Common use of Wijze van loonbetaling Clause in Contracts

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier weken. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na de verstreken loonperiode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het garantieloon. 2. De werkgever dient er voor te zorgen dat de werknemer op de betaaldag over zijn loon of over zijn voorschot kan beschikken. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigt, zal de betaling uiterlijk op de laatste werkdag plaatsvinden. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende betaaldag. 4. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagen; b. de wettelijke heffingen en de inhoudingen ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen voor de Timmerindustrie en ingevolge de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijver- heid (bpfBouw). 5. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 7:679 BW, tot onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking. 6. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekken. Hierin staan de gegevens die van belang zijn voor de heffing van inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswet.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier weken. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na de verstreken loonperiode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het garantieloon. 2. De werkgever dient er voor ervoor te zorgen dat de werknemer op de betaaldag over zijn loon of over zijn voorschot kan beschikken. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigt, zal de betaling uiterlijk op de laatste werkdag plaatsvinden. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende betaaldag. 4. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagen; b. de wettelijke heffingen en de inhoudingen ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen voor de cao Sociaal en Werkgelegenheids- fonds Timmerindustrie en ingevolge de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijver- heid Bouwnij- verheid (bpfBouwbpfBOUW). 5. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 7:679 BW, tot onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking. 6. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekken. Hierin staan de gegevens die van belang zijn voor de heffing van inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswet.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier wekenéén kalenderweek van maandag tot en met zondag. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na de verstreken loonperiodeloon- periode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste tenminste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het garantieloon. 2. De werkgever dient er voor is bevoegd, na redelijk overleg met zijn werknemers en met instemming van de ondernemingsraad of de personeels- vertegenwoordiging, de loonbetaling in meerwekelijkse perioden vast te zorgen dat de werknemer op stellen. Een verlengde loonperiode mag echter niet langer dan één maand zijn. Indien de betaaldag méér dan twee werkdagen na afloop van de loonperiode valt, zal – behoudens over de laatste twee weken van deze loonperiode – volledige loonbetaling over de voorgaande weken dienen plaats te vinden. Voor deze laatste weken zal de werk- gever mogen volstaan met een voorschot dat tenminste gelijk moet zijn aan het voor deze weken verschuldigde loon of over zijn voorschot kan beschikkenop basis van het garantieloon. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigt, zal de werkgever aan het einde van de werktijd op die dag aan de werknemer het gehele nog toekomende loon uitbeta- len. In het geval echter de loonadministratie is geautomatiseerd zal de betaling uiterlijk plaatsvinden op de laatste werkdag plaatsvindeneerstvolgende betaaldag. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 679 BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende eerstvol- gende betaaldag. 4. Bij elke De werkgever is bevoegd de loonbetaling zal aan in contant geld te vervan- gen door betaling per bank- of girocheque of door overschrijving op bank- of girorekening. De werkgever dient ervoor te zorgen dat de werknemer ook bij deze wijze van betaling op het in lid 1 bedoelde tijdstip kan beschikken over zijn loon of een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagen; b. de wettelijke heffingen en de inhoudingen ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen voor de Timmerindustrie en ingevolge de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijver- heid (bpfBouw)overeenkomstig lid 1 berekend voorschot. 5. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 7:679 BW, tot onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking. 6. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekken. Hierin staan de gegevens die van belang zijn voor de heffing van inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswet.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier weken. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na de verstreken loonperiode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het garantieloon. 2. De werkgever dient er voor te zorgen dat de werknemer op de betaaldag over zijn loon of over zijn voorschot kan beschikkenbeschikken.3. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigt, zal de betaling uiterlijk op de laatste werkdag plaatsvinden. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel Artikel 7:679 BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel Artikel 7:678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende betaaldag. 4. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagen; b. de wettelijke heffingen en de inhoudingen ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen voor de Timmerindustrie en ingevolge de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijver- heid (bpfBouw). 5. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel Artikel voorgeschreven loonbetaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel Artikel 7:679 BW, tot onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking. 6. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekken. Hierin staan de gegevens die van belang zijn voor de heffing van inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswet.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier weken. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na de verstreken loonperiode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het garantieloon. 2. De werkgever dient er voor te zorgen dat de werknemer op de betaaldag over zijn loon of over zijn voorschot kan beschikken. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigt, zal de betaling uiterlijk op de laatste werkdag plaatsvinden. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende betaaldag. 4. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagen; b. de wettelijke heffingen en de inhoudingen ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen voor de cao Sociaal en Werkgelegenheids- fonds Timmerindustrie en ingevolge de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijver- heid Bouwnij- verheid (bpfBouwbpfBOUW). 5. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 7:679 BW, tot onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking. 6. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekken. Hierin staan de gegevens die van belang zijn voor de heffing van inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswet.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier weken. De loonbetaling dient uiterlijk 2 werkdagen na de desbetreffende loonweek plaats te vinden (pendagen). Indien méér dan twee penda- gen worden aangehouden, zal de werkgever, uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na het einde van de verstreken loonperiode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalenloonweek, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste tenminste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het over die loonweek verschul- digde garantieloon. 2. De werkgever dient er voor te zorgen dat de werknemer op de betaaldag over zijn loon of over zijn voorschot kan beschikken. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigtein- digt, zal de werkgever bij het eindigen van de werktijd op die dag aan de werknemer het gehele hem nog toekomende loon uitbeta- len. In het geval echter de loonadministratie automatisch wordt ge- voerd, zal de betaling uiterlijk plaatsvinden op de laatste werkdag plaatsvindeneerstvolgende betaal- dag. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, genomen anders dan met een dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 BW, 7: 679 BW of als indien aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 7: 678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende betaaldag. 3. De werkgever is bevoegd, na redelijk overleg met zijn werknemers en met instemming van een aanmerkelijke meerderheid onder hen, de loonbetaling in meerwekelijkse perioden vast te stellen met dien verstande dat deze loonperiode niet langer dan 5 weken mag zijn. Bij een meerwekelijkse loonperiode dient de loonbetaling uiterlijk twee werkdagen na afloop der periode plaats te vinden. Indien de betaaldag méér dan twee werkdagen na afloop der loonperiode valt, zal – behoudens over de laatste week van de loonperiode – volledige loonbetaling over de voorgaande weken dienen plaats te vinden. Voor deze laatste week zal de werkgever mogen volstaan met een voorschot dat tenminste gelijk moet zijn aan het voor deze week ver- schuldigde loon op basis van het garantie-uurloon. 4. De werkgever is bevoegd de loonbetaling in contant geld te vervan- gen door betaling per bank- of girocheque of door overschrijving op bank- of girorekening. De werkgever dient er voor te zorgen dat de werknemer ook bij deze wijze van betaling op het in lid 1 bedoelde tijdstip kan beschikken over zijn loon, of een overeenkomstig lid 1 berekend voorschot. 5. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon brutoloon, verdeeld in individueel overeengekomen loongarantieloon, overurenprestatiebeloning, reisvergoeding over- uren, reisurenvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagen;toesla- gen. De inhoudingen van loonbelasting/ premie volksverzekerin- gen en het aandeel van de werknemer in premies ingevolge de sociale verzekeringswetten en deze CAO. b. De werkgever is tevens gehouden bij elke loonbetaling gespeci- ficeerd aan te geven hetgeen hij ten behoeve van de wettelijke heffingen en werknemer voldaan heeft aan: – de inhoudingen ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen Stichting Vakantiefonds voor de Timmerindustrie en ingevolge Bouwnijverheid; – de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Risicofonds voor de Bouwnijver- heid (bpfBouw)Bouwnijverheid; – de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid. 56. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling loon- betaling of achterstand in het nakomen van de betaling van rechten, bijdrageen premie- verplichtingen genoemd in artikel 29 kan voor de werknemer een dringende reden opleveren opleveren, als bedoeld in artikel 7:679 BW, 7: 679 BW tot onmiddellijke beëindiging van de der dienstbetrekking. 67. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken 2 maanden, na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in zijn dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in zijn dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekken. Hierin staan opgave verstrekken van het in dat jaar door de gegevens die van belang zijn voor werknemer genoten loon, alsmede de heffing van inkomstenbelasting, xxxxxxxxxx xxxx- belasting/premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswetvolksverzekeringen.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier weken. De loonbetaling dient uiterlijk 2 werkdagen na de desbetreffende loonweek plaats te vinden (pendagen). Indien méér dan twee penda- gen worden aangehouden, zal de werkgever, uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na het einde van de verstreken loonperiode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalenloonweek, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste tenminste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het over die loonweek verschul- digde garantieloon. 2. De werkgever dient er voor te zorgen dat de werknemer op de betaaldag over zijn loon of over zijn voorschot kan beschikken. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigtein- digt, zal de werkgever bij het eindigen van de werktijd op die dag aan de werknemer het gehele hem nog toekomende loon uitbeta- len. In het geval echter de loonadministratie automatisch wordt ge- voerd, zal de betaling uiterlijk plaatsvinden op de laatste werkdag plaatsvindeneerstvolgende betaal- dag. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, genomen anders dan met een dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 BW, 7: 679 BW of als indien aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 7: 678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende betaaldag. 3. De werkgever is bevoegd, na redelijk overleg met zijn werknemers en met instemming van een aanmerkelijke meerderheid onder hen, de loonbetaling in meerwekelijkse perioden vast te stellen met dien verstande dat deze loonperiode niet langer dan 5 weken mag zijn. Bij een meerwekelijkse loonperiode dient de loonbetaling uiterlijk twee werkdagen na afloop der periode plaats te vinden. Indien de betaaldag méér dan twee werkdagen na afloop der loonperiode valt, zal – behoudens over de laatste week van de loonperiode – volledige loonbetaling over de voorgaande weken dienen plaats te vinden. Voor deze laatste week zal de werkgever mogen volstaan met een voorschot dat tenminste gelijk moet zijn aan het voor deze week ver- schuldigde loon op basis van het garantie-uurloon. 4. De werkgever is bevoegd de loonbetaling in contant geld te vervan- gen door betaling per bank- of girocheque of door overschrijving op bank- of girorekening. De werkgever dient er voor te zorgen dat de werknemer ook bij deze wijze van betaling op het in lid 1 bedoelde tijdstip kan beschikken over zijn loon, of een overeenkomstig lid 1 berekend voorschot. 5. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon brutoloon, verdeeld in individueel overeengekomen loongarantieloon, overurenprestatiebeloning, reisvergoeding over- uren, reisurenvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagen;toesla- gen. De inhoudingen van loonbelasting/premie volksverzekerin- gen en het aandeel van de werknemer in premies ingevolge de sociale verzekeringswetten en deze CAO. b. De werkgever is tevens gehouden bij elke loonbetaling gespeci- ficeerd aan te geven hetgeen hij ten behoeve van de wettelijke heffingen en werknemer voldaan heeft aan: – de inhoudingen ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen Stichting Vakantiefonds voor de Timmerindustrie en ingevolge Bouwnijverheid; – de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Risicofonds voor de Bouwnijver- heid (bpfBouw). 5Bouwnijverheid; – de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid. *6. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling loon- betaling of achterstand in het nakomen van de betaling bijdrage- en premie- verplichtingen van rechten, de Stichtingen als genoemd in artikel 28 lid 2 als- mede van de CAO voor het Bouwbedrijf inzake voorziening bij ongeval kan voor de werknemer een dringende reden opleveren opleveren, als bedoeld in artikel 7:679 BW, BW tot onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekkingder dienst- betrekking. 6. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekken. Hierin staan de gegevens die van belang zijn voor de heffing van inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswet.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier wekenéén kalenderweek van maandag tot en met zondag. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na de verstreken loonperiodeloon- periode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het garantieloon. 2. De werkgever dient er voor is bevoegd, na redelijk overleg met zijn werknemers en met instemming van de OR of de PVT, de loonbetaling in meer- wekelijkse perioden vast te zorgen dat de werknemer op stellen. Een verlengde loonperiode mag echter niet langer dan één maand zijn. Indien de betaaldag méér dan twee werkdagen na afloop van de loonperiode valt, zal – behoudens over de laatste twee weken van deze loonperiode – volledige loon- betaling over de voorgaande weken dienen plaats te vinden. Voor deze laatste weken zal de werkgever mogen volstaan met een voor- schot dat ten minste gelijk moet zijn aan het voor deze weken ver- schuldigde netto loon of over zijn voorschot kan beschikkenop basis van het garantieloon. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigt, zal de werkgever aan het einde van de werktijd op die dag aan de werknemer het gehele nog toekomende loon uitbeta- len. In het geval echter de loonadministratie is geautomatiseerd zal de betaling uiterlijk plaatsvinden op de laatste werkdag plaatsvindeneerstvolgende betaaldag. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 679 BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende eerstvol- gende betaaldag. 4. De werkgever is bevoegd de loonbetaling in contant geld te vervan- gen door overschrijving op bank- of girorekening. De werkgever dient ervoor te zorgen dat de werknemer ook bij deze wijze van beta- ling op het in lid 1 bedoelde tijdstip kan beschikken over zijn loon of een overeenkomstig lid 1 berekend voorschot. 5. De werkgever dient per loonbetalingtijdvak, doch tenminste eenmaal per vier weken, de door hem verschuldigde premies en bijdragen aan de in artikel 32 vermelde fondsen te betalen aan de Stichting Fondsenadministratie voor de Timmerfabrieken c.q. het SFB, onder gelijktijdige verstrekking van alle gegevens benodigd voor rechten- bijboeking van de individuele werknemer. 6. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagentoesla- gen; b. de wettelijke heffingen inhoudingen van loonheffing en het aandeel van de inhoudingen werkne- mer in premies ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen sociale verzekeringswetgeving en deze CAO; c. de werkgever is tevens gehouden bij elke loonbetaling gespecifi- ceerd aan te geven hetgeen hij heeft ingehouden ten behoeve van: – de Stichting Vakantiefonds voor de Timmerindustrie Timmerfabrieken en ingevolge – de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijver- heid (bpfBouw)Bouwnijverheid. 57. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling loon- betaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 7:679 679 BW, tot onmiddellijke onmid- dellijke beëindiging van de dienstbetrekking. 68. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekkenopgave verstrekken van het in dat jaar door hem betaalde brutoloon, de belasting- en premie-inhouding, als- mede het werkgeversaandeel in de premie Ziekenfondswet. 9. Hierin staan Bij beëindiging van het dienstverband zal de gegevens die van belang zijn werkgever bij de laat- ste loonbetaling de werknemer tevens de door hem afgetekende ver- klaring overeenkomstig de Wachtgeld- en Werkloosheidswet ver- strekken. 10. De werkgever biedt de werknemers desgevraagd een spaarloon- faciliteit aan. De werknemer kan dan bijsparen voor de heffing van inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringsweteen hogere (vroeg)pensioenuitkering.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan een kalendermaand of aan vier wekene´e´n kalenderweek van maandag tot en met zondag. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na de verstreken loonperiodeloon- periode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste tenminste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het garantieloon. 2. De werkgever dient er voor is bevoegd, na redelijk overleg met zijn werknemers en met instemming van een aanmerkelijke meerderheid onder hen, de loonbetaling in meerwekelijkse perioden vast te zorgen dat de werknemer op stellen. Een ver- lengde loonperiode mag echter niet langer dan e´e´n maand zijn. Indien de betaaldag me´e´r dan twee werkdagen na afloop van de loon- periode valt, zal – behoudens over de laatste twee weken van deze loonperiode – volledige loonbetaling over de voorgaande weken die- nen plaats te vinden. Voor deze laatste weken zal de werkgever mogen volstaan met een voorschot dat tenminste gelijk moet zijn aan het voor deze weken verschuldigde loon of over zijn voorschot kan beschikkenop basis van het garantie- loon. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag 16 eindigt, zal de werkgever aan het einde van de werktijd op die dag aan de werknemer het gehele nog toekomende loon uitbeta- len. In het geval echter de loonadministratie is geautomatiseerd zal de betaling uiterlijk plaatsvinden op de laatste werkdag plaatsvindeneerstvolgende betaaldag. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 1639q BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 1639p BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende eerst- volgende betaaldag. 4. De werkgever is bevoegd de loonbetaling in contant geld te vervan- gen door betaling per bank- of girocheque of door overschrijving op bank-of girorekening. De werkgever dient ervoor te zorgen dat de werknemer ook bij deze wijze van betaling op het in lid 1 bedoelde tijdstip kan beschikken over zijn loon of een overeenkomstig lid 1 berekend voorschot. 5. De werkgever dient per loonbetalingstijdvak, doch tenminste een- maal per vier weken, de door hem verschuldigde premies en bijdra- gen aan de in artikel 32 vermelde fondsen te betalen aan de Stichting Fondsenadministratie voor de Timmerfabrieken onder gelijktijdige verstrekking van alle gegevens benodigd voor rechtenbijboeking van de individuele werknemer. 6. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon bruto-loon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagentoesla- gen; b. de wettelijke heffingen inhoudingen van loonheffing en het aandeel van de inhoudingen werkne- mer in premies ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen regelingen voor sociale verzekeringswetgeving en deze CAO; c. de Timmerindustrie en ingevolge werkgever is tevens gehouden bij elke loonbetaling gespecifi- ceerd aan te geven hetgeen hij voldaan heeft aan: – de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vacantiefonds; – de Bouwnijver- heid (bpfBouw)Stichting Bedrijfspensioenfonds. 57. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling loon- betaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 7:679 1639q BW, tot onmiddellijke beëindiging bee¨indiging van de dienstbetrekking. 68. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekkenopgave verstrekken van het in dat jaar door hem betaalde bruto-loon, de belasting- en premie-inhouding, als- mede het werkgeversaandeel in de Ziekenfondswet-premie. 9. Hierin staan Bij bee¨indiging van het dienstverband zal de gegevens die van belang zijn voor werkgever bij de heffing van inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen laat- ste loonbetaling de werknemer tevens de door hem afgetekende ver- klaring overeenkomstig de Wachtgeld- en de inkomensaf- hankelijke bijdrage van de ZorgverzekeringswetWerkloosheidswet ver- strekken.

Wijze van loonbetaling. 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan vier weken of een kalendermaand of aan vier wekenkalendermaand. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden plaatsvin- den op de tweede werkdag na de verstreken loonperiode. Dit is de betaaldag. Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat ten minste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde netto loon op basis van het garantieloon. 2. De werkgever dient er voor te zorgen dat de werknemer op de betaaldag betaal- dag over zijn loon of over zijn voorschot kan beschikken. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag eindigt, zal de betaling uiterlijk op de laatste werkdag plaatsvindenplaatsvin- den. b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel 7:679 BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerstvolgende eerst- volgende betaaldag. 4. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van: a. het brutoloon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagentoesla- gen; b. de wettelijke heffingen en de inhoudingen ingevolge de CAO Bedrijfstakeigen XXX Xxxxxxxxxxxxxxxx regelingen voor de Timmerindustrie Timmerfabrieken en ingevolge inge- volge de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijver- heid Bouwnij- verheid (bpfBouwBPF Bouw). 5. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loonbetaling loon- betaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 7:679 BW, tot onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking. 6. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31 december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een jaaropgaaf verstrekken. Hierin staan de gegevens die van belang zijn voor de heffing van inkomstenbelastinginkomstenbelas- ting, premie volksverzekeringen en de inkomensaf- hankelijke bijdrage inkomensafhankelijke bij- drage van de Zorgverzekeringswet.