Welke situaties? Voorbeeldclausules

Welke situaties?. In de volgende familieomstandigheden is de werkgever verplicht de werknemer vrij te geven en het voor de werknemer geldende inkomen door te betalen: - ondertrouw of sluiten samenlevingscontract door de werknemer: één dag; - huwelijk van de werknemer: twee dagen; - bevalling van de echtgenote: twee dagen; - 12½-, 25- en 40-jarig huwelijksfeest van de werknemer: één dag; - huwelijk van xxxxxx, broer, xxxxxxxxxxxx, zwager, eigen kind, pleegkind, vader, moeder, grootouder of schoonouder: in totaal één dag per gebeurtenis, onder de voorwaarde dat de werknemer de plechtigheid bijwoont; - 25-, 40-, 50-, en 60-jarige huwelijksfeest van ouders, schoonouders, grootouders, broers of zusters: één dag; - overlijden van de partner, eigen kind of pleegkind: van de dag van overlijden tot en met de dag van begrafenis; - overlijden van xxxxx, moeder, xxxxxxxxxxx, broer, zuster, zwager, xxxxxxxxxxxx, wederzijdse grootouder of kleinkind: één dag; - begrafenis of crematie van vader, moeder, xxxxxxxxxxx, broer, zuster, zwager, xxxxxxxxxxxx, wederzijdse grootouder of kleinkind: één dag; - overlijden en begrafenis / crematie van andere inwonende bloedverwanten: één dag.
Welke situaties?. U krijgt niet altijd te maken met de hiervoor genoemde beperkingen. Die doen zich met name voor als een van u – voordat u samen een woning koopt – al een eigen woning met een hypotheek had of heeft gehad. U heeft dan een zogenoemd ‘eigenwoningverleden’. Dit ‘eigenwoningverleden’ heeft ongewenste gevolgen: • wanneer u uw eigen woning heeft verkocht met een overwaarde. Die overwaarde vormt dan de eigen- woningreserve die u – ter behoud van renteaftrek – moet herinvesteren in de gezamenlijk aangekochte woning; • voor de duur van de renteaftrek; • voor het gebruik van de overgangsregeling voor eigen- woningschulden die vóór 1 januari 2013 zijn aangegaan. Ook als u beiden voorafgaand aan de gezamenlijke aan- koop een ‘eigenwoningverleden’ hadden, kunnen deze gevolgen zich over en weer voordoen. Stel dat u een eigenwoningverleden heeft en uw partner niet. Zonder nadere regelgeving zou u de eigenwoning- reserve (de overwaarde op uw vorige woning) helemaal moeten herinvesteren in uw deel van de aankoopsom van de gezamenlijke eigen woning. U krijgt dan minder rente- aftrek, namelijk voor uw helft van de eigenwoninglening verminderd met de hele eigenwoningreserve. Uw partner die geen eigen woning had, krijgt voor zijn/haar helft van de lening volledig renteaftrek. Ook de duur van uw renteaftrek wordt beperkt. Sinds 1 januari 2001 bestaat maximaal 30 jaar recht op rente- aftrek. U heeft van die maximale renteaftrekperiode al enkele jaren gebruikt. U kan de rente van de nieuwe lening daardoor korter dan 30 jaar aftrekken. Uw partner krijgt renteaftrek voor de volle 30 jaar. Bent u de lening voor uw vorige eigen woning aangegaan vóór 1 januari 2013? In dat geval is daarop de overgangs- regeling van toepassing. Had u een aflossingsvrije hypo- theek waarvan de rente volledig aftrekbaar was? Dan mag u daardoor ter grootte van de oude lening ook na 1 januari 2013 een aflossingsvrije hypotheek aangaan, waarvan de rente aftrekbaar is. Uw partner moet wel een hypotheek aangaan waarop zij jaarlijks aflost, anders krijgt hij/zij geen renteaftrek. Xxxxxx, de financiering/renteaftrek wordt zo voor u en uw partner een heel ingewikkeld verhaal.

Related to Welke situaties?

  • Bijzondere situaties De werkgever stelt de werknemer die uit dienst treedt in de gelegenheid het Loopbaanbedrag voor het einde van zijn dienstverband aan te wenden voor zijn inzetbaarheid. Als de werknemer het Loopbaanbedrag niet aanwendt, blijft het Loopbaanbedrag bij de werkgever. De werknemer die bij een nieuwe werkgever onder de werkingssfeer van deze cao in dienst treedt, neemt het Loopbaanbedrag mee. De werkgever en de nieuwe werkgever maken in dat geval afspraken over de overgang van het Loopbaanbedrag.

  • Jubileumuitkering De werkgever zal aan de werknemer bij een respectievelijk 25- dan wel 40-jarig dienstverband een jubileumuitkering verstrekken. De uitkering bedraagt: - bij een 25-jarig dienstverband een bruto maandsalaris - bij een 40-jarig dienstverband twee bruto maandsalarissen

  • Pensioengrondslag De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend inkomen minus de franchise. Peildatum voor de pensioengrondslag is 1 januari. Voor part- timers wordt de pensioengrondslag naar evenredigheid berekend.

  • Deelnemer De Werknemer of gewezen Werknemer die op grond van een pensioenovereenkomst met de Werkgever pensioenaanspraken op grond van dit Pensioenreglement verwerft jegens het Fonds.

  • Milieuaantasting De uitstoot, lozing, doorsijpeling, loslating of ontsnapping van enige vloeibare, vaste of gasvormige stof, voor zover die een prikkelende of besmetting of bederf veroorzakende of een verontreinigende werking heeft in of op de bodem, de lucht, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang).

  • Motorrijtuig Het motorrijtuig dat als zodanig is omschreven op het polisblad.

  • Collectieve arbeidsovereenkomst Deze overeenkomst met de daarbij behorende bijlagen.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen. 2. De vakantie-uitkering wordt vastgesteld via de matrix in bijlage A9 van deze cao, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in: Berekeningswijze VU. 3. De vakantie-uitkering wordt in de maand mei uitbetaald over de periode van twaalf maanden die eindigt met de maand mei. 4. In afwijking van het derde lid vindt bij ontslag van de werknemer de uitbetaling plaats over het tijdvak, gelegen tussen het einde van de laatst verstreken periode waarover de vakantie-uitkering werd uitbetaald en de datum van ontslag. 5. Onverminderd het zesde lid bedraagt de vakantie-uitkering per kalendermaand 8% van het bedrag dat de werknemer in die maand aan salaris heeft ontvangen. 6. Voor de werknemer die in de van toepassing zijnde maand op grond van het eerste lid aanspraak heeft op een bedrag dat lager is dan het bedrag genoemd in bijlage A9, wordt de vakantie-uitkering vastgesteld op laatstbedoeld bedrag, met dien verstande dat dit bedrag naar evenredigheid wordt verminderd voor de werknemer die is aangesteld in een betrekking met een omvang van minder dan een normbetrekking.

  • Facultatieve uitsluitingsgronden indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht heeft geschonden;

  • Duurovereenkomsten Wanneer de werkzaamheden van de opdrachtnemer bestaan uit het bij herhaling verrichten van soortgelijke werkzaamheden, dan zal de daarvoor geldende overeenkomst, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, gelden voor onbepaalde tijd. Deze overeenkomst kan slechts worden beëindigd door schriftelijke opzegging, met inachtneming van een redelijke opzegtermijn van ten minste drie maanden.