Common use of Vakantie- en snipperdagen Clause in Contracts

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever in dienst is geweest, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar recht op 20 wettelijke en 6 bovenwettelijke vakantiedagen. 2. De aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor de werknemer met een korter dienstverband wordt de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverband. 3. De aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktober. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van de vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Het vakantiejaar loopt van 1 juni t/m 31 mei tenzij hierover in de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaakt. Een stimuleringsbeleid worden gevoerd om in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op te nemen. 5. De data van de vakantiedagen worden door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld, met dien verstande dat als regel 5 dagen worden aangewezen door de werkgever. 6. De bovenwettelijke vakantiedagen die niet zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaar. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaar. 8. De werknemer, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt van de werkgever, dan wel de dienstbetrekking verlaat, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 genoemde snipperdagen.

Appears in 5 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever in dienst is geweest, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar recht op 20 wettelijke en 6 bovenwettelijke vakantiedagen. 2. De aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor de werknemer met een korter dienstverband wordt de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverband. 3. De aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktober. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van de vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. 17.01 Het vakantiejaar loopt van 1 juli van enig kalenderjaar tot en met 30 juni van het daarop volgende jaar. 17.02 Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op 200 uren vakantie, met behoud van salaris. 17.03 Bovendien heeft de werknemer recht op de navolgende extra vakantie met behoud van salaris: - Bij het bereiken van de 35-jarige leeftijd : 1 dag - Bij het bereiken van de 40-jarige leeftijd : 2 dagen - Bij het bereiken van de 45-jarige leeftijd : 3 dagen - Bij het bereiken van de 50-jarige leeftijd : 4 dagen - Bij het bereiken van de 55-jarige leeftijd : 5 dagen Deze dagen dienen buiten de maanden mei t/m 31 mei tenzij hierover in de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaakt. Een stimuleringsbeleid september te worden gevoerd om in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op te nemenopgenomen. 5. De data 17.04 Werknemers die per 1 januari van enig vakantiejaar de leeftijd van 19 jaar nog niet hebben bereikt, hebben boven de vakantierechten, omschreven in artikel 17.02, recht op een jeugdvakantie van 4 dagen, met behoud van salaris. a. Ten aanzien van de vakantiedagen worden door lengte van de aaneengesloten vakantie en ten aanzien van het tijdstip van hun vakantie en snipperdagen stelt de werkgever deze vast overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. b. Indien de werknemer ten gevolge van zijn gezinssituatie gebonden is aan de schoolvakanties, zal dit voor het bepaalde onder a. van dit lid als een doorslaggevende factor gelden. c. De werkgever zal binnen een periode van twee weken op een vakantieaanvraag van de werknemer reageren. a. De werkgever heeft het recht zo mogelijk ten hoogste 2 van de vakantie- dagen als verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze aanwijzing van verplichte snipperdagen dient voor 1 februari van het lopende kalender- jaar, in overleg met de Ondernemingsraad, te geschieden. Het werken op verplichte snipperdagen zal niet verplicht worden gesteld. Hiervan kan worden afgeweken: - bij calamiteiten - indien vooraf in overleg met de Ondernemingsraad is afgesproken dat de verplichte snipperdag niet geldt voor bepaalde afdelingen en/of functies. b. Ingewilligde snipperdagen zullen in principe niet worden ingetrokken. Voor zover bedrijfsomstandigheden met zich meebrengen dat alsnog een snipperdag moet worden ingetrokken, zal hiervan mededeling aan de Ondernemingsraad worden gedaan. 17.07 Xxxx als vakantiedagen gelden dagen, waarop de werknemer vastgesteldgeen arbeid heeft verricht om één der redenen genoemd in artikel 15.01 sub. b, met dien verstande dat d en e en in artikel 15.03 sub. a, alsmede wegens: 1. ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer. 2. het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor eerste oefening. 3. onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband. 4. zwangerschap of bevalling. Indien één der bovengenoemde verhinderingen eerst intreedt tijdens een vastgestelde vakantie of snipperdag, dient de werknemer daarvan zo spoedig mogelijk mededeling te doen. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens de vastgestelde vakantie of snipperdag, zullen de dagen waarop de verhindering zich voordoet, niet als regel 5 dagen vakantiedagen worden aangewezen geteld, indien de arbeidsongeschiktheid door de werkgevercontrolerende instantie wordt geaccepteerd dan wel door een medische verklaring wordt gestaafd. Indien ingevolge het hierboven bepaalde aanvankelijk vastgestelde vakantiedagen niet als zodanig kunnen worden gerekend, zal de werkgever na overleg met de werknemer nieuwe data vaststellen waarop die dagen alsnog kunnen worden genoten. 6. 17.08 a. De bovenwettelijke vakantiedagen die werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaarwerkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld loon heeft. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaar. 8. De werknemer, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt van de werkgever, dan wel de dienstbetrekking verlaat, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 genoemde snipperdagen.

Appears in 4 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever in dienst is geweest, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar recht op 20 wettelijke en 6 bovenwettelijke vakantiedagen. 2. De aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor de werknemer met een korter dienstverband wordt de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverband. 3. De aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktober. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van de vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. 17.01 Het vakantiejaar loopt van 1 juli van enig kalenderjaar tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar. 17.02 Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op 200 uren vakantie, met behoud van salaris. De werknemer dient zijn vakantiedagen zoveel mogelijk op te nemen in het jaar waarin deze zijn verworven. De dagen die als eerste komen te vervallen of verjaren, worden als eerste opgenomen. Het management zal actief bijdragen aan de stimulering van het opnemen van de vakantiedagen. 17.03 Bovendien heeft de werknemer recht op de navolgende extra vakantie met behoud van salaris: - Bij het bereiken van de 35-jarige leeftijd : 1 dag - Bij het bereiken van de 40-jarige leeftijd : 2 dagen - Bij het bereiken van de 45-jarige leeftijd : 3 dagen - Bij het bereiken van de 50-jarige leeftijd : 4 dagen - Bij het bereiken van de 55-jarige leeftijd : 5 dagen Deze dagen dienen buiten de maanden mei t/m 31 mei tenzij hierover in de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaakt. Een stimuleringsbeleid september te worden gevoerd om in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op te nemenopgenomen. 5. 17.04 Werknemers die per 1 januari van enig vakantiejaar de leeftijd van 19 jaar nog niet hebben bereikt, hebben boven de vakantierechten, omschreven in artikel 17.02, recht op een jeugdvakantie van 4 dagen, met behoud van salaris. a. Ten aanzien van de lengte van de aaneengesloten vakantie en ten aanzien van het tijdstip van hun vakantie en snipperdagen stelt de werkgever deze vast overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. b. Indien de werknemer ten gevolge van zijn gezinssituatie gebonden is aan de schoolvakanties, zal dit voor het bepaalde onder a. van dit lid als een doorslaggevende factor gelden. c. De data werkgever zal binnen een periode van twee weken op een vakantieaanvraag van de werknemer reageren. a. De werkgever heeft het recht zo mogelijk ten hoogste 2 van de vakantiedagen worden door de werkgever als verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze aanwijzing van verplichte snipperdagen dient voor 1 februari van het lopende kalenderjaar, in overleg met de Ondernemingsraad, te geschieden. Het werken op verplichte snipperdagen zal niet verplicht worden gesteld. Hiervan kan worden afgeweken: - bij calamiteiten - indien vooraf in overleg met de Ondernemingsraad is afgesproken dat de verplichte snipperdag niet geldt voor bepaalde afdelingen en/of functies. b. Ingewilligde snipperdagen zullen in principe niet worden ingetrokken. Voor zover bedrijfsomstandigheden met zich meebrengen dat alsnog een snipperdag moet worden ingetrokken, zal hiervan mededeling aan de Ondernemingsraad worden gedaan. 17.07 Xxxx als vakantiedagen gelden dagen, waarop de werknemer vastgesteldgeen arbeid heeft verricht om één der redenen genoemd in artikel 15.01 sub. b, met dien verstande dat d en e en in artikel 15.03 sub. a, alsmede wegens: 1. ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer. 2. het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor eerste oefening. 3. onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband. 4. zwangerschap of bevalling. Indien één der bovengenoemde verhinderingen eerst intreedt tijdens een vastgestelde vakantie of snipperdag, dient de werknemer daarvan zo spoedig mogelijk mededeling te doen. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens de vastgestelde vakantie of snipperdag, zullen de dagen waarop de verhindering zich voordoet, niet als regel 5 dagen vakantiedagen worden aangewezen geteld, indien de arbeidsongeschiktheid door de werkgevercontrolerende instantie wordt geaccepteerd dan wel door een medische verklaring wordt gestaafd. Indien ingevolge het hierboven bepaalde aanvankelijk vastgestelde vakantiedagen niet als zodanig kunnen worden gerekend, zal de werkgever na overleg met de werknemer nieuwe data vaststellen waarop die dagen alsnog kunnen worden genoten. 6. 17.08 a. De bovenwettelijke vakantiedagen die werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaarwerkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld loon heeft. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaar. 8. De werknemer, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt van de werkgever, dan wel de dienstbetrekking verlaat, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 genoemde snipperdagen.

Appears in 3 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De Een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever heeft voor elke maand, dat hij in dienst is geweestvan de werkgever, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar ook indien hij ten gevolge van arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden niet kan verrichten, recht op 20 wettelijke 1/12 van 24 dagen vakantie met behoud van loon. Onder loon wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan het loon overeenkomstig artikel 7: 634 lid 1 BW naar tijdruimte vastgestelde loon. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer, die vóór of op de 15de van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en 6 bovenwettelijke vakantiedagenwordt de werknemer die na de 15de van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. 2. De Van deze vakantie zullen ten minste 2 weken als aaneengesloten vakantie bedraagt worden genoten. De werkgever is verplicht de werknemer op diens verzoek een snipperdag te geven op plaatselijke of religieuze feestdagen, voor een zover de bedrijfsomstandigheden zulks toelaten. De werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij heeft eerst recht op snipperdagen, indien hij drie maanden onafgebroken in dienst van de werkgever werkzaam is. De werkgever is geweest drie loonweken. Voor gerechtigd in overleg met de werknemer met werknemers een korter dienstverband wordt collectieve snipper- dag te geven op plaatselijke of religieuze feestdagen, die naar algemeen gebruik ter plaatse of in de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverbandstreek worden gevierd. 3. De Op verzoek van de werknemer bestaat de mogelijkheid om 3 weken aaneengesloten vakantie wordt door vakantieverlof op te nemen mits de werkgever onderneming geen bedrijfsvakantie toepast. Indien de verlofperiode geheel of gedeeltelijk binnen een schoolvakantieperiode valt en de afwezigheid van de werknemer als problematisch kan worden geacht in verband met de bedrijfsvoering zal de werkgever, in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktoberwerknemer, de periode vaststellen. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen Werknemers, die een van de hierna volgende leeftijden hebben bereikt, genieten de hieronder vermelde extra vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming : – van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Het vakantiejaar loopt van 1 juni 52 t/m 31 mei tenzij hierover in 56 jaar: 2 dagen extra – van 57 t/m 61 jaar: 5 dagen extra – van 62 jaar tot de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaaktAOW-gerechtigde leeftijd: 6 dagen extra. Een stimuleringsbeleid worden gevoerd om in ieder geval Werknemers die op grond van hun leeftijd vóór 1 januari 2017 extra vakantiedagen hebben verkregen, behouden deze verkregen extra vakantiedagen totdat zij op grond van deze cao de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks leeftijd hebben bereikt waarop zij aanspraak maken op te nemeneen gelijk aantal of meer extra vakantieda- gen. 5. Het is een werknemer met een volledig dienstverband niet toegestaan om tijdens zijn vakantie nevenarbeid te verrichten indien deze arbeid een dusdanig beslag legt op de tijd van betrokken werknemer en de werknemer geen tijd heeft om tot rust te komen. Voor de werkgever geldt een identiek verbod op het gebruik maken van de diensten van een werknemer in volledig dienstverband bij een andere werkgever in welke bedrijfstak dan ook, die gebruik maakt van zijn vakantiedagen, indien deze arbeid een dusdanig beslag legt op de tijd van betrokken werknemer dat de werknemer daardoor geen tijd heeft om tot rust te komen. 6. De data van de vakantiedagen vakantie worden door de werkgever in overleg met en de werknemer in onderling overleg vastgesteld, met dien verstande dat als regel 5 dagen worden aangewezen door de werkgever. 6. De bovenwettelijke vakantiedagen die niet zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaar. 7. De wettelijke vakantiedagenIn de opzegtermijn kan alleen vakantie worden genoten, die indien hierover tussen werkgever en werknemer overeenstemming bestaat, bij gebreke waarvan bij het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer een uitkering in geld wordt gedaan tot een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop bedrag van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen loon als bedoeld in artikel 1, sub j over een tijdvak gelijk aan de dagen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaarvakantie. 8. De werknemerIndien door een werkgever aan een werknemer vakantie is gegeven of vakantietoeslag is uitge- keerd, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt waarop deze nog geen aanspraak kan maken, kan verrekening plaatsvinden echter slechts bij beëindiging van de werkgever, dan wel arbeidsverhouding en alleen van hetgeen binnen het lopende jaar uit dien hoofde teveel is genoten. 9. Behalve bij het beëindigen van de dienstbetrekking verlaat, heeft arbeidsverhouding – waaronder begrepen het overlijden van de werknemer – zal het recht op een evenredig deel vakantie nimmer mogen worden vervangen door betaling van extra loon, behoudens in die gevallen die elders in deze cao zijn bepaald. 10. De werkgever is verplicht aantekening te houden van de in lid 1 genoemde snipperdagendoor de werknemers opgenomen vakantiedagen, welke aantekening door de betrokken werknemers moet worden geparafeerd. De verplichting tot parafering vervalt indien de werkgever ten minste maandelijks een schriftelijke opgave verstrekt aan de werknemer van zijn tegoed aan vakantiedagen.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De Een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever heeft voor elke maand, dat hij in dienst is geweestvan de werkgever, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar ook indien hij ten gevolge van arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden niet kan verrichten, recht op 20 wettelijke 1/12 van 24 dagen vakantie met behoud van loon. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer, die vóór of op de 15de van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en 6 bovenwettelijke vakantiedagenwordt de werknemer die na de 15de van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. 2. De Van deze vakantie zullen ten minste 2 weken als aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de worden genoten. De werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor verplicht de werknemer op diens verzoek een snipperdag te geven op plaatselijke of religieuze feestdagen, voor zover de bedrijfsomstandigheden zulks toelaten. De werknemer heeft eerst recht op snipperdagen, indien hij drie maanden onafgebroken in dienst van de werk- gever is. De werkgever is gerechtigd in overleg met de werknemers een korter dienstverband wordt collectieve snipperdag te geven op plaatselijke of religieuze feestdagen, die naar algemeen gebruik ter plaatse of in de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverbandstreek worden gevierd. 3. De Op verzoek van de werknemer bestaat de mogelijkheid om 3 weken aaneengesloten vakantie wordt door vakantieverlof op te nemen mits de werkgever onderneming geen bedrijfsvakantie toepast. Indien de verlofperiode geheel of gedeeltelijk binnen een schoolvakantieperiode valt en de afwezigheid van de werknemer als problematisch kan worden geacht in verband met de bedrijfsvoering zal de werkgever, in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktoberwerknemer, de periode vaststellen. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen Werknemers, die een van de hierna volgende leeftijden hebben bereikt, genieten de hieronder vermelde extra vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Het vakantiejaar loopt van 1 juni : - 50 t/m 31 mei tenzij hierover in de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaakt. Een stimuleringsbeleid worden gevoerd om in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op te nemen54 jaar: 2 dagen extra - 55 t/m 59 jaar: 5 dagen extra - 60 t/m 64 jaar: 6 dagen extra. 5. Het is een werknemer met een volledig dienstverband niet toegestaan om tijdens zijn vakantie nevenarbeid te verrichten indien deze arbeid een dusdanig beslag legt op de tijd van betrokken werknemer en de werknemer geen tijd heeft om tot rust te komen. Voor de werkgever geldt een identiek verbod op het gebruik maken van de diensten van een werknemer in volledig dienstverband bij een andere werkgever in welke bedrijfstak dan ook, die gebruik maakt van zijn vakantiedagen, indien deze arbeid een dusdanig beslag legt op de tijd van betrokken werknemer dat de werknemer daardoor geen tijd heeft om tot rust te komen. 6. De data van de vakantiedagen vakantie worden door de werkgever en de werknemer in onderling overleg vastgesteld. 7. In de opzegtermijn kan alleen vakantie worden genoten, indien hierover tussen werkgever en werknemer overeenstemming bestaat, bij gebreke waarvan bij het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer een uitkering in geld wordt gedaan tot een bedrag van het loon als bedoeld in artikel 1, sub j over een tijdvak gelijk aan de vakantie. 8. Indien door een werkgever aan een werknemer vakantie is gegeven of vakantietoeslag is uitge- keerd, waarop deze nog geen aanspraak kan maken, kan verrekening plaatsvinden echter slechts bij beëindiging van de arbeidsverhouding en alleen van hetgeen binnen het lopende jaar uit dien hoofde teveel is genoten. 9. Behalve bij het beëindigen van de arbeidsverhouding - waaronder begrepen het overlijden van de werknemer - zal het recht op vakantie nimmer mogen worden vervangen door betaling van extra loon, behoudens in die gevallen die elders in deze CAO zijn bepaald. 00.Xx werkgever is verplicht aantekening te houden van de door de werknemers opgenomen va- kantiedagen, welke aantekening door de betrokken werknemers moet worden geparafeerd. De verplichting tot parafering vervalt indien de werkgever ten minste maandelijks een schriftelijke opgave verstrekt aan de werknemer van zijn tegoed aan vakantiedagen. Indien de werknemer niet binnen 30 dagen na ontvangst van de bovengenoemde opgave heeft gereageerd, zal die opgave als bindend worden beschouwd. 11.Werknemers, die ten gevolge van arbeidsongeschiktheid niet in staat zijn de hun toekomende vakantiedagen geheel of gedeeltelijk op te nemen, kunnen deze alsnog op een ander, in overleg met de werknemer vastgesteld, met dien verstande dat als regel 5 dagen worden aangewezen door de werkgever. 6werkgever vast te stellen tijdstip opnemen. De bovenwettelijke vakantiedagen die niet zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaar. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop In afwijking van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaar. 8. De werknemer, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt van de werkgever, dan wel de dienstbetrekking verlaat, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 genoemde snipperdagenbepaalde, verwerft een werknemer bij ziekte slechts vakantiedagen krachtens artikel 7:635 lid 3 BW. (Zie in dit verband ook de tekst “Opbouw en afschrijving vakantiedagen bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid” in Bijlage IV 00.Xx wettelijke verjaringstermijn van het verlof van 2 jaar wordt verlengd tot 5 jaar. Het is de individuele werkgever en werknemer niet toegestaan, onverminderd hetgeen elders in deze CAO is bepaald, middels mondelinge of schriftelijke overeenkomst de opbouw van vakantiedagen tijdens periodes van zwangerschapsverlof of ziekte, militaire dienst, onvrijwillige werkloosheid, vakbondsverlof, politiek verlof te beperken, of opgebouwde vakantiedagen aan te wenden om deze periodes te overbruggen.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De Een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever heeft voor elke maand, dat hij in dienst is geweestvan de werkgever, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar ook indien hij ten gevolge van arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden niet kan verrichten, recht op 20 wettelijke 1/12 van 24 dagen vakantie met behoud van loon. Onder loon wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan het loon overeenkomstig artikel 7: 634 lid 1 BW naar tijdruimte vastgestelde loon. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer, die vóór of op de 15de van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en 6 bovenwettelijke vakantiedagenwordt de werknemer die na de 15de van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. 2. De Van deze vakantie zullen ten minste 2 weken als aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de worden genoten. De werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor verplicht de werknemer op diens verzoek een snipperdag te geven op plaatselijke of religieuze feestdagen, voor zover de bedrijfsomstandigheden zulks toelaten. De werknemer heeft eerst recht op snipperdagen, indien hij drie maanden onafgebroken in dienst van de werk- gever is. De werkgever is gerechtigd in overleg met de werknemers een korter dienstverband wordt collectieve snipperdag te geven op plaatselijke of religieuze feestdagen, die naar algemeen gebruik ter plaatse of in de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverbandstreek worden gevierd. 3. De Op verzoek van de werknemer bestaat de mogelijkheid om 3 weken aaneengesloten vakantie wordt door vakantieverlof op te nemen mits de werkgever onderneming geen bedrijfsvakantie toepast. Indien de verlofperiode geheel of gedeeltelijk binnen een schoolvakantieperiode valt en de afwezigheid van de werknemer als problematisch kan worden geacht in verband met de bedrijfsvoering zal de werkgever, in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktoberwerknemer, de periode vaststellen. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen Werknemers, die een van de hierna volgende leeftijden hebben bereikt, genieten de hieronder vermelde extra vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming : - van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Het vakantiejaar loopt van 1 juni 52 t/m 31 mei tenzij hierover in 56 jaar: 2 dagen extra - van 57 t/m 61 jaar: 5 dagen extra - van 62 jaar tot de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaaktAOW-gerechtigde leeftijd: 6 dagen extra. Een stimuleringsbeleid worden gevoerd om in ieder geval Werknemers die op grond van hun leeftijd vóór 1 januari 2017 extra vakantiedagen hebben verkregen, behouden deze verkregen extra vakantiedagen totdat zij op grond van deze cao de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks leeftijd hebben bereikt waarop zij aanspraak maken op te nemeneen gelijk aantal of meer extra vakantiedagen. 5. Het is een werknemer met een volledig dienstverband niet toegestaan om tijdens zijn vakantie nevenarbeid te verrichten indien deze arbeid een dusdanig beslag legt op de tijd van betrokken werknemer en de werknemer geen tijd heeft om tot rust te komen. Voor de werkgever geldt een identiek verbod op het gebruik maken van de diensten van een werknemer in volledig dienstverband bij een andere werkgever in welke bedrijfstak dan ook, die gebruik maakt van zijn vakantiedagen, indien deze arbeid een dusdanig beslag legt op de tijd van betrokken werknemer dat de werknemer daardoor geen tijd heeft om tot rust te komen. 6. De data van de vakantiedagen vakantie worden door de werkgever en de werknemer in onderling overleg vastgesteld. 7. In de opzegtermijn kan alleen vakantie worden genoten, indien hierover tussen werkgever en werknemer overeenstemming bestaat, bij gebreke waarvan bij het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer een uitkering in geld wordt gedaan tot een bedrag van het loon als bedoeld in artikel 1, sub j over een tijdvak gelijk aan de vakantie. 8. Indien door een werkgever aan een werknemer vakantie is gegeven of vakantietoeslag is uitge- keerd, waarop deze nog geen aanspraak kan maken, kan verrekening plaatsvinden echter slechts bij beëindiging van de arbeidsverhouding en alleen van hetgeen binnen het lopende jaar uit dien hoofde teveel is genoten. 9. Behalve bij het beëindigen van de arbeidsverhouding - waaronder begrepen het overlijden van de werknemer - zal het recht op vakantie nimmer mogen worden vervangen door betaling van extra loon, behoudens in die gevallen die elders in deze cao zijn bepaald. 00.Xx werkgever is verplicht aantekening te houden van de door de werknemers opgenomen va- kantiedagen, welke aantekening door de betrokken werknemers moet worden geparafeerd. De verplichting tot parafering vervalt indien de werkgever ten minste maandelijks een schriftelijke opgave verstrekt aan de werknemer van zijn tegoed aan vakantiedagen. Indien de werknemer niet binnen 30 dagen na ontvangst van de bovengenoemde opgave heeft gereageerd, zal die opgave als bindend worden beschouwd. 11.Werknemers, die ten gevolge van arbeidsongeschiktheid niet in staat zijn de hun toekomende vakantiedagen geheel of gedeeltelijk op te nemen, kunnen deze alsnog op een ander, in overleg met de werkgever vast te stellen tijdstip opnemen. Xxxxxx van de werknemer vastgesteld, mag worden afgeboekt als de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid met dien verstande dat vakantie gaat. Dit afboeken is alleen toegestaan als regel 5 dagen worden aangewezen door de werkgever. 6. De bovenwettelijke vakantiedagen die arbo-arts beoordeelt of de voorgenomen vakantie het herstel niet zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaar. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij belemmert en of de werknemer redelijkerwijs niet in staat was is om ze op met vakantie te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaargaan. 8. De werknemer, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt van de werkgever, dan wel de dienstbetrekking verlaat, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 genoemde snipperdagen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De Een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever heeft voor elke maand, dat hij in dienst is geweestvan de werkgever, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar ook indien hij ten gevolge van arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden niet kan verrichten, recht op 20 wettelijke 1/12 van 24 dagen vakantie met behoud van loon. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer, die vóór of op de 15de van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en 6 bovenwettelijke vakantiedagenwordt de werknemer die na de 15de van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. 2. De Van deze vakantie zullen ten minste 2 weken als aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de worden genoten. De werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor verplicht de werknemer op diens verzoek een snipperdag te geven op plaatselijke of religieuze feestdagen, voor zover de bedrijfsomstandigheden zulks toelaten. De werknemer heeft eerst recht op snipperdagen, indien hij drie maanden onafgebroken in dienst van de werk- gever is. De werkgever is gerechtigd in overleg met de werknemers een korter dienstverband wordt collectieve snipperdag te geven op plaatselijke of religieuze feestdagen, die naar algemeen gebruik ter plaatse of in de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverbandstreek worden gevierd. 3. De Op verzoek van de werknemer bestaat de mogelijkheid om 3 weken aaneengesloten vakantie wordt door vakantieverlof op te nemen mits de werkgever onderneming geen bedrijfsvakantie toepast. Indien de verlofperiode geheel of gedeeltelijk binnen een schoolvakantieperiode valt en de afwezigheid van de werknemer als problematisch kan worden geacht in verband met de bedrijfsvoering zal de werkgever, in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktoberwerknemer, de periode vaststellen. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen Werknemers, die een van de hierna volgende leeftijden hebben bereikt, genieten de hieronder vermelde extra vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming : - van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Het vakantiejaar loopt van 1 juni 52 t/m 31 mei tenzij hierover in 56 jaar: 2 dagen extra - van 57 t/m 61 jaar: 5 dagen extra - van 62 jaar tot de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaaktAOW-gerechtigde leeftijd: 6 dagen extra. Een stimuleringsbeleid worden gevoerd om in ieder geval Werknemers die op grond van hun leeftijd vóór 1 januari 2017 extra vakantiedagen hebben verkregen, behouden deze verkregen extra vakantiedagen totdat zij op grond van deze cao de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks leeftijd hebben bereikt waarop zij aanspraak maken op te nemeneen gelijk aantal of meer extra vakantiedagen. 5. Het is een werknemer met een volledig dienstverband niet toegestaan om tijdens zijn vakantie nevenarbeid te verrichten indien deze arbeid een dusdanig beslag legt op de tijd van betrokken werknemer en de werknemer geen tijd heeft om tot rust te komen. Voor de werkgever geldt een identiek verbod op het gebruik maken van de diensten van een werknemer in volledig dienstverband bij een andere werkgever in welke bedrijfstak dan ook, die gebruik maakt van zijn vakantiedagen, indien deze arbeid een dusdanig beslag legt op de tijd van betrokken werknemer dat de werknemer daardoor geen tijd heeft om tot rust te komen. 6. De data van de vakantiedagen vakantie worden door de werkgever en de werknemer in onderling overleg vastgesteld. 7. In de opzegtermijn kan alleen vakantie worden genoten, indien hierover tussen werkgever en werknemer overeenstemming bestaat, bij gebreke waarvan bij het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer een uitkering in geld wordt gedaan tot een bedrag van het loon als bedoeld in artikel 1, sub j over een tijdvak gelijk aan de vakantie. 8. Indien door een werkgever aan een werknemer vakantie is gegeven of vakantietoeslag is uitge- keerd, waarop deze nog geen aanspraak kan maken, kan verrekening plaatsvinden echter slechts bij beëindiging van de arbeidsverhouding en alleen van hetgeen binnen het lopende jaar uit dien hoofde teveel is genoten. 9. Behalve bij het beëindigen van de arbeidsverhouding - waaronder begrepen het overlijden van de werknemer - zal het recht op vakantie nimmer mogen worden vervangen door betaling van extra loon, behoudens in die gevallen die elders in deze cao zijn bepaald. 00.Xx werkgever is verplicht aantekening te houden van de door de werknemers opgenomen va- kantiedagen, welke aantekening door de betrokken werknemers moet worden geparafeerd. De verplichting tot parafering vervalt indien de werkgever ten minste maandelijks een schriftelijke opgave verstrekt aan de werknemer van zijn tegoed aan vakantiedagen. Indien de werknemer niet binnen 30 dagen na ontvangst van de bovengenoemde opgave heeft gereageerd, zal die opgave als bindend worden beschouwd. 11.Werknemers, die ten gevolge van arbeidsongeschiktheid niet in staat zijn de hun toekomende vakantiedagen geheel of gedeeltelijk op te nemen, kunnen deze alsnog op een ander, in overleg met de werkgever vast te stellen tijdstip opnemen. Xxxxxx van de werknemer vastgesteld, mag worden afgeboekt als de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid met dien verstande dat vakantie gaat. Dit afboeken is alleen toegestaan als regel 5 dagen worden aangewezen door de werkgever. 6. De bovenwettelijke vakantiedagen die arbo-arts beoordeelt of de voorgenomen vakantie het herstel niet zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaar. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij belemmert en of de werknemer redelijkerwijs niet in staat was is om ze op met vakantie te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaargaan. 8. De werknemer, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt van de werkgever, dan wel de dienstbetrekking verlaat, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 genoemde snipperdagen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De werknemer die gedurende een vol Het vakantiejaar bij werkgever in dienst is geweest, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar recht op 20 wettelijke en 6 bovenwettelijke vakantiedagenloopt van 1 juli t/m 30 juni van het daaropvolgende jaar. 2. De aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer Een werknemer, die gedurende een vol het vakantiejaar bij de onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever werkzaam is geweest drie loonwekenheeft recht op 25 dagen vakantie (zaterdagen en zondagen niet meegerekend). Voor Hiervan wordt tenminste 3 weken aaneengesloten gegeven in de werknemer met een korter dienstverband vorm van fabrieksvakantie. De overige dagen worden verspreid over het jaar gegeven, gedeeltelijk als collectieve, gedeeltelijk als indivi- duele snipperdagen. Over snipperdagen wordt de aaneengesloten vakantie naar rato het inkomen doorbe- taald. De vakantiedagen worden uitbetaald op basis van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat gedu- rende het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantielaatst verlopen kalenderjaar gemiddeld verdiend inkomen aan weekloon inclusief overwerk. Het aantal door te betalen dagen alsdan berekend gemiddeld verdiend inkomen wordt bepaald door verhoogd met de duur percentage(s) van de algemene loonsverhoging(en) in periode 1 januari tot het (kortere) dienstverbandtijdstip, waarop de vakantiedagen worden uitbetaald. 3. De aaneengesloten vakantie wordt door Zo spoedig mogelijk na de aanvang van het vakantiejaar, doch in elk geval voor 1 januari, stelt de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteldonderne- mingsraad, of zo deze niet bestaat, met een representatieve vertegen- woordiging van het personeel het tijdstip en de duur van de fabrieks- vakantie, alsmede het aantal en de data van de collectieve snipperdagen met een maximum van drie collectieve snipperdagen, tenzij werkgever en werknemers in gezamenlijk overleg anders over- eenkomen, vast. Deze datum Het tijdstip van de fabrieksvakantie zal liggen in het tijdvak van gelegen zijn tussen 1 juni - mei en 1 oktober. 4. De werkgever stelt individuele snipperdagen kunnen verspreid over het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen jaar worden opgenomen. Aan een werknemer, die aanspraak op een individuele snipperdag kan maken, zal wanneer hij daartoe tijdig een verzoek doet, op de gewenste datum vrij worden gegeven, tenzij de belangen van de vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Het vakantiejaar loopt van 1 juni t/m 31 mei tenzij hierover in de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaakt. Een stimuleringsbeleid worden gevoerd om in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op te nemenzich daartegen verzetten. 5. De data van de vakantiedagen worden door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld, met dien verstande dat als regel 5 dagen worden aangewezen door de werkgever. 6. De bovenwettelijke vakantiedagen die niet zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaar. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop 1 juli van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaar. 8. De werknemer, die in de loop van het lopende vakantiejaar in dienst treedt is getreden van de werkgever, dan wel werkgever of die voor 1 juli van het lopende vakantiejaar de dienstbetrekking verlaatheeft beëindigd, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 2 genoemde vakantie, in dier voege dat voor elke week dienstverband in het lopende vakantiejaar wordt toe- gekend 1/52 deel van de totale vakantierechten, verminderd met de terzake reeds genoten collectieve- en individuele snipperdagen. Mocht in een uitzonderingsgeval de hiervoor bedoelde berekening tot een negatieve uitkomst leiden, dan zullen de vakantierechten van de betrokken werknemer in het volgende vakantiejaar dienovereen- komstig worden verminderd. De werkgever is verplicht bij het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer de door hem nog niet opgenomen vakantie- en snip- perdagen uit te betalen en zal bovendien aan betrokkene een verkla- ring geven, waaruit blijkt over welke periode hem vakantiedagen zijn uitbetaald en met welke verklaring de werknemer van zijn nieuwe werkgever een gelijke tijd aan vakantie kan krijgen, zonder behoud van loon. 6. De werknemer die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziekte of ongeval, heeft, tenzij de ziekte of het ongeval door zijn opzet is ver- oorzaakt, ongeacht of een aanspraak op in geld vastgesteld loon bestaat, aanspraak op vakantie over het tijdvak van de laatste 6 maanden waarin de arbeid niet verricht werd, met dien verstande dat tijdvakken samengeteld worden als zij elkaar met onderbreking van minder dan een maand opvolgen. De in de eerste volzin genoemde aanspraak bestaat niet indien de arbeider de bedongen arbeid slechts gedurende een gedeelte van de tijd niet verricht. 7. Gerekend over een tijdvak van een jaar en niet langer dan de dienst- betrekking met de werkgever voortduurt, behoudt de werknemer aanspraak op vakantie, indien wegens de hiernavolgende omstandig- heden geen arbeid is verricht: a. Omdat de werknemer, anders dan voor de eerste oefening en zon- der het oogmerk om de krijgsdienst of andere overheidsdienst bij wijze van beroep te verrichten, een verplichting naleeft, hem opgelegd door de Wet of voortvloeiende uit een verbintenis door hem jegens de overheid aangegaan ten aanzien van ’s-lands ver- dediging of ter bescherming van de openbare orde. b. Omdat de werknemer vakantie geniet, voortvloeiende uit een vroegere dienstbetrekking, danwel met toestemming van de werk- gever deelneemt aan een bijeenkomst welke wordt georganiseerd door de vakbond waarvan hij lid is. c. Omdat de werknemer onvrijwillig werkloos is (shorttime- gevallen). d. Indien een vrouwelijke werknemer de bedongen arbeid niet ver- richt wegens zwangerschap of bevalling. 8. Indien daartoe gewichtige redenen aanwezig zijn kan de werkgever na overleg met de werknemer het voor hem vastgestelde tijdvak van vakantie wijzigen. De schade welke de werknemer tengevolge van deze wijziging van het tijdvak lijdt, wordt door de werkgever ver- goed. 9. Schadevergoeding ter vervanging van niet of niet op de juiste wijze verleende vakantie is niet toegelaten, zolang de dienstbetrekking duurt. 10. Indien in een onderneming door alle, of een deel van de werknemers in ploegendienst pleegt te worden gewerkt, zal de werkgever met de ondernemingsraad, of zo deze niet bestaat, met een representatieve vertegenwoordiging van het personeel, overleg plegen over de toe- passing van de bepalingen van dit artikel ten aanzien van deze werk- nemers en het resultaat van dit overleg aan de Vaste Commissie ter goedkeuring voorleggen. a. Naast de basisvakantie hebben werknemers van 50 t/m 54 jaar recht op 2 extra dagen vakantie; van 55 t/m 59 jaar recht op 4 extra dagen vakantie; van 60 jaar en ouder recht op 6 extra dagen vakantie. b. Naast de basisvakantie hebben de werknemers, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt recht op 2 extra dagen vakantie. c. Als peildatum voor het verkrijgen van het recht op de onder a) en b) genoemde extra dagen vakantie geldt 1 januari van het lopende vakantiejaar. d. De onder a) en b) genoemde snipperdagenextra dagen vakantie worden opge- nomen in overleg met de werkgever.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever in dienst is geweest, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar recht op 20 wettelijke en 6 bovenwettelijke vakantiedagen. 2. De aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor de werknemer met een korter dienstverband wordt de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverband. 3. De aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktober. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van de vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. 17.01 Het vakantiejaar loopt van 1 juli van enig kalenderjaar tot en met 30 juni van het daarop volgende jaar. 17.02 Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op 200 uren vakantie, met behoud van salaris. De werknemer dient zijn vakantiedagen zoveel mogelijk op te nemen in het jaar waarin deze zijn verworven. De dagen die als eerste komen te vervallen of verjaren, worden als eerste opgenomen. Het management zal actief bijdragen aan de stimulering van het opnemen van de vakantiedagen. 17.03 Bovendien heeft de werknemer recht op de navolgende extra vakantie met behoud van salaris: - Bij het bereiken van de 35-jarige leeftijd : 1 dag - Bij het bereiken van de 40-jarige leeftijd : 2 dagen - Bij het bereiken van de 45-jarige leeftijd : 3 dagen - Bij het bereiken van de 50-jarige leeftijd : 4 dagen - Bij het bereiken van de 55-jarige leeftijd : 5 dagen Deze dagen dienen buiten de maanden mei t/m 31 mei tenzij hierover in de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaakt. Een stimuleringsbeleid september te worden gevoerd om in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op te nemenopgenomen. 5. De data 17.04 Werknemers die per 1 januari van enig vakantiejaar de leeftijd van 19 jaar nog niet hebben bereikt, hebben boven de vakantierechten, omschreven in artikel 17.02, recht op een jeugdvakantie van 4 dagen, met behoud van salaris. a. Ten aanzien van de vakantiedagen worden door lengte van de aaneengesloten vakantie en ten aanzien van het tijdstip van hun vakantie en snipperdagen stelt de werkgever deze vast overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. b. Indien de werknemer ten gevolge van zijn gezinssituatie gebonden is aan de schoolvakanties, zal dit voor het bepaalde onder a. van dit lid als een doorslaggevende factor gelden. c. De werkgever zal binnen een periode van twee weken op een vakantieaanvraag van de werknemer reageren. a. De werkgever heeft het recht zo mogelijk ten hoogste 2 van de vakantie- dagen als verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze aanwijzing van verplichte snipperdagen dient voor 1 februari van het lopende kalender- jaar, in overleg met de Ondernemingsraad, te geschieden. Het werken op verplichte snipperdagen zal niet verplicht worden gesteld. Hiervan kan worden afgeweken: - bij calamiteiten - indien vooraf in overleg met de Ondernemingsraad is afgesproken dat de verplichte snipperdag niet geldt voor bepaalde afdelingen en/of functies. b. Ingewilligde snipperdagen zullen in principe niet worden ingetrokken. Voor zover bedrijfsomstandigheden met zich meebrengen dat alsnog een snipperdag moet worden ingetrokken, zal hiervan mededeling aan de Ondernemingsraad worden gedaan. 17.07 Xxxx als vakantiedagen gelden dagen, waarop de werknemer vastgesteldgeen arbeid heeft verricht om één der redenen genoemd in artikel 15.01 sub. b, met dien verstande dat d en e en in artikel 15.03 sub. a, alsmede wegens: 1. ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer. 2. het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor eerste oefening. 3. onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband. 4. zwangerschap of bevalling. Indien één der bovengenoemde verhinderingen eerst intreedt tijdens een vastgestelde vakantie of snipperdag, dient de werknemer daarvan zo spoedig mogelijk mededeling te doen. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens de vastgestelde vakantie of snipperdag, zullen de dagen waarop de verhindering zich voordoet, niet als regel 5 dagen vakantiedagen worden aangewezen geteld, indien de arbeidsongeschiktheid door de werkgevercontrolerende instantie wordt geaccepteerd dan wel door een medische verklaring wordt gestaafd. Indien ingevolge het hierboven bepaalde aanvankelijk vastgestelde vakantiedagen niet als zodanig kunnen worden gerekend, zal de werkgever na overleg met de werknemer nieuwe data vaststellen waarop die dagen alsnog kunnen worden genoten. 6. 17.08 a. De bovenwettelijke vakantiedagen die werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaarwerkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld loon heeft. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaar. 8. De werknemer, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt van de werkgever, dan wel de dienstbetrekking verlaat, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 genoemde snipperdagen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever in dienst is geweest, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar recht op 20 wettelijke en 6 bovenwettelijke vakantiedagen. 2. De aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor de werknemer met een korter dienstverband wordt de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverband. 3. De aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktober. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van de vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Het vakantiejaar loopt van 1 juni januari van enig jaar tot en met 31 december van dat jaar. 2. De basis-vakantierechten, die gelden voor een werknemer, die gedurende het vakantiejaar onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever is bedragen: – voor werknemers jonger dan 18 jaar 27 dagen; – voor werknemers t/m 49 jaar 25 dagen; – voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 27 dagen; – voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 29 dagen; – voor werknemers van 60 jaar en ouder 31 mei tenzij hierover dagen. 3. Voor de toepassing van de bepalingen in lid 2 is de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaaktleeftijd, die op 31 december van het lopende vakantiejaar is bereikt, bepalend. 4. Een stimuleringsbeleid Van de in lid 2 genoemde dagen worden gevoerd om als regel 15 werkdagen aanééngesloten gegeven, met dien verstande dat de zaterdag in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op dit verband niet als werkdag wordt beschouwd. Opgemerkt wordt hierbij dat tenminste 10 werkdagen aanééngesloten gegeven dienen te nemenworden. De overige dagen worden verspreid over het jaar opgenomen; gedeeltelijk als collectieve, gedeeltelijk als individuele snipperdagen. 5. De data in lid 2 genoemde vrije dagen, waarop recht wordt verworven in het vakantiejaar, worden uitbetaald op basis van de vakantiedagen worden door de werkgever het gemiddelde periode-inkomen, inclusief structureel overwerk, dat verdiend is in overleg met de werknemer vastgesteld, met dien verstande dat als regel 5 dagen worden aangewezen door de werkgeverhet vakantiejaar. 6. De bovenwettelijke vakantiedagen die Zo spoedig mogelijk na de aanvang van het vakantiejaar, doch in elk geval vóór 1 januari stelt de werkgever, gelet op het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden, in overeen- stemming met de ondernemingsraad of, zo deze niet bestaat in overleg met een representatieve vertegenwoordiging van het personeel, het tijdstip en de duur van de fabrieksvakantie alsmede het aantal en de data van de collectieve snipperdagen met een maximum van vier collectieve snipperdagen, vast. In overleg met de ondernemingsraad kan van deze regel worden afgeweken. Het tijdstip van de fabrieksvakantie zal gelegen zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaartussen 1 mei en 1 oktober. 7. De wettelijke vakantiedagendagen die als individuele snipperdagen zijn overgelaten, kunnen verspreid over het jaar worden opgenomen, met dien verstande, dat een werknemer die niet gedurende het gehele vakantiejaar in dienst is, recht heeft op een evenredig deel van het voor de betrokken onderneming geldende aantal individuele snipperdagen. Aan een werknemer, die in aanspraak op een vakantiejaar individuele snipperdag kan maken, zal, wanneer hij daartoe tijdig een verzoek doet, op de gewenste datum vrij worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagengegeven, tenzij de werknemer redelijkerwijs belangen van de onderneming zich daartegen verzetten. Aan werknemers met een andere geloofsovertuiging zal, wanneer daartoe tijdig een verzoek wordt gedaan, ook op niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn christelijke feestdagen vrijaf worden gegeven tenzij de belangen van 5 jaarde onderneming zich daartegen verzetten. 8. De werknemer, die in de loop aanvang van het vakantiejaar in dienst treedt is getreden van de werkgever, dan wel werkgever of van wie de dienstbetrekking verlaatmet de werkgever vóór het einde van het vakantiejaar eindigt, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 2 genoemde vakantie, met dien verstande, dat voor elke week dienstverband in het vakantiejaar wordt toegekend 1/52 deel van de totale vakantierechten, verminderd met de terzake reeds genoten collectieve en individuele snipperdagen. Mocht in een uitzonderingsgeval de hiervoor bedoelde berekening tot een negatieve uitkomst leiden, dan zullen de vakantierechten van de betrokken werknemer in het volgende vakantiejaar dienovereenkomstig worden verminderd. 9. Bij het einde van de dienstbetrekking heeft de werknemer het recht de hem volgens lid 8 toeko- mende vakantierechten in geld uit te laten betalen en hem bovendien een verklaring te verstrek- ken, waaruit blijkt voor hoeveel dagen hem niet opgenomen vakantierechten zijn uitbetaald. Deze vakantierechten worden uitbetaald op basis van het gemiddelde periode-inkomen, dat verdiend is in het vakantiejaar.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever in dienst is geweest, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar recht op 20 wettelijke en 6 bovenwettelijke vakantiedagen. 2. De aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor de werknemer met een korter dienstverband wordt de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverband. 3. De aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktober. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van de vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Het vakantiejaar loopt van 1 juni januari van enig jaar tot en met 31 december van dat jaar. 2. De basis-vakantierechten, die gelden voor een werknemer, die gedurende het vakantiejaar onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever is bedragen: - voor werknemers jonger dan 18 jaar 27 dagen; - voor werknemers t/m 49 jaar 25 dagen; - voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 27 dagen; - voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 29 dagen; - voor werknemers van 60 jaar en ouder 31 mei tenzij hierover dagen. Op 1 januari 2016 wordt een jaar toegevoegd aan de leeftijden genoemd in dit lid. Dit betekent dat werknemers van 51 t/m 55 jaar recht hebben op 27 dagen, werknemers van 56 t/m 60 jaar 29 dagen en werknemers van 61 jaar en ouder 31 dagen. 3. Voor de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaakttoepassing van de bepalingen in lid 2 is de leeftijd, die op 30 juni van het lopende vakantiejaar is bereikt, bepalend. 4. Een stimuleringsbeleid Van de in lid 2 genoemde dagen worden gevoerd om als regel 15 werkdagen aanééngesloten gegeven, met dien verstande dat de zaterdag in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op dit verband niet als werkdag wordt beschouwd. Opgemerkt wordt hierbij dat tenminste 10 werkdagen aanééngesloten gegeven dienen te nemenworden. De overige dagen worden verspreid over het jaar opgenomen; gedeeltelijk als collectieve, gedeeltelijk als individuele snipperdagen. 5. De data in lid 2 genoemde vrije dagen, waarop recht wordt verworven in het vakantiejaar, worden uitbetaald op basis van de vakantiedagen worden door de werkgever het gemiddelde periode-inkomen, inclusief structureel overwerk, dat verdiend is in overleg met de werknemer vastgesteld, met dien verstande dat als regel 5 dagen worden aangewezen door de werkgeverhet vakantiejaar. 6. De bovenwettelijke vakantiedagen die Zo spoedig mogelijk na de aanvang van het vakantiejaar, doch in elk geval vóór 1 januari stelt de werkgever, gelet op het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden, in overeenstemming met de ondernemingsraad of, zo deze niet bestaat in overleg met een representatieve vertegenwoordiging van het personeel, het tijdstip en de duur van de fabrieksvakantie alsmede het aantal en de data van de collectieve snipperdagen met een maximum van vier collectieve snipperdagen, vast. In overleg met de ondernemingsraad kan van deze regel worden afgeweken. Het tijdstip van de fabrieksvakantie zal gelegen zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaartussen 1 mei en 1 oktober. 7. De wettelijke vakantiedagendagen die als individuele snipperdagen zijn overgelaten, kunnen verspreid over het jaar worden opgenomen, met dien verstande, dat een werknemer die niet gedurende het gehele vakantiejaar in dienst is, recht heeft op een evenredig deel van het voor de betrokken onderneming geldende aantal individuele snipperdagen. Aan een werknemer, die in aanspraak op een vakantiejaar individuele snipperdag kan maken, zal, wanneer hij daartoe tijdig een verzoek doet, op de gewenste datum vrij worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagengegeven, tenzij de werknemer redelijkerwijs belangen van de onderneming zich daartegen verzetten. Aan werknemers met een andere geloofsovertuiging zal, wanneer daartoe tijdig een verzoek wordt gedaan, ook op niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn christelijke feestdagen vrijaf worden gegeven tenzij de belangen van 5 jaarde onderneming zich daartegen verzetten. 8. De werknemer, die in de loop aanvang van het vakantiejaar in dienst treedt is getreden van de werkgever, dan wel werkgever of van wie de dienstbetrekking verlaatmet de werkgever vóór het einde van het vakantiejaar eindigt, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 2 genoemde vakantie, met dien verstande, dat voor elke week dienstverband in het vakantiejaar wordt toegekend 1/52 deel van de totale vakantierechten, verminderd met de terzake reeds genoten collectieve en individuele snipperdagen. Mocht in een uitzonderingsgeval de hiervoor bedoelde berekening tot een negatieve uitkomst leiden, dan zullen de vakantierechten van de betrokken werknemer in het volgende vakantiejaar dienovereenkomstig worden verminderd. 9. Bij het einde van de dienstbetrekking heeft de werknemer het recht de hem volgens lid 8 toekomende vakantierechten in geld uit te laten betalen en hem bovendien een verklaring te verstrekken, waaruit blijkt voor hoeveel dagen hem niet opgenomen vakantierechten zijn uitbetaald. Deze vakantierechten worden uitbetaald op basis van het gemiddelde periode-inkomen, dat verdiend is in het vakantiejaar. 10. Deze bepaling is niet van toepassing voor werknemers, die de dienstbetrekking beëindigen omdat zij een flexibel pensioenuitkering ontvangen. Deze werknemers dienen de hen nog toekomende vakantierechten in de vorm van vrije dagen op te nemen, voordat zij de dienstbetrekking beëindigen. Eventueel bij de beëindiging van het dienstverband niet in de vorm van vrije dagen opgenomen vakantierechten komen conform het bepaalde in artikel 7:635 lid 4 BW te vervallen, tenzij het niet in de vorm van vrije dagen opnemen gebeurt op nadrukkelijk verzoek van de werkgever. 11. Voor het geval een werknemer tijdens de voor hem vastgestelde vakantie een of meer dagen arbeidsongeschikt is en deze arbeidsongeschiktheid door de controlerende geneeskundige is erkend, zullen deze dagen niet worden aangemerkt als vakantiedagen, doch zal de werknemer na zijn herstel of genezing recht kunnen doen gelden op een overeenkomstig aantal vrije dagen, op te nemen op een in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen tijdstip. 12. De werknemer, die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziekte of ongeval heeft, tenzij de ziekte of het ongeval door zijn opzet is veroorzaakt, ongeacht of een aanspraak op in geld vastgesteld loon bestaat, aanspraak op vakantie. 13. Indien de zieke werknemer beschikbaar is voor re-integratie activiteiten mogen vakantiedagen volledig worden afgeschreven als hij op vakantie gaat. Ook als re-integratie in werk nog niet gestart is, kan een werknemer op vakantie gaan. Hij dient hiervoor toestemming te hebben van werkgever. Werkgever kan de bedrijfsarts inschakelen om te beoordelen of de vakantie de re-integratie niet belemmert. Indien dat niet het geval is, kan werknemer op vakantie gaan en is werkgever gerechtigd vakantiedagen af te schrijven. 14. De werknemer verwerft zijn aanspraken op vakantie ook over de tijd dat hij, terwijl de dienstbetrekking voortduurt, geen arbeid verricht wegens de hiernavolgende omstandigheden: a. omdat de werknemer vakantie geniet voortvloeiende uit een vroegere dienstbetrekking, dan wel met toestemming van de werkgever deelneemt aan een bijeenkomst welke wordt georganiseerd door een vakvereniging waarvan hij lid is; b. omdat de werknemer onvrijwillig werkloos is (short-time-gevallen); c. indien een vrouwelijke werknemer de bedongen arbeid niet verricht wegens zwangerschap of bevalling. 15. Ieder vorderingsrecht tot toekenning van wettelijke vakantie-uren of verlof zonder behoud van loon verjaart na verloop van een half jaar na het jaar waarin de aanspraak is ontstaan. Het wettelijke aantal vakantie-uren per jaar is 4 keer het aantal uren dat de werknemer werkt per week. Het vorderingsrecht tot toekenning van bovenwettelijke vakantiedagen, verjaart na verloop van vijf jaar na het jaar waarin de aanspraak is ontstaan. 16. Indien daartoe gewichtige redenen aanwezig zijn, kan de werkgever, na overleg met de werknemer, het voor hem vastgelegde tijdvak van vakantie wijzigen. De schade, welke de werknemer tengevolge van deze wijziging van het tijdvak lijdt, wordt door de werkgever vergoed.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Vakantie- en snipperdagen. 1. Aaneengesloten vakantie. De werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij werkgever in dienst is geweest, heeft bij een vijfdaagse werkweek per vakantiejaar recht op 20 wettelijke en 6 bovenwettelijke vakantiedagen. 2. De aaneengesloten vakantie bedraagt voor een werknemer die gedurende een vol vakantiejaar bij de werkgever werkzaam is geweest drie loonweken. Voor de werknemer met een korter dienstverband wordt de aaneengesloten vakantie naar rato van het aantal maanden in dat jaar bepaald. Met dien verstande, dat het wettelijk recht bestaat uit minimaal 2 weken aaneengesloten vakantie. Het aantal door te betalen dagen wordt bepaald door de duur van het (kortere) dienstverband. 3. De aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld. Deze datum zal liggen in het tijdvak van 1 juni - 1 oktober. 4. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van de vakantie. Dit kunnen vooral regels zijn ter voorkoming van het opsparen van vakantiedagen die in opeenvolgende vakantiejaren verkregen zijn, en regels die gericht zijn op het samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij de vakantieregeling zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. 17.01 Het vakantiejaar loopt van 1 juli van enig kalenderjaar tot en met 30 juni van het daarop volgende jaar. 17.02 Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op 200 uren vakantie, met behoud van salaris. 17.03 Bovendien heeft de werknemer recht op de navolgende extra vakantie met behoud van salaris: - Bij het bereiken van de 35-jarige leeftijd : 1 dag - Bij het bereiken van de 40-jarige leeftijd : 2 dagen - Bij het bereiken van de 45-jarige leeftijd : 3 dagen - Bij het bereiken van de 50-jarige leeftijd : 4 dagen - Bij het bereiken van de 55-jarige leeftijd : 5 dagen Deze dagen dienen buiten de maanden mei t/m 31 mei tenzij hierover in de onderneming afwijkende afspraken zijn gemaakt. Een stimuleringsbeleid september te worden gevoerd om in ieder geval de bovenwettelijke vakantiedagen jaarlijks op te nemenopgenomen. 517.04 Werknemers die per 1 januari van enig vakantiejaar de leeftijd van 19 jaar nog niet hebben bereikt, hebben boven de vakantierechten, omschreven in artikel 17.02, recht op een jeugdvakantie van 4 dagen, met behoud van salaris. a. Ten aanzien van de lengte van de aaneengesloten vakantie en ten aanzien van het tijdstip van hun vakantie en snipperdagen stelt de werkgever deze vast overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werknemer ten gevolge van zijn gezinssituatie gebonden is aan de schoolvakanties, zal dit voor het bepaalde onder a. van dit lid als een doorslaggevende factor gelden. De data werkgever zal binnen een periode van twee weken op een vakantieaanvraag van de vakantiedagen worden door werknemer reageren. a. De werkgever heeft het recht zo mogelijk ten hoogste 2 van de werkgever vakantie- dagen als verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze aanwijzing van verplichte snipperdagen dient voor 1 februari van het lopende kalender-jaar, in overleg met de Ondernemingsraad, te geschieden. Het werken op verplichte snipperdagen zal niet verplicht worden gesteld. Hiervan kan worden afgeweken: - bij calamiteiten - indien vooraf in overleg met de Ondernemingsraad is afgesproken dat de verplichte snipperdag niet geldt voor bepaalde afdelingen en/of functies. b. Ingewilligde snipperdagen zullen in principe niet worden ingetrokken. Voor zover bedrijfsomstandigheden met zich meebrengen dat alsnog een snipperdag moet worden ingetrokken, zal hiervan mededeling aan de Ondernemingsraad worden gedaan. 17.07 Xxxx als vakantiedagen gelden dagen, waarop de werknemer vastgesteldgeen arbeid heeft verricht om één der redenen genoemd in artikel 15.01 sub. b, met dien verstande dat d en e en in artikel 15.03 sub. a, alsmede wegens: 1. ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer. 2. het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor eerste oefening. 3. onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband. 4. zwangerschap of bevalling. Indien één der bovengenoemde verhinderingen eerst intreedt tijdens een vastgestelde vakantie of snipperdag, dient de werknemer daarvan zo spoedig mogelijk mededeling te doen. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens de vastgestelde vakantie of snipperdag, zullen de dagen waarop de verhindering zich voordoet, niet als regel 5 dagen vakantiedagen worden aangewezen geteld, indien de arbeidsongeschiktheid door de werkgevercontrolerende instantie wordt geaccepteerd dan wel door een medische verklaring wordt gestaafd. Indien ingevolge het hierboven bepaalde aanvankelijk vastgestelde vakantiedagen niet als zodanig kunnen worden gerekend, zal de werkgever na overleg met de werknemer nieuwe data vaststellen waarop die dagen alsnog kunnen worden genoten. 6. 17.08 a. De bovenwettelijke vakantiedagen die werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn opgenomen verjaren na het vijfde jaarwerkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld loon heeft. 7. De wettelijke vakantiedagen, die in een vakantiejaar worden opgebouwd moeten binnen 6 maanden na afloop van het vakantiejaar worden opgenomen. Als dat niet is gebeurd dan vervallen de dagen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen. In dat geval krijgen deze dagen een verjaringstermijn van 5 jaar. 8. De werknemer, die in de loop van het vakantiejaar in dienst treedt van de werkgever, dan wel de dienstbetrekking verlaat, heeft recht op een evenredig deel van de in lid 1 genoemde snipperdagen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement