Examples of Ticket in a sentence
Alleen de houder van het Ticket die het Ticket als eerste toont bij aanvang van het Evenement krijgt toegang.
Ook indien aannemelijk is dat er sprake is van een vervalsing van het Ticket, is de Organisator gerechtigd de houder van dit Ticket de (verdere) toegang tot het Evenement te ontzeggen.
Door het kopen van een Ticket gaat de Bezoeker een overeenkomst met de Organisator aan tot het verrichten van een dienst met betrekking tot vrijetijdsbesteding – het Evenement – waarbij in de overeenkomst een bepaald tijdstip van nakoming is opgenomen, namelijk de specifieke datum en tijdstip van het Evenement.
Het Ticket geeft de houder recht op het bijwonen van het Evenement.
De Organisator kan niet aansprakelijk gehouden worden, noch kan enige schade geclaimd worden als gevolg van de (ver)koop van een Ticket (inclusief de geldigheid van een Ticket) voor het Evenement via enig verkoopkanaal.