Common use of Afbouwregeling ploegentoeslag Clause in Contracts

Afbouwregeling ploegentoeslag. Dit artikel geldt alleen voor medewerkers in FG 1-17 De afbouwregeling ploegentoeslag beschreven in Overgangsregeling 1 is van toepassing op de medewerker die op 15 november 2006 al in dienst was bij (de rechtsvoorganger van) werkgever. Op de medewerker die na 15 november 2006 in dienst is getreden bij (de rechtsvoorganger van) werkgever is onderstaande regeling van toepassing. 1. De regeling geeft aan hoe de ploegentoeslag wordt afgebouwd als een medewerker blijvend wordt overgeplaatst van een ploegendienst naar een dagdienst of van een hoger naar een lager betaalde ploegendienst. Onder de zinsnede “blijvend wordt overgeplaatst” wordt in dit artikel verstaan “12 weken of langer”. 2. De regeling voor de afbouw van de ploegentoeslag is niet van toepassing als: • het ploegentoeslagpercentage wordt verlaagd in verband met arbeidstijd verkortende maatregelen; • de medewerker korter dan 1 jaar aaneengesloten in ploegendienst heeft gewerkt; • er sprake is van blijvende overplaatsing op eigen verzoek van de medewerker. In deze gevallen ontvangt de medewerker per de eerstvolgende salarisbetaling direct het maandsalaris zonder ploegentoeslag of het maandsalaris vermeerderd met de nieuwe lagere ploegentoeslag. Als blijvende overplaatsing op eigen verzoek plaats vindt in het kader van een promotie naar een hogere functiegroep voor een medewerker in functiegroep 1-7, dan is de afbouwregeling ploegentoeslag wel van toepassing. 3. Als de medewerker op het moment van overplaatsing 60 jaar of ouder is, of 55 jaar of ouder is met 25 of meer aaneengesloten dienstjaren in ploegendienst, houdt hij zijn oorspronkelijke bedrag aan ploegentoeslag en zal geen afbouw plaatsvinden. 4. Voor de afbouw van ploegentoeslag wordt de volgende berekeningswijze gehanteerd: a. Vaststelling van het gemiddelde ploegentoeslagpercentage dat de medewerker ontving in de laatste 3 maanden, direct voorafgaande aan overplaatsing. b. Vaststelling van het ploegentoeslagpercentage dat de medewerker bij overplaatsing in een lager betaalde ploegendienst gemiddeld per maand (in een cyclus) gaat verdienen. c. Als de medewerker wordt overgeplaatst van een hoger naar een lager betaalde ploegendienst: het verschil tussen de percentages als bedoeld onder a en b. d. Als de medewerker wordt overgeplaatst naar een functie die niet in ploegendienst wordt verricht: het percentage als bedoeld onder a. e. Het bedrag verkregen op grond van sub c of d wordt verder genoemd de afbouwtoeslag. Over de afbouwtoeslag worden niet berekend de ploegentoeslag, overwerktoeslagen en de algemene salarisverhogingen. De vakantietoeslag wordt wel over de afbouwtoeslag berekend. f. Het afbouwpercentage is gelijk aan 0.75 procentpunt ploegentoeslag vastgesteld conform lid 4.

Afbouwregeling ploegentoeslag. Dit artikel geldt alleen voor medewerkers in FG 1-17 De afbouwregeling ploegentoeslag beschreven in Overgangsregeling Artikel 1 is Artikel 34 van de CAO (looptijd 1 januari 2005 tot 1 april 2006) blijft van toepassing op de medewerker werknemers die op 15 november 2006 al in dienst was zijn van de werkgever (zie Bijlage VIII), met uitzondering van artikel 34 lid 6 f met betrekking tot de wachttijd. Indien en voor zover de totale afbouw van de ploegentoeslag (over de gehele periode) niet meer bedraagt dan € 250,00 bruto, zal dit bruto bedrag in één keer worden uitbetaald aan de werknemer. Dit eenmalige, bruto bedrag telt mee voor de berekening van de vakantietoeslag (conform wat gebruikelijk is bij (de rechtsvoorganger van) werkgevermaandelijkse afbouwbedragen). Artikel 2 Artikel 2 is van toepassing op nieuwe werknemers. Op de medewerker Nieuwe werknemers zijn werknemers die na 15 november 2006 in dienst is zijn getreden bij (of treden van de rechtsvoorganger van) werkgever is onderstaande regeling van toepassingwerkgever. 1. De regeling geeft aan hoe houdt in de wijze waarop de ploegentoeslag wordt afgebouwd als afgebouwd, indien een medewerker werknemer blijvend wordt overgeplaatst van een ploegendienst naar een dagdienst of van een hoger naar een lager betaalde ploegendienst. Onder de zinsnede “"blijvend wordt overgeplaatst” " wordt in dit artikel verstaan “12 twaalf weken of langer”. 2. De regeling voor de afbouw van de ploegentoeslag is niet van toepassing alsindien: • het - Het ploegentoeslagpercentage wordt verlaagd in verband met arbeidstijd verkortende arbeidstijdverkortende maatregelen; • de medewerker korter dan 1 jaar aaneengesloten in ploegendienst heeft gewerkt; • er - Er sprake is van een blijvende overplaatsing op eigen verzoek van de medewerkerwerknemer; - De werknemer xxxxxx dan één jaar aaneengesloten in ploegendienst heeft gewerkt. In deze gevallen ontvangt zal de medewerker werknemer per de eerstvolgende salarisbetaling direct het maandsalaris salaris zonder ploegentoeslag of wel het maandsalaris salaris vermeerderd met de nieuwe lagere ploegentoeslag. Als blijvende overplaatsing op eigen verzoek plaats vindt in het kader van een promotie naar een hogere functiegroep voor een medewerker in functiegroep 1-7, dan is de afbouwregeling ploegentoeslag wel van toepassing.ontvangen; 3. Als De werknemer, die ten tijde van de medewerker op het moment van overplaatsing 60 jaar of ouder is, of 55 jaar of ouder is met 25 of meer aaneengesloten dienstjaren in ploegendienst, houdt hij behoudt zijn oorspronkelijke bedrag aan ploegentoeslag toeslag en er zal geen afbouw plaatsvinden. 4. Voor de afbouw van ploegentoeslag wordt de volgende berekeningswijze gehanteerd: a. Vaststelling van 4.1 Vastgesteld wordt het gemiddelde ploegentoeslagpercentage dat de medewerker werknemer ontving in de laatste 3 drie maanden, direct voorafgaande aan zijn overplaatsing. b. Vaststelling van 4.2 Vastgesteld wordt het ploegentoeslagpercentage dat de medewerker werknemer bij overplaatsing in een lager betaalde ploegendienst gemiddeld per maand (in een cyclus) gaat verdienen. c. Als 4.3 Afgebouwd wordt: a. Indien de medewerker werknemer wordt overgeplaatst van een hoger naar een lager betaalde ploegendienst: het verschil tussen de percentages als bedoeld onder a in de leden 4.1 en b.4.2 van dit artikel. d. Als b. Indien de medewerker werknemer wordt overgeplaatst naar een functie functie, die niet in ploegendienst wordt verricht: het percentage als bedoeld onder a. e. 4.1. Het percentage verkregen op grond van artikel 4.3 wordt verder genoemd het afbouwpercentage. Het bedrag verkregen op grond van sub c of d artikel 4.3 wordt verder genoemd de afbouwtoeslag. . 4.4 Over de afbouwtoeslag worden niet berekend de ploegentoeslag, overwerktoeslagen en de algemene salarisverhogingen. De vakantietoeslag wordt wel over de afbouwtoeslag berekend. f. Het 5. Indien een werknemer met een afbouwtoeslag bij de overplaatsing of later een hoger maandinkomen gaat ontvangen dan hij ontving op het moment dat overplaatsing van een ploegendienst naar een dagdienst of van een hoger naar een lager betaalde ploegendienst plaatsvond, wordt de afbouwtoeslag of het restant daarvan, met onmiddellijke ingang, verminderd met een bedrag ter grootte van de stijging van zijn maandinkomen. Niet in aanmerking genomen worden de RGB- en de jaarlijks af te spreken collectieve structurele en eenmalige salarisverhogingen. 6. Voor de werknemer, die één jaar of langer maar vijf jaar of korter heeft gewerkt in de ploegendienst van waaruit hij/zij wordt overgeplaatst naar een dagdienstfunctie of naar een lager betaalde ploegendienst, wordt het in lid 4.3 van dit artikel genoemde afbouwpercentage is gelijk aan met 0.75 procentpunt per maand verminderd totdat de afbouwtoeslag volledig is afgebouwd. 7. Voor de werknemer die langer dan vijf jaar heeft gewerkt in de ploegendienst van waaruit hij/zij wordt overgeplaatst naar een dagdienstfunctie of naar een lager betaalde ploegendienst, wordt het in lid 4.3 van dit artikel genoemde afbouwpercentage met 0.75 procentpunt per twee maanden verminderd totdat de afbouwtoeslag volledig is afgebouwd. 8. Indien en voor zover de totale afbouw van de ploegentoeslag vastgesteld (over de gehele periode) niet meer bedraagt dan € 250,00 bruto, zal dit bruto bedrag in één keer worden uitbetaald aan de werknemer. Dit eenmalige, bruto bedrag telt mee voor de berekening van de vakantietoeslag (conform lid 4wat gebruikelijk is bij de maandelijkse afbouwbedragen).

Afbouwregeling ploegentoeslag. Dit artikel geldt alleen voor medewerkers in FG 1-17 De afbouwregeling ploegentoeslag beschreven in Overgangsregeling 1 is van toepassing op de medewerker die op 15 november 2006 al in dienst was bij (de rechtsvoorganger van) werkgever. Op de medewerker die na 15 november 2006 in dienst is getreden bij (de rechtsvoorganger van) werkgever is onderstaande regeling van toepassing.17 1. De regeling geeft aan hoe de ploegentoeslag wordt afgebouwd als een medewerker blijvend wordt overgeplaatst van een ploegendienst naar een dagdienst of van een hoger naar een lager betaalde ploegendienst. Onder de zinsnede “blijvend wordt overgeplaatst” wordt in dit artikel verstaan “12 weken of langer”. 2. De regeling voor de afbouw van de ploegentoeslag is niet van toepassing als: • het ploegentoeslagpercentage wordt verlaagd in verband met arbeidstijd verkortende maatregelen; • de medewerker korter dan 1 jaar aaneengesloten in ploegendienst heeft gewerkt; • er sprake is van blijvende overplaatsing op eigen verzoek van de medewerker. In deze gevallen ontvangt de medewerker per de eerstvolgende salarisbetaling direct het maandsalaris zonder ploegentoeslag of het maandsalaris vermeerderd met de nieuwe lagere ploegentoeslag. Als blijvende overplaatsing op eigen verzoek plaats vindt in het kader van een promotie naar een hogere functiegroep voor een medewerker in functiegroep 1-7, dan is de afbouwregeling ploegentoeslag wel van toepassing. 3. Als de medewerker op het moment van overplaatsing 60 jaar of ouder is, of 55 jaar of ouder is met 25 of meer aaneengesloten dienstjaren in ploegendienst, houdt hij zijn oorspronkelijke bedrag aan ploegentoeslag en zal geen afbouw plaatsvinden. 4. Voor de afbouw van ploegentoeslag wordt de volgende berekeningswijze gehanteerd: a. Vaststelling van het gemiddelde ploegentoeslagpercentage dat de medewerker ontving in de laatste 3 maanden, direct voorafgaande aan overplaatsing. b. Vaststelling van het ploegentoeslagpercentage dat de medewerker bij overplaatsing in een lager betaalde ploegendienst gemiddeld per maand (in een cyclus) gaat verdienen. c. Als de medewerker wordt overgeplaatst van een hoger naar een lager betaalde ploegendienst: het verschil tussen de percentages als bedoeld onder a en b. d. Als de medewerker wordt overgeplaatst naar een functie die niet in ploegendienst wordt verricht: het percentage als bedoeld onder a. e. Het bedrag verkregen op grond van sub c of d wordt verder genoemd de afbouwtoeslag. Over de afbouwtoeslag worden niet berekend de ploegentoeslag, overwerktoeslagen en de algemene salarisverhogingen. De vakantietoeslag wordt wel over de afbouwtoeslag berekend. f. Het afbouwpercentage is gelijk aan 0.75 procentpunt ploegentoeslag vastgesteld conform lid 4.