Onderwerp en toepassingsgebied Voorbeeldclausules

Onderwerp en toepassingsgebied. (1) De T&C VSP zijn de voorgestelde Modaliteiten en Voorwaarden die van toepassing zijn op aanbieders van de dienst voor de regeling van de spanning en het reactief vermogen of VSP's overeenkomstig de artikelen 4 en 234 van het Federaal Technisch Reglement. (2) Overeenkomstig artikel 4 van het Federaal Technisch Reglement moet het voorstel van een modelcontract voor de ondersteunende dienst voor de regeling van het reactief vermogen en de spanning ter goedkeuring worden voorgelegd aan de CREG. (3) Overeenkomstig artikel 234 van het Federaal Technisch Reglement zijn in het modelcontract de Modaliteiten en Voorwaarden opgenomen om deze dienst te mogen aanbieden, evenals de technische specificaties voor het aanbieden van de dienst voor regeling van het reactief vermogen en de spanning, de voorwaarden voor deelname en het mechanisme voor het opzetten van de dienst, zoals vermeld in paragraaf (2).
Onderwerp en toepassingsgebied. 2.1. Deze Verwerkersovereenkomst is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Partijen n.a.v. het gebruik door kandidaat kopers van de SmartBid applicatie. In geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Gebruiksovereenkomst, prevaleren de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst. 2.2. Alle begrippen, zoals ‘persoonsgegeven’ en ‘verwerking’, die in deze Verwerkersovereenkomst worden gebruikt, hebben de betekenis die daar in de AVG aan is gegeven. 2.3. Bijlage 1 bij deze Verwerkersovereenkomst bevat een initieel overzicht van de persoonsgegevens, de categorieën Betrokkenen en de doeleinden van de verwerking(en). 2.4. Daar waar in deze Verwerkersovereenkomst ‘schriftelijk’ staat vermeld, wordt tevens bedoeld ‘via elektronische weg’.
Onderwerp en toepassingsgebied. Artikel 1 geeft uitvoering aan richtlijn 2003/72/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 2003 aanvulling van het statuut van een Euro- pese vennootschap met betrekking de van de werknemers. Zij heeft de te volgen en de regelingen met betrekking de van de werknemers in een Europese coôperatieve vennootschap vast te stellen. Artikel 2 Er regelingen worden vastgesteld met betrekking de van de werknemers, volgens de in deze overeenkomst bepaalde in de Europese coôperatieve vennootschappen die voldoen aan de voorwaarden bepaaid in de hoofdstukken V en VI van deze overeenkomst. bepaalt dat andere staten dan de lidstaten worden bestreken. De overeenkomst bedoeld in de tweede van artikel 2, heeft maar uitwerking voorzover het Belgisch recht toepasselijk wordt verkiaard op de Europese coôperatieve vennootschap krachtens verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coôperatieve vennootschap (SCE).
Onderwerp en toepassingsgebied. 1. Bij deze verordening worden de regels vastgesteld voor in euro luidende overmakings- en automatischeafschrijvingstrans­ acties binnen de Unie waarbij zowel de betalingsdienstaanbieder van de betaler als de betalingsdienstaanbieder van de begun­ stigde zich in de Unie bevinden, of waarbij de enige bij de betalingstransactie betrokken betalingsdienstaanbieder zich in de Unie bevindt. 2. Deze verordening is niet van toepassing op: a) betalingstransacties die voor eigen rekening worden uitge­ voerd tussen en binnen betalingsdienstaanbieders, met in­ begrip van hun agenten of bijkantoren; b) betalingstransacties die worden verwerkt en afgewikkeld via betalingssystemen voor grote bedragen, met uitzondering van automatischeafschrijvingstransacties waarvoor de betaler niet expliciet om betaling via een betalingssysteem voor grote bedragen heeft verzocht; c) betalingstransacties die met een betaalkaart of een vergelijk­ baar instrument worden uitgevoerd, waaronder ook geld­ van de informatie die vereist is voor het direct uitvoeren van een overmaking of een automatische afschrijving naar en van een door BBAN of IBAN geïdentificeerde betaalreke­ ning; d) betalingstransacties die worden uitgevoerd met behulp van een telecommunicatie-, digitaal of IT-apparaat, als dergelijke betalingstransacties niet een overmaking of een automatische afschrijving naar en van een door BBAN of IBAN geïdenti­ ficeerde betaalrekening tot gevolg hebben; e) transacties betreffende geldtransfer zoals gedefinieerd in ar­ tikel 4, punt 13, van Xxxxxxxxx 2007/64/EG; f) betalingstransacties waarbij elektronisch geld als gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het pru­ dentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld (1) wordt overgemaakt, tenzij deze trans­ acties resulteren in een overmaking of een automatische af­ schrijving naar en van een door BBAN of IBAN geïdentifi­ ceerde betaalrekening. 3. Indien een betalingsschema is gebaseerd op betalingstrans­ acties via overmaking of automatische afschrijving maar aan­ vullende optionele kenmerken of diensten heeft, is deze ver­ ordening alleen van toepassing op de onderliggende overmakin­ gen of automatische afschrijvingen.
Onderwerp en toepassingsgebied. (1) Deze T&C SA zijn het voorstel dat door Xxxx is opgesteld betreffende de Modaliteiten en Voorwaarden voor de Programma-Agenten overeenkomstig de artikelen 46, 49 en 52 van de SOGL en artikel 131 van de Gedragscode. (2) Deze T&C SA betreffen de rechten en plichten van de SA om maatregelen te treffen teneinde Elia de nodige gegevensuitwisseling te verstrekken zodat Xxxx de operationele-veiligheidsanalyse in de operationele planning kan verrichten zoals vastgesteld in artikel 46(1) (a-b) van de SOGL voor Technical Facilities die rechtstreeks dan wel via een CDSO op het transmissiesysteem zijn aangesloten, behoudens de standaardregels en vrijstellingen als bedoeld in de Overweging (19), Overweging (20) en Overweging (23). (3) Het SA Contract is opgenomen in het Aanhangsel bij dit voorstel en omvat de definities, de algemene en specifieke bepalingen overeenkomstig de bepalingen die zijn vastgesteld in artikelen 3.2 (73) en (78), 46, 49, 52, 110, 111 en 112 van de SOGL en de artikelen 128 tot 135 en artikel 243 van de Gedragscode. (4) Overeenkomstig artikel 6 van de SOGL en artikel 3 en 4 van de Gedragscode moet dit voorstel ter goedkeuring worden voorgelegd aan de bevoegde regulerende instantie. (5) Overeenkomstig artikel 7 van de SOGL en artikel 3 van de Gedragscode kan Xxxx vragen deze T&C SA te wijzigen met respect voor Overweging (7). Deze wijzigingen aan de T&C SA moeten ter openbare raadpleging worden voorgelegd overeenkomstig artikel 3 van de Gedragscode en volgens de modaliteiten die zijn vastgesteld in artikel 11 van de SOGL, en ze moeten na indiening door Xxxx worden goedgekeurd door de bevoegde regulerende instantie. Elke door de bevoegde regulerende instantie goedgekeurde wijziging die is meegedeeld aan Xxxx en aan de betrokken marktpartijen en die medeondertekeningen van het SA Contract door Xxxx omvat, is automatisch van toepassing, maar niet vroeger dan één maand na kennisgeving door Xxxx aan de betrokken marktpartijen (tenzij anders bepaald in de wijziging), zonder dat de SA een nieuw SA Contract hoeft te ondertekenen, op voorwaarde dat Overweging (9) van deze T&C SA niet wordt gewijzigd en de BRP van de Technical Facility zoals verduidelijkt in Overweging (9) dezelfde blijft. Dat laatste doet geen afbreuk aan de vastgestelde modaliteiten voor de beëindiging zoals bepaald in het SA Contract van een gegeven SA.
Onderwerp en toepassingsgebied. (Artikelen 1 en 2) - DEFINITIES (Artikel 3) 3
Onderwerp en toepassingsgebied. (Artikelen 1 en 2) 3 HOOFDSTUK II DEFINITIES (Artikel 3) 3
Onderwerp en toepassingsgebied. Artikel 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt er in de eerste plaats toe het behoud te regelen van de rechten van de bij een overdracht onder gerechtelijk gezag betrokken werknemers in alle gevallen van wijziging van werkge- ver ten gevolge van een overdracht onder gerechtelijk gezag van het geheel of een gedeelte van de onderneming of van haar activiteiten bedoeld bij de artikelen 59 tot 70 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de conti- nuïteit van de ondernemingen. Voorts regelt deze overeenkomst enerzijds de informatieverstrekking aan de bij een overdracht onder gerechte- lijk gezag betrokken werknemers indien er in de onderneming geen vertegenwoordigers van de werknemers zijn, en anderzijds de informatie die verstrekt moet worden aan de kandidaat-overnemer en de werknemers die over- genomen zullen worden. In onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst worden de termen “schuldenaar” en “(kandidaat-)overnemer” gebruikt. Er wordt voor geopteerd om de terminologie over te nemen die globaal genomen het meest gehanteerd wordt in de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, met inbegrip van bijvoorbeeld het artikel 59 van die wet. Deze termen kunnen vervangen worden door de begrippen “vervreemder” en “(kandidaat-)verkrijger” die ge- bruikt worden in de Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001, de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32 bis van 7 juni 1985 en het artikel 61 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen. Artikel 2 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op iedere wijziging van werkgever ten gevolge van een overdracht onder gerechtelijk gezag van het geheel of een gedeelte van de onderneming of van haar activiteiten, bedoeld bij de artikelen 59 tot 70 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemin- gen. Artikel 3 Deze overeenkomst regelt niet de overgang van de rechten van de werknemers die voortvloeien uit de stelsels inzake ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitsuitkeringen, toegekend uit hoofde van aanvullende stelsels van sociale voorzieningen. Zij doet evenmin afbreuk aan de bijzondere regelingen die voortvloeien uit de wet en uit andere collectieve arbeidsovereenkomsten. De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan bijzondere regelingen die voortvloeien, hetzij uit de wet en de reglementaire bepalingen, hetzij uit andere collectieve arbeidsovereenkomsten. Wat de bijzondere regelinge...
Onderwerp en toepassingsgebied. 1. Bij deze verordening worden gemeenschappelijke veiligheidsmethoden (GVM's) vastgesteld inzake de eisen voor veiligheidsbeheersystemen van spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders, als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2016/798. 2. Deze verordening is van toepassing op unieke veiligheidscertificaten en veiligheidsvergunningen die worden afgegeven overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/798. (1) Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1). (2) Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13). (3) Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).
Onderwerp en toepassingsgebied. Deze verordening voorziet in de praktische regelingen die spoorwegondernemingen dienen toe te passen bij het indienen van aanvragen voor unieke veiligheidscertificaten of bij de vernieuwing of actualisering van dergelijke certificaten via het in artikel 12 van Verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde loket („éénloket­ systeem”). Voorts worden de praktische regelingen vastgesteld die veiligheidscertificeringsinstanties dienen toe te passen bij de beoordeling van aanvragen voor unieke veiligheidscertificaten, of voor de vernieuwing of actualisering van dergelijke certificaten, alsmede voor de coördinatie met de voor het beoogde exploitatiegebied bevoegde nationale veiligheidsin­ stanties.