Wie komt in aanmerking Voorbeeldclausules

Wie komt in aanmerking. De investeringsaftrek kan, afhankelijk van de categorie, genoten worden door eenmanszaken, kleine en grote vennootschappen die winsten ontvangen uit een industriële, commerciële of landbouwactiviteit. Ook de beoefenaars van vrije beroepen komen in aanmerking. Xxx’x komen voor deze maatregel enkel in aanmerking indien ze onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. Een kleine vennootschap is een vennootschap die op overeenkomstige wijze beantwoordt aan de criteria opgenomen in artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Dit houdt in dat er voor het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van volgende criteria wordt overschreden: Jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers; Jaaromzet exclusief btw: € 11.250.000; Balanstotaal: € 6.000.000. Wanneer meer dan één van de criteria worden overschreden of niet meer wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan dan in vanaf het daaropvolgende boekjaar. In het geval van verbonden vennootschappen moeten de criteria inzake omzet en balanstotaal op geconsolideerde (gegroepeerde) basis worden berekend. Wat het criterium personeelsbestand betreft, wordt het aantal werknemers opgeteld dat door elk van de betrokken verbonden vennootschappen jaarlijks gemiddeld wordt tewerkgesteld. Wanneer er boekhoudkundig geen consolidatie wordt opgemaakt, kan men kiezen voor een alternatieve consolidatie (verhoging van de drempels met 20%).
Wie komt in aanmerking. Deze lening is bedoeld voor bestaande ondernemingen (in hoofdberoep) voor zover zij beantwoorden aan het ko-criterium en gevestigd zijn in het Vlaamse Gewest. Optimeo helpt de uitbreiding van een zaak of onderneming te financieren. Hoewel deze lening zich richt tot een specifieke doelgroep moet iedere aanvrager van een lening bij Participatiefonds Vlaanderen sowieso voldoen aan de ko-definitie: ● minder dan 50 voltijds equivalenten tewerkstellen; ● een jaaromzet of een balanstotaal van maximum € 10 miljoen realiseren; ● voldoen aan de regels van de partner en verbonden ondernemingen zoals omschreven in de aanbeveling, voor participaties hoger dan 25%. Een onderneming wordt niet meer als ko bestempeld indien ze gedurende twee opeenvolgende boekjaren niet meer beantwoordt aan het criterium van tewerkstelling, jaaromzet of balanstotaal. Ingevolge Europese regelgeving dient Participatiefonds Vlaanderen volgende vragen voor leningen uit te sluiten: ● transportsector: leningen voor de financiering van rollend materieel bestemd voor vervoer van goederen voor rekening van derden (financiering van een autobus, ambulance, taxi is wel toegelaten); ● landbouwsector; ● financieringsaanvragen gericht op export (b.v. verkoopkantoor in het buitenland). De sector trading komt niet in aanmerking voor financiering, evenmin als vzw’s.
Wie komt in aanmerking. De werknemer voldoet aan twee voorwaarden: • Die werkt bij een taxibedrijf of bij een bedrijf met een IBP-vergunning in Vlaanderen (RSZ- categorie 068). • De werkgever behoort tot het Paritair Comité voor het Vervoer en de Logistiek (PC 140). Let op: sommige voordelen zijn enkel voor chauffeurs.
Wie komt in aanmerking. Een onderneming dient aan volgende voorwaarden te voldoen: • een onderneming als vermeld in het decreet van 16 maart 2012; • zij realiseert haar investeringen in het Vlaamse Gewest; • zij oefent een aanvaardbare hoofdactiviteit (NACE-code) uit; • een administratieve overheid heeft geen dominerende invloed in de onderneming. Er is een vermoeden van een dominerende invloed indien 50% of meer van het kapitaal of de stemrechten van deze onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks in handen van een administratieve overheid zijn. Dit vermoeden kan weerlegd worden indien de onderneming kan aantonen dat de administratieve overheid geen dominerende invloed uitoefent op het beleid van de onderneming; • de onderneming is voor de indieningsdatum van de steunaanvraag toegetreden tot de energiebeleidsovereenkomst die voor haar van toepassing is op de indieningsdatum van de steunaanvraag; • de onderneming toont het stimulerende karakter aan van de ecologiepremie op de geplande investeringen; • de onderneming heeft op de indieningsdatum geen achterstallige schulden bij de RSZ en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd; • de onderneming voert een haalbaarheidsstudie uit waaruit de technische en economische haalbaarheid blijkt van de geplande ecologie-investeringen.
Wie komt in aanmerking. 1. Alle initiatieven van kinderopvang die opvangplaatsen wensen in te richten volgens inkomenstarief. 2. Enkel groepsopvang komt in aanmerking voor presubsidiëring van nieuwe kindplaatsen. Zowel gezinsopvang als groepsopvang komen in aanmerking voor presubsidiëring van de omschakeling van kindplaatsen binnen de opvang met vaste prijs (trap 0 of 1) naar kindplaatsen binnen de opvang volgens inkomenstarief ( 3. Volgende kindplaatsen komen in aanmerkingen voor presubsidiëring:
Wie komt in aanmerking. 1. Gezinsopvang zonder subsidies of met subsidies trap 1 of trap 2A of 2B; 2. Samenwerkende kindbegeleiders aangesloten bij een dienst voor gezinsopvang komen eveneens in aanmerking voor de kwaliteitstoelage gezinsopvang; 3. De kwaliteitstoelage kan enkel verkregen worden éénmaal per jaar, voor het succesvol participeren in datzelfde kalenderjaar van een vormingsmoment door de stad Antwerpen of in samenwerking met de stad Antwerpen hiertoe georganiseerd.
Wie komt in aanmerking. 3.1 De goedkope energielening (2%) is van toepassing voor : - Een particulier, niet behorend tot de specifiek bepaalde doelgroep FRGE, als; o Eigenaar van een wooneenheid in het werkgebied van het Energiehuis met domicilie daar. o Huurder van een wooneenheid in het werkgebied van het Energiehuis met domicilie daar. o Verhuurder van een wooneenheid in het werkgebied van het Energiehuis, waarvan één of meerdere huurders zijn gedomicilieerd. De verhuurder kan, in een gebouw met meerdere wooneenheden, per wooneenheid een lening aanvragen, op voorwaarde dat er een huurder is gedomicilieerd. - Een particulier, behorend tot de specifiek bepaalde doelgroep FRGE , als o Verhuurder van een wooneenheid in het werkgebied van het Energiehuis, waarvan één of meerdere huurders zijn gedomicilieerd. De verhuurder kan, in een gebouw met meerdere wooneenheden, per wooneenheid een lening aanvragen, op voorwaarde dat er een huurder is gedomicilieerd. De naakte eigenaar, de vruchtgebruiker, de erfpachter en de opstalhouder, worden voor toepassing van dit reglement ook beschouwd als eigenaar. 3.2 Specifieke bepalingen naar huurders en verhuurders:
Wie komt in aanmerking. Alle onafhankelijke kmo’s met minder dan 250 werknemers. Dochterondernemingen en holdings van industriële groepen komen niet in aanmerking. Een brede waaier economische sectoren komen in aanmerking, uitgezonderd volgende sectoren: bewapening, kansspelen, tabak, activiteiten die dierproeven impliceren, activiteiten waarvan de impact op het milieu niet in belangrijke mate kan worden verminderd of gecompenseerd, moreel of ethisch controversiële sectoren en bedrijfsmatige vastgoedontwikkeling.
Wie komt in aanmerking. Alle ondernemingen die gevestigd zijn in het Vlaamse Gewest en die een hoofdactiviteit uitvoeren die tot één van de toegelaten sectoren behoort (op basis van NACE-code opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen) komen in aanmerking voor een ecologiepremie. Voor de omvang van de ecologiesteun wordt wel een onderscheid gemaakt tussen kmo's en grote ondernemingen. Een kmo moet aan volgende drie voorwaarden voldoen: ● de onderneming moet minder dan 250 werknemers tewerkstellen; ● ofwel mag de jaaromzet maximum € 50 miljoen bedragen, ● ofwel mag het balanstotaal maximum € 43 miljoen bedragen. Bij de toepassing van deze criteria wordt rekening gehouden met eventuele partner- en verbonden ondernemingen van het betrokken bedrijf. Hierdoor zullen gegevens van gelieerde bedrijven opgeteld moeten worden. Een onderneming die één van deze criteria overschrijdt, wordt beschouwd als grote onderneming. Xxx’x zijn geen aanvaardbare juridische vorm. Ondernemingen met één of meer grote energie-intensieve vestigingen kunnen enkel een ecologie-premie krijgen als de vestigingen waar de ecologie-investering zullen worden uitgevoerd zijn toegetreden tot een Vlaams energiebeleidsconvenant (primair energieverbruik ≥ 0,1 PJ). Grote ondernemingen moeten het stimulerend effect van de steun voor het investeringsproject bewijzen door aan te geven welke investering sowieso zal gebeuren, en tot welk extra de onderneming mits steun bereid is. Voor grote ondernemingen is voor de energiebesparende technologieën een verschillend meerkostpercentage. Grote ondernemingen die vallen onder de CO2-emissiehandel in de EU (go+) hebben een lager meerkostpercentage dan de andere grote ondernemingen (go). De investeringen kunnen worden uitgevoerd door een patrimoniumvennootschap die behoort tot dezelfde groep als de steunaanvragende onderneming. Dit is in de volgende gevallen: ● de patrimoniumvennootschap participeert voor ten minste 25% in de steunaanvragende onderneming; ● de steunaanvragende onderneming participeert voor ten minste 25% in de patrimoniumvennootschap; ● een natuurlijke persoon of rechtspersoon participeert voor ten minste 25% in beide vennootschappen. De NACE-lijst is te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxxxxxx (Ecologiepremie plus/ rubriek 'Wie komt in aanmerking?').
Wie komt in aanmerking. Als kredietnemer Deze maatregel richt zich enkel tot kmo’s die voldoen aan volgende definitie: ● met minder dan 250 werknemers; ● waarvan ofwel de jaaromzet niet hoger is dan € 50 miljoen, ofwel het balanstotaal niet hoger is dan € 43 miljoen; ● die voldoet aan een vastgelegd zelfstandigheidscriterium (niet meer dan 25% van het kapitaal of de stemrechten mogen in het bezit zijn van één of meerdere grote ondernemingen). Bij de toepassing van deze criteria wordt rekening gehouden met eventuele partner- en verbonden ondernemingen van het betrokken bedrijf. Hierdoor zullen gegevens van gelieerde bedrijven opgeteld moeten worden. Een onderneming die één van deze criteria overschrijdt, wordt beschouwd als grote onderneming. De voornaamste exploitatiezetel dient in Vlaanderen gelegen te zijn.