Vrijstelling Werknemer. De Werknemer die gemoedsbezwaren heeft tegen elke vorm van verzekering, kan vrijstelling verkrijgen van verplichte deelneming en premiebetaling aan het Fonds. De Werknemer dient de gemoedsbezwaren aan het Bestuur aannemelijk te maken. Dit gebeurt door invulling en ondertekening van een hiervoor door het Fonds opgestelde modelverklaring. Het Fonds kan aan de vrijstelling voorwaarden verbinden. Voor de vrijgestelde Werknemer is een spaarbijdrage aan het Fonds verschuldigd. Deze spaarbijdrage is gelijk aan de premie die voor de Werknemer verschuldigd zou zijn als er geen vrijstelling was verleend. De spaarbijdrage wordt bij de Werkgever in rekening gebracht. De Werkgever mag 50% van deze spaarbijdragen op het salaris van de vrijgestelde Werknemer inhouden. De spaarbijdragen die voor een vrijgestelde Werknemer door het Fonds worden ontvangen, worden op een spaarrekening geboekt. Deze spaarrekening staat op naam van de vrijgestelde Werknemer. De vrijgestelde Werknemer heeft geen vrije beschikking over het spaarsaldo. In de volgende situaties kan wel over het saldo worden beschikt: • Vanaf de Pensioenrichtdatum. Gedurende 15 jaar wordt maandelijks een uitkering aan de vrijgestelde Werknemer verstrekt. Het Bestuur kan wegens de geringe hoogte van het saldo aan het maandelijks uit te keren bedrag een minimum verbinden, waardoor het aantal uitkeringsjaren lager kan zijn. • Bij overlijden voor de Pensioenrichtdatum. Uit het saldo wordt gedurende 15 jaar maandelijks een uitkering aan de Partner van de vrijgestelde Werknemer verstrekt. Het Bestuur kan wegens de geringe hoogte van het saldo aan het maandelijks uit te keren bedrag een minimum verbinden, waardoor het aantal uitkeringsjaren lager kan zijn. Indien geen Partner aanwezig is, treden de Kinderen daarvoor in de plaats. De uitkering aan hen eindigt op dezelfde tijdstippen als het (verlengde) wezenpensioen. Het volledige saldo wordt aan de erfgenamen uitgekeerd als er geen Partner of Kinderen zijn. • Bij overlijden na de Pensioenrichtdatum. Het resterende deel van het saldo wordt in maandelijkse termijnen gedurende de resterende periode aan de Partner uitgekeerd. Bij ontbreken van een Partner of na het overlijden van de Partner treden de Kinderen daarvoor in de plaats. De uitkering aan hen eindigt op dezelfde tijdstippen als het (verlengde) wezenpensioen. Het Bestuur kan wegens de geringe hoogte van het resterende saldo aan het maandelijks uit te keren bedrag een minimum verbinden, waardoor het aantal uitkeringsjaren lager kan zijn. Een eventueel resterend saldo wordt aan de erfgenamen uitgekeerd.
Appears in 8 contracts
Samples: Pensioenreglement, Pensioenreglement, Pensioenreglement