Aflossing definitie

Aflossing. De (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouder door de Uitgevende Instelling. Voor zover de Uitgevende Instelling geen gebruik maakt van haar recht om (een deel van) de Obligatielening vervroegd af te lossen, dient deze geheel te zijn afgelost op de Aflossingsdatum.
Aflossing. Een (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouder door de Uitgevende Instelling. Voor zover de Uitgevende Instelling geen gebruik maakt van haar recht om de Obligatielening (gedeeltelijk) vervroegd af te lossen dient de Obligatielening afgelost te zijn op de Aflossingsdatum. De Uitgevende Instelling heeft het recht om vanaf 12 maanden na Ingangsdatum de Obligatielening, boetevrij, vervroegd af te lossen. Indien de Uitgevende Instelling besluit om binnen 12 maanden na Ingangsdatum (een deel van) de Obligatielening af te lossen dan is zij een boete van 1,5% over het vervroegd afgeloste bedrag verschuldigd.
Aflossing. Een (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouder door de Uitgevende Instelling.

Examples of Aflossing in a sentence

  • De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden.

  • Aflossing Een (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouder door de Uitgevende Instelling.

  • Het risico bestaat dat de Uitgevende Instelling onverwachts hoge kosten moet dragen als sprake is van een gebeurtenis die vanwege zijn aard - bijvoorbeeld een terroristische aanslag, natuurramp, pandemie of oorlogssituatie - niet door verzekeraars wordt gedekt waardoor de Uitgevende Instelling mogelijk niet aan haar Rente-, Aflossing- of andere verplichtingen onder de Obligatielening kan voldoen.

  • Het risico bestaat dat de juridische, fiscale en/of financiële consequenties voortvloeiende uit (nieuwe) jurisprudentie, wijziging van wet- en/of regelgeving of politieke besluitvorming in algemene zin de belangen van de Uitgevende Instelling, de Obligaties en/of de Obligatiehouders kan schaden waardoor de Uitgevende Instelling mogelijk niet aan haar Rente-, Aflossing- of andere verplichtingen onder de Obligatielening kan voldoen.

  • Er is echter geen garantie dat de Uitgevende Instelling een weggevallen partij tijdig of tegen vergelijkbare voorwaarden zal kunnen vervangen waardoor zij mogelijk niet aan haar Rente-, Aflossing- of andere verplichtingen onder de Obligatielening kan voldoen.


More Definitions of Aflossing

Aflossing. Een (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouder door de Uitgevende Instelling. De eerste Aflossing vindt plaats op 1 januari 2024.
Aflossing terugbetaling van de hoofdsom aan de obligatiehouder door de stichting. Voor zover de stichting geen gebruik maakt van haar recht om de obligatielening (gedeeltelijk) vervroegd boetevrij af te lossen, dient de obligatielening afgelost te zijn op de aflossingsdatum.
Aflossing. Een (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouders door de Uitgevende Instelling. Iedere Hoofdsom dient geheel te zijn afgelost aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum. Indien de Uitgevende Instelling besluit om voor de Aflossingsdatum (een deel van) de Hoofdsom af te lossen dan is zij over het vervroegd afgeloste bedrag een boete verschuldigd aan de Obligatiehouders. Deze boete wordt berekend als: (1,5% minus 0,3% per verstreken jaar van de Looptijd) vermenigvuldigd met het vervroegd afgeloste bedrag. Dit betekent een boete van 1,5% voor vervroegd aflossen in het eerste jaar van de Looptijd, 1,2% van de Hoofdsom in het tweede jaar en 0,9% van de Hoofdsom in het derde jaar.
Aflossing het gedeelte van de Hoofdsom van de Lening dat door Xxxxxxxxxxx aan de NOM conform het overeengekomen aflossingsschema moet worden terugbetaald.
Aflossing. Een geheel of gedeeltelijke terugbetaling van de Hoofdsom aan de Investeerder door de Uitgevende Instelling. Voor zover de Uitgevende Instelling geen gebruik maakt van haar recht om de Obligatielening geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen dient de Obligatielening geheel te zijn afgelost op de Aflossingsdatum.
Aflossing het gedeelte van de Hoofdsom van de Lening dat door Schuldenaar aan de FOM conform het overeengekomen aflossingsschema moet worden terugbetaald.
Aflossing. Een (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouder door de Uitgevende Instelling. De Uitgevende Instelling is gerechtigd om na Ingangsdatum, (gedeeltelijk) vervroegd af te lossen aan de Obligatiehouder. Als vervroegde aflossing geldt elk bedrag dat boven het in paragraaf 3.2 van het Informatie Memorandum opgenomen aflossingsschema. Indien de Uitgevende Instelling besluit om (een deel van) de Obligatielening vervroegd af te lossen dan zal zij aan Obligatiehouder een boetebedrag betalen, zodanig hoog dat het gemiddelde effectieve rendement op de lening gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.2 van het Informatie Memorandum berekende percentage van 4,2%.