Woningmarktrisico’s Voorbeeldclausules

Woningmarktrisico’s. Het grootste Woningmarktrisico is dat er te weinig doorstroming plaatsvindt. Huishoudens blijven te lang wonen in woningen die niet meer passend zijn bij hun situatie. Momenteel wordt 45% van onze eengezinswoningen bewoond door één of twee personen, die veelal van AOW-gerechtigde leeftijd zijn. De animo om te verhuizen is binnen deze groep beperkt. Enerzijds speelt daarbij de wens om (zelfstandig) te blijven in de huidige woning waar men altijd plezier gewoond heeft. Anderzijds zijn er (waarschijnlijk) te weinig betaalbare en aantrekkelijke alternatieven, zoals ouderenwoningen, beschikbaar voor deze groep. Nieuwbouwwoningen bieden vaak minder ruimte en hebben veelal een hogere huurprijs, waardoor deze optie minder aantrekkelijk of zelfs onmogelijk is. Hetzelfde geldt voor huurders in een sociale huurwoning wonen, terwijl hun inkomen daar eigenlijk te hoog voor is. Logischerwijs zou deze groep doorstromen naar een andere (koop)woning dan de door hen bewoonde sociale huurwoning. Door de huidige woningmarkt is dit echter voor velen financieel niet haalbaar, waardoor zij (noodgedwongen) de sociale woning blijven bewonen. Door doelgericht middelen als Lokaal Maatwerk en Regionaal Maatwerk in te zetten, probeert Wonen Wateringen met name de senioren te laten doorstromen conform het Senioren Doorstroombeleid. Nederland vergrijst echter snel en de gemeente Westland is daarin koploper. Hierdoor neemt de vraag naar ouderenwoningen en zorgwoningen steeds meer toe. De vraag naar betaalbare woningen voor jongeren is echter ook groot en daarmee een kwetsbaar onderdeel. Een ander Woningmarktrisico dat daar direct mee samenhangt, is dat er te weinig ontwikkellocaties voor nieuwbouw aangeboden worden. Om de woningmarktrisico’s te beheersen wordt door Wonen Wateringen gebruik gemaakt van: • een systeem om via regelmatige bewonersonderzoeken de tevredenheid en verhuurbaarheid te bewaken, als maandelijks uitgevoerd door het KWH. Ook is er een huurdersorganisatie actief. • monitoring van de gegevens inzake vraag en aanbod in de regio en de gemeente Westland die via het woonruimteverdelingssysteem beschikbaar zijn; • regionaal inzicht in de woningbehoefte op basisdocumenten van de gemeente Westland, waaronder Woningbouwmonitor.

Related to Woningmarktrisico’s

  • Arbeidsduur De normale arbeidsduur voor een voltijdwerker is gemiddeld 40 uur per week.

  • Risicowijziging Verzekeringnemer is verplicht zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee maanden, verzekeraar in kennis te stellen van wijzigingen, zoals hierna is aangegeven, tenzij verzekeringnemer aannemelijk maakt dat hij van het optreden van die wijziging niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.

  • Ploegentoeslag 1. Indien wordt gewerkt in een tweeploegendienst wordt het maandsalaris met een toeslag van 14% verhoogd.

  • Verkeersongeval Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.

  • Arbeidstijden 1. Gemiddelde arbeidstijd per week Voor de werknemer geldt een gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van gemiddeld 38 uur, verdeeld over 7 dagen per week volgens een dienstrooster. Werkgever en werknemer kunnen in overleg overeenkomen de gemiddelde arbeidstijd te verhogen van 38 uur naar 40 uur per week. Dit in ruil voor 13 vakantiedagen of 5% loonsverhoging.

  • Arbeidstijdenwet Voor deze cao gelden, tenzij anders bepaald, de normen van de Arbeidstijdenwet en de daarop berustende bepalingen, met dien verstande dat in werkroosters maximaal 5 nachtdiensten achter elkaar mogen worden ingeroosterd.

  • Buitengebruikstelling Artikel 19 -

  • Motorrijtuigen Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig dat een verzekerde in eigendom heeft, bezit, houdt, bestuurt of gebruikt. In afwijking hiervan is wel verzekerd:

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.

  • Deeltijdarbeid 1 Elke werknemer heeft het recht zijn betrekkingsomvang te verminderen, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten.