Aangiftetermijn Voorbeeldclausules

Aangiftetermijn. Elk ongeval of elke ziekte waaruit een arbeidsongeschiktheid is ontstaan, moet ten laatste binnen de vijf werkdagen worden aangegeven bij de verzekeraar aan de hand van een medisch getuigschrift opgemaakt door de behandelend geneesheer. Op dit getuigschrift dient te worden vermeld: de diagnose, de graad en de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid. Indien de aangifte van een verzekeringsgeval geschiedt buiten de hierboven aangegeven termijn is de verzekeraar gerechtigd het optreden ervan aan te nemen op de dag waarop de aangifte bij de verzekeringsonderneming is toegekomen. De volgende omstandigheden moeten eveneens binnen een termijn van vijf werkdagen aan de verzekeraar worden gemeld: 38.1 de verlenging van de arbeidsongeschiktheid; 38.2 de verhoging en de vermindering van de graad van arbeidsongeschiktheid; 38.3 het optreden van een verzekeringsgeval zoals bedoeld bij artikel 24.3 (herval); 38.4 het einde van de arbeidsongeschiktheid.
Aangiftetermijn. Elk schadegeval moet, behoudens andersluidende bepalingen, onmiddellijk en uiterlijk binnen de 30 dagen na het zich voordoen ervan schriftelijk worden gemeld. Deze verplichting geldt voor alle verzekerden. We kunnen de niet- naleving van deze termijn echter niet inroepen als deze melding zo snel als redelijkerwijze mogelijk is gebeurd. In geval van diefstal of poging tot diefstal moet de verzekerde onmiddellijk een klacht indienen bij de politiediensten en ons binnen de 24 uur op de hoogte brengen van het schadegeval.
Aangiftetermijn. Elk schadegeval moet onmiddellijk en uiterlijk binnen 10 dagen na het zich voordoen ervan schriftelijk worden gemeld. Deze verplichting geldt voor alle verzekerden. We kunnen er ons echter niet op beroepen dat deze termijn niet in acht is genomen, als die mededeling zo snel als redelijkerwijze mogelijk is gebeurd.

Related to Aangiftetermijn

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • Arbeidsduur en werktijden 1. De arbeidsduur volgens dienstrooster bedraagt op jaarbasis gemiddeld 37,5 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters, zoals bedoeld in protocol 1, bedraagt de gemiddelde jaarlijkse arbeidsduur 36 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters zoals bedoeld in protocol 2 bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 33,6 uur per week, verdeeld over 7 dagen per week, op jaarbasis. a) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in dagdienst tussen 07.00 uur en 18.00 uur op de eerste 5 werkdagen van de week. b) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in 2-ploegendienst als regel tussen 04.00 uur en 24.00 uur, behoudens in geval met een dag- respectievelijk ochtend- en nachtdienst wordt gewerkt. c) De werktijden volgens dienstrooster voor de werknemers in 3-ploegendienst worden zodanig vastgesteld, dat tussen het einde en het begin van de dienstroosters een ononderbroken rustperiode van tenminste 36 uur bestaat, waarvan 24 uur op zondag, die geacht wordt te lopen van 00.00 uur - 24.00 uur. d) Werknemers kunnen in geval van gewetensbezwaren de werkgever verzoeken om vrijgesteld te worden van de verplichting om roostermatig zondagsarbeid te verrichten. Werkgever zal in dat geval de werknemer niet verplichten tot het verrichten van genoemde zondagsarbeid, doch een ander tijdstip bepalen waarop deze arbeid wordt verricht. a) Een dienstrooster mag niet in strijd zijn met de bestaande wetgeving en het in dit artikel bepaalde. b) De werkgever zal, indien daarbij meer dan negen werknemers zijn betrokken, niet tot invoering van een andere werktijdenregeling overgaan dan in overleg met de vakbonden, onverminderd de bevoegdheid van de OR hierover overleg te plegen met de werkgever. c) Indien de nieuwe werktijdenregeling echter tot gevolg heeft dat arbeid op een zondag moet worden verricht, zal de werkgever overleg plegen met de vakbonden. 4. De werkgever kan voor chauffeurs, portiers, bewakingspersoneel en voor werknemers werkzaam in de energiediensten een regeling vaststellen die afwijkt van hetgeen in dit artikel en in artikel 10 is bepaald. In dat geval zal zij dit doen in overleg met de vakbonden. 5. De in lid 1 bedoelde gemiddelde arbeidstijd wordt geëffectueerd overeenkomstig de in bijlage 4 nader vastgestelde bepalingen.