Achterstelling. De Partijen spreken af dat: (i) de Achtergestelde Vordering volledig in rang is achtergesteld bij de Senior Vordering in de zin van de artikel 3:277 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek en zoals beschreven in de zin van deze Overeenkomst, uit welken hoofde ook. (ii) de Achtergestelde Vordering pas op de Einddatum voor de Junior Crediteur opeisbaar is en voldoening of Betaling van de Achtergestelde Vordering door of namens de Vennootschap is toegestaan , tenzij de Vennootschap voor de voldoening voorafgaande schriftelijke toestemming gekregen heeft van de ‘Vergadering van Obligatiehouders’ als beschreven in de Obligatievoorwaarden. Bovengenoemde is van toepassing voor de geheel of gedeeltelijke voldoening van de Achtergestelde Vordering als het gaat om aflossing en het betalen van rente en/of andere kosten. De verplichtingen van de Junior Crediteur en de Vennootschap onder deze Overeenkomst blijven gelden tot de Einddatum en gelden ook indien de Vennootschap failliet is verklaard, er een vereffenaar of curator is aangewezen, er een besluit is genomen tot ontbinding or surseance van betaling of een vergelijkbare procedure is gestart. Ter voorkoming van misverstanden, de Achtergestelde Vordering is niet achtergesteld ten aanzien van Toekomstige Obligatieleningen, noch is de opeisbaarheid en de Betaling van de Achtergestelde Vordering in enige wijze afhankelijk van Toekomstige Obligatieleningen. Daarnaast is deze Overeenkomst niet van toepassing op andere vorderingen dan de Achtergestelde Vordering die de Junior Crediteur of de Vennootschap heeft. Echter, de Junior Crediteur is niet gerechtigd om schenkingen van de Vennootschap te verkrijgen of andere leningsovereenkomsten met de Junior Crediteur te sluiten zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Vergadering van Obligatiehouders. Andere vorderingen die de Junior Crediteur in de toekomst mogelijk op de Vennootschap verkrijgt voor geleverde Diensten dienen marktconform te zijn.
Appears in 6 contracts
Samples: Obligatielening, Obligatielening, Obligatielening
Achterstelling. 10.1 Alle bestaande en toekomstige vorderingen van elke Obligatiehouder en de Stichting (ongeacht of deze zelfstandig of hoofdelijk worden gehouden) tot betaling, waaronder begrepen uit hoofde van regres of subrogatie, op de Uitgevende Instelling (waaronder het recht op betaling van hoofdsom, rente of andere bedragen) (ongeacht of deze zelfstandig of hoofdelijk worden gehouden) uit hoofde van deze Trustakte en/of de Obligatievoorwaarden zijn achtergesteld in rang bij alle huidige en toekomstige vorderingen van alle crediteuren zoals bedoeld in artikel 3:277 lid 2 BW, welke achterstelling zal eindigen ingeval na de in de betreffende Obligatievoorwaarden opgenomen uiterste vervaldatum, alle bestaande vorderingen van de Financierende Instellingen op de Uitgevende Instelling geheel zijn voldaan en geen nieuwe vorderingen van enige Financierende Instelling op de Uitgevende Instelling meer kunnen ontstaan. De Partijen spreken af datachterstelling als bedoeld in dit artikel 10 werkt zowel in als buiten faillissement van de Uitgevende Instelling.
10.2 Als gevolg van het bepaalde in artikel 10.1 zal de Uitgevende Instelling (en de Stichting in overeenstemming met artikel 10 van de Trustakte), eerst verplicht zijn het uitstaande bedrag van de Hoofdsom alsmede de verschuldigde doch nog niet betaalde of bijgeschreven Rente onder de betreffende Obligaties aan de Obligatiehouders te voldoen nadat:
A. alle op dat moment bestaande vorderingen van de Financierende Instellingen op de Uitgevende Instelling geheel zijn voldaan en geen nieuwe vorderingen van enige Financierende Instelling op de Uitgevende Instelling meer kunnen ontstaan; en
B. voorzover de betaling geschiedt voor de in de betreffende Obligatievoorwaarden opgenomen uiterste vervaldatum van de achterstelling jegens overige crediteuren, alle andere op dat moment bestaande vorderingen van crediteuren uit welke hoofde dan ook door de Uitgevende Instelling zijn voldaan.
10.3 Met inachtneming van het bepaalde in dit artikel 10, zal de Stichting (iof de betreffende Obligatiehouder in het geval artikel 2.3 van de Obligatievoorwaarden van toepassing is) geen enkele Inningsmaatregel nemen noch zal enige vordering uit hoofde van een Obligatielening opeisbaar zijn anders dan voor zover dat is toegelaten op grond van het bepaalde in deze Trustakte en de Achtergestelde Vordering volledig Obligatievoorwaarden.
10.4 Dit artikel 10 alsmede de overige bepalingen van deze Trustakte waarin de achterstelling als bedoeld in rang is achtergesteld bij dit artikel 10 wordt genoemd of waaruit de Senior Vordering werking van de achterstelling als bedoeld in dit artikel 10 voortvloeit zijn een onherroepelijk derdenbeding ten behoeve van de (anders dan Obligatiehouders) crediteuren waaronder tevens wordt begrepen de Financierende Instellingen, een en ander als bedoeld in de zin van de artikel 3:277 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek en zoals beschreven in de zin van deze Overeenkomst, uit welken hoofde ook6:253BW.
(ii) 10.5 Iedere Obligatiehouder en de Achtergestelde Vordering pas Stichting verbinden zich mitsdien jegens iedere derde als bedoeld in artikel 10.4, om in geval van een betaling welke strijdig is met het bepaalde in dit artikel 10 een bedrag gelijk aan het betaalde bedrag op de Einddatum voor de Junior Crediteur opeisbaar is en voldoening of Betaling eerste schriftelijk verzoek van de Achtergestelde Vordering door of namens Uitgevende Instelling terug te betalen aan de Vennootschap is toegestaan , tenzij de Vennootschap voor de voldoening voorafgaande schriftelijke toestemming gekregen heeft van de ‘Vergadering van Obligatiehouders’ als beschreven in de Obligatievoorwaarden. Bovengenoemde is van toepassing voor de geheel of gedeeltelijke voldoening van de Achtergestelde Vordering als het gaat om aflossing en het betalen van rente en/of andere kosten. De verplichtingen van de Junior Crediteur en de Vennootschap onder deze Overeenkomst blijven gelden tot de Einddatum en gelden ook indien de Vennootschap failliet is verklaard, er een vereffenaar of curator is aangewezen, er een besluit is genomen tot ontbinding or surseance van betaling of een vergelijkbare procedure is gestart. Ter voorkoming van misverstanden, de Achtergestelde Vordering is niet achtergesteld ten aanzien van Toekomstige Obligatieleningen, noch is de opeisbaarheid en de Betaling van de Achtergestelde Vordering in enige wijze afhankelijk van Toekomstige Obligatieleningen. Daarnaast is deze Overeenkomst niet van toepassing op andere vorderingen dan de Achtergestelde Vordering die de Junior Crediteur of de Vennootschap heeft. Echter, de Junior Crediteur is niet gerechtigd om schenkingen van de Vennootschap te verkrijgen of andere leningsovereenkomsten met de Junior Crediteur te sluiten zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Vergadering van Obligatiehouders. Andere vorderingen die de Junior Crediteur in de toekomst mogelijk op de Vennootschap verkrijgt voor geleverde Diensten dienen marktconform te zijnUitgevende Instelling.
Appears in 2 contracts
Samples: Informatiememorandum Obligatielening, Trust Deed for Bond Loan