Common use of Toekenningsmodaliteiten Clause in Contracts

Toekenningsmodaliteiten. Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden wordt, samen met de loonafrekening van de maand december van de referteperiode, door de werkgevers een eindejaarspremie betaald aan. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vastgesteld op 8,33 pct. van het effectieve brutoloon, uitbetaald aan 100 pct. tijdens de referteperiode en aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Voor de toepassing van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, dient onder “referteperiode” te worden verstaan: het beschouwde kalenderjaar. Voor de berekening van de eindejaarspremie worden volgende periodes van schorsingen van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld met effectieve prestaties: - zwangerschapsverlof, bevallingsrust en geboorte-verlof; - ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht, arbeidsongeval en tijdelijke werkloosheid (ook schoolverlaters in hun wachtperiode). Voor de berekening van de eindejaarspremie worden, vanaf 1 januari 2020, de periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens profylactisch verlof, adoptieverlof, pleegouderverlof, verlof voor medische bijstand (maximum 3 maanden, per referteperiode, per arbeider) en palliatief verlof eveneens gelijkgesteld met effectieve prestaties. Per referteperiode wordt de gelijkstelling voor periodes van ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht en arbeidsongeval samen evenwel begrensd tot honderd twintig arbeidsdagen afwezigheid. Voor de periodes van tijdelijke werkloosheid wordt de gelijkstelling begrensd tot honderd twintig arbeidsdagen afwezigheid per referteperiode. In de berekening van de honderd twintig dagen wordt geen rekening gehouden met de schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor de werkgever gehouden is tot betaling van het loon aan 100 pct., noch met de tweede week gewaarborgd weekloon bij ziekte, noch met de jaarlijkse vakantiedagen. Het fictief loon dat in aanmerking genomen wordt voor de gelijkgestelde dagen, wordt berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 en haar wijzigingen tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen. In geval van pensioen of stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag vóór 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 4, van het brutoloon uitbetaald tijdens de laatste zes maanden voor het vertrek. In geval van pensioen of stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag na 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 3, van de brutolonen uitbetaald tijdens de laatste twaalf maanden voor het vertrek. In geval van overlijden van de arbeider, wordt de eindejaarspremie uitbetaald aan de rechthebbenden, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6.

Appears in 3 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst Van 10 Juni 1999, Collectieve Arbeidsovereenkomst Van 10 Juni 1999

Toekenningsmodaliteiten. Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden wordt, samen met de loonafrekening loon- afrekening van de maand december van de referteperiode, door de werkgevers een eindejaarspremie betaald aanaan alle arbeiders die minstens drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vastgesteld op 8,33 pct. van het effectieve brutoloon, uitbetaald aan 100 pct. tijdens de referteperiode en aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Voor de toepassing van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, arbeidsovereenkomst dient onder “referteperiode” te worden verstaan: het beschouwde kalenderjaar. Voor de berekening van de eindejaarspremie worden volgende periodes van schorsingen van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld met effectieve prestaties: - zwangerschapsverlof, bevallingsrust en geboorte-verlofgeboorteverlof; - ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht, arbeidsongeval en tijdelijke werkloosheid (ook schoolverlaters in hun wachtperiode). Voor de berekening van de eindejaarspremie worden, vanaf 1 januari 2020, de periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens profylactisch verlof, adoptieverlof, pleegouderverlof, verlof voor medische bijstand (maximum 3 maanden, per referteperiode, per arbeider) en palliatief verlof eveneens gelijkgesteld met effectieve prestaties. Per referteperiode wordt de gelijkstelling voor periodes van ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht en arbeidsongeval samen evenwel begrensd tot honderd twintig honderdtwintig arbeidsdagen afwezigheid. Voor de periodes van tijdelijke werkloosheid wordt de gelijkstelling begrensd tot honderd twintig honderdtwintig arbeidsdagen afwezigheid per referteperiode. In de berekening van de honderd twintig honderdtwintig dagen wordt geen rekening gehouden met de schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor de werkgever gehouden is tot betaling van het loon aan 100 pct., noch met de tweede week gewaarborgd weekloon bij ziekte, noch met de jaarlijkse vakantiedagen. Het fictief loon dat in aanmerking genomen wordt voor de gelijkgestelde dagen, wordt berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 en haar wijzigingen tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de Wet wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen. In geval van pensioen of stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vóór 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 4, 3 van het brutoloon uitbetaald tijdens de laatste zes maanden voor vóór het vertrek. In geval van pensioen of stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag na 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 3, 3 van de brutolonen uitbetaald tijdens de laatste twaalf maanden voor vóór het vertrek. In geval van overlijden van de arbeider, wordt de eindejaarspremie uitbetaald aan de rechthebbenden, rechthebbenden volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6.

Appears in 2 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Van 10 Juni 1999, Collectieve Arbeidsovereenkomst Van 10 Juni 1999

Toekenningsmodaliteiten. Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden wordt, samen met de loonafrekening van de maand december van de referteperiode, door de werkgevers een eindejaarspremie betaald aanaan alle arbeiders die minstens drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vastgesteld op 8,33 pct. van het effectieve brutoloon, uitbetaald aan 100 pct. tijdens de referteperiode en aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Voor de toepassing van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, dient onder “referteperiode” referteperiode te worden verstaan: , het beschouwde kalenderjaar. Voor de berekening van de eindejaarspremie worden volgende periodes van schorsingen van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld met effectieve prestaties: - zwangerschapsverlof, bevallingsrust en geboorte-verlof; vaderschapsverlof - ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht, arbeidsongeval en tijdelijke werkloosheid (ook schoolverlaters in hun wachtperiode). Voor de berekening van de eindejaarspremie worden, vanaf 1 januari 2020, de periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens profylactisch verlof, adoptieverlof, pleegouderverlof, verlof voor medische bijstand (maximum 3 maanden, per referteperiode, per arbeider) en palliatief verlof eveneens gelijkgesteld met effectieve prestaties. Per referteperiode wordt de gelijkstelling voor periodes van ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht en arbeidsongeval samen evenwel begrensd tot honderd twintig arbeidsdagen afwezigheid. Voor de periodes van tijdelijke werkloosheid wordt de gelijkstelling begrensd tot honderd twintig arbeidsdagen afwezigheid per referteperiode. In de berekening van de honderd twintig dagen wordt geen rekening gehouden met de schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor de werkgever gehouden is tot betaling van het loon aan 100 pct., noch met de tweede week gewaarborgd weekloon bij ziekte, noch met de jaarlijkse vakantiedagen. Het fictief loon dat in aanmerking genomen wordt voor de gelijkgestelde dagen, wordt berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 en haar wijzigingen tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen. In geval van pensioen of stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag vóór 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 4, van het brutoloon uitbetaald tijdens de laatste zes maanden voor het vertrek. In geval van pensioen of stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag na 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 3, van de brutolonen uitbetaald tijdens de laatste twaalf maanden voor het vertrek. In geval van overlijden van de arbeider, wordt de eindejaarspremie uitbetaald aan de rechthebbenden, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6. De arbeiders ontslagen om dringende redenen verliezen het recht op de eindejaarspremie. In de gevallen, zoals bepaald in §1. tot en met §.5., hebben de arbeiders recht op een pro rata eindejaarspremie (naar rata van de geleverde prestaties gedurende de referteperiode):

Appears in 1 contract

Samples: www.traxio.be

Toekenningsmodaliteiten. Onverminderd de in de ondernemingen bestaande bestaan-de voordeliger toestanden wordt, samen met de loonafrekening van de maand december van de referteperiode, door de werkgevers een eindejaarspremie betaald aanaan alle arbeiders die minstens drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vastgesteld vast-gesteld op 8,33 pct. van het effectieve brutoloon, uitbetaald aan 100 pct. tijdens de referteperiode en aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Voor de toepassing van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, dient onder “referteperiode” referteperiode te worden verstaan: , het beschouwde kalenderjaar. Voor de berekening van de eindejaarspremie worden volgende periodes van schorsingen van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld met effectieve effec-tieve prestaties: - zwangerschapsverlof, bevallingsrust en geboorte-verlof; vaderschapsverlof - ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht, arbeidsongeval en tijdelijke werkloosheid (ook schoolverlaters in hun wachtperiode). Voor de berekening van de eindejaarspremie worden, vanaf 1 januari 2020, de periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens profylactisch verlof, adoptieverlof, pleegouderverlof, verlof voor medische bijstand (maximum 3 maanden, per referteperiode, per arbeider) en palliatief verlof eveneens gelijkgesteld met effectieve prestaties. Per referteperiode wordt de gelijkstelling voor periodes van ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht en arbeidsongeval samen evenwel begrensd tot honderd twintig arbeidsdagen afwezigheid. Voor de periodes van tijdelijke werkloosheid wordt de gelijkstelling begrensd tot honderd twintig arbeidsdagen afwezigheid per referteperiode. In de berekening van de honderd twintig dagen wordt geen rekening gehouden met de schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor de werkgever gehouden is tot betaling van het loon aan 100 pct., noch met de tweede week gewaarborgd weekloon bij ziekte, noch met de jaarlijkse vakantiedagen. Het fictief loon dat in aanmerking genomen wordt voor de gelijkgestelde dagen, wordt berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 en haar wijzigingen tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen. In geval van pensioen of stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag vóór 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 4, van het brutoloon uitbetaald tijdens de laatste zes maanden voor het vertrek. In geval van pensioen of stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag na 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 3, van de brutolonen uitbetaald tijdens de laatste twaalf maanden voor het vertrek. In geval van overlijden van de arbeider, wordt de eindejaarspremie uitbetaald aan de rechthebbendenrechthebben- den, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6. De arbeiders ontslagen om dringende redenen verliezen het recht op de eindejaarspremie. In de gevallen, zoals bepaald in §1. tot en met §.5., hebben de arbeiders recht op een pro rata eindejaarspremie (naar rata van de geleverde prestaties gedurende de referteperiode):

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Van 10 Juni 1999

Toekenningsmodaliteiten. Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden wordt, samen met de loonafrekening van de maand december van de referteperiode, door de werkgevers een eindejaarspremie betaald aan. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vastgesteld op 8,33 pct. van het effectieve brutoloon, uitbetaald aan 100 pct. tijdens de referteperiode en aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Voor de toepassing van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, dient onder “referteperiode” te worden verstaan: het beschouwde kalenderjaar. Voor de berekening van de eindejaarspremie worden volgende periodes van schorsingen van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld met effectieve prestaties: - zwangerschapsverlof, bevallingsrust en geboorte-verlof; - ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht, arbeidsongeval en tijdelijke werkloosheid (ook schoolverlaters in hun wachtperiode). Voor de berekening van de eindejaarspremie worden, vanaf 1 januari 2020, de periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens profylactisch verlof, adoptieverlof, pleegouderverlof, verlof voor medische bijstand (maximum 3 maanden, per referteperiode, per arbeider) en palliatief verlof eveneens gelijkgesteld met effectieve prestaties. Per referteperiode wordt de gelijkstelling voor periodes van ziekte, beroepsziekte, ongeval van gemeen recht en arbeidsongeval samen evenwel begrensd tot honderd twintig honderdtwintig arbeidsdagen afwezigheid. Voor de periodes van tijdelijke werkloosheid wordt de gelijkstelling begrensd tot honderd twintig honderdvijftig arbeidsdagen afwezigheid per referteperiode. In de berekening van de honderd twintig honderdvijftig dagen wordt geen rekening gehouden met de schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor de werkgever gehouden is tot betaling van het loon aan 100 pct., noch met de tweede week gewaarborgd weekloon bij ziekte, noch met de jaarlijkse vakantiedagen. Het fictief loon dat in aanmerking genomen wordt voor de gelijkgestelde dagen, wordt berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 en haar wijzigingen tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen. In geval van pensioen of stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag vóór 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 43, van het brutoloon de brutolonen uitbetaald tijdens de laatste zes maanden voor het vertrek. In geval van pensioen of stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag na 30 juni van de referteperiode, is de eindejaarspremie gelijk aan het percentage voorzien bij artikel 3, van de brutolonen uitbetaald tijdens de laatste twaalf maanden voor het vertrek. In geval van overlijden van de arbeider, wordt de eindejaarspremie uitbetaald aan de rechthebbenden, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst