Vaste banen Voorbeeldclausules

Vaste banen. In het belang van de pedagogische kwaliteit en om medewerkers zekerheid te bieden, roepen cao- partijen werkgevers en werknemers op om grotere en meer zekere contracten aan te gaan. Streven is een verhouding van 80% vaste contracten en 20% flexcontracten. Om grotere contracten actief te stimuleren zullen cao-partijen werkgevers en medewerkers actief informeren over het wettelijke recht op uitbreiding van de arbeidsduur bij structureel overwerk (rechtsvermoeden).
Vaste banen. Rijdend personeel komt voortaan vanaf de eerste werkdag in dienst van HTM. Het eerste contract van nieuw rijdend personeel zal een opleidingscontract zijn van 18 maanden. Daarna zal conform de CAO een arbeidscontract voor onbepaalde tijd van toepassing zijn voor gemiddeld 36,93 uur per week met de daarbij behorende arbeidsvoorwaarden. Dit is verder uitgewerkt in artikel 8 van de CAO. Voor de huidige uitzendkrachten die als rijdend personeel werkzaam zijn, betekent het dat in het najaar 2019 zal worden bekeken wie er versneld kan instromen bij HTM. Uiteraard dienen daarbij de afspraken die met wervende bureaus zijn overeengekomen te worden gerespecteerd. In dit najaar 2019 zal de organisatie worden opgezet die naar de toekomst toe de werving voor rijdend personeel in eigen huis mogelijk moet maken. Tot slot zal HTM de werkdruk verlichten door 50 medewerkers in de rijdienst in te laten stromen. Met ingang van 1-1-2019 wordt salarisgroep 55 als volgt aangepast: Trede 16 wordt geschrapt. Werknemers die op dat moment trede 16 hebben bereikt, worden met behoud van de maand van periodieke salarisverhoging, geplaatst op trede 17.
Vaste banen. Bedrijven binnen de sector Technische Groothandel actief zijn maken veelvuldig gebruik van een zogenaamde ‘flexibele’schil. In bepaalde afdelingen, met name aan de logistieke kant, is deze ‘flexibele schil’ in absolute aantallen groter dan het aantal vaste medewerkers. In onze optiek gaat dit voorbij aan de nut en noodzaak van de inzet van flexibele arbeidskrachten. Waar het werk structureel is dient dit ondervangen te worden met structurele arbeidsplaatsen en de daarbij behorende contractvormen. Flex is bedoeld voor piek en ziek voor de overige gevallen moet er een vast contract worden aangeboden. Tevens denken wij hiermee een structurele bijdrage te leveren aan het personeelstekort dat op het moment van schrijven in de sector nog overduidelijk aanwezig is. Vaste krachten voelen zich meer verbonden met het bedrijf en zullen kwalitatief meer bijdragen. Tevens is een vast contract een belangrijke basis voor een zeker bestaan voor iedere werknemer. Meer baanzekerheid zal in die zin ook bijdragen aan de sociale cohesie van de ondernemingen als geheel. Constaterende dat er op dit moment veel uitzendkrachten of medewerkers met tijdelijke contracten worden ingezet stelt FNV Handel het volgende voor: • Een toevoeging te doen “Structureel werk wordt uitgevoerd door werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Voor flexibele contracten is alleen plaats in geval van piek en ziek.” • Structurele uitbreiding van contracturen van parttimers die hier belangstelling voor hebben mogelijk te maken.

Related to Vaste banen

  • Bronnen 1. De werknemer kan kiezen uit de navolgende bronnen in tijd en geld: a. bovenwettelijke vakantie-uren, met een maximum van 76 vakantie-uren per boekjaar; b. xxxxxxx, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en vaste toelagen. 2. Met de werknemersorganisaties in het lokaal overleg kunnen nadere afspraken gemaakt worden over invoering van extra bronnen. 3. Het maximum genoemd in lid 1 onder a geldt niet voor zover de vakantie-uren worden ingezet voor het doel genoemd in artikel 5.4, lid 1 onder e.

  • Fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck U heeft recht op fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck. Hieronder leest u om welke zorg het gaat en welke voorwaarden er voor het recht op deze zorg gelden.

  • Verhuiskosten 1 De werknemer die in dienst treedt voor onbepaalde tijd voor de omvang van een halve normbetrekking of meer heeft gedurende twee jaar eenmalig aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten ter grootte van 12% van zijn jaarsalaris tot een maximum van € 7750 indien en voor zover de werknemer bij indienst- treding op een reisafstand van meer dan 25 kilometer van de stand- plaats woont en verhuist waardoor de afstand ten minste 60% minder wordt. De vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten; de werknemer dient derhalve bonnen te overleggen. 2 Voor de toepassing van het begrip standplaats in het eerste lid geldt dat in geval de werknemer op meerdere standplaatsen van de hogeschool werkzaam is, de standplaats waar de werknemer woont dan wel in welke richting de werknemer de eerste keer na indiensttreding verhuist, als de standplaats als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt aangemerkt. Op basis van die standplaats heeft de werknemer recht op een verhuisvergoeding conform lid 1 van dit artikel. 3 Als zich een grote wijziging in de verdeling van de werkzaamheden over verschillende standplaatsen voordoet en de werknemer richting de standplaats gaat wonen waar hij voor het grootste deel van zijn betrekking werkzaam is, kan opnieuw aanspraak op een verhuis- kostenvergoeding worden gemaakt conform lid 1 van dit artikel, gedurende twee jaar nadat de genoemde wijziging in de verdeling van de werkzaamheden inging, tenzij de redelijkheid zich daar tegen verzet. 4 Indien de werknemer in dienst treedt voor bepaalde tijd of voor de omvang van minder dan een halve normbetrekking kunnen werkgever en werknemer overeenkomen dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat de periode gedurende welke een werknemer recht heeft op een verhuiskosten- vergoeding nooit langer kan zijn dan in totaal twee jaar te rekenen vanaf het moment van het ontstaan van het recht op de vergoeding. 5 De werkgever kan de werknemer verplichten tot terugbetaling van een evenredig deel van de tegemoetkoming indien de werknemer binnen twee jaar na verhuizing de arbeidsovereenkomst opzegt.

  • Jeugdlonen 1.a. Voor werknemers van 21 jaar en jonger, die niet in het bezit zijn van een geldig getuigschrift van vakbekwaamheid voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT-certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan gelden de volgende percentages van het wettelijk minimumloon: 15 jaar 45% 16 jaar 50% 17 jaar 56% 18 jaar 63% 19 jaar 72% 20 jaar 83% 21 jaar 95% (met ingang van 1 januari 2018 wordt dit verhoogd naar 100%) 1.b. De hogere beloning conform lid 1.a. gaat in op de 1e dag van de betalingsperiode volgend op de verjaardag. 2.a. Voor werknemers van 21 jaar en jonger, die in het bezit zijn van een geldig getuigschrift van xxxxxxxxxxxxxx voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT- certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan gelden de navolgende percentages van trede 0 van de loonschaal behorende bij zijn functie, met als maximum loonschaal D. 18 jaar 80% 19 jaar 90% 20 jaar 95% 21 jaar 100% 2.b. In afwijking van artikel 22, lid 1.a. geldt dat een werknemer van 21 jaar en jonger, die in het bezit is van een geldig getuigschrift van vakbekwaamheid voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT- certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan, na één ervaringsjaar bij het bereiken van de 22-jarige leeftijd dient te worden geplaatst in loonschaal A, B, C, D trede 1, danwel loonschaal E trede 0, afhankelijk van de functie. 2.c. De hogere beloning conform lid 2.a. en lid 2.b is slechts van toepassing, indien de in deze leden bedoelde werknemer in zijn dagelijkse werkzaamheden ook daadwerkelijk een vrachtauto moet besturen en/of een mobiele kraan moet bedienen.

  • Grondslag 1.1 Aan deze verzekeringsovereenkomst liggen ten grondslag de door verzekeringnemer tot het aangaan van de verzekering verstrekte inlichtingen en verklaringen - in welke vorm dan ook - en worden geacht daarmee één geheel te vormen. 1.2 Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voorzover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens de verzekeraar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.

  • Telefoonkosten U krijgt de kosten voor telefoongesprekken met de Europeesche Hulplijn volledig vergoed. Overige nood- zakelijk gemaakte telefoonkosten die met de verzekerde gebeurtenis te maken hebben vergoeden wij tot maximaal

  • Grenzen – Oppervlakte De precieze grenzen en de aangegeven oppervlakte van het goed worden door de verkoper niet gewaarborgd, zelfs al werd er een oud of recent opmetings- of afpalingsplan opgemaakt. Elk verschil van oppervlakte in meer of minder, al overtrof het een twintigste, is in het voordeel of in het nadeel van de koper, behoudens, maar zonder waarborg, eventueel verhaal tegen de opsteller van het plan als er één is.

  • Bereddingskosten Kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.

  • Ingangsdatum De Ingangsdatum van de Obligatielening is de datum waarop de Obligaties rentedragend worden. De Ingangsdatum is een datum gelegen uiterlijk 14 (veertien) dagen na sluiting van de Inschrijvingsperiode, mits de uitgifte van de Obligatielening daaraan voorafgaand niet is ingetrokken door de Uitgevende Instelling. De Ingangsdatum zal door de Uitgevende Instelling, met inachtneming van bovenstaande beperking, worden vastgesteld en aan Obligatiehouders worden gecommuniceerd.

  • Zwangerschaps- en bevallingsverlof art. 69 Ouderschapsverlof