COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 98 Zitting van vrijdag 20 februari 2009
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 98
Zitting van vrijdag 20 februari 2009
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BETREFFENDE DE ECOCHEQUES
Xxxxxx Xxxxxxxxxxx, 00-00 - 0000 Xxxxxxx
Tel: 00 000 00 00 - Fax: 00 000 00 00 - E-mail: xxxxxxx@xxx-xxx.xx - Website: xxx.xxx-xxx.xx
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 98 VAN 20 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE ECOCHEQUES
--------------
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffen- de de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
Gelet op het interprofessioneel akkoord van 22 december 2008 voor de onderhandelingen op sector- en ondernemingsvlak in de periode 2009-2010 - Bij- drage tot het herstel van het vertrouwen, meer bepaald de akkoorden van de sociale part- ners met betrekking tot de koopkracht van de werknemers;
Overwegende dat het interprofessioneel akkoord voorziet in de uitwerking van een regeling van vrijstelling, voor werkgever en werknemer, van belastingen en sociale bijdragen bij de toekenning van "groene cheques" (de zogenaamde ecocheques) bestemd voor de aankoop van ecologische producten en diensten;
Overwegende dat de ecologische producten en diensten die met ecocheques kunnen worden aangekocht, de informatieverstrekking aan de werknemers en de wijze van berekening van het aantal aan de werknemers toe te kennen ecocheques pre- cies moeten worden vastgesteld;
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werk- gevers en van werknemers:
- het Verbond van Belgische Ondernemingen
- de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979
- de Boerenbond
- "la Fédération wallonne de l'Agriculture"
- het Algemeen Christelijk Vakverbond van België
- het Algemeen Belgisch Vakverbond
- de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België
op 20 februari 2009 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.
HOOFDSTUK I - ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze overeenkomst stelt de nadere regels voor de toekenning en het gebruik van de ecocheques vast, meer bepaald de lijst van producten en diensten die met ecocheques aangekocht kunnen worden.
Commentaar
De sociale partners willen met de uitwerking van een stelsel van ecocheques niet alleen de koopkracht van de werknemers vrijwaren en de werkgelegenheid doen toenemen, maar ook een toegevoegde waarde en een sensibilisatie tot stand brengen op het stuk van het milieu. Met het oog daarop drukken de sociale partners de wens uit dat de ecologische diensten en producten die met ecocheques kunnen worden aangekocht, gemak- kelijk toegankelijk zijn voor alle werknemers.
Zowel de werknemer-consument als de handelaar of de dienstver- lener tot wie het stelsel zich richt, moeten er zeker van zijn dat de voorgestelde diensten of producten effectief als "ecologisch" worden beschouwd voor de toepassing van deze overeen- komst. Daarvoor wordt in deze overeenkomst een limitatieve lijst opgemaakt die onder andere is gebaseerd op de op federaal en gewestelijk niveau bestaande regelgeving.
Bovendien verbinden de sociale partners zich ertoe deze nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de ecocheques uiterlijk tegen het laatste kwartaal van 2010 te evalueren.
HOOFDSTUK II - DEFINITIE
Artikel 2
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder ecoche- que verstaan, het voordeel bij de aankoop van producten en diensten van ecologische aard die zijn opgenomen in de bij deze overeenkomst gevoegde lijst.
HOOFDSTUK III - LIJST VAN ECOLOGISCHE PRODUCTEN EN DIENSTEN DIE MET ECOCHEQUES AANGEKOCHT KUNNEN WORDEN
Artikel 3
De werknemers kunnen met ecocheques alleen de producten of diensten van ecologische aard aankopen die expliciet opgenomen zijn in de bij deze over- eenkomst gevoegde lijst.
Artikel 4
De interprofessionele organisaties die deze overeenkomst onder- tekenen, verbinden zich ertoe jaarlijks na te gaan of de in artikel 3 van deze overeenkomst genoemde lijst met diensten en producten van ecologische aard moet worden aangevuld. Ze verbinden zich ertoe om de twee jaar te evalueren of die lijst inhoudelijk moet worden bijge- werkt.
Commentaar
De producten en diensten die zijn opgenomen in de in artikel 3 van deze overeenkomst genoemde lijst beantwoorden aan de huidige milieu-uitdagingen. Die lijst kan worden aangepast in het licht van eventuele ontwikkelingen. Zo zullen de sociale part- ners ieder jaar nagaan of er ecologische diensten en producten aan de lijst moeten worden toegevoegd. Verder zullen zij om de twee jaar een discussie ten gronde voeren over een eventuele aanpassing van de lijst aan nieuwe ecologische inzichten en beleidsontwikkelin- gen inzake ecologische innovatie.
Die evaluaties kunnen gebeuren onder meer op basis van voor- stellen gedaan door de bevoegde overheden.
HOOFDSTUK IV - INFORMATIEVERSTREKKING AAN DE WERKNEMERS
Artikel 5
Als de ecocheques voor het eerst aan de betrokken werknemers worden afgegeven, informeert de werkgever hen met alle dienstige middelen over de inhoud van de in artikel 3 van deze overeenkomst genoemde lijst.
HOOFDSTUK V - WIJZE VAN BEREKENING VAN HET AANTAL AAN DE WERKNE- MERS TOE TE KENNEN ECOCHEQUES
Artikel 6
§ 1. Voor de werknemers die in de loop van het betreffende kalenderjaar in dienst zijn getre- den van de werkgever of hem hebben verlaten, gebeurt de berekening van het aantal aan hen toe te kennen ecocheques op zijn minst pro rata temporis van de periodes ge- durende welke zij op basis van een arbeidsovereenkomst bij die werkgever waren te- werkgesteld tijdens het betreffende kalenderjaar.
§ 2. De in § 1 van dit artikel vastgestelde regel geldt ook bij een verandering van personeels- categorie.
§ 3. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst tijdens het betreffende kalenderjaar gebeurt de berekening van het aantal toe te kennen ecocheques op zijn minst rekening houdend met het aantal dagen waarvoor de betrokken werknemers loon of vakantiegeld hebben gekregen.
Met dagen waarvoor de werknemers loon hebben gekregen wor-
den gelijkgesteld:
1° de dagen moederschapsverlof als bedoeld in artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971;
2° de dagen arbeidsongeschiktheid gedekt door een vergoeding die wordt toegekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12 bis van 26 februari 1979 tot aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12 van 28 juni 1973 be- treffende het toekennen van een gewaarborgd maandloon aan de werklieden in ge- val van arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval van gemeen recht, ar- beidsongeval of beroepsziekte aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeids- overeenkomsten;
3° de dagen arbeidsongeschiktheid gedekt door een vergoeding die wordt toegekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 13 bis van 26 februari 1979 tot aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 13 van 28 juni 1973 be- treffende het toekennen van een gewaarborgd maandloon aan sommige bedienden in geval van arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval van gemeen recht, ar- beidsongeval of beroepsziekte aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeids- overeenkomsten.
HOOFDSTUK VI - SLOTBEPALINGEN
Artikel 7
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaal- de tijd. Zij treedt in werking op dezelfde dag als de bepalingen van het koninklijk besluit tot invoeging van een artikel 19 quater in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoe- ring van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd, met inachtneming van een opzeggingstermijn van twaalf maanden.
Bij een opzegging blijft de in artikel 3 van deze overeenkomst ge- noemde lijst na de opzegging in ieder geval gelden voor de ecocheques die al aan de werk- nemers werden toegekend.
De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen; de andere organi- saties verbinden zich ertoe deze binnen een maand na ontvangst ervan in de Nationale Ar- beidsraad te bespreken.
Gedaan te Brussel, op twintig februari tweeduizend en negen.
Voor het Verbond van Belgische Ondernemingen
X. XXXXXXXXXX
Voor de Middenstandsorganisaties
Ch. ISTASSE
Voor de Boerenbond, "la Fédération wallonne de l'Agriculture"
X. XXXXXXXXX
Voor het Algemeen Christelijk Vakverbond van België
X. XXXXXXX
Voor het Algemeen Belgisch Vakverbond
X. XX XXXXX
Voor de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België
X. XXXX
x x x
Gelet op artikel 28 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, vraagt de Nationale Arbeids- raad dat deze overeenkomst bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard, met uitzondering van artikel 4.
BIJLAGE
-------------
LIJST VAN ECOLOGISCHE PRODUCTEN EN DIENSTEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR BETALING MET ECOCHEQUES
I. Energiebesparing
A. Aankoop en/of plaatsing (door geregistreerde aannemers) van producten en dien- sten die voldoen aan de criteria van de in artikel 145, 24° van het wetboek inkom- stenbelastingen bepaalde federale fiscale verminderingen met het oog op energie- besparing;
B. Producten en diensten die in één van de Gewesten op 1 december 2008 of later, in aanmerking komen voor regionale subsidies in het kader van het beleid inzake rati- oneel energiegebruik, met inbegrip van de regionale subsidies voor de aankoop van energiezuinige elektrische apparaten.
C. Aankoop van producten die specifiek zijn bestemd voor de isolatie van woningen;
D. Aankoop van spaarlampen, TL-lampen en LED-verlichting;
E. Elektrische apparaten die uitsluitend werken op zonne-energie of op handmatig ge- produceerde energie.
II. Waterbesparing
A. Spaardouchekop;
B. Recuperatietank voor regenwater;
C. Hulpstuk voor waterbesparing op kranen;
D. Spoelbak voor toiletten met spaarknop.
III. Bevordering duurzame mobiliteit
A. Plaatsing van roetfilters in personendieselwagens met bouwjaar tot en met 2005;
B. Plaatsing lpg-installatie in personenwagens;
C. Vervoersbewijzen voor openbaar vervoer, met uitzondering van abonnementen;
D. Aankoop en onderhoud van fietsen, met inbegrip van fietsen uitsluitend ondersteund door een elektrische hulpmotor, fietsonderdelen en fietstoebehoren;
E. Cursussen ecodriving.
IV. Afvalbeheer
A. Aankoop van oplaadbare, draagbare NiMH-batterijen en van oplaadtoestellen voor dergelijke batterijen;
B. Compostvat;
C. Kunststofproducten die volledig bestaan uit composteerbaar materiaal die voldoen aan de norm NBN EN 13432, evenals wasbare luiers;
D. Papier dat voor 100 % gerecycleerd is en dat ongebleekt of TCF-gebleekt is;
V. Bevordering van ecodesign1 : producten en diensten die voldoen aan de criteria van het Europese Ecolabel
VI. Bevordering van aandacht voor de natuur
A. Aankoop van duurzaam geëxploiteerd hout (FSC of PEFC of gelijkwaardig) of hout- producten gemaakt uit duurzaam geëxploiteerd hout, evenals papier dat geprodu- ceerd is met gerecycleerde vezels of met verse vezels afkomstig van duurzaam ge- ëxploiteerd hout;
B. Aankoop van bomen en buitenplanten, bloembollen en zaden voor buiten, niet- gemotoriseerde tuingereedschappen, potgrond en teelaarde, meststoffen met bioga- rantie.
1 Dat betekent de integratie van milieuaspecten in het productontwerp met het doel de milieuprestaties van het energieverbruikend product over zijn gehele levenscyclus te verbeteren (Artikel 2, 23° van de Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad)