Rapportage 1. De rapportage bedoeld in artikel 5.27 van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Rbs) bevat, naast de in dit artikel bedoelde gegevens, tevens: – een overzicht van alle toestellen die aan het einde van het verslagjaar aanwezig zijn, gespecificeerd naar maximale hoogspanning en toepassing; – een overzicht van relevante wijzigingen van de situatie, binnen het kader van de vergunning; – een overzicht van controlewerkzaamheden die door of namens de stralingsbeschermingsdeskundige zijn uitgevoerd en de resultaten daarvan; – een actuele opgave van de totale stralingsbelasting voor het milieu ten gevolge van alle bronnen binnen de locatie tezamen. De stralingsniveaus buiten de locatie worden in kaart gebracht met behulp van een plattegrond van de locatie.
Effectrapportage Dit onderdeel bevat de effectrapportage, zoals bedoeld in artikel 49b Wmg. De NZa zal beoordelen of deze rapportage voldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie. II.1 Vermeld de doelstellingen van de voorgenomen concentratie. Wat willen de betrokken organisaties bereiken met de concentratie? (Zie paragraaf 2.1 van de Toelichting) Zeelandcare heeft grote financiële problemen (jaarrekening 2015 is als bijlage bijgevoegd). De afgelopen jaren is verlies gemaakt en het eigen vermogen is negatief. Door de financiële problemen is de jaarrekening 2015 pas in januari 2016 gedeponeerd. Indien niet op zeer korte termijn wordt ingegrepen dreigt faillissement. De continuïteit van de zorg is dan niet geborgd. Aangezien Zeelandcare de enige aanbieder van dialysezorg is in het werkgebied van het ADRZ is dit zeer zorgelijk. De relatie tussen Zeelandcare en ADRZ is dusdanig vervlochten dat dit tot problemen leidt in de uitvoering en hoge administratieve lasten met zich meebrengt. Er bestaan op dit moment 96 SLA’s tussen de beide organisaties. (zie bijlage overzicht SLA’s). Op dit moment bestaat de afspraak tussen het ADRZ en Zeelandcare dat de organisatie met de zwaarste verrichting de DOT declareert bij de zorgverzekeraar. ADRZ is de mening toegedaan dat wellicht een juiste duiding van de registratieregels zorgtrajecten van de NZa is dat daar waar het zorgtraject start de zorg gedeclareerd wordt bij de zorgverzekeraar. Dat zou meebrengen dat het merendeel van de verzekerde zorg van Zeelandcare wordt gedeclareerd door het ADRZ. Dit houdt in dat het hoofdaannemerschap logischerwijze bij het ADRZ zou liggen en ADRZ deze zorg zou moeten declareren. Dit is de afgelopen jaren niet zo uitgevoerd. Daarnaast is voor patienten onduidelijk welke zorgaanbieder factureert en welke verrichtingen door welke zorgaanbieder worden geleverd in hetzelfde zorgtraject. Uit overleg met de grootste zorgverzekeraar CZ blijkt dat zij voorstander zijn van het weer terugbrengen van bepaalde zorg uit Zeelandcare in het ADRZ gezien de verwevenheid van de zorgtrajecten en huidige onduidelijkheid voor patiënten door welke zorgaanbieder welke zorg geleverd wordt op welke locatie. CZ heeft duidelijk aangegeven de kaakchirurgie buiten het ADRZ te willen houden, aangezien ze deze zorg prima geschikt vinden om zich buiten het ziekenhuis te organiseren. De tweede betrokken zorgverzekeraar VGZ volgt de lijn van CZ. De twee aandeelhouders beogen met de ontvlechting Zeelandcare te behouden als organisatie en de continuiteit van zorg voor de patient dicht bij huis te borgen. II.2 Vermeld de redenen om te kiezen voor een concentratie. Welke alternatieven zijn in beschouwing genomen? Waarom heeft de concentratie de voorkeur gekregen? (Zie paragraaf 2.1 van de Toelichting) Zoals toegelicht in het antwoord op vraag II.1 kent Zeelandcare financiele problemen. Daar komt bij dat de facturen (voor onderlinge dienstverlening) van ADRZ door Zeelandcare niet worden betaald. Inmiddels bedraagt de rekening-courant vordering van ADRZ meer dan […]. […] Voor nieuwe toekomstige investeringen kan Zeelandcare niet anders dan opnieuw een beroep doen op de twee aandeelhouders. Indien de komende jaren geen investeringen worden gedaan in de Dialyse activiteiten wordt de kwaliteit en veiligheid van de geleverde zorg een risico. Het gaat hierbij om investeringen van rond de […]euro. Het alternatief voor de overname van een aantal activiteiten van Zeelandcare is in feite het faillissement van Zeelandcare. Er waren derhalve twee scenario’s: 1. ontvlechten van Zeelandcare door overname activiteiten 2. invorderen door ADRZ van openstaande vorderingen, leidend tot faillissement van Zeelandacre De keuze voor ontvlechting is ingegeven doordat ADRZ in dat geval meer controle heeft op het proces en de zorg die geleverd gaat worden. Voor de patient ontstaat er meer duidelijkheid over verwijzing en vergoeding door de zorgverzekeraar. Financieel gezien zijn voor het ADRZ de twee scenario’s in eerste aanleg gelijkwaardig. Synergie en kosteneffectief werken leidt in het geval van ontvlechting tot een licht positieve bijdrage aan het resultaat van ADRZ na 2017. II.3 Beschrijf de structuur van de organisatie, voor en na de concentratie. Voeg organogrammen toe van de oude en de nieuwe structuur. Het gaat hier zowel om de structuur van eigendom, de bestuurlijke structuur en de bijbehorende verantwoordelijkheidsverdeling, alsook de organisatiestructuur. (Zie paragraaf 2.2 van de Toelichting) II.4 Beschrijf onder a t/m i de gevolgen van de concentratie voor de cliënt en het integratie- /veranderproces met betrekking tot de zorgverlening. Ga bij beantwoording van de vragen a t/m h uit van het tijdsbestek waarbinnen alle uit de concentratie voortkomend veranderingen in de zorgverlening zijn gerealiseerd. (Zie paragraaf 2.3 van de Toelichting) a. Geef aan wat er verandert in het aanbod van zorg en welke gevolgen dit heeft voor de zorgverlening aan de cliënt. Het aanbod van zorg verandert niet door de splitsing van Zeelandcare. De splitsing is er juist op gericht de huidige door Zeelandcare aangeboden zorg te behouden voor de patienten en voor Zeeland. De zorg die Zeelandcare B.V. thans aanbiedt via Dialyse Zorg Zeeland B.V. , Zorgboulevaart De Walcheren B.V. en Victoriakliniek B.V. Het gaat daarbij om de volgende zorg: dialyse, urologie, anesthesiologie, orthopedie, chirurgie, pijnbestrijding en KNO. ADRZ neemt deze zorgactiviteiten over inclusief het personeel betrokken bij genoemde zorg. Deze zorg wordt in zijn geheel ondergebracht in de staande organisatie van ADRZ. Van vervallen of uitbreiden is geen sprake. b. Geef aan of zorgprocessen worden (her)ingericht en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt. Denk bijvoorbeeld aan de volgende vragen: In hoeverre verschillen de zorgprocessen van de betrokken organisaties van elkaar? Hoe wordt hiermee omgegaan? In hoeverre worden de zorgprocessen gewijzigd en/of op elkaar afgestemd? proces van de huidige Zeelandcare activiteiten (waarschijnlijk) aan moeten passen op het gebied van preoperatieve screening (niet meer digitaal) en recovery. Hierover heeft het ADRZ overleg met de IGZ. Om deze aanpassingen in kaart te brengen zal ADRZ tevens een audit laten uitvoeren bij Zeelandcare. […]Kwaliteit en veiligheid van zorg worden geborgd door de aanpassing van een aantal processen. Ten aanzien van de preoperatieve screening heeft […] Ten aanzien van de recovery zijn er signalen dat […] […][…]. […]Afhankelijk van de uitkomsten van de audit vindt er zo nodig aanpassing plaats met betrekking tot de recovery. Beide thema’s zijn ingegeven door de zorg voor patientveiligheid. Mogelijke wijzigingen worden doorgevoerd in het kader van borging belangen van de patient. c. Geef aan of het aantal locaties waar zorg wordt verleend wijzigt en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt. Het ADRZ is niet voornemens de locaties te veranderen. De huurcontracten behorende bij de activiteiten die overgaan naar het ADRZ zullen voor de komende jaren overgaan van Zeelandcare naar het ADRZ. d. Geef aan welke verplaatsingen van zorgaanbod zijn voorzien en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt. Er zal geen sprake zijn van letterlijke verplaatsing van zorgaanbod voor wat betreft de zorg die wordt overgenomen door ADRZ. ADRZ neemt de huur over van de locaties waar de over te nemen activiteiten thans worden uitgevoerd. Van verplaatsing van zorg in overdrachtelijke zin is wel sprake, nu de zorg weliswaar op dezelfde locatie, wordt aangeboden onder de vlag van ADRZ en niet meer onder de vlag van Zeelandcare B.V. De verwijspatronen voor de huisartsen zullen veranderen in die zin dat er geen keuze meer is tussen het aanbod van ADRZ en het aanbod van Zeelandcare, althans voor de activiteiten die ADRZ overneemt. e. Geef aan of er wijzigingen van de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties worden voorzien en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt. f. Beschrijf de veranderingen in de organisatie van zorgverlening. g. Geef aan of andere wijzigingen worden voorzien met gevolgen voor de cliënt en welke gevolgen deze wijzigingen hebben voor de cliënt. Doordat het ADRZ na overname van de activiteiten de beschikking heeft over meer locaties dan nu wordt de patient een grotere keuzevrijheid geboden voor wat betreft de locatie van de behandeling. h. Beschrijf per kwartaal de te zetten stappen om de veranderingen zoals beschreven onder a tot en met f hierboven te realiseren en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt. De overname van de eerder genoemde activiteiten door ADRZ wordt geffectueerd op het moment dat de opschortende voorwaarden in de overeenkomst tussen partijen zijn vervuld. De belangrijkste daarvan is het verlenen van goedkeuring door de NZa. Op het moment van levering van de activa en de overgang van de medewerkers behorend bij de activa, vallen de overgenomen activiteiten onder de ADRZ en wordt de zorg onder de vlag van ADRZ aangeboden. i. Beschrijf de belangrijke risico’s die zich tijdens en na het integratie-/veranderproces kunnen voordoen en geef per risico aan op welke wijze deze risico’s zullen worden ondervangen. Geef aan welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Rapportering 7.1 De rapportering vindt plaats conform projectvoorstel, offerte of overeenkomst. Indien de onderzoeksopzet of overeenkomst geen wijze van rapporteren is gespecificeerd, geschiedt rapportering in het Nederlands en volgens de normen van goed vakmanschap. Indien geen rapporteringsmedium is afgesproken, bepaalt Opdrachtnemer het medium dat hiervoor wordt gebruikt.
Premievaststelling Wij stellen vóór iedere nieuwe verzekeringstermijn de premie voor dat verzekeringsjaar vast. Deze premiewijziging beschouwen we niet als een wijziging van de verzekering zoals omschreven in het hoofdstuk Herziening van tarieven en/of voorwaarden.
De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx). 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.
Resultaatverwachting Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria Verzorgde administratie - controleren of de aangeleverde gegevens kloppen - vragen naar uitleg bij onduidelijkheden aan verantwoordelijke medewerker - verwerken van gegevens in de administratie volgens voorschriften - nauwkeurigheid en actualiteit van bijgehouden administraties Rapportage en analyse - maken van overzichten, samenvattingen en rapportages - signaleren van knelpunten en deze melden aan leidinggevende of directie - juistheid van gegevens - tijdigheid van signaleren en melden van knelpunten Crediteuren - verwerken van binnenkomende facturen volgens voorschriften - juistheid en actualiteit van en afstemmen met betrokkenen bij onduidelijkheden in- en administratie extern - tijdigheid van betalen - verzorgen van de crediteuren administratie - gereedzetten voor betaling Debiteuren - verwerken van rekeningen/facturen - juistheid en actualiteit van - ophelderen van onduidelijkheden door navraag bij betrokkenen administratie - verwerken van betalingen in de administratie - tijdigheid van versturen - bewaken van krediettermijnen, zonodig betalingsherinneringen betalingsherinneringen en versturen en leidinggevende hierover informeren innen facturen Bijdrage aan totstandkoming - voorbereiden en verzorgen van periodieke rapportages - betrouwbaarheid van rapportage - voorbereiden van belastingaangiften weergave financiële positie - melden van bijzonderheden aan leiding en resultaten - zonodig betrekken van externe partijen bij de voorbereiding - tijdige afstemming met - bespreken met leidinggevende van concepten leiding Verzorgde afdrachten - opmaken en afstemmen van afdrachten van belastingen, - correctheid afdrachten (verzekerings-)premies en dergelijke De medewerker die direct onder de directie valt en volledig verantwoordelijk is voor diens eigen vakgebied en geheel zelfstandig functioneert en naast uitvoerend werk een coördinerende rol vervult en een beleidsmatige bijdrage levert aan de organisatie, kan bij goed functioneren, blijkend uit een beoordeling of functioneringsverslag, na het bereiken van het maximum van schaal V, doorgroeien naar het maximum van schaal VI. Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.
Milieuaantasting De uitstoot, lozing, doorsijpeling, loslating of ontsnapping van enige vloeibare, vaste of gasvormige stof, voor zover die een prikkelende of besmetting of bederf veroorzakende of een verontreinigende werking heeft in of op de bodem, de lucht, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang).
Gegevensuitwisseling XXXX stelt de gevalideerde meetgegevens ter beschikking conform de wettelijke en reglementaire bepalingen en dit minstens op maandelijkse basis. De gevalideerde meetgegevens betreffen volgende kwartuurmeetgegevens per Toegangspunt: A+ (P+) Positieve actieve energie Actieve energie van XXXX-Net naar Netgebruiker I+ (Q1) Positieve inductieve energie Inductieve energie bij positieve actieve energie van XXXX-Net naar Netgebruiker C- (Q4) Negatieve capacitieve energie Capacitieve energie bij positieve actieve energie van XXXX-Net naar Netgebruiker In geval er een teruglevering is van de Installatie van de Netgebruiker naar het ELIA-Net, betreffen de gevalideerde meetgegeven volgende kwartuurmeetgegevens per Toegangspunt: A- (P-) Negatieve actieve energie Actieve energie van Netgebruiker naar ELIA-Net C+ (Q2) Positieve capacitieve energie Capacitieve energie bij positieve actieve energie van Netgebruiker naar ELIA-Net I- (Q3) Negatieve inductieve energie Inductieve energie bij positieve actieve energie van Netgebruiker naar ELIA-Net XXXX stelt de meetgegevens op dagbasis ter beschikking van de Netgebruiker op niet- gevalideerde wijze, en dit in de mate dat de middelen redelijkerwijs beschikbaar zijn. Voor wat betreft de in voorkomend geval door XXXX ter beschikking gestelde niet-gevalideerde meetgegevens, verschaft XXXX geen garantie met betrekking tot hun volledigheid en juistheid. XXXX kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade voortvloeiend of verband houdend met deze niet-gevalideerde meetgegevens. Specifieke dienstverleningen inzake het ter beschikking stellen van meetgegevens, bijkomend aan de gegevens die voortvloeien uit de toepassing van dit Contract, kunnen tussen Partijen, zij het buiten het kader van dit Contract, worden overeengekomen tegen vergoeding van de kosten die deze dienstverleningen met zich meebrengen. Onverminderd de verplichtingen in het kader van de levering van ondersteunende diensten conform het Technisch Reglement Transmissie, zijn de gegevensvereisten met betrekking tot de Installaties, die door de Netgebruiker op het Aansluitingspunt aan ELIA beschikbaar worden gesteld, met het oog op de veiligheid of de betrouwbaarheid van de Aansluiting en het ELIA- Net, opgenomen in Bijlage 4. Voor zover XXXX geen Eigenaar is en niet, overeenkomstig artikel 12.2.4.2, belast is met alle taken bedoeld in artikel 12.2.2 (“Full-size”-beheer), is de Netgebruiker verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van volgende tellinggegevens aan XXXX voor Elektriciteitsproductie- eenheden aangesloten op zijn Installaties van de Netgebruiker met een vermogen groter dan 25 MVA. :A+ (P+) Positieve actieve energie Actieve energie van de Installaties van de Netgebruiker naar de Elektriciteitsproductie-eenheid I+ (Q1) Positieve inductieve energie Inductieve energie bij positieve actieve energie van de Installaties van de Netgebruiker naar de Elektriciteitsproductie-eenheid C- (Q4) Negatieve capacitieve energie Capacitieve energie bij positieve actieve energie van de Installaties van de Netgebruiker naar de Elektriciteitsproductie-eenheid A- (P-) Negatieve actieve energie Actieve energie van de Elektriciteitsproductie-eenheid naar de Installaties van de Netgebruiker C+ (Q2) Positieve capacitieve energie Capacitieve energie bij negatieve actieve energie van Elektriciteitsproductie-eenheid naar de Installaties van de Netgebruiker I- (Q3) Negatieve inductieve energie Inductieve energie bij negatieve actieve energie van Elektriciteitsproductie-eenheid naar de Installaties van de Netgebruiker
Bekostiging De Jeugdhulpaanbieder die een Individuele opdrachtverstrekking tot levering van de Individuele voorziening ontvangt van de Gemeente, ontvangt voor die levering een vergoeding zoals opgenomen in bijlage 3.