STEUNINTENSITEIT. Algemeen wordt gesteld dat de staatssteun maximum 50% van het totale creatiebudget van de game mag bedragen. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk voor: − Coproducties die door meer dan één lidstaat van de Europese Unie worden gefinancierd en waarbij gamestudio’s uit meer dan één lidstaat betrokken zijn. Hierbij geldt een maximum steunintensiteit van 60%. − Coproducties waarbij landen betrokken zijn die voorkomen op de lijst van de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de OESO. Hierbij geldt een maximum steunintensiteit van 80%. − Educatieve games. Hierbij geldt een maximum steunintensiteit van 75% prototype- en productiesteun. − Moeilijke werken (zie definitie hieronder). Hierbij geldt een maximum steunintensiteit van 80% voor prototypesteun en 70% voor productiesteun. De term ‘moeilijke werken’ in de context van deze financiering verwijst niet naar de moeilijkheidsgraad van het spel of de complexiteit van de ontwikkeling, maar naar bovengemiddeld hoge risico’s met betrekking tot een commercieel succesvolle exploitatie. Voor de markt van computerspelletjes kan er gesproken worden van ‘moeilijke werken’ indien er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan of indien er bijzondere omstandigheden van kracht zijn die een afwijking van deze voorwaarden verdedigbaar maken:
STEUNINTENSITEIT. Voor promotiesteun geldt een steunintensiteit van maximaal 50%.