Graad van arbeidsongeschiktheid Voorbeeldclausules

Graad van arbeidsongeschiktheid. De graad van arbeidsongeschiktheid wordt bepaald naar verhouding van het door doktersverklaringen geraamde verlies van de fysieke geschiktheid van de verzekerde intekenaar om welke beroepsbezigheid dan ook uit te oefenen die verenigbaar is met zijn kennis, bekwaamheid en maatschappelijke rang. Er wordt met geen enkele andere economische maatstaf rekening gehouden. In de veronderstelling dat de graad van aantasting van de lichamelijke integriteit – bepaald bij medische beslissing, volgens de Officiële Belgische Schaal ter bepaling van de graad van Invaliditeit (OBSI), onafhankelijk van enige beslissing van de Sociale Zekerheid – hoger zou zijn dan de hierboven bepaalde graad van arbeidsongeschiktheid, zou deze laatste beschouwd worden als gelijk zijnde aan de graad van aantasting van de lichamelijke integriteit om het recht op de uitkeringen en het percentage van de schadevergoeding te bepalen. Dit wijzigt niets aan het feit dat deze verzekering uitsluitend een door de verzekerde intekenaar geleden verlies van arbeidsgeschiktheid vergoedt of geacht wordt te vergoeden. Elke aantasting van de lichamelijke integriteit die reeds bestond op de aanvangsdatum van de verzekering, evenals elke verzwaring van dergelijke aantastingen kunnen niet in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de graad van arbeidsongeschiktheid. Hetzelfde geldt voor het percentage van arbeidsongeschiktheid dat toe te schrijven is aan een niet-gedekte omstandigheid vermeld in artikel 29.
Graad van arbeidsongeschiktheid. Tenzij anders bepaald in de bijzondere voorwaarden wordt de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid bepaald uiterlijk 3 jaar na de datum van het Ongeval. De toestand van het slachtoffer wordt dan geacht niet meer te zullen evolueren. De graad van blijvende arbeidsongeschiktheid wordt bepaald op identieke manier als voor de waarborg “Verplichte arbeidsongevallenverzekering”.
Graad van arbeidsongeschiktheid. De graad van arbeidsongeschiktheid wordt bepaald in verhouding met het verlies, beoordeeld bij verklaring van de artsen, van de lichamelijke geschiktheid van de verzekerde om een beroepsbezigheid uit te oefenen die compatibel is met zijn kennis, zijn capaciteiten en zijn maatschappelijke positie. Andere economische criteria worden niet in aanmerking genomen. In de veronderstelling dat de graad van de vermindering van de lichamelijke integriteit – bepaald bij de medische beslissing onder verwijzing naar het Officieel Belgisch Barema der Invaliditeiten (O.B.B.I.) , los van elke beslissing van de Sociale Zekerheid – hoger zou zijn dan de graad van arbeidsongeschiktheid zoals hierboven gedefinieerd, zal deze laatste worden beschouwd als gelijk aan de graad van de vermindering van de lichamelijke integriteit om het recht op de prestaties en het percentage van de vergoeding te bepalen. Wanneer de graad van arbeidsongeschiktheid ten minste 67% bedraagt, wordt de arbeidsongeschiktheid als volledig beschouwd. Het percentage van de vergoeding bedraagt dan 100%. Elke vermindering van de lichamelijke integriteit die voor de datum van de inwerkingtreding van de bijkomende dekking bestond, en elke verzwaring van een dergelijke vermindering, kan niet in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de graad van arbeidsongeschiktheid. Hetzelfde geldt voor het percentage arbeidsongeschiktheid dat toe te schrijven is aan een niet-gedekte omstandigheid zoals vermeld in punt III.C.5.
Graad van arbeidsongeschiktheid. < 25 %: geen vergoeding • Tussen 25 % en 67 %: vergoeding pro rata • Vanaf 67 %: 100 % vergoeding • basiswaarborg: economische arbeidsongeschiktheid, d.w.z. dat de verzekerde ongeschikt is om zijn (of een andere) beroepsactiviteit uit te oefenen • facultatieve waarborguitbreiding op voorwaarde van het betalen van een toeslag: fysiologische invaliditeit, d.w.z. dat een verminderde lichamelijke integriteit van de verzekerde is vastgesteld op basis van een objectieve schaal Als u enkel de aanvullende waarborg Premieterugbetaling kiest, kunnen wij enkel de basiswaarborg verzekeren. Als we de aanvullende waarborgen Premieterugbetaling en Arbeidsongeschiktheidsrente verzekeren, is de basiswaarborg standaard van toepassing. Als u opteert voor de waarborguitbreiding, geldt die uitbreiding voor beide aanvullende waarborgen. • Ziekte • Ziekte en alle ongevallen • Constante rente • Toenemende rente: de rente stijgt jaarlijks met 2 % tijdens de duur van de arbeidsongeschiktheid. Na de stopzetting van de uitkering brengen we de verzekerde rente terug tot het oorspronkelijke niveau. • Optimaal toenemende rente: de premie en de verzekerde rente stijgen jaarlijks met 2 % op het basisbedrag van de premie en de verzekerde rente, ongeacht of er een arbeidsongeschiktheid is of niet.
Graad van arbeidsongeschiktheid. De graad van blijvende arbeidsongeschiktheid is identiek aan die bepaald voor de waarborg “Verplichte arbeidsongevallenverzekering”. Hij kan daar in geen geval van afwijken.

Related to Graad van arbeidsongeschiktheid

  • Arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten, inclusief Arbodienst en Arbowet en enig bedrijfsreglement, worden bepaald en/of uitgeoefend. 2. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid de bedongen arbeid niet verricht, dient zich voor wat betreft de melding aan de werkgever, controle- en re-integratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer in beginsel recht op een uitkering van 100 procent van het voor hem geldende brutoloon gedurende 52 weken, gevolgd door een nieuwe periode van 52 weken met een uitkering van 70 procent over het voor hem geldende brutoloon. Indien het bedrag dat op grond van dit lid wordt doorbetaald aan de werknemer lager zou zijn dan het bedrag waarop de werknemer recht heeft op grond van artikel 7:629 BW, dan moet voor de doorbetaling worden uitgegaan van het laatstgenoemde bedrag. 4. In enig kalenderjaar wordt op de uitkering bij arbeidsongeschiktheid, met inachtneming van het Wettelijk Minimumloon, per ziekmelding de aftrek van een aantal wachtdagen toegepast. Het aantal wachtdagen dat wordt afgetrokken bedraagt vanaf de eerste ziekmelding 1 wachtdag, met een maximum van 2 wachtdagen per kalenderjaar. 5. In het geval van opeenvolgende ziekmeldingen wordt de aftrek van een aantal wachtdagen, met inachtneming van een onderbreking van minder dan vier weken en voor zover er sprake is van hetzelfde ziektegeval, niet opnieuw toegepast. Indien de werknemer niet voldoet aan de voor hem geldende verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, heeft de werkgever het recht de uitkering te verlagen tot 70 procent van het brutoloon.

  • Arbeidsongeschikt Een verzekerde is arbeidsongeschikt als hij dat is in de zin van de WIA. De arbeidsongeschiktheid begint op de eerste dag waarop de verzekerde wegens ziekte of een ongeval niet werkt of het werk tijdens werktijd staakt. Op die dag begint ook de wachttijd voor de WIA. Perioden van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken beschouwen we als één arbeidsongeschiktheid.

  • Verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid Hieronder geven we aan wat we van u en de verzekerde verwachten als de verzekerde arbeidsongeschikt is. Ook geven we aan wat de gevolgen zijn als u of de verzekerde zich hier niet aan houdt.