Uitleg deeltijdpensionering Voorbeeldclausules

Uitleg deeltijdpensionering. De (Gewezen) Deelnemer kan kiezen het pensioen gedeeltelijk te laten ingaan. Voor het deel van het pensioen dat al is ingegaan, kunnen eenmaal gemaakte keuzes vanaf de eerste Pensioeningangsdatum niet meer ongedaan gemaakt worden. Voor het deel van de pensioenaanspraken dat nog niet is ingegaan, blijft de deeltijdgepensioneerde (Gewezen) Deelnemer. Voor dit deel van de pensioenaanspraken blijven de keuze- en herschikmogelijkheden zoals beschreven in de artikelen 25 tot en met 27 van toepassing. Wanneer de (Gewezen) Deelnemer die kiest voor deeltijdpensionering gebruik wil maken van de herschikmogelijkheid zoals beschreven in artikel 27 (hoog/laag of laag/hoog), geldt de volgende beperking: • Van de herschikmogelijkheid bedoeld in artikel 27a kan alleen gebruik worden gemaakt wanneer de (Gewezen) Deelnemer volledig met pensioen gaat (bij de laatste deeltijdpensionering). Een deeltijdgepensioneerde die nog een Dienstbetrekking heeft met de Werkgever blijft voor het restant van de Dienstbetrekking pensioen opbouwen tot uiterlijk aan de AOW-datum. Voor deeltijdpensionering geldt in principe dezelfde mogelijke ingangsdatum als voor volledige pensionering. Echter, de periode waarin de Gepensioneerde deeltijdpensioen ontvangt, beslaat minimaal 3 maanden. De Pensioeningangsdatum voor het deeltijdpensioen kan dus liggen tussen de eerste dag van de maand waarin de (Gewezen) Deelnemer 55 wordt en 3 maanden vóór de maand waarin de AOW-datum plus 5 jaar wordt bereikt. Een wijziging van het deeltijdpercentage kan minimaal één jaar na de vorige wijziging of aanvang van het deeltijdpensioen. Bij overgang van deeltijdpensionering naar volledige pensionering geldt een minimale periode van 3 maanden. De uiterste datum voor volledige pensionering is de eerste dag van de maand voorafgaande aan de maand waarin de (Gewezen) Deelnemer de AOW-datum plus 5 jaar bereikt. De ingangsdatum kan echter niet later zijn dan de datum waarop het totale pensioen het fiscale maximum bereikt. Het percentage waarmee een (Gewezen) Deelnemer met deeltijdpensioen kan gaan, bedraagt tenminste 20% van het volledige pensioen op het moment van de keuze. Afhankelijk van de gekozen vervroegde of uitgestelde ingangsdatum wordt het deeltijdpensioen actuarieel verlaagd of verhoogd. Dit gebeurt op dezelfde wijze als bij vervroeging of uitstel van het volledige pensioen. Een ingaand deeltijdpensioen mag nooit minder bedragen dan het wettelijk minimumbedrag voor afkoop van klein pensioen (zie artikel 15).