijfskosten, daaronder begrepen de bijbehorende functie- ontwikkeling(loon)kosten van het daarbij betrokken personeel; • reis- en verblijfkosten en vergoedingen van studiekosten. 3. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de hand volgende voorwaarden voldoet: iedere genoten scholing duurt tenminste drie uur; bij de scholing is een begeleider aanwezig. Daar waar effectieve scholing mogelijk is door middel van deze informatie worden gemaakteen interactief systeem, worden als moet minimaal op afstand begeleiding beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een helpdesk. Na afloop van de activiteit wordt door of namens de uitzendonderneming in beginsel de scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanmet de uitzendkracht geëvalueerd. b. 4. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week uitzendkracht heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholingscholingsgesprek waarin de behoefte aan scholing wordt vastgesteld. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast Het gesprek vindt plaats als de werknemer daarmee uitzendkracht aangeeft dit te wensen. De uitzendonderneming dient binnen een redelijke termijn op het verzoek in te gaan. In het gesprek wordt aan de eisen voor (her)registratie orde gesteld in hoeverre de scholingsbehoefte van de uitzendkracht aansluit bij het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenopleidingsaanbod van de uitzendonderneming. d. Scholing vindt plaats 5. Wanneer aan de uitzendkracht scholing wordt aangeboden, dan komen de uitzendkracht en de uitzendonderneming dit in beginsel schriftelijk overeen. In deze schriftelijke overeenstemming worden onder werktijd. Indien meer leerdoelen en omvang van de te volgen scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijdvastgelegd. 6. De voorkeur uitzendonderneming is jaarlijks verplicht om een scholingsinspanning te leveren van 1,02 procent van het feitelijk loon van de werknemer wordt daarbij gevolgduitzendkrachten die werkzaam zijn in de eerste 78 weken binnen het fasensysteem. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon De uitzendonderneming heeft de keuze om de scholingsinspanning van 1,02% in eigen beheer uit te voeren of in plaats daarvan 0,8% af te dragen aan STOOF. Ook als de werknemer betaald behoudens scholing uitzendonderneming een deel van de scholingsinspanning in het weekendeigen beheer heeft uitgevoerd en 80% van de resterende scholingsinspanning afdraagt aan STOOF, dan heeft hij voldaan aan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingverplichting. e. Ten aanzien 7. Uitzendondernemingen zijn verplicht contracterende partijen jaarlijks vóór 1 juli een accountantsverklaring of een specifieke passage in de (toelichting op de) jaarrekening te verstrekken, met daarin het percentage waarvoor zij scholing krachtens dit artikel hebben gerealiseerd. Bij het in gebreke blijven van de werknemer die meerdere dienst- verbanden verplichtte scholingsinspanning bestaat er jaarlijks de mogelijkheid om hiervan gedispenseerd te worden. In het daaropvolgende kalenderjaar dient deze dispensatie c.q. achterstand gecompenseerd te worden. 8. Uiterlijk op 1 januari 2011 zullen de contracterende partijen de wijze waarop het in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder dit artikel bepaalde gerealiseerd is, evalueren. Hierbij zal in ieder geval worden bezien hoe de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers bestaande scholingsinvesteringen zich verhouden tot de scholingskosten gebleken behoefte in onderling overleg met elkaar verrekenende uitzendbranche. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk Voorts zal op grond daarvan tot aanpassing van de werkgevers het recht op scholingin lid 6 bedoelde percentages moet worden gekomen. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 2 contracts

Samples: Uitzendovereenkomst, Uitzendovereenkomst

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een in- zichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkge- ver, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opge- steld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werk- nemers zullen jaarlijks via Cordares een overzicht ontvangen van de geno- ten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke in- dividuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een pe- riode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand van deze informatie worden gemaakt, werknemer uitbetaald te worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-personeel gemiddeld 6 scholingsda- gen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aan- gewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke oplei- dingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardighe- den die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kos- ten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. De werknemer die op of na 1 januari 2012 doch vóór 1 januari 2013 de On- dernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cur- suskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgeverwerkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. 4. Iedere werkgever is verplicht de bij hem in dienst zijnde werknemers de cur- sus ‘Gezond en veilig werken op het dak ‘(C1), inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadereeen driejaarlijkse herhaling, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenlaten volgen. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepas- sing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroepsbegelei- dende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR1. Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, PVT ongeacht of werknemer welke de scholing verplicht is voor wordt aangemerkt als een aan de uit- oefening functie van de functie werk- nemer verbonden wettelijke verplichting, gericht is op het door de werknemer ver- krijgen van kennis en/of vaardigheden. 2. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere ver- staan: de loonkosten van werknemers die een scholing volgen; de loonkosten van werknemers die een applicatie boven de sterkte volgen; de kosten bij het organi- seren van een interne en/of externe scholing, vergoedingen van reis- en de bijbehorende functie- ontwikkelingverblijf- kosten en stimulerings- en ontwikkelingskosten. 3. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de hand vol- gende voorwaarden voldoet: ieder genoten scholing duurt tenminste 3 uur; bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van deze informatie worden gemaakteen interactief systeem, worden als dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanmet de werknemer geëvalueerd. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door 4. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever, inclusief werkgever met de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling een gesprek te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende voeren omtrent zijn behoefte aan scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee Daarbij wordt tevens aan de eisen voor (her)registratie orde gesteld in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien hoeverre de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur individuele scholingsbehoefte van de werknemer wordt daarbij gevolgdaansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon Wanneer aan de werknemer betaald behoudens scholing wordt aangeboden, dan komen de werknemer en de werkgever dit schrif- telijk overeen. 5. De scholingskosten, zoals bedoeld in het weekendtweede lid van dit artikel, dan zijn komen in begin- sel volledig voor rekening van de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien werkgever. De scholingskosten komen gedeelte- lijk voor rekening van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder wanneer de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg arbeidsovereenkomst anders dan met elkaar verrekenen. Als de werkgevers wederzijds goedvinden wordt beëindigd: a. binnen een halfjaar één jaar na het ontstaan behalen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk een diploma of certificaat: 75 procent b. binnen twee jaar na het behalen van de werkgevers een diploma of certificaat: 50 procent c. binnen drie jaar na het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaanbehalen van een diploma of certificaat: e-learning, intervisie en coaching.25 procent

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. 1. Indien op initiatief van de werkgever of met schriftelijke toestemming van de werkgever een bedrijf- of bedrijfstak- vakopleiding wordt gevolgd, geldt de volgende regeling: a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is cursus- en examenkosten komen voor de uit- oefening rekening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing arbeidsovereenkomst binnen twee jaar na de opleiding wordt beëindigd, heeft gedeeltelijke verrekening plaats overeenkomstig de in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer naderebedrijf geldende regeling. Verrekening heeft niet plaats, onderling te bepalen afspraken over indien de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als arbeidsovereenkomst buiten de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur schuld van de werknemer wordt daarbij beëindigd; b. De cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. Bij cursussen die voor de eerste maal worden gevolgd, kunnen voor de helft van het aantal opleidingsdagen atv- dagen worden aangewezen tot een maximum van 5 atv-dagen per jaar; d. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; e. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; f. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. 2. Daarbij Er is een Stichting Kenniscentrum Cosi. Deze stichting heeft tot doel het bevorderen van de arbeidsomstandigheden en de instroom. Hiertoe wordt ondermeer een opleidings- en scholingsinfrastructuur ingericht. De opleiding en scholing bij de bedrijven wordt ingericht overeenkomstig deze infrastructuur. De statuten en reglementen van deze stichting maken onderdeel uit van deze overeenkomst. 3. Ten behoeve van de verplichte bijscholing in het gebruikelijke uurloon kader van Code 95 stelt Kenniscentrum Cosi een lijst op van opleidingen die in dit kader worden aanbevolen. Het volgen van deze opleidingen valt onder artikel 17. Tot 1 september 2016 geldt het volgende: Totdat de lijst van opleidingen is vastgesteld, blijft het huidige beleid gehandhaafd. 4. Vooruitlopend op het in het voorgaande lid genoemde op te stellen opleidingsprogramma worden aan de werknemer betaald behoudens scholing 2 scholingsdagen toegekend. Deze scholingsdagen zijn bestemd voor opleidingen in het weekend, dan kader van het in voorgaande lid bedoelde opleidingsprogramma. Xxxxxx dit programma ontbreekt kan de werknemer voor scholing direct verbonden aan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 functie toch gebruik maken van deze cao scholingsdagen en daartoe een verzoek bij de werkgever indienen. De werknemer ontvangt over deze scholingsdagen het basisdagloon. Tevens wordt gewerkt aan het inrichten van toepassingstageplaatsen. e. Ten aanzien van 5. Indien en voor zolang voor de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van artikel 1 lid 7 sub b. bedoelde werknemers er via deze caocao en of haar fondsen geen opleidingen worden ingericht, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingis dit artikel voor deze werknemers uitgezonderd. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening uitoefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingfunctieontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal minimum aantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden dienstverbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers werkgevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken afspraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. a. 1. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken die aan de hand cursuskosten komen voor rekening van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief indien met de reis- werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en verblijfskostengeen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via Cordares een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van drie jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van drie jaar en na drie jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de scholing in twee dagen is, dient het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon restant aan de werknemer betaald behoudens uitbetaald te worden. 2. De nadere voorwaarden waarop recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het weekendreglement Scholing van de Stichting Sociaal Fonds voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven, dan zijn de bepalingen van zoals genoemd in artikel 4.9 en 4.10 29 van deze cao van toepassingCAO. e. Ten aanzien 3. De werknemer die op of na 1 juli 2006 doch vóór 1 januari 2007 of op of na 1 juli 2007 doch vóór 1 januari 2008 de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen drie jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze opleiding begon, een evenredig deel van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze caodrie jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt: bij ontslagname tijdens de cursus: - de volledige cursuskosten, kunnen betreffende werkgevers voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de scholingskosten werkgever worden gerestitueerd; - in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar het eerste jaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk afronding van de werkgevers opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het recht op scholingtweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e4. Iedere werkgever is verplicht de bij hem in dienst zijnde werknemers de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak (C1)’, inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Uitgezonderd zijn werknemers die de basisberoepsopleiding (primaire vakopleiding) in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) hebben gevolgd dan wel volgen. 5. De leerling-learning, intervisie en coachingwerknemer van 16 of 17 jaar vervult zijn partiële leerplicht in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. 1. De werkgevers zijn verplicht ertoe mede te werken, dat de werknemers, indien zij dit wensen, vakonderwijs volgen aan een school of bedrijfsschool. 2. Indien de vakopleiding voor niet-partieel leerplichtigen plaatsvindt tijdens de werktijd en buiten de werkplaats, zullen aan werknemers de verzuimde uren door de werkgever bepaalt in overleg worden vergoed tot een maximum van acht uur per week. 3. Ook zullen de verzuimde werkuren worden vergoed voor het doen van een examen, verband houdende met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening vakopleiding. 4. Met instemming van de functie werkgever wordt de werknemer in staat gesteld om gedurende 4 dagen per jaar met behoud van loon een vakgerichte cursus te volgen, niet zijnde de vakopleiding als bedoeld in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel. Een scholingsverzoek van de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie werknemer voor een door de Stichting Sociaal Fonds Parket erkende opleiding wordt in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenbeginsel gehonoreerd, tenzij dit redelijkerwijs op grond van zwaarwegende bedrijfsomstandigheden niet mogelijk is. 5. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst wordt in staat gesteld om gedurende 4 dagen per jaar met behoud van loon een cursus of opleiding buiten het eigen vakgebied dan wel buiten de sector te volgen, of een loopbaanoriëntatie binnen of buiten de sector te doen. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden: – binnen het bedrijf waar de werknemer werkzaam is, is sprake van inkrimping, reorganisatie of verplaatsing van bedrijfsactiviteiten; of – het volgen van de cursus, opleiding of loopbaanoriëntatie vloeit voort uit een loopbaanadvies van een onafhankelijk instituut. De afspraken – de werknemer is in een situatie terechtgekomen waarbij de continuïteit van zijn dienstbetrek- king in het geding is. 6. Werknemers die aan belast worden met de hand begeleiding van deze informatie worden gemaaktnieuwe en veelal jonge werknemers, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief werkgever in de reis- en verblijfskostengelegenheid gesteld de opleiding leermeester / praktijkbegeleider bij SH&M te volgen. Indien de scholing in werknemer deze opleiding met goed gevolg heeft doorlopen, kan de werkgever de opleidingskosten en eventuele verletkosten declareren bij het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenSociaal Fonds Parket (zie: artikel 7 CAO Sociaal Fonds). c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week7. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen Voor zover nodig om te kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee voldoen aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien verplichtingen inzake bedrijfshulpverlening en/of EHBO zal de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon werkgever aan de werknemer betaald behoudens scholing alle kosten, zoals cursus-, examen-, reiskosten vergoeden alsmede het loon betalen indien de cursus buiten werktijd plaatsvindt zo nodig verhoogd met het extra inkomen als bedoeld in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing13 (overwerk). e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. a. De werkgever bepaalt 19.1 Aan werknemers zal gelegenheid worden geboden om 5 dagen per jaar scholingsverlof met behoud van loon op te nemen, alsmede een dag voor het afleggen van een examen ter afsluiting van een studie op de branche en/of functie gericht. Een en ander in goed overleg met ORde werkgever. De scholing zal vooral gericht zijn op een bredere en/of blijvende inzetbaarheid voor de toekomst en het behouden van een baan. 19.2 Onder studie wordt verstaan opleiding en/of scholing. 19.3 Indien een studie direct verband houdt met de functie die de werkgever op dat tijdstip uitoefent of die hij op korte termijn bij de werkgever zal gaan uitoefenen, PVT geldt het volgende: 19.4 Indien een studie geen direct verband houdt met de functie die de werknemer op dat moment vervult of op korte termijn zal vervullen, maar die zinvol is in verband met een mogelijk in de toekomst te vervullen functie in de branche, geldt het volgende: 19.5 Werkgevers zullen al het mogelijke in het werk stellen om de scholing in werktijd te kunnen laten plaats- vinden. Werknemers hebben in dit kader de verplichting om al het mogelijke te doen de scholing met grote inzet te volgen en aantoonbaar resultaat te boeken. Dit geldt ook bij scholing op initiatief van de werkgever. Voorts dient de werknemer zelf initiatieven te ontplooien om een brede en blijvende inzetbaarheid te garanderen. Indien van verminderde geschiktheid blijkt voor de vervulling van de huidige functie van een werknemer en de noodzaak tot een (totale) omscholing blijkt, zal de werkgever in goed overleg met de werknemer extra mogelijk- heden (aanvullende dagen) bieden en/of andere maatregelen treffen ter verbetering van de ontstane situatie. 19.6 In het jaarlijkse beoordelingsgesprek wordt vastgesteld welke scholing verplicht is voor (trainingen, cursussen, zelfstudie) de uit- oefening werknemer tijdens de beoordelingsperiode heeft ontvangen en welke scholing noodzakelijk is, uitgaande van de huidige functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden. 19.7 Scholing, in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand kader van deze informatie worden gemaakt, worden artikel 19.1 wordt gezien als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplannormale werktijd. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door 19.8 Indien een bedrijf een scholingsregeling heeft die beter is dan de werkgever, inclusief cao regeling gaat de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenbedrijfsregeling voor. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Brandstoffenbedrijf

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholings- dagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een getekende verklaring van deze informatie worden gemaakt, de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-werknemer(s) gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald door reglement Scholing van de werkgeverStichting SF BIKUDAK, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing zoals genoemd in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenartikel 29 van deze CAO. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week3. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen In afwijking van artikel 4.9 en 4.10 5, lid 9 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van CAO geldt dat de werknemer die meerdere dienst- verbanden de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de werkingssfeer cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze cao3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname – tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, kunnen betreffende werkgevers voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de scholingskosten werkgever worden gerestitueerd; – in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar het eerste jaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk afronding van de werkgevers opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; – in het recht op scholingtweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; – in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learninga. De werkgever is verplicht iedere werknemer uiterlijk binnen drie jaar na zijn indiensttreding de cursus VakScan (X1), intervisie inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Verplicht onderdeel hiervan is de cursus ‘Gezond en coachingveilig werken op het dak’(C1). Iedere werknemer dient te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus cq. aan deze herhaling. In afwijking hiervan dient een nieuwe intreder in de branche binnen zes maanden na zijn indiensttreding de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1) te hebben gevolgd. b. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door elke

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Onder scholing wordt verstaan elke vorm van gestructureerde activiteit, die gericht is op het door de uitzendkracht verkrijgen, verbreden of verdiepen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholing wordt niet verstaan het tegen beloning (anders dan tegen een vergoeding) verrichten van productieve arbeid die niet in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht overwegende mate gericht is op het uitbreiden van eigen kennis en vaardigheden. 2 Onder scholingskosten worden verstaan alle kosten die zijn gemaakt voor de uit- oefening scholing van uitzendkrachten. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: • de functie loonkosten van uitzendkrachten die in werktijd een opleiding volgen; • de loonkosten van uitzendkrachten die in werktijd applicaties boven de sterkte volgen; • de met het verzorgen en organiseren van interne opleiding gemoeide bedrijfskosten, daaronder begrepen de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in (loon)kosten van het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken daarbij betrokken personeel; • reis- en verblijfkosten en vergoedingen van studiekosten. 3 Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de hand volgende voorwaarden voldoet: iedere genoten scholing duurt tenminste 3 uur; bij de scholing is een begeleider aanwezig; daar waar effectieve scholing mogelijk is door middel van deze informatie worden gemaakteen interactief systeem, worden als moet minimaal op afstand begeleiding beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een helpdesk. Na afloop van de activiteit wordt door of namens de uitzendonderneming in beginsel de scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanmet de uitzendkracht geëvalueerd. b. 4 De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week uitzendkracht heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholingscholingsgesprek waarin de behoefte aan scholing wordt vastgesteld. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast Het gesprek vindt plaats als de werknemer daarmee uitzendkracht aangeeft dit te wensen. De uitzendonderneming dient binnen een redelijke termijn op het verzoek in te gaan. In het gesprek wordt aan de eisen voor (her)registratie orde gesteld in hoeverre de scholingsbehoefte van de uitzendkracht aansluit bij het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenopleidingsaanbod van de uitzendonderneming. d. Scholing vindt plaats 5 Wanneer aan de uitzendkracht scholing wordt aangeboden, dan komen de uitzendkracht en de uitzendonderneming dit in beginsel schriftelijk overeen. In deze schriftelijke overeenstemming worden onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur meer leerdoelen en omvang van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt te volgen scholing vastgelegd. 6 De uitzendonderneming is jaarlijks verplicht om een scholingsinspanning te leveren van 1,02 procent van het gebruikelijke uurloon feitelijk loon. 7 Uitzendondernemingen zijn verplicht jaarlijks vóór 1 juli een accountantsverklaring, met daarin het percentage voor welke zij scholing krachtens dit artikel hebben gerealiseerd, te verstrekken aan de werknemer betaald behoudens scholing in contracterende partijen of een daartoe gemachtigde. Bij het weekend, dan zijn ingebreke blijven van het per kalenderjaar overeengekomen percentage bestaat er jaarlijks de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van mogelijkheid om hiervan gedispenseerd te worden. In het daaropvolgende kalenderjaar dient deze cao van toepassingdispensatie c.q. achterstand gecompenseerd te worden. e. Ten aanzien 8 Uiterlijk op 1 januari 2009 zullen de contracterende partijen de wijze waarop het in dit artikel bepaalde gerealiseerd is evalueren. Hierbij zal in ieder geval worden bezien, hoe de bestaande scholingsinvesteringen zich verhouden tot de gebleken behoefte in de uitzendbranche alsmede op grond daarvan tot aanpassing van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholinglid 6 bedoelde percentages moet worden gekomen. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Voor Uitzendkrachten

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplichting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskosten; de kosten voor het organiseren van een interne en / of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het in opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT of werknemer welke scholing verplicht voor de functie vereiste, opleiding is voor rekening van de uit- oefening werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. De opleidingstijd van een werknemer die ook OV werk doet (conform hoofdstuk 7 van deze cao) wordt uitbetaald tegen het van toepassing zijnde uurloon rijdend personeel dat is opgenomen in artikel 3.6. Werkgevers kunnen in geval van opleidingen die middels e-learning worden verzorgd, voor het berekenen van de te vergoeden opleidingstijd uitgaan van hetgeen de e-learning instituten aangeven als benodigde opleidingstijd of, indien er geen opleidingstijd bekend is, zelf de gemiddelde benodigde opleidingstijd vaststellen gebaseerd op de tijd die een aantal personen die de e-learning hebben uitgeprobeerd, nodig hadden. De kosten gemoeid met het behalen van het rijbewijs, de wettelijke verplichte chauffeursexamens en eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholing (niet zijnde scholing die een opdrachtgever verlangt) zijn voor rekening van werknemer. De kosten van overige examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de werknemer dit schriftelijk overeen. Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor MUP-krachten en parttime krachten mag het aantal opleidingsdagen naar rato van het aantal verloonde uren bepaald worden; onder referteperiode wordt verstaan: de 3 aan de opleidingsdag voorafgaande betalingsperiodes). Deze opleidingsdagen mogen direct in het eerste kalenderjaar al gegeven worden, of anders minimaal 1 opleidingsdag per kalenderjaar. Het is niet toegestaan de opleidingsdagen op te sparen en pas in een later stadium ineens te besteden. Werkgever en werknemer bepalen onderling wanneer deze opleidingsdagen genoten worden en waaraan deze worden besteed. SFT zal een lijst opstellen van activiteiten waaraan deze opleidingsdagen besteed kunnen worden, welke na goedkeuring van Cao partijen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen hiervoor suggesties aanleveren bij het SFT. Voor taxibedrijven die beschikken over TX keur moet met de opleidingseisen van TX keur rekening gehouden worden. Taxibedrijven die beschikken over TX keur voldoen al aan deze bepaling. Zij hoeven dus buiten de vereisten van TX keur om niet nog eens 5 opleidingsdagen aan te bieden. Daarbij wordt er van uitgegaan dat het hier om volledige opleidingsdagen gaat. Indien de werkgever scholing noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie en door de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer, dan is de werknemer verplicht aan deze scholing mee te werken c.q. deel te nemen. De registratie in scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor rekening van de werkgever. In afwijking hiervan komen de scholingskosten (met uitzondering van de opleidingstijd) gedeeltelijk voor rekening van de werknemer wanneer de werknemer ontslag neemt resp. wordt ontslagen, waarbij dit ontslag de werknemer te verwijten is: a. binnen één jaar na het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (behalen van een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het behalen van een diploma of certificaat 25% Indien aan een bepaalde scholing geen diploma’s) daarin behaald moeten worden/certificaat is gekoppeld dan blijft de terugbetalingsregeling onverkort van kracht. De terugbetalingsregeling blijft ook onverminderd van kracht indien de werknemer geeft wel heeft deelgenomen aan welke de scholing door hem gewenst ismaar definitief is gezakt en als gevolg daarvan geen diploma/certificaat heeft ontvangen. De afspraken die In beide situaties dient terugbetaling dan plaats te vinden aan de hand van deze informatie worden gemaaktde aanwezigheidsregistratie. Onder eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholingskosten, worden wordt bijvoorbeeld verstaan kosten die gemoeid zijn met opleiding en/of examens/toetsen benodigd voor de toegang tot het beroep van taxichauffeur (voorbeeld: tram/busbaan examens CCV, toetsen en cursussen al dan niet direct als scholing vastgelegd vereiste opgenomen in een gemeentelijke taxiverordening). Onder activiteiten die in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in kader van opleidingsdagen kunnen worden ontplooid worden ook het scholingsplan wordt betaald door de werkgeverhouden van werkoverleggen, inclusief de reis- coachings- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijdfunctioneringsgesprekken geschaard. De voorkeur daadwerkelijk bestede tijd wordt per werknemer geregistreerd en gedurende 5 jaar bewaard. De registratie is voorzien van een handtekening van werknemer. Eén opleidingsdag staat gelijk aan 8 uur. Per 5 kalenderjaren worden dus 40 uur aan opleidingsactiviteiten besteed. SFT zal bij de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan CAO controle via de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen site van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingTX keur nagaan of een ondernemer TX keur heeft of niet. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Taxivervoer

Scholing. 1. Indien op initiatief van de werkgever of met schriftelijke toestemming van de werkgever een bedrijf- of bedrijfstak- vakopleiding wordt gevolgd, geldt de volgende regeling: a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is cursus- en examenkosten komen voor de uit- oefening rekening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing arbeidsovereenkomst binnen twee jaar na de opleiding wordt beëindigd, heeft gedeeltelijke verrekening plaats overeenkomstig de in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer naderebedrijf geldende regeling. Verrekening heeft niet plaats, onderling te bepalen afspraken over indien de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als arbeidsovereenkomst buiten de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur schuld van de werknemer wordt daarbij beëindigd; b. De cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. Bij cursussen die voor de eerste maal worden gevolgd, kunnen voor de helft van het aantal opleidingsdagen atv-dagen worden aangewezen tot een maximum van 5 atv-dagen per jaar; d. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; e. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; f. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. g. Lid 1 is van toepassing op cursussen/opleidingen die de nieuwe werknemer volgt en op cursussen/opleidingen die de werknemer voor de eerste maal volgt. Daarbij Lid 1 is eveneens van toepassing op activiteiten in het kader van duurzame inzetbaarheid die de werknemer volgt. 2. Er is een Stichting Kenniscentrum Cosi. Deze stichting heeft tot doel het bevorderen van de arbeidsomstandigheden en de instroom. Hiertoe wordt ondermeer een opleidings- en scholingsinfrastructuur ingericht. De opleiding en scholing bij de bedrijven wordt ingericht overeenkomstig deze infrastructuur. De statuten en reglementen van deze stichting maken onderdeel uit van deze overeenkomst. Dit lid vervalt per 1 januari 2019; de taken worden overgenomen door de Vaste Kommissie Orsima. 3. Ten behoeve van de verplichte bijscholing in het gebruikelijke uurloon kader van Code 95 stelt Kenniscentrum Cosi (m.i.v. 1 januari 2019 de Vaste Kommissie Orsima) een lijst op van opleidingen die in dit kader worden aanbevolen. Het volgen van deze opleidingen valt onder artikel 17. Totdat de lijst van opleidingen is vastgesteld, blijft het huidige beleid gehandhaafd. 4. Vooruitlopend op het in het voorgaande lid genoemde op te stellen opleidingsprogramma worden aan de werknemer betaald behoudens scholing 2 scholingsdagen toegekend. Deze scholingsdagen zijn bestemd voor opleidingen in het weekend, dan kader van het in voorgaande lid bedoelde opleidingsprogram- ma. Xxxxxx dit programma ontbreekt kan de werknemer voor scholing direct verbonden aan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 functie toch gebruik maken van deze cao scholingsdagen en daartoe een verzoek bij de werkgever indienen. De werknemer ontvangt over deze scholingsdagen het basisdagloon. Tevens wordt gewerkt aan het inrichten van toepassingstageplaatsen. e. Ten aanzien van 5. Indien en voor zolang voor de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van artikel 1 lid 7 sub b. bedoelde werknemers er via deze caocao en of haar fondsen geen opleidingen worden ingericht, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingis dit artikel voor deze werknemers uitgezonderd. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Orsima

Scholing. 1. Indien op initiatief van de werkgever of met schriftelijke toestemming van de werkgever een bedrijf- of bedrijfstak-vakopleiding wordt gevolgd, geldt de volgende regeling: a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is cursus- en examenkosten komen voor de uit- oefening rekening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing arbeidsovereenkomst binnen twee jaar na de opleiding wordt beëindigd, heeft gedeeltelijke verrekening plaats overeenkomstig de in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer naderebedrijf geldende regeling. Verrekening heeft niet plaats, onderling te bepalen afspraken over indien de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als arbeidsovereenkomst buiten de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur schuld van de werknemer wordt daarbij beëindigd; b. De cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. Bij cursussen die voor de eerste maal worden gevolgd, kunnen voor de helft van het aantal opleidingsdagen atv-dagen worden aangewezen tot een maximum van 5 atv-dagen per jaar; d. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; e. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; f. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. g. Lid 1 is van toepassing op cursussen/opleidingen die de nieuwe werknemer volgt en op cursussen/opleidingen die de werknemer voor de eerste maal volgt. Daarbij wordt Lid 1 is eveneens van toepassing op activiteiten in het gebruikelijke uurloon kader van duurzame inzetbaarheid die de werknemer volgt. 2. Ten behoeve van de verplichte bijscholing in het kader van Code 95 stelt de Vaste Kommissie Xxxxxx een lijst op van opleidingen die in dit kader worden aanbevolen. Het volgen van deze opleidingen valt onder artikel 17. Totdat de lijst van opleidingen is vastgesteld, blijft het huidige beleid gehandhaafd. 3. Vooruitlopend op het in het voorgaande lid genoemde op te stellen opleidingsprogramma worden aan de werknemer betaald behoudens scholing 2 scholingsdagen toegekend. Deze scholingsdagen zijn bestemd voor opleidingen in het weekend, dan kader van het in voorgaande lid bedoelde opleidingsprogramma. Zolang dit programma ontbreekt kan de werknemer voor scholing direct verbonden aan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 functie toch gebruik maken van deze cao scholingsdagen en daartoe een verzoek bij de werkgever indienen. De werknemer ontvangt over deze scholingsdagen het basisdagloon. Tevens wordt gewerkt aan het inrichten van toepassingstageplaatsen. e. Ten aanzien van 4. Indien en voor zolang voor de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van artikel 1 lid 7 sub b. bedoelde werknemers er via deze caocao en of haar fondsen geen opleidingen worden ingericht, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingis dit artikel voor deze werknemers uitgezonderd. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. 1. Onder scholing wordt verstaan elke vorm van gestructureerde activiteit, die gericht is op het door de (aspirant-)werknemer verkrijgen, bijhouden, verbreden of verdiepen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholing wordt niet verstaan het tegen loon (anders dan een vergoeding) verrichten van productieve arbeid die niet in overwegende mate gericht is op het uitbreiden van eigen kennis en vaardigheden. 2. Payroll-ondernemingen zijn verplicht één procent van het in het desbetreffende jaar aan werknemers verschuldigde brutoloon te besteden aan scholing van werknemers. 3. Onder scholingskosten worden verstaan: a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening ten laste van de functie werkgever komende directe loonkosten van de werknemers die in werktijd opleidingen volgen (gederfde arbeidskosten); b. de met het verzorgen of organiseren van (in- en externe) opleiding gemoeide directe en indirecte kosten, daaronder begrepen de bijbehorende functie- ontwikkelingkosten van het daarbij betrokken personeel; c. afdrachten aan en/of kosten van sector- en inlenergebonden opleidingen en fondsen; d. alle overige kosten waaronder begrepen kosten betaald aan opleidingsinstanties, reis- en verblijfkosten, vergoedingen van studiekosten en kosten van loondoorbe- taling in geval van activiteiten als beschreven in artikel 15 lid 4. 4. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de hand volgende voorwaarden voldoet: a. iedere genoten scholing duurt ten minste drie uur; b. bij de scholing is een begeleider aanwezig; daar waar effectieve scholing mogelijk is door middel van deze informatie worden gemaakteen interactief systeem, worden als moet minimaal op afstand begeleiding beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een helpdesk; c. na afloop van de activiteit wordt door of namens de payroll-onderneming de scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanmet de werknemer geëvalueerd. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten5. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werknemer en/of de werkgever dit wenst, zal er een gesprek plaatsvinden tussen de werkgever en de werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over aangaande de reis- en verblijfkosteninvulling van een persoonlijk ont- wikkelingsplan (P.O.P.). Het P.O.P. zal schriftelijk worden vastgelegd. c. Het minimumaantal uren 6. Xxxxxxxx heeft ten doel de arbeidsmarktpositie van de werknemer te versterken en is functie- en/of arbeidsmarktgerelateerd. De scholing per jaar vindt plaats in het scholingsplan overleg tussen de werknemer en de payroll-onderneming. 7. De payroll-onderneming is gesteld op 20 uur geaccrediteerde bevoegd bij de werknemer een eigen bijdrage in de scholings- kosten te bedingen. De bijdrage kan bestaan uit een bijdrage ineens en/of anderszins erkende scholing bij een dienstverband perio- 1 8 CAO voor Medewerkers van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholingPayroll Ondernemingen 2008 - 2009 dieke eigen bijdrage. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast laatste kan gedurende de payroll-overeenkomst bestaan uit een inhouding per uit te betalen uur. 8. Het is de payroll-onderneming toegestaan te bedingen dat de werknemer (een deel van) de opleidingskosten terugbetaalt als de werknemer daarmee aan de eisen voor opleiding niet (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien met goed gevolg) afrondt of de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald payroll-overeenkomst voortijdig op initiatief of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur door toedoen van de werknemer werk- nemer wordt daarbij gevolgdbeëindigd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan In dat geval treft de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn payroll-onderneming een redelijke terug- betalingsregeling met de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. Tevens is de payroll-onderneming bevoegd tot verrekening bij de eindafrekening. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Voor Medewerkers Van Payroll Ondernemingen 2008 2009

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/ persoonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toedoen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand van deze informatie worden gemaakt, werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-personeel gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. De werknemer die op of na 1 januari 2014 doch vóór 1 januari 2015 de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgeverwerkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. a. De werkgever is verplicht zijn werknemers de cursus 'Gezond en veilig werken op het dak' (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Per 1 juli 2014 dient iedere werknemer te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. b. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de reis- en verblijfskostenwerkgever zich ervan dat de cursus zoals genoemd onder a., inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door elke arbeidskracht die - hetzij op uitzendbasis of via detachering - tot zijn beschikking is gesteld. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt Per 1 juli 2014 dienen alle arbeidskrachten zoals hier bedoeld te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan maken werkgever en werknemer naderedrie jaar, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenaan deze cursus. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in In zijn hoedanigheid van opdrachtgever vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus zoals genoemd onder a., inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door alle onderaannemers die door hem worden ingezet en, voor zover het scholingsplan is gesteld onderaannemers met personeel betreft, ook door de werknemer(s) van deze onderaannemers. Per 1 juli 2014 dienen alle onderaannemers en hun eventuele personeelsleden te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepassing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroepsbegeleidende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als e n aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplichting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskosten; de kosten voor het organis ren van een interne en/of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het i opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT of werknemer welke scholing verplicht voor de functie vereiste, opleiding is voor rekening van de uit- oefening werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. De kosten van examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de v lgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de werknemer dit schriftelijk overeen. Indien de werkgever scholing noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie en door de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer, dan is de werknemer verplicht aan deze scholing mee te werken c.q. deel te nemen. De registratie in het scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand rekening van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief . In afwijking hiervan komen de reis- en verblijfskosten. Indien scholingskosten (met uitzondering van de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen opleidingstijd) gedeeltelijk voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur rekening van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan wanneer de werknemer betaald behoudens scholing in het weekendontslag neemt resp. wordt ontslagen, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van waarbij dit ontslag de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers te verwijten is: a. binnen een halfjaar één jaar na het ontstaan behalen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van de werkgevers een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.behalen van een diploma of certificaat 25%

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en vanaf 1 janua- ri 2008 aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ont- wikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loon- som zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scho- lingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werkne- mer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het dienstrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werkne- mer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/persoon- lijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de vol- gende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij be- eindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toedoen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen wor- den bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daar- voor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden ge- geven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het af- leggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De 1. Werkgever en ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging zullen jaarlijks afspraken maken over een scholingsplan, waarin ook aan de orde komen de kosten en tijd (in en buiten werktijd). Artikel 27 lid 1g van de Wet op de Ondernemingsraden (instemmingsrecht) is van toepassing. Indien de werkgever bepaalt geen scholingsplan heeft vastgesteld, heeft de werknemer recht op maximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. Op basis van declaratie kan dat ook in overleg geld tot een maximum van het bedrag dat overeenkomt met OR3 doorbetaalde scholingsdagen. Zowel de werknemer als de werkgever hebben al dan niet op basis van het opleidingsplan het initiatiefrecht tot het aanvragen c.q. het aanbieden van een opleiding in het kader van een goede functievervulling en/of loopbaanontwikkeling. Het eindoordeel over het verzoek tot (vergoeding van) opleiding ligt bij de werkgever, PVT die dit oordeel bij voorkeur baseert op het scholingsplan. Indien in een individueel geval de werkgever beslist dat een opleiding niet voor vergoeding in aanmerking komt, zal de werkgever deze beslissing desgevraagd gemotiveerd en schriftelijk aan de medewerker kenbaar maken. 2. Werknemers die vanwege zwangerschap of werknemer welke scholing verplicht is het verzorgen van kinderen het dienstverband verbreken doch uitdrukkelijk te kennen geven binnen 2 jaren te willen herintreden, worden in de gelegenheid gesteld in deze periode kosteloos te blijven deelnemen aan interne opleidingen en werkinstructies. 3. Opleidingen die nodig zijn voor de uit- oefening uitoefening van de functie en komen zowel qua tijd als qua kosten volledig voor rekening van de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenwerkgever. 4. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst ismet een dienstverband voor onbepaalde tijd kan één maal per vijf jaar gebruik maken van zijn individueel recht op EVC binnen werktijd. De afspraken die aan werkgever heeft de hand mogelijkheid een werknemer te verplichten een EVC-traject te volgen. EVC is onderdeel van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing als vermeld in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband lid 1 van meer dan 8 uur per weekdit artikel. Bij het ontbreken van een dienstverband scholingsplan wordt de tijd gemoeid met het volgen van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg EVC-traject verrekend met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingmaximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. De werkgever vergoedt daarnaast de kosten van een individueel EVC-traject tot een maximum van € 1.000,-. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt zal in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening ieder geval 0,4% van de functie loonsom besteden aan de opleidingen, studie en trainingen voor werknemers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. De scholing is gericht op de employability van de werknemer om hem geschikt te houden of te maken voor zijn eigen werk en/of zijn positie op de interne en externe arbeidsmarkt te verbeteren. Twee maal per jaar zal met werknemersorganisaties op ondernemingsniveau de inhoud van het opleidingsbeleid en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in inzet van het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten opleidingsbudget en de uitwerking hiervan besproken worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand Werknemersorganisaties kunnen hierbij voorstellen doen ter verbetering van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanopleidingsbeleid. b. De scholing Partijen verbonden aan de CAO voor de Zuivelindustrie verplichten zich aan de uitvoering van het in samenwerking met de Stichting Opleidingsfonds Levensmiddelenindustrie (SOL) uitgewerkte Programma Arbeidsmarkt Onderwijs zuivelindustrie, een en ander in navolging en uitvoering van de tussen het Ministerie van LNV en de Productschappen overeengekomen intentieverklaring. Daartoe hebben partijen een projectgroep gevormd bestaande uit vertegenwoordigers van werkgever(s) en werknemersorganisatie(s), de SOL en het Productschap Zuivel. Deze projectgroep ziet toe op een goede uitvoering van de taakstellingen in het scholingsplan Programma Arbeidsmarkt Onderwijs zuivelindustrie. Ondernemingen verbonden aan de CAO zullen een uitgewerkt projectplan, gebaseerd op het Programma Arbeidsmarkt Onderwijs zuivelindustrie, aan de projectgroep voorleggen. In dit projectplan wordt betaald inzicht gegeven in: • te verwachten in en uitstroomgegevens voor de komende 5 jaar; • taakstelling met betrekking tot aantal instromers en zij-instromers; • opleidingsplan voor huidige en nieuw in te stromen werknemers;* • werkplekken boven de sterkte voor nieuwkomers; • maatschappelijke stageplekken; • noodzakelijke ondersteuning vanuit SOL. * In het opleidingsplan wordt tevens aandacht besteed hoe vorm te geven aan een “Leven Lang Leren”, EVC, loopbaantrajecten. Genoemde zes aandachtspunten vormen de basis voor een zesmaandelijkse rapportage die door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee ondernemingen aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijdprojectgroep wordt verstrekt. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgdprojectgroep kan desgewenst gevraagd of ongevraagd aanbevelingen geven tot verbetering. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon De projectgroep zorgt voor rapportage aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingCAO-partijen. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. 1. Indien op initiatief van de werkgever of met schriftelijke toestemming van de werkgever een bedrijf- of bedrijfstak-vakopleiding wordt gevolgd wordt dit gezien als een verplichte opleiding en komen de kosten hiervan voor rekening van de werkgever. Dit betekent dat: a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is cursus- en examenkosten voor de uit- oefening rekening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanwerkgever komen. b. De scholing cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; d. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; e. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. 2. Indien een (nieuwe) werknemer een cursus/opleiding volgt die niet verplicht is en/of voor activiteiten die in het scholingsplan wordt betaald kader van duurzame inzetbaarheid door werknemer worden gevolgd en/of bij het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie zoals vermeld op de beroepenkwalificatieslijst dan geldt het volgende: a. De cursus- en examenkosten komen voor rekening van de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing arbeidsovereenkomst binnen twee jaar na de opleiding wordt beëindigd, heeft gedeeltelijke verrekening plaats overeenkomstig de in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer naderebedrijf geldende regeling. Verrekening heeft niet plaats, onderling te bepalen afspraken over indien de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als arbeidsovereenkomst buiten de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur schuld van de werknemer wordt daarbij beëindigd; b. De cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. Bij cursussen die voor de eerste maal worden gevolgd, kunnen voor de helft van het aantal opleidingsdagen atv-dagen worden aangewezen tot een maximum van 5 atv-dagen per jaar; d. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; e. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; f. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. 3. Daarbij wordt Ten behoeve van de verplichte bijscholing in het gebruikelijke uurloon kader van Code 95 stelt de Vaste Kommissie Orsima een lijst op van opleidingen die in dit kader worden aanbevolen. De kosten voor het volgen van verplichte opleidingen komen voor rekening van de werkgever. 4. Vooruitlopend op het in het voorgaande lid genoemde op te stellen opleidingsprogramma worden aan de werknemer betaald behoudens scholing 2 scholingsdagen toegekend. Deze scholingsdagen zijn bestemd voor opleidingen in het weekend, dan kader van het in voorgaande lid bedoelde opleidingsprogramma. Xxxxxx dit programma ontbreekt kan de werknemer voor scholing direct verbonden aan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 functie toch gebruik maken van deze cao scholingsdagen en daartoe een verzoek bij de werkgever indienen. De werknemer ontvangt over deze scholingsdagen het basisdagloon. Tevens wordt gewerkt aan het inrichten van toepassingstageplaatsen. e. Ten aanzien van 5. Indien en voor zolang voor de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van artikel 1 lid 7 sub b. bedoelde werknemers er via deze caocao en of haar fondsen geen opleidingen worden ingericht, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingis dit artikel voor deze werknemers uitgezonderd. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via Cordares een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand van deze informatie worden gemaakt, werknemer uitbetaald te worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-personeel gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. De werknemer die op of na 1 juli 2010 doch vóór 1 januari 2011 of op of na 1 juli 2011 doch vóór 1 januari 2012 de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgeverwerkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. 4. Iedere werkgever is verplicht de bij hem in dienst zijnde werknemers de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak ‘(C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Uitgezonderd zijn werknemers die de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing basisberoepsopleiding (primaire vakopleiding) in het buitenland plaatsvindt kader van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) hebben gevolgd dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenwel volgen. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepassing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroepsbegeleidende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. 1. De werkgever bepaalt stimuleert de werknemer om relevante vakkennis en vaardigheden bij te houden, dan wel te verwerven. Daartoe zal de werkgever -bij voorkeur- eens per jaar een scholingsgesprek aangaan met de werknemer. 2. Scholing kan ook betrekking hebben op kennis en vaardigheden die niet specifiek gericht zijn op de functie van de werknemer binnen de onder- neming. 3. De werkgever neemt de kosten van scholing als bedoeld in lid 1 volledig voor zijn rekening. Deze kosten bestaan onder andere uit inschrijfkosten, lesgeld, studiemateriaal, tentamen-, examen- en reiskosten. Als deze scholing, op zaterdag of in de avonden wordt gevolgd, wordt een vergoeding gegeven van 25% van het uurloon of wordt 25% in uren vergoed. Voor scholing als bedoeld in lid 2 stellen werkgever en werknemer in overleg vast of de werknemer in de gelegenheid wordt gesteld om deze te volgen, hoe de scholingskosten worden verdeeld en of er een vergoeding wordt gegeven voor lesuren op zaterdag of in de avonden. 4. Bij bereikte overeenstemming over de te volgen scholing, wordt de scholingsafspraak schriftelijk vastgesteld. 5. De werknemer heeft per kalenderjaar recht op twee scholingsdagen met OR, PVT of werknemer welke behoud van loon voor het volgen van scholing verplicht is die voor de uit- oefening uitoefening van de functie van belang is. 6. Naast de twee scholingsdagen als bedoeld in lid 5 heeft de werknemer recht op twee extra scholingsdagen met behoud van loon. Als deze twee extra dagen niet volledig worden aangewend voor scholing, zijn ze naar rato opneembaar als roostervrije dagen: a. Als er in een kalenderjaar niet meer dan twee dagen zijn aangewend voor scholing, heeft de werknemer recht op twee extra roostervrije dagen. b. Als er in een kalenderjaar niet meer dan drie dagen zijn aangewend voor scholing, heeft de werknemer recht op één extra roostervrije dag. c. Als er in een kalenderjaar vier dagen of meer zijn aangewend voor scholing, bestaat er geen recht op extra roostervrije dagen. d. Indien en voor zover de bijbehorende functie- ontwikkelingscholing delen van een dag omvat, heeft de werknemer naar evenredigheid recht op de extra roostervrije dagen. 7. De registratie Bij in- of uitdiensttreding in de loop van het voor kalenderjaar, alsmede bij een parttime dienstverband, heeft de werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten recht op een evenredig deel van de extra scholingsdagen als bedoeld in lid 6. a. In de scholingsafspraak kan een terugbetalingsregeling opgenomen zijn. Deze regeling houdt in dat de werknemer de verplichting heeft de scholingskosten (diploma’sgedeeltelijk) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan terug te betalen volgens een met de hand tijd aflopende schaal, indien de dienstbetrekking voorafgaand aan, tijdens of binnen een vastgestelde periode na afloop van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplande studieperiode eindigt. b. De scholing vastgestelde periode staat in het scholingsplan wordt betaald door een evenredige verhouding tot de werkgever, inclusief scholingskosten die de reis- en verblijfskosten. Indien werkgever in de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenheeft geïnvesteerd. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als er geldt geen terugbetalingsverplichting voor de werknemer daarmee aan als: - de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer werkgever wordt daarbij gevolgd. Daarbij beëindigd / niet wordt het gebruikelijke uurloon voortgezet, tenzij dit aan de werknemer betaald behoudens te verwijten is; - interne scholing in het weekend, dan zijn op verzoek van de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerkgever worden gevolgd; - de werkgever vooraf schriftelijk heeft verklaard dat er geen terugbetalingsregeling geldt. e. Ten aanzien 9. Lid 6 is niet van toepassing op de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder op wie de werkingssfeer tot en met 31 december 2007 geldende ATV regeling van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingtoepassing is gebleven. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao (Collective Labor Agreement) for Permanent Employees of Temporary Employment Agencies

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikke- len van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholings- kosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en ca- paciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, cer- tificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/persoonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken ge- maakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindi- ging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toe- doen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, xxxxxxxx- xxxxx door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholings- dagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via Cordares een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterlig- gende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand van deze informatie worden gemaakt, werknemer uitbetaald te worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursus- sen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-personeel gemiddeld 6 scholings- dagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. De werknemer die op of na 1 januari 2013 doch vóór 1 januari 2014 de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname: - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgeverwerkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. a. De werkgever is verplicht zijn werknemers de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Per 1 juli 2014 dienen alle werknemers te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. b. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de reis- en verblijfskostenwerkgever zich ervan dat de cursus zoals genoemd onder a., inclusief een driejaarlijkse herha- ling, is gevolgd door elke arbeidskracht die - hetzij op uitzendbasis of via detachering - tot zijn beschikking is gesteld. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt Per 1 juli 2014 dienen alle arbeidskrachten zoals hier bedoeld te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan maken werkgever en werknemer naderedrie jaar, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenaan deze cursus. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in In zijn hoedanigheid van opdrachtgever vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus zoals genoemd onder a., inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door alle onderaannemers die door hem worden ingezet en, voor zover het scholingsplan is gesteld onderaannemers met personeel betreft, ook door de werknemer(s) van deze onderaannemers. Per 1 juli 2014 dienen alle onderaannemers en hun eventuele personeelsleden te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepassing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroeps- begeleidende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De 1. Verplichte scholing: wanneer er sprake is van een opleiding die in het bedrijfsbelang door de werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is gesteld, dient werkgever de opleidingskosten, reiskosten en noodzakelijk loonverzuim volledig voor zijn rekening te nemen. Deze kosten kunnen niet door de uit- oefening werkgever worden verhaald op de werknemer. 2. Scholing op verzoek van werkgever: wanneer er sprake is van een opleiding die in het bedrijfsbelang op verzoek van werkgever gevolgd wordt, maar niet verplicht is, komt werknemer in aanmerking voor gedeeltelijke dan wel volledige vergoeding of bekostiging van de functie oplei- dingskosten, reiskosten en de bijbehorende functie- ontwikkelingnoodzakelijk loonverzuim. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van Op deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde vergoeding of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan bekostiging zijn de bepalingen terugbetalingsverplichtingen van lid 4, 5 en 6 van dit artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien 3. Scholing op verzoek werknemer: ook in het geval een opleiding wordt gevolgd op verzoek van werknemer zelf en geheel of gedeeltelijk wordt vergoed of bekostigd door werkgever, zijn de terugbetalingsverplichtingen van lid 4, 5 en 6 van dit artikel van toepassing. 4. Bij het toekennen van een vergoeding of bekostiging, zoals bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel, geldt als voorwaarde dat de werknemer na het afronden van de opleiding drie jaar in het bedrijf in dienst blijft. Indien werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder echter binnen deze termijn de werkingssfeer van dienstbetrekking beëindigt of de werkgever binnen deze caotermijn de dienstbetrekking beëindigt wegens een dringende reden, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt dient de werknemer de integrale opleidingskosten als volgt terug te betalen: bij elk vertrek binnen één jaar na aanvang van de werkgevers het recht op scholingopleiding 75 procent, bij vertrek binnen twee jaar 50 procent, bij vertrek binnen drie jaar 25 procent. f. Onder scholing 5. Indien werknemer het dienstverband verbreekt tijdens de duur van de opleiding of de opleiding voortijdig afbreekt, is hij verplicht tot terugbetaling van de reeds door werkgever vergoede/bekostigde en nog te vergoeden/ bekostigen kosten. 6. In aanvulling op lid 4 en 5 van dit artikel kan de werkgever aan het toekennen van een vergoeding of bekostiging zoals bedoeld in lid 2 en lid 3 de voorwaarde verbinden dat er door werknemer een bijbehorend certificaat of examen wordt ook verstaan: ebehaald en dat de werknemer, bij niet-learningbehalen van het bijbehorend certificaat of examen binnen de daartoe bij de betreffende opleiding staande termijn, intervisie en coachingde volledige kosten dient terug te betalen.

Appears in 1 contract

Samples: Cao

Scholing. 1. Indien op initiatief van de werkgever of met schriftelijke toestemming van de werkgever een bedrijf- of bedrijfstak- vakopleiding wordt gevolgd, geldt de volgende regeling: a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is cursus- en examenkosten komen voor de uit- oefening rekening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing arbeidsovereenkomst binnen twee jaar na de opleiding wordt beëindigd, heeft gedeeltelijke verrekening plaats overeenkomstig de in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer naderebedrijf geldende regeling. Verrekening heeft niet plaats, onderling te bepalen afspraken over indien de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als arbeidsovereenkomst buiten de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur schuld van de werknemer wordt daarbij beëindigd; b. De cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. Bij cursussen die voor de eerste maal worden gevolgd, kunnen voor de helft van het aantal opleidingsdagen atv- dagen worden aangewezen tot een maximum van 5 atv-dagen per jaar; d. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; e. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; f. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. g. Lid 1 is van toepassing op cursussen/opleidingen die de nieuwe werknemer volgt en op cursussen/opleidingen die de werknemer voor de eerste maal volgt. Daarbij Lid 1 is eveneens van toepassing op activiteiten in het kader van duurzame inzetbaarheid die de werknemer volgt. Lid 1 is niet van toepassing op verplichte- en herhaalcursussen. 2. Er is een Stichting Kenniscentrum Cosi. Deze stichting heeft tot doel het bevorderen van de arbeidsomstandigheden en de instroom. Hiertoe wordt ondermeer een opleidings- en scholingsinfrastructuur ingericht. De opleiding en scholing bij de bedrijven wordt ingericht overeenkomstig deze infrastructuur. De statuten en reglementen van deze stichting maken onderdeel uit van deze overeenkomst. Dit lid vervalt per 1 januari 2019; de taken worden overgenomen door de Vaste Kommissie Orsima. 3. Ten behoeve van de verplichte bijscholing in het gebruikelijke uurloon kader van Code 95 stelt Kenniscentrum Cosi (m.i.v. 1 januari 2019 de Vaste Kommissie Orsima) een lijst op van opleidingen die in dit kader worden aanbevolen. Het volgen van deze opleidingen valt onder artikel 17. Totdat de lijst van opleidingen is vastgesteld, blijft het huidige beleid gehandhaafd. 4. Vooruitlopend op het in het voorgaande lid genoemde op te stellen opleidingsprogramma worden aan de werknemer betaald behoudens scholing 2 scholingsdagen toegekend. Deze scholingsdagen zijn bestemd voor opleidingen in het weekend, dan kader van het in voorgaande lid bedoelde opleidingsprogramma. Xxxxxx dit programma ontbreekt kan de werknemer voor scholing direct verbonden aan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 functie toch gebruik maken van deze cao scholingsdagen en daartoe een verzoek bij de werkgever indienen. De werknemer ontvangt over deze scholingsdagen het basisdagloon. Tevens wordt gewerkt aan het inrichten van toepassingstageplaatsen. e. Ten aanzien van 5. Indien en voor zolang voor de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van artikel 1 lid 7 sub b. bedoelde werknemers er via deze caocao en of haar fondsen geen opleidingen worden ingericht, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingis dit artikel voor deze werknemers uitgezonderd. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. 1. Onder scholing wordt verstaan elke vorm van gestructureerde activiteit, die gericht is op het door de (aspirant-)uitzendkracht verkrijgen, bijhouden, verbreden of verdiepen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholing wordt niet verstaan het tegen loon (anders dan een vergoeding) verrichten van productieve arbeid die niet in overwegende mate gericht is op het uitbreiden van eigen kennis en vaardigheden. 2. Uitzendondernemingen zijn verplicht 1,02 procent van het in het desbetreffende jaar aan uitzendkrachten verschuldigde brutoloon als bedoel in artikel 35 lid 5 van deze CAO te besteden aan scholing van uitzendkrachten. Deze collectieve bestedingsverplichting omvat tevens alle uitkeringen in het kader van een persoonlijk opleidingsbudget (P.O.B., zie verder lid 5 van dit artikel) en bestede scholingskosten. 3. Onder scholingskosten worden verstaan: - de ten laste van de werkgever komende directe loonkosten van de uitzendkrachten die in werktijd opleidingen volgen (gederfde arbeidskosten); - de met het verzorgen of organiseren van (in- en externe) opleiding gemoeide directe en indirecte kosten, daaronder begrepen de kosten van het daarbij betrokken personeel; - alle overige kosten waaronder begrepen kosten betaald aan opleidingsinstanties, reis- en verblijfkosten en vergoedingen van studiekosten. 4. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: - iedere genoten scholing duurt ten minste drie uur. - bij de scholing is een begeleider aanwezig; daar waar effectieve scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, moet minimaal op afstand begeleiding beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een helpdesk. - na afloop van de activiteit wordt door of namens de uitzendonderneming de scholing met de uitzendkracht geëvalueerd. 5. De werkgever bepaalt uitzendkracht werkzaam in fase B heeft recht op een P.O.B. Het P.O.B. zal worden opgebouwd vanaf het moment dat de uitzendkracht werkzaam is in fase B met één procent van het feitelijk loon. Reeds in fase A, na in 26 weken arbeid te hebben verricht, zal de uitzendonderneming aanvangen met de opbouw van het P.O.B. met voornoemd percentage. In fase A bestaat geen individueel recht op het gebruiken van het P.O.B. voor de uitzendkracht. 6. De uitzendkracht zal in overleg met ORde uitzendonderneming het saldo van het P.O.B. aanwenden voor opleidingsdoeleinden. Alle directe scholingskosten als bedoeld in lid 2 van dit artikel gemaakt ten behoeve van die uitzendkracht, PVT ook in fase A, zowel door de uitzendkracht als door de uitzendonderneming, zullen worden verrekend met het saldo van het P.O.B., dan wel de collectieve som ad 1,02 procent. De indirecte scholingskosten zullen worden verrekend met de collectieve som ad 1,02 procent. 7. Voorzover een uitzendkracht gedurende fase B geen scholing heeft genoten zal het resterend saldo van het P.O.B. zes weken na het einde van het dienstverband automatisch worden uitgekeerd, tenzij: 1. aansluitend aan fase B een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met de inlenende onderneming dan wel overgegaan wordt naar fase C bij de uitzendonderneming waar de uitzendkracht werkzaam is; 2. scholing aan de uitzendkracht is aangeboden, maar door deze is geweigerd; 3. de uitzendkracht een dringende reden heeft gegeven tot beëindiging van de uitzendovereenkomst. 8. Uitkering van het resterend saldo van het P.O.B. als hierboven onder lid 7 bedoeld kan, indien de uitzendonderneming zulks wenst en de uitzendkracht daarmee instemt, tevens geschieden in de vorm van een scholingsvoucher. 9. Indien de uitzendkracht en/of werknemer welke de uitzendonderneming dit wenst, zal er een gesprek plaatsvinden tussen de uitzendonderneming en de uitzendkracht aangaande de invulling van een persoonlijk ontwikkelingsplan (P.O.P.). 10. Wordt aan de uitzendkracht scholing aangeboden, dan komen partijen dit schriftelijk overeen, waarbij onder meer leerdoelen en omvang van de scholing worden vastgelegd. 11. Uitzendondernemingen zijn verplicht jaarlijks vóór 1 juli een gewaarmerkte schriftelijke verklaring aan de Stichting Naleving CAO Uitzendkrachten (SNCU) te verstrekken betreffende de bestedingen aan scholing in het afgelopen kalenderjaar en de wijze waarop die bestedingen plaatsvonden, een en ander vergezeld van een verklaring omtrent de juistheid van de verstrekte cijfers van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent. 12. De uitzendkracht die een uitzendovereenkomst heeft in fase B, heeft recht op scholing indien en voorzover zijn P.O.B. toereikend is voor de uit- oefening financiering daarvan. 13. Scholing heeft ten doel de arbeidsmarktpositie van de functie uitzendkracht te versterken en is functie- en/of arbeidsmarktgerelateerd. De scholing vindt plaats in overleg tussen de uitzendkracht en de bijbehorende functie- ontwikkelinguitzendonderneming. 14. De registratie uitzendonderneming is bevoegd bij de uitzendkracht, indien en voorzover het P.O.B. niet toereikend is voor de financiering van de scholing, een eigen bijdrage in de scholingskosten te bedingen. Deze eigen bijdrage zal niet meer bedragen dan 50 procent van het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenmeerdere boven het P.O.B. De bijdrage kan bestaan uit een bijdrage ineens en/of een periodieke eigen bijdrage. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan Deze laatste kan gedurende de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanuitzendovereenkomst bestaan uit een inhouding per uur. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten15. Indien de scholing in uitzendonderneming meer scholingskosten vergoedt dan dat het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadereP.O.B. bedraagt, onderling te bepalen afspraken over kan de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld uitzendonderneming voor dat meerdere bij de uitzendkracht bedingen dat hij dat geheel of gedeeltelijk terugbetaalt als de uitzendkracht de opleiding niet (met goed gevolg) afrondt of de uitzendovereenkomst voortijdig op 20 uur geaccrediteerde initiatief of anderszins erkende scholing bij door toedoen van de uitzendkracht wordt beëindigd. In dat geval treft de uitzendonderneming een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholingredelijke terugbetalingsregeling met de uitzendkracht. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als terugbetaling zal niet meer bedragen dan de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur bijdrage van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt uitzendonderneming boven het gebruikelijke uurloon aan P.O.B. Tevens is de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn uitzendonderneming bevoegd tot verrekening van dat meerdere bij de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingeindafrekening. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Voor Uitzendkrachten

Scholing. a. De 1. Werkgever en ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging zullen jaarlijks afspraken maken over een scholingsplan, waarin ook aan de orde komen de kosten en tijd (in en buiten werktijd). Artikel 27 lid 1g van de Wet op de Ondernemingsraden (instemmingsrecht) is van toepassing. Indien de werkgever bepaalt geen scholingsplan heeft vastgesteld, heeft de werknemer recht op maximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. Op basis van declaratie kan dat ook in overleg geld tot een maximum van het bedrag dat overeenkomt met OR3 doorbetaalde scholingsdagen. Zowel de werknemer als de werkgever hebben al dan niet op basis van het opleidingsplan het initiatiefrecht tot het aanvragen c.q. het aanbieden van een opleiding in het kader van een goede functievervulling en/of loopbaanontwikkeling. Het eindoordeel over het verzoek tot (vergoeding van) opleiding ligt bij de werkgever, PVT die dit oordeel bij voorkeur baseert op het scholingsplan. Indien in een individueel geval de werkgever beslist dat een opleiding niet voor vergoeding in aanmerking komt, zal de werkgever deze beslissing desgevraagd gemotiveerd en schriftelijk aan de werknemer kenbaar maken. 2. Werknemers die vanwege zwangerschap of werknemer welke scholing verplicht is het verzorgen van kinderen het dienstverband verbreken doch uitdrukkelijk te kennen geven binnen 2 jaren te willen herintreden, worden in de ‌‌ gelegenheid gesteld in deze periode kosteloos te blijven deelnemen aan interne opleidingen en werkinstructies. 3. Opleidingen die nodig zijn voor de uit- oefening uitoefening van de functie en komen zowel qua tijd als qua kosten volledig voor rekening van de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenwerkgever. 4. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst ismet een dienstverband voor onbepaalde tijd kan één maal per vijf jaar gebruik maken van zijn individueel recht op EVC binnen werktijd. De afspraken die aan werkgever heeft de hand mogelijkheid een werknemer te verplichten een EVC-traject te volgen. EVC is onderdeel van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostenals vermeld in lid 1 van dit artikel. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur Op verzoek van de werknemer kan scholing om een naast hoger WEB-niveau te behalen, ook onderdeel zijn van dit EVC-traject. Bij het ontbreken van een scholingsplan wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt de tijd gemoeid met het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen volgen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg een EVC-traject verrekend met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingmaximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. De werkgever vergoedt daarnaast de kosten van een individueel EVC-traject tot een maximum van € 1.000,–. 5. Werknemers die bij reorganisaties boventallig worden verklaard, kunnen gebruik maken van hun individueel recht op EVC. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of 1. Gedurende de arbeidsovereenkomst dragen de Werkgever en werknemer welke scholing verplicht is zorg voor de uit- oefening Scholing van de functie werknemer. Uitgangspunt van deze cao is de constante scholing van de werknemer. 2. Onder scholingskosten worden verstaan alle kosten die worden gemaakt voor Scholing van de werknemer. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: de loonkosten van werknemers die in werktijd een opleiding volgen; de met het verzorgen en organiseren van interne opleiding gemoeide bedrijfskosten, daaronder begrepen de bijbehorende functie- ontwikkeling(loon)kosten van het daarbij betrokken personeel; reis- en verblijfkosten en vergoeding van studiekosten. 3. De registratie Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: iedere genoten Scholing duurt tenminste 3 uur per dag; bij de Scholing is een begeleider aanwezig; daar waar effectieve Scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, moet minimaal op afstand begeleiding beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in het voor de vorm van een helpdesk. Na afloop van de activiteit wordt door of namens de Werkgever in beginsel de Scholing met de werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordengeëvalueerd. 4. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer jaarlijks recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholingscholingsgesprek waarin zijn behoefte aan Scholing wordt vastgesteld. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als Indien gewenst kan er een gesprek plaatsvinden tussen de werknemer daarmee en de Werkgever dan wel de Opdrachtgever. De Werkgever zal dan binnen een redelijke termijn op het verzoek dienen in te gaan. In het gesprek zal aan de eisen voor (her)registratie orde gesteld worden in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien hoeverre de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de Werkgever. 5. Wanneer de werknemer Xxxxxxxx wordt daarbij gevolgdaangeboden, komen de werknemer en de Werkgever dit in beginsel schriftelijk overeen. Daarbij wordt In deze schriftelijke overeenstemming worden onder meer leerdoelen en omvang van de te volgen Scholing vastgelegd. 6. De Werkgever is verplicht jaarlijks een scholingsinspanning te leveren van tenminste 1,02% van het gebruikelijke uurloon loon. 7. De Werkgever is verplicht jaarlijks vóór 1 juli een accountantsverklaring, met daarin het percentage dat hij voor Scholing krachtens dit artikel heeft besteed, te verstrekken aan de Partijen of een daartoe gemachtigde. Bij het in gebreke blijven van het per kalenderjaar vastgelegde percentage bestaat er de mogelijkheid om hiervan gedispenseerd te worden. In het daaropvolgende kalenderjaar dient deze dispensatie c.q. achterstand alsdan gecompenseerd te worden. 8. Uiterlijk op 1 juli 2014 zullen de Partijen de wijze waarop het in dit artikel bepaalde gerealiseerd is, evalueren. Hierbij zal in ieder geval worden bezien hoe de bestaande scholingsinvesteringen zich verhouden tot de gebleken behoefte in de uitzendbranche alsmede of op grond daarvan tot aanpassing van het in lid 6 bedoelde percentage moet worden gekomen. 9. Wanneer een werknemer betaald behoudens scholing zich in de Continu-periode bevindt heeft hij recht op een kwart maandsalaris opleidingsvergoeding per gewerkt jaar tot een maximum van zes maandsalarissen. De vergoeding die in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van eerste jaar is opgebouwd zal worden omgezet in een loopbaanadvies. In Bijlage 5 bij deze cao van toepassingis een nadere notitie inzake Scholing opgenomen. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. 1. Indien op initiatief van de werkgever of met schriftelijke toestemming van de werkgever een bedrijf- of bedrijfstak- vakopleiding wordt gevolgd wordt dit gezien als een verplichte opleiding en komen de kosten hiervan voor rekening van de werkgever. Dit betekent dat: a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is cursus- en examenkosten voor de uit- oefening rekening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanwerkgever komen. b. De scholing cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; d. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; e. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. 2. Indien een (nieuwe) werknemer een cursus/opleiding volgt die niet verplicht is en/of voor activiteiten die in het scholingsplan wordt betaald kader van duurzame inzetbaarheid door werknemer worden gevolgd en/of bij het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie zoals vermeld op de beroepenkwalificatieslijst dan geldt het volgende: a. De cursus- en examenkosten komen voor rekening van de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing arbeidsovereenkomst binnen twee jaar na de opleiding wordt beëindigd, heeft gedeeltelijke verrekening plaats overeenkomstig de in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer naderebedrijf geldende regeling. Verrekening heeft niet plaats, onderling te bepalen afspraken over indien de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als arbeidsovereenkomst buiten de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur schuld van de werknemer wordt daarbij beëindigd; b. De cursus wordt voor zover mogelijk in de reguliere arbeidstijd gevolgd; c. Bij cursussen die voor de eerste maal worden gevolgd, kunnen voor de helft van het aantal opleidingsdagen atv- dagen worden aangewezen tot een maximum van 5 atv-dagen per jaar; d. De cursusuren worden beschouwd als arbeidstijd, waarbij geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag van toepassing is; e. De werknemer kan niet worden verplicht op meer dan vijf zaterdagen per jaar een cursus te volgen; f. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing. 3. Daarbij wordt Ten behoeve van de verplichte bijscholing in het gebruikelijke uurloon kader van Code 95 stelt de Vaste Kommissie Xxxxxx een lijst op van opleidingen die in dit kader worden aanbevolen De kosten voor het volgen van verplichte opleidingen komen voor rekening van de werkgever. 4. Vooruitlopend op het in het voorgaande lid genoemde op te stellen opleidingsprogramma worden aan de werknemer betaald behoudens scholing 2 scholingsdagen toegekend. Deze scholingsdagen zijn bestemd voor opleidingen in het weekend, dan kader van het in voorgaande lid bedoelde opleidingsprogramma. Xxxxxx dit programma ontbreekt kan de werknemer voor scholing direct verbonden aan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 functie toch gebruik maken van deze cao scholingsdagen en daartoe een verzoek bij de werkgever indienen. De werknemer ontvangt over deze scholingsdagen het basisdagloon. Tevens wordt gewerkt aan het inrichten van toepassingstageplaatsen. e. Ten aanzien van 5. Indien en voor zolang voor de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van artikel 1 lid 7 sub b. bedoelde werknemers er via deze caocao en of haar fondsen geen opleidingen worden ingericht, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingis dit artikel voor deze werknemers uitgezonderd. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Scholing. a. 1. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken die aan de hand cursuskosten komen voor rekening van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief indien met de reis- werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en verblijfskostengeen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via Cordares een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van drie jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van drie jaar en na drie jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de scholing in twee dagen is, dient het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon restant aan de werknemer betaald behoudens scholing uitbetaald te worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het weekendScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. 2. De nadere voorwaarden waarop recht op scholing en vergoeding van kosten, dan verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het reglement Scholing van de bepalingen van Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 4.9 en 4.10 29 van deze cao van toepassingCAO. e. Ten aanzien 3. De werknemer die op of na 1 juli 2008 doch vóór 1 januari 2009 of op of na 1 juli 2009 doch vóór 1 januari 2010 de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen drie jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze opleiding begon, een evenredig deel van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze caodrie jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt: bij ontslagname tijdens de cursus: - de volledige cursuskosten, kunnen betreffende werkgevers voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de scholingskosten werkgever worden gerestitueerd; - in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar het eerste jaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk afronding van de werkgevers opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het recht op scholingtweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e4. Iedere werkgever is verplicht de bij hem in dienst zijnde werknemers de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak ‘(C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Uitgezonderd zijn werknemers die de basisberoepsopleiding (primaire vakopleiding) in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) hebben gevolgd dan wel volgen. 5. De leerling-learning, intervisie en coachingwerknemer van 16 of 17 jaar vervult zijn partiële leerplicht in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplichting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskosten; de kosten voor het organiseren van een interne en / of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het in opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT of werknemer welke scholing verplicht voor de functie vereiste, opleiding is voor rekening van de uit- oefening werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. De opleidingstijd van een werknemer die ook OV werk doet (conform hoofdstuk 7 van deze cao) wordt uitbetaald tegen het van toepassing zijnde uurloon rijdend personeel dat is opgenomen in artikel 3.6. De kosten gemoeid met het behalen van het rijbewijs, de wettelijke verplichte chauffeursexamens en eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholing (niet zijnde scholing die een opdrachtgever verlangt) zijn voor rekening van werknemer. De kosten van overige examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de werknemer dit schriftelijk overeen. Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor MUP krachten en parttime krachten mag het aantal opleidingsdagen naar rato van het aantal verloonde uren bepaald worden; onder referteperiode wordt verstaan: de 3 aan de opleidingsdag voorafgaande betalingsperiodes ). Deze opleidingsdagen mogen direct in het eerste kalenderjaar al gegeven worden, of anders minimaal 1 opleidingsdag per kalenderjaar. Het is niet toegestaan de opleidingsdagen op te sparen en pas in een later stadium ineens te besteden. Werkgever en werknem er bepalen onderling wanneer deze opleidingsdagen genoten worden en waaraan deze worden besteed. SFT zal een lijst opstellen van activiteiten waaraan deze opleidingsdagen besteed kunnen worden, welke na goedkeuring van Cao partijen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen hiervoor suggesties aanleveren bij het SFT. Voor taxibedrijven die beschikken over TX keur moet met de opleidingseisen van TX keur rekening gehouden worden. Taxibedrijven die beschikken over TX keur voldoen al aan deze bepaling. Zij hoeven dus buiten de vereisten van TX keur om niet nog eens 5 opleidingsdagen aan te bieden. Daarbij wordt er van uitgegaan dat het hier om volledige opleidingsdagen gaat. Indien de werkgever scholing noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie en door de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer, dan is de werknemer verplicht aan deze scholing mee te werken c.q. deel te nemen. De registratie in scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor rekening van de werkgever. In afwijking hiervan komen de scholingskosten (met uitzondering van de opleidingstijd) gedeeltelijk voor rekening van de werknemer wanneer de werknemer ontslag neemt resp. wordt ontslagen, waarbij dit ontslag de werknemer te verwijten is: a. binnen één jaar na het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (behalen van een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het behalen van een diploma of certificaat 25% Indien aan een bepaalde scholing geen diploma’s) daarin behaald moeten worden/certificaat is gekoppeld dan blijft de terugbetalingsregeling onverkort van kracht. De terugbetalingsregeling blijft ook onverminderd van kracht indien de werknemer geeft wel heeft deelgenomen aan welke de scholing door hem gewenst ismaar definitief is gezakt en als gevolg daarvan geen diploma/certificaat heeft ontvangen. De afspraken die In beide situaties dient terugbetaling dan plaats te vinden aan de hand van deze informatie worden gemaaktde aanwezigheidsregistratie. Onder eventuele andere voor de functie wettelijk vereiste scholingskosten, worden wordt bijvoorbeeld verstaan kosten die gemoeid zijn met opleiding en/of examens/toetsen benodigd voor de toegang tot het beroep van taxichauffeur (voorbeeld: tram/busbaan examens CCV, toetsen en cursussen al dan niet direct als scholing vastgelegd vereiste opgenomen in een gemeentelijke taxiverordening). Onder activiteiten die in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in kader van opleidingsdagen kunnen worden ontplooid worden ook het scholingsplan wordt betaald door de werkgeverhouden van werkoverleggen, inclusief de reis- coachings- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijdfunctioneringsgesprekken geschaard. De voorkeur daadwerkelijk bestede tijd wordt per werknemer geregistreerd en gedurende 5 jaar bewaard. De registratie is voorzien van een handtekening van werknemer. Eén opleidingsdag staat gelijk aan 8 uur. Per 5 kalenderjaren worden dus 40 uur aan opleidingsactiviteiten besteed. SFT zal bij de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan CAO controle via de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen site van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingTX keur nagaan of een ondernemer TX keur heeft of niet. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Taxivervoer

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en vanaf 1 januari 2008 aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwik- kelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie www.zoetwaren- xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor spe- cifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroe- pen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werk- gever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verwor- ven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing ver- wijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie ge- bonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functione- ren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstroos- ter van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/per- soonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen vol- gen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de op- leidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toedoen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/per- soonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toedoen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement for the Confectionery Industry

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en vanaf 1 januari 2008 aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings- /cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/persoonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toedoen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via Cordares een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand van deze informatie worden gemaakt, werknemer uitbetaald te worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-personeel gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. De werknemer die op of na 1 januari 2013 doch vóór 1 januari 2014 de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgeverwerkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. a. De werkgever is verplicht zijn werknemers de cursus 'Gezond en veilig werken op het dak' (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Per 1 juli 2014 dienen alle werknemers te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. b. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de reis- en verblijfskostenwerkgever zich ervan dat de cursus zoals genoemd onder a., inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door elke arbeidskracht die - hetzij op uitzendbasis of via detachering - tot zijn beschikking is gesteld. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt Per 1 juli 2014 dienen alle arbeidskrachten zoals hier bedoeld te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan maken werkgever en werknemer naderedrie jaar, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenaan deze cursus. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in In zijn hoedanigheid van opdrachtgever vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus zoals genoemd onder a., inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door alle onderaannemers die door hem worden ingezet en, voor zover het scholingsplan is gesteld onderaannemers met personeel betreft, ook door de werknemer(s) van deze onderaannemers. Per 1 juli 2014 dienen alle onderaannemers en hun eventuele personeelsleden te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepassing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroepsbegeleidende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing is verplicht is voor de uit- oefening van de functie werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenscholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer geeft aan welke scholing kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door hem gewenst iseen daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De afspraken cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de hand werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een getekende verklaring van deze informatie worden gemaakt, de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholing vastgelegd scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het jaarlijkse scholingsplanScholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen. b. De werkgever is gerechtigd zijn UTA-werknemer(s) gemiddeld 6 scholingsdagen per 3 jaar te laten volgen met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het dient daarbij te gaan om branchespecifieke opleidingen. Uitgezonderd van deze regeling zijn dus opleidingen die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het ontwikkelen of bijhouden van vaardigheden die in andere branches gelijkelijk toepasbaar zijn. 2. De nadere voorwaarden waaronder recht op scholing en vergoeding van kosten, verbonden aan het volgen van de in lid 1 bedoelde opleidingen bestaat, zijn opgenomen in het scholingsplan wordt betaald reglement Scholing van de Stichting SF BIKUDAK, zoals genoemd in artikel 29 van deze CAO. 3. In afwijking van artikel 5, lid 9 van deze CAO geldt dat de werknemer die de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) gaat volgen en tijdens de cursus of binnen 3 jaar na het behalen van het diploma ontslag neemt, zal, mits het nog steeds dezelfde werkgever betreft bij wie hij ook in dienst was toen hij aan deze cursus begon, een evenredig deel van de cursuskosten – naar rato van het verstreken deel van deze 3 jaar – in rekening gebracht krijgen. Dit evenredig deel bedraagt bij ontslagname - tijdens de cursus: de volledige cursuskosten, voor zover deze niet door het opleidingsinstituut aan de werkgeverwerkgever worden gerestitueerd; - in het eerste jaar na afronding van de opleiding: eveneens de volledige cursuskosten; - in het tweede jaar na afronding van de opleiding: 2/3 van de cursuskosten; - in het derde jaar na afronding van de opleiding: 1/3 van de cursuskosten. a. De werkgever is verplicht iedere werknemer uiterlijk binnen drie jaar na zijn indiensttreding de cursus VakScan (X1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. Verplicht onderdeel hiervan is de reis- cursus ‘Gezond en verblijfskostenveilig werken op het dak’(C1). Indien Iedere werknemer dient te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus cq. aan deze herhaling. In afwijking hiervan dient een nieuwe intreder in de scholing in branche binnen zes maanden na zijn indiensttreding de cursus ‘Gezond en veilig werken op het buitenland plaatsvindt dak’ (C1) te hebben gevolgd. b. In zijn hoedanigheid van inlener vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gevolgd door elke arbeidskracht die - hetzij op uitzendbasis of via detachering - tot zijn beschikking is gesteld. Alle arbeidskrachten zoals hier bedoeld dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan maken werkgever en werknemer naderedrie jaar, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkostenaan deze cursus. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in In zijn hoedanigheid van opdrachtgever vergewist de werkgever zich ervan dat de cursus ‘Gezond en veilig werken op het scholingsplan dak’ (C1), inclusief een driejaarlijkse herhaling, is gesteld gevolgd door alle onderaannemers die door hem worden ingezet en, voor zover het onderaannemers met personeel betreft, ook door de werknemer(s) van deze onderaannemers. Alle onderaannemers en hun eventuele personeelsleden dienen te beschikken over een bewijs van deelname, niet ouder dan drie jaar, aan deze cursus. 5. De jeugdige werknemer die krachtens de Leerplichtwet voltijds onderwijs zou moeten volgen, maar op 20 uur geaccrediteerde wie een besluit Vervangende Leerplicht van toepassing is, volgt 1 of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur 2 dagen per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als beroepsonderwijs via de werknemer daarmee aan de eisen voor Beroepsbegeleidende leerweg (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenBBL). d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en vanaf 1 januari 2008 aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwik- kelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie www.zoetwaren- xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor spe- cifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolgmodules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werk- gever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijt- baar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebon- den, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zo- ver deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met ver- vangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft der- halve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/per- soonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen vol- gen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toeken- ning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de oplei- dingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon ver- zoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toedoen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. 1. Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in bedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. a. Een werknemer volgt scholing (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor zijn huidig of toekomstig functioneren. De scholingskosten (onder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) worden vergoed door de werkgever. b. Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c. Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, tenzij het niet afronden van de scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3. Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderne- ming. 4. Scholing als bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkroos- ter van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het afleggen van een examen plaatsvindt buiten het dienstrooster van de werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd met vervangende vrije tijd zonder toeslag. Het inkomen van de werknemer blijft derhalve gelijk. a. Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/persoonlijk ontwikkelings- plan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in motiveert een eventuele afwijzing op het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die verzoek schriftelijk aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanwerknemer. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door werkgever kan met de werkgeverwerknemer, inclusief voor aanvang van de reis- en verblijfskosten. Indien scholing, de volgende terugbeta- lingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: – tijdens de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over 100%; – tot 1 jaar na afloop van de reis- en verblijfkostenscholing 100%; – tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband Van de regeling kan niet ten nadele van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenworden afgeweken. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindiging van de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan of door eigen toedoen van de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien van De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeengekomen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6. Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)exa- men moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.HOOFDSTUK 10 DIVERSE BEPALINGEN‌‌

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. a. 1. Onder scholing wordt verstaan elke vorm van gestructureerde activiteit, die gericht is op het door de (aspirant-)uitzendkracht verkrijgen, bijhouden, verbreden of verdie- pen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholing wordt niet verstaan het tegen loon (anders dan een vergoeding) verrichten van productieve arbeid die niet in over- wegende mate gericht is op het uitbreiden van eigen kennis en vaardigheden. 2. Uitzendondernemingen zijn verplicht 1,02 procent van het in het desbetreffende jaar aan uitzendkrachten verschuldigde brutoloon als bedoel in artikel 36 lid 5 van deze CAO te besteden aan scholing van uitzendkrachten. Deze collectieve bestedingsver- plichting omvat tevens alle uitkeringen in het kader van een persoonlijk opleidings- budget (P.O.B., zie verder lid 5 van dit artikel) en bestede scholingskosten. 3. Onder scholingskosten worden verstaan: de ten laste van de werkgever komende directe loonkosten van de uitzend- krachten die in werktijd opleidingen volgen (gederfde arbeidskosten); de met het verzorgen of organiseren van (in- en externe) opleidingen gemoeide directe en indirecte kosten, daaronder begrepen de kosten van het daarbij betrokken personeel; 36 C A O V O O R U I T Z E N D K R A C H T E N 2 0 0 7 alle overige kosten waaronder begrepen kosten betaald aan opleidingsinstanties, reis- en verblijfkosten en vergoedingen van studiekosten. 4. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: iedere genoten scholing duurt ten minste drie uur; bij de scholing is een begeleider aanwezig; daar waar effectieve scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, moet minimaal op afstand begelei- ding beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een helpdesk; na afloop van de activiteit wordt door of namens de uitzendonderneming de scholing met de uitzendkracht geëvalueerd. 5. De werkgever bepaalt uitzendkracht werkzaam in fase B heeft recht op een P.O.B. Het P.O.B. zal worden opgebouwd vanaf het moment dat de uitzendkracht werkzaam is in fase B met één procent van het feitelijk loon. Reeds in fase A, na in 26 weken arbeid te hebben ver- richt, zal de uitzendonderneming aanvangen met de opbouw van het P.O.B. met voornoemd percentage. In fase A bestaat geen individueel recht op het gebruiken van het P.O.B. voor de uitzendkracht. 6. De uitzendkracht zal in overleg met ORde uitzendonderneming het saldo van het P.O.B. aanwenden voor opleidingsdoeleinden. Alle directe scholingskosten als bedoeld in lid 2 van dit artikel gemaakt ten behoeve van die uitzendkracht, PVT ook in fase A, zowel door de uitzendkracht als door de uitzendonderneming, zullen worden verrekend met het saldo van het P.O.B., dan wel de collectieve som ad 1,02 procent. De indirec- te scholingskosten zullen worden verrekend met de collectieve som ad 1,02 procent. 7. Voorzover een uitzendkracht gedurende fase B geen scholing heeft genoten zal het resterend saldo van het P.O.B. zes weken na het einde van het dienstverband auto- matisch worden uitgekeerd, tenzij: 1. aansluitend aan fase B een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met de inle- nende onderneming dan wel overgegaan wordt naar fase C bij de uitzendonder- neming waar de uitzendkracht werkzaam is; 2. scholing aan de uitzendkracht is aangeboden, maar door deze is geweigerd; 3. de uitzendkracht een dringende reden heeft gegeven tot beëindiging van de uit- zendovereenkomst. 8. Uitkering van het resterend saldo van het P.O.B. als hierboven onder lid 7 bedoeld kan, indien de uitzendonderneming dit wenst en de uitzendkracht daarmee instemt, tevens geschieden in de vorm van een scholingsvoucher. 9. Indien de uitzendkracht en/of werknemer welke de uitzendonderneming dit wenst, zal er een gesprek plaatsvinden tussen de uitzendonderneming en de uitzendkracht aangaande de invulling van een persoonlijk ontwikkelingsplan (P.O.P.). 10. Wordt aan de uitzendkracht scholing aangeboden, dan komen partijen dit schriftelijk overeen, waarbij onder meer leerdoelen en omvang van de scholing worden vastge- legd. 11. Uitzendondernemingen zijn verplicht jaarlijks vóór 1 juli een gewaarmerkte schrifte- C A O V O O R U I T Z E N D K R A C H T E N 2 0 0 7 37 lijke verklaring aan de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) te ver- strekken betreffende de bestedingen aan scholing in het afgelopen kalenderjaar en de wijze waarop die bestedingen plaatsvonden, een en ander vergezeld van een ver- klaring omtrent de juistheid van de verstrekte cijfers van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent. 12. De uitzendkracht die een uitzendovereenkomst heeft in fase B, heeft recht op scho- ling indien en voorzover zijn P.O.B. toereikend is voor de uit- oefening financiering daarvan. 13. Scholing heeft ten doel de arbeidsmarktpositie van de functie uitzendkracht te versterken en is functie- en/of arbeidsmarktgerelateerd. De scholing vindt plaats in overleg tus- sen de uitzendkracht en de bijbehorende functie- ontwikkelinguitzendonderneming. 14. De registratie uitzendonderneming is bevoegd bij de uitzendkracht, indien en voorzover het P.O.B. niet toereikend is voor de financiering van de scholing, een eigen bijdrage in de scholingskosten te bedingen. Deze eigen bijdrage zal niet meer bedragen dan 50 procent van het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenmeerdere boven het P.O.B. De bijdrage kan bestaan uit een bijdrage ineens en/of een periodieke eigen bijdrage. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan Deze laatste kan gedurende de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanuitzend- overeenkomst bestaan uit een inhouding per uur. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten15. Indien de scholing in uitzendonderneming meer scholingskosten vergoedt dan dat het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadereP.O.B. bedraagt, onderling te bepalen afspraken over kan de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld uitzendonderneming voor dat meerdere bij de uitzendkracht bedin- gen dat hij dat geheel of gedeeltelijk terugbetaalt als de uitzendkracht de opleiding niet (met goed gevolg) afrondt of de uitzendovereenkomst voortijdig op 20 uur geaccrediteerde initiatief of anderszins erkende scholing bij door toedoen van de uitzendkracht wordt beëindigd. In dat geval treft de uitzend- onderneming een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholingredelijke terugbetalingsregeling met de uitzendkracht. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als terug- betaling zal niet meer bedragen dan de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur bijdrage van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt uitzendonderneming boven het gebruikelijke uurloon aan P.O.B. Tevens is de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn uitzendonderneming bevoegd tot verrekening van dat meer- dere bij de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingeindafrekening. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Voor Uitzendkrachten

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde ma- teriaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie www.zoetwaren-on- xxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. Ten behoeve van inzet van adviseurs en het ontwikkelen van vervolg- modules in het kader van het scholingstraject is afgesproken dat de heffing van 0,1% van de loonsom zal worden gecontinueerd. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursus- geld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald ver- goed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de moge- lijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooroplei- ding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scho- ling. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werk- nemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderneming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkrooster van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor beno- digde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantra- ject/persoonlijk ontwikkelingsplan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scho- ling, de volgende terugbetalingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: - tijdens de scholing 100%; - tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; - tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer worden af- geweken. d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepas- sing bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer of door eigen toedoen van de werknemer. e De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid kan niet overeenge- komen worden bij scholing als bedoeld in lid 2. 6 Aan de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen werkgever een halfjaar na opleiding volgt en daarvoor een (vak)examen moet afleggen, zal per kalenderjaar 1 dag vrijaf worden gegeven om zich op het ontstaan examen voor te bereiden en de benodigde tijd voor het afleggen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingexamen zelf. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplich- ting, gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het woord, onder andere verstaan: de cursuskos- ten; de kosten voor het organiseren van een interne en / of externe scholing; de vergoedingen van reis- en verblijfskosten en de ontwikkelingskosten. Opleidingstijd voor het in opdracht van de werkgever bepaalt in overleg met ORvolgen van een, PVT voor de functie vereiste, opleiding is voor rekening van de werkgever. Reistijd nodig om van en naar een cursus of werknemer welke scholing opleiding toe te gaan is niet voor rekening van werkgever. Als werkgever op grond van toepasselijk Unierecht, toepasselijk nationaal recht of op grond van deze cao, verplicht is zijn werknemer scholing te verstrekken, dan geldt het voorgaande niet en is de desbetreffende reistijd wel voor de uit- oefening rekening van werkgever. De opleidingstijd van een werknemer die ook OV werk doet (conform hoofdstuk 6 van deze CAO) wordt uitbetaald tegen het van toepassing zijnde uurloon rijdend personeel dat is opgenomen in artikel 3.5. Werkgevers kunnen in geval van opleidingen die middels e-learning worden verzorgd, voor het berekenen van de functie te vergoeden opleidingstijd uitgaan van hetgeen de e-learning instituten aangeven als benodigde opleidingstijd of, indien er geen opleidingstijd bekend is, zelf de gemiddelde benodigde opleidingstijd vaststellen gebaseerd op de tijd die een aantal personen die de e-learning hebben uitgeprobeerd, nodig hadden. De kosten van overige examens incl. de kosten van minimaal één herexamen zijn voor rekening van werkgever. Kosten van meer herexamens hoeft werkgever niet voor zijn rekening te nemen. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, dient begeleiding beschikbaar te zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, dient de werkgever met de werknemer een gesprek te voeren over zijn behoefte aan scholing. Daarbij wordt tevens aan de orde gesteld in hoeverre de individuele scholingsbehoefte van de werknemer aansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Wanneer aan de werknemer scholing wordt aangeboden, komen de werkgever en de bijbehorende functie- ontwikkelingwerknemer dit schriftelijk overeen. De registratie Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor M.U.P.-krachten en parttime krachten mag het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten aantal opleidingsdagen naar rato van het aantal verloonde uren bepaald worden. De werknemer geeft aan welke scholing , waarbij de volgende berekeningsmethode dient te worden gehanteerd door hem gewenst is. De afspraken die werkgever: per 1 januari van ieder kalenderjaar wordt de omvang van het dienstverband bepaald aan de hand van deze informatie worden gemaakthet gemiddelde van het aantal gewerkte uren in voorafgaand kalenderjaar; indien de M.U.P.-kracht en parttime klacht in voorgaand kalenderjaar niet volledig heeft gewerkt, worden als scholing vastgelegd wordt de omvang van het dienstverband naar rato van de duur van het dienstverband bepaald). Deze opleidingsdagen mogen direct in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing eerste kalenderjaar al gegeven worden, of anders minimaal 1 opleidingsdag per kalenderjaar. Het is niet toegestaan de opleidingsdagen op te sparen en pas in een later stadium ineens te besteden. Werkgever en werknemer bepalen onderling wanneer deze opleidingsdagen genoten worden en waaraan deze worden besteed. SFM zal een lijst opstellen van activiteiten waaraan deze opleidingsdagen besteed kunnen worden, welke na goedkeuring van CAO partijen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. Werkgevers en werknemers kunnen hiervoor suggesties aanleveren bij het scholingsplan SFM. Voor taxibedrijven die beschikken over TX-keur moet met de opleidingseisen van TX-keur rekening gehouden worden. Taxibedrijven die beschikken over TX-keur voldoen al aan deze bepaling. Zij hoeven dus buiten de vereisten van TX-keur om niet nog eens 5 opleidingsdagen aan te bieden. Daarbij wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostener van uitgegaan dat het hier om volledige opleidingsdagen gaat. Indien de werkgever scholing in het buitenland plaatsvindt noodzakelijk acht vanwege opleidingsvereisten van opdrachtgevers of vanwege de uitoefening van de functie door de werknemer, dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee verplicht aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijddeze scholing mee te werken c.q. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijddeel te nemen. De voorkeur scholingskosten, zoals eerder genoemd, komen volledig voor rekening van de werkgever. In afwijking hiervan komen de scholingskosten (met uitzondering van de opleidingstijd) gedeeltelijk voor rekening van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan wanneer de werknemer betaald behoudens scholing in het weekendontslag neemt resp. wordt ontslagen, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van waarbij dit ontslag de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers te verwijten is: a. binnen een halfjaar één jaar na het ontstaan behalen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk een diploma of certificaat 75% b. binnen twee jaar na het behalen van de werkgevers een diploma of certificaat 50% c. binnen drie jaar na het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.behalen van een diploma of certificaat 25%

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Zorgvervoer en Taxi

Scholing. a. 1. Onder scholing wordt verstaan: elke vorm van een gestructureerde activiteit die gericht is op het door de werknemer verkrijgen van kennis en/of vaardigheden. Onder een gestructureerde activiteit wordt verstaan een activiteit die aan de volgende voorwaarden voldoet: iedere genoten scholing duurt tenminste 3 uur; bij de scholing is begeleiding vereist; daar waar scholing mogelijk is door middel van een interactief systeem, zal begeleiding beschikbaar zijn en na afloop wordt door of namens de werkgever de scholing met de werknemer geëvalueerd. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke is verplicht scholing verplicht aan te bieden die noodzakelijk is voor de uit- oefening uitoefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingfunctie. 2. De registratie scholing hoort een bijdrage te leveren aan de verruiming van de mogelijkheden in de huidige functie van de werknemer, ongeacht of de scholing wordt aangemerkt als een aan de functie van de werknemer verbonden wettelijke verplichting. 3. Onder scholingskosten wordt, in de ruimste zin van het voor woord, onder andere verstaan: de loonkosten van werknemers die een scholing volgen; de kosten bij het organiseren van een interne en/of externe scholing, inschrijvingskosten, tentamen- en examenkosten, kosten van verplichte boekenaanschaf en studiemateriaal vergoedingen van reis- en verblijhosten en stimulerings- en ontwikkelingskosten. 4. Aan het verkrijgen van een vergoeding van de scholingskosten zijn de volgende voorwaarden verbonden: a. de opleiding wordt gevolgd bij een officieel erkend opleidingsinstituut; b. de opleiding levert een bijdrage aan de verruiming van de mogelijkheden in de huidige of toekomstige functie van de werknemer; c. de werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordendraagt de verantwoordelijkheid de opleiding tot een goed einde te brengen. 5. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die overlegt aan de hand werkgever een verklaring alsmede een fotokopie van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanbehaalde examen/ tentamen/certificaat. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door 6. Ieder jaar, of zoveel eerder als wenselijk, voert de werkgever, inclusief werkgever met de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken een gesprek over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende zijn behoefte aan scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee Daarbij wordt tevens aan de eisen voor (her)registratie orde gesteld in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien hoeverre de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur individuele scholingsbehoefte van de werknemer wordt daarbij gevolgdaansluit bij het opleidingsaanbod van de werkgever. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon Als aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekendwordt aangeboden, dan zijn komen de bepalingen van artikel 4.9 werknemer en 4.10 van deze cao van toepassingde werkgever dit schriftelijk overeen. e. Ten aanzien 7. De scholingskosten, zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel, komen in beginsel volledig voor rekening van de werkgever. De scholingskosten komen, met uitzondering van de scholingskosten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de functie, gedeeltelijk voor rekening van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder als de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg arbeidsovereenkomst anders dan met elkaar verrekenen. Als de werkgevers wederzijds goedvinden wordt beëindigd: a. binnen een halfjaar 1 jaar na het ontstaan behalen van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk een diploma of certificaat: 75 procent; b. binnen 2 jaar na het behalen van de werkgevers een diploma of certificaat: 50 procent; c. binnen 3 jaar na het recht op scholingbehalen van een diploma of certificaat: 25 procent. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Voor Signbedrijven

Scholing. a. De 1. Werkgever en ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging zullen jaarlijks afspraken maken over een scholingsplan, waarin ook aan de orde komen de kosten en tijd (in en buiten werktijd). Artikel 27 lid 1g van de Wet op de Ondernemingsraden (instemmingsrecht) is van toepassing. Indien de werkgever bepaalt geen scholingsplan heeft vastgesteld, heeft de werknemer recht op maximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. Op basis van declaratie kan dat ook in overleg geld tot een maximum van het bedrag dat overeenkomt met OR3 doorbetaalde scholingsdagen. Zowel de werknemer als de werkgever hebben al dan niet op basis van het opleidingsplan het initiatiefrecht tot het aanvragen c.q. het aanbieden van een opleiding in het kader van een goede functievervulling en/of loopbaanontwikkeling. Het eindoordeel over het verzoek tot (vergoeding van) opleiding ligt bij de werkgever, PVT die dit oordeel bij voorkeur baseert op het scholingsplan. Indien in een individueel geval de werkgever beslist dat een opleiding niet voor vergoeding in aanmerking komt, zal de werkgever deze beslissing desgevraagd gemotiveerd en schriftelijk aan de werknemer kenbaar maken. 2. Werknemers die vanwege zwangerschap of werknemer welke scholing verplicht is het verzorgen van kinderen het dienstverband verbreken doch uitdrukkelijk te kennen geven binnen 2 jaren te willen herintreden, worden in de gelegenheid gesteld in deze periode kosteloos te blijven deelnemen aan interne opleidingen en werkinstructies. 3. Opleidingen die nodig zijn voor de uit- oefening uitoefening van de functie en komen zowel qua tijd als qua kosten volledig voor rekening van de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten wordenwerkgever. 4. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst ismet een dienstverband voor onbepaalde tijd kan één maal per vijf jaar gebruik maken van zijn individueel recht op EVC binnen werktijd. De afspraken die aan werkgever heeft de hand mogelijkheid een werknemer te verplichten een EVC-traject te volgen. EVC is onderdeel van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskostenals vermeld in lid 1 van dit artikel. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur Op verzoek van de werknemer kan scholing om een naast hoger WEB-niveau te behalen, ook onderdeel zijn van dit EVC-traject. Bij het ontbreken van een scholingsplan wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt de tijd gemoeid met het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen volgen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg een EVC- traject verrekend met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingmaximaal 3 doorbetaalde scholingsdagen per kalenderjaar. De werkgever vergoedt daarnaast de kosten van een individueel EVC-traject tot een maximum van € 1.000,-. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning5. Werknemers die bij reorganisaties boventallig worden verklaard, intervisie en coachingkunnen gebruik maken van hun individueel recht op EVC.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Scholing. a. De werkgever bepaalt 1 Iedere onderneming is verplicht een scholingsplan te ontwikkelen en aan te bieden aan de werknemers. Het voor de sector ontwikkelde materiaal dient hiervan een onderdeel te vormen. Zie xxx.xxxxxxxxx-xxxxxx.xx Vanuit de sector worden adviseurs ingezet om werkgevers te helpen bij het ontwikkelen van een scholingsplan. Verplichte scholing zal in overleg met ORbedrijfstijd plaatsvinden. Bij het ontwikkelen van de scholingsplannen zal extra aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, PVT of zoals werknemers ingeschaald in de laagste loongroepen. a Een werknemer welke scholing verplicht volgt xxxxxxxx (cursus, opleiding) op verzoek van de werkgever, als dit noodzakelijk is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkelingzijn huidig of toekomstig functioneren. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten scholingskosten (diploma’sonder andere scholings-/cursusgeld, materiaalkosten, eventuele reis- en verblijfkosten) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald vergoed door de werkgever. b Scholing op verzoek van de werkgever zal aansluiten bij de mogelijkheden en capaciteiten van de werknemer. Een vooropleiding(straject) kan nodig zijn. c Werknemer spant zich maximaal in bij het doorlopen van de scholing. Bij de beoordeling van de resultaten zal vooral gekeken worden naar de verworven kennis gedurende de scholing. Als het een werknemer niet lukt de scholing met goed gevolg af te ronden dienen hier geen consequenties aan verbonden te worden, inclusief tenzij het niet afronden van de reis- scholing verwijtbaar is aan de werknemer. Uitzondering daarop zijn de bij wet voorgeschreven, aan de functie gebonden, certificaten. 3 Een werkgever honoreert een scholingsverzoek van een werknemer, voor zover deze scholing noodzakelijk is voor het huidig of toekomstig functioneren van de werknemer binnen de onderne- ming. 4 Scholing als bedoeld in lid 1 en verblijfskosten2 van dit artikel vindt zoveel mogelijk plaats binnen het werkroos- ter van de werknemer. Indien de scholing als bedoeld in lid 2 en 3 of het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij afleggen van een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing examen plaatsvindt buiten werktijd worden het dienstrooster van de uren uitbetaald of werknemer, wordt de daarvoor benodigde tijd gecompenseerd in met vervangende vrije tijdtijd zonder toeslag. De voorkeur Het inkomen van de werknemer wordt daarbij gevolgdblijft derhalve gelijk. a Als een werknemer in het kader van een individueel loopbaantraject/persoonlijk ontwikkelings- plan een verzoek indient om scholing te mogen volgen, neemt de werkgever dit verzoek in overweging. Daarbij wordt Ingeval van toekenning zullen afspraken gemaakt worden over de verdeling van de opleidingskosten. De werkgever motiveert een eventuele afwijzing op het gebruikelijke uurloon verzoek schriftelijk aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassingwerknemer. e. Ten aanzien b De werkgever kan met de werknemer, voor aanvang van de scholing, de volgende terugbeta- lingsregeling van de scholingskosten overeenkomen: – tijdens de scholing 100%; – tot 1 jaar na afloop van de scholing 100%; – tot 2 jaar na afloop van de scholing 50%. c Van de regeling kan niet ten nadele van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholingworden afgeweken. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.d De terugbetalingsregeling als bedoeld in dit lid is enkel van toepassing bij beëindiging van de

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Scholing. a. 1 De werkgever bepaalt in overleg met ORwerkgevers zijn verplicht ertoe mede te werken, PVT dat de werknemers, indien zij dit xxxxxx, vakonderwijs volgen aan een school of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplanbedrijfsschool. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald 2 Indien de vakopleiding voor niet-partieel leerplichtigen plaatsvindt tijdens de werktijd en buiten de werkplaats, zullen aan werknemers de verzuimde uren door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij worden vergoed tot een dienstverband maximum van meer dan 8 acht uur per week. 3 Ook zullen de verzuimde werkuren worden vergoed voor het doen van een examen, verband houdende met de vakopleiding. 4 Met instemming van de werkgever wordt de werknemer in staat gesteld om gedurende 4 dagen per jaar met behoud van loon een vakgerichte cursus te volgen, niet zijnde de vakopleiding als bedoeld in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel. Bij Een scholingsverzoek van de werknemer voor een dienstverband door de Stichting Sociaal Fonds Parket erkende opleiding wordt in beginsel gehonoreerd, tenzij dit redelijkerwijs op grond van gelijk zwaarwegende bedrijfsomstandigheden niet mogelijk is. 5 De werknemer wordt in staat gesteld om gedurende 4 dagen per jaar met behoud van loon een cursus of minder opleiding buiten het eigen vakgebied dan 8 uur per week wel buiten de sector te volgen, of een loopbaanoriëntatie binnen of buiten de sector te doen. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden: - binnen het bedrijf waar de werknemer werkzaam is, is sprake van inkrimping, reorganisatie of verplaatsing van bedrijfsactiviteiten; of - het volgen van de cursus, opleiding of loopbaanoriëntatie vloeit voort uit een loopbaanadvies van een onafhankelijk instituut. - de werknemer in een situatie terecht is gekomen waarbij de continuïteit van zijn dienstbetrekking in het geding is. 6 Voor zover nodig om te kunnen voldoen aan de verplichtingen inzake bedrijfshulpverlening en/of EHBO zal de werkgever aan de werknemer alle kosten, zoals cursus-, examen-, reiskosten vergoeden alsmede het loon betalen indien de cursus buiten werktijd plaatsvindt zo nodig verhoogd met het extra inkomen als bedoeld in artikel 13 (overwerk). 7 Iedere werknemer heeft werknemer recht op een minimumaantal loopbaanadvies 1 keer per 3 jaar bij een onafhankelijk instituut. De kosten komen voor rekening van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als het Sociaal Fonds mits de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in daartoe voorafgaand een aanvraag bij het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoenbestuur heeft ingediend en er naar oordeel van het bestuur voldoende geldmiddelen beschikbaar zijn. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement