Antecedenten mobiliteitsbereidheid Voorbeeldclausules

Antecedenten mobiliteitsbereidheid. Om meer inzicht te krijgen in de mobiliteitsbereidheid van werknemers zullen drie theoretische constructen worden uitgelegd om de antecedenten van mobiliteitsbereidheid in kaart te brengen. Allereerst zal de job embeddedness theory (paragraaf 2.3.1) uitgelegd worden, vervolgens de theory of planned behavior (paragraaf 2.3.2) en tenslotte het psychologisch contract (paragraaf 2.3.3). Er zijn een aantal redenen waarom ervoor gekozen is om de job embeddedness theory (JE theory) en de theory of planned behavior in dit onderzoek mee te nemen. Om te beginnen kunnen beide theorieën een verklaring geven over de stimulerende en belemmerende antecedenten voor werknemers om te mobiliseren. Verder representeert de JE theory een brede theoretische construct van factoren die betrekking kunnen hebben op mobiliteitsbereidheid van werknemers (Xxxxxxxx et al., 2001). Zo worden contextuele factoren (Xxx, Xxxxx, & Xxxxxxxx, 2014), werk-gerelateerde factoren en niet werk-gerelateerde factoren, zoals familiebanden en burgerlijke staat in deze theorie meegenomen (Xxxxxxxx et al., 2001). Daarnaast is de theory of planned behavior één van de meest invloedrijke en populaire theoretische onderbouwingen voor onderzoeken naar menselijke actie (Ajzen, 2002). Deze theorie is in voorgaande onderzoeken (e.g., Xxxxxxxxx et al., 2009; Ajzen, 1999; Ajzen, 2002) veel toegepast en heeft hierbij een hoge empirische ondersteuning ontvangen. Xxxxxxxxx verschilt de JE theory van de theory of planned behavior, doordat de JE theory de focus legt op factoren om in huidige functie te blijven. De factoren voor werknemers om in huidige functie te blijven kunnen verschillen van de factoren om de huidige functie te verlaten (Xxxxxxxx & Xxx, 2001). Ook neemt de JE de emotionele aspecten mee die bij de theory of planned behavior ontbreken (Xxxxxx & Xxxxxxxx, 1998; Xxxxx & Xxx, 1996). Daarnaast is er voor gekozen om het psychologisch contract in dit onderzoek mee te nemen, omdat het psychologisch contract de verwachtingen tussen leidinggevenden en werknemers uit kan leggen (Dulac et al., 2008). De verwachtingen die beide partijen van elkaar hebben en de mate waarin hieraan voldaan is, kan als antecedent dienen voor de houdingen en gedragingen van leidinggevenden en werknemers. Dit zou de mate van mobiliteitsbereidheid van werknemers kunnen verklaren en de manier waarop leidinggevenden mobiliteit bevorderende HR-praktijken implementeren. In paragraaf
Antecedenten mobiliteitsbereidheid. Nu duidelijk is geworden in hoeverre de werknemers bereid zijn om te mobiliseren en in hoeverre zij hun verantwoordelijkheid hiervoor zien, zal in deze paragraaf een antwoord gegeven worden op het eerste deel van de hoofdvraag: “welke factoren ervaren Klant Contact Center werknemers als belangrijk om te mobiliseren?”. Deze paragraaf zal zowel stimulerende als belemmerende factoren bespreken en zal uiteindelijk worden afgesloten met een deelconclusie.

Related to Antecedenten mobiliteitsbereidheid

  • Haalbaarheid DAS informeert u over de haalbaarheid van uw zaak en overlegt met u over de aanpak. DAS kan ook besluiten de verlening van rechtsbijstand (voor een deel) over te dragen aan een deskundige die niet bij DAS werkt. Zo iemand noemen we een externe deskundige. U machtigt DAS om opdrachten namens u te geven.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.

  • Deelbaarheid 11.1. Indien één of meer bepalingen van deze Overeenkomst niet rechtsgeldig blijkt en/of blijken te zijn zal de Overeenkomst voor het overige van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen die niet geldend zijn overleggen, teneinde een vervangende regeling te treffen die wel rechtsgeldig is en zoveel mogelijk aansluit bij de strekking van de te vervangen regeling.

  • Afwijkende afspraken Tussen werkgever en de individuele medewerker kunnen afspraken gemaakt worden die afwijken van de bepalingen uit artikel 4.2 van deze cao. Zie verder artikel 2 (Definities - basisuren)

  • Gebruiksbeperkingen Deze dienst is alleen beschikbaar als het voertuig stilstaat, de deur van de bestuurder is gesloten, het ontstekingsmechanisme is uitgeschakeld en de sleutel niet in het contactslot zit. Aanvullende beperkingen kunnen van toepassing zijn in overeenstemming van land- specifieke voorschriften.

  • Vertrouwelijkheid van gegevens 1. Elk der partijen garandeert dat alle van de andere partij ontvan- gen gegevens waarvan men weet of dient te weten dat deze van vertrouwelij- ke aard zijn, geheim blijven. De partij die vertrouwelijke gegevens ontvangt, zal deze slechts gebruiken voor het doel waarvoor deze verstrekt zijn. Ge- gevens worden in ieder geval als vertrouwelijk beschouwd indien deze door een der partijen als zodanig zijn aangeduid. TPM kan hieraan niet worden gehouden indien de verstrekking van gegevens aan een derde noodzakelijk is ingevolge een rechterlijke uitspraak, een wettelijk voorschrift of voor correcte uitvoering van de overeenkomst.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.

  • Betaalbaarheid Het voorstel draagt bij aan meer betaalbare woonruimte in de koop- en/of huursector in het sociale en middeldure segment Doelgroepen Het voorstel draagt bij aan de behoefte aan huisvesting vanuit specifieke doelgroepen, met name starters, ouderen en nieuwkomers (internationale werknemers en nieuwe Limburgers) Impact woningmarkt Het voorstel draagt op de (middel)lange termijn bij aan het in overeenstemming brengen van woningbehoefte en -voorraad Woningvoorraad Het voorstel voorziet in het actualiseren van ruimtelijke plannen (planvoorraad wonen, retailfuncties, etc.) Kleine kern Het voorstel behelst maatregelen in een kern buiten de stedelijke centra Innovatie Het voorstel speelt in op nieuwe woonvarianten, zoals flexwonen, tiny houses, hofjeswoningen, tijdelijke woonruimte en kluswoningen Xxxxxxxxx Het voorstel draagt bij aan het terugdringen van leegstaande objecten in een kern die vanuit sociaal-maatschappelijk optiek onwenselijk is

  • Leefbaarheid NPRZ Woonbron levert in het kader van NPRZ een bijdrage aan het woon- en leefmilieu in de wijk Carnisse. Vanuit de positie van ‘betrokken buurman, want Xxxxxxxx bezit in Carnisse slechts een klein aantal huurwoningen. In 2024/2025 komt dit onder meer tot uitdrukking in: • Woonbron en gemeente werken samen in de aanpak rondom goed Verhuurderschap. De gemeente zet de Verhuurdervergunning woonruimte als pilot in. Xxxxxxxx draagt bij aan informatievoorziening over de handhaving, signalering en de afspraken rondom opvang van slachtoffers van schrijnende huisvestingssituaties. • Woonbron heeft in de Eilandenbuurt circa 85 woningen aangekocht. Gemeente en Woonbron hebben afgesproken een eerste fase aanpak te richtten op verduurzaming hiervan. Een 2e fase, gericht op woningdifferentiatie, blijven we verkennen, o.a. vanuit mogelijkheden van het volkshuisvestingsfonds. • Het project Urkersingel (sloop/nieuwbouw) waaraan Woonbron deelneemt is vergevorderd. Xxxxxxxx heeft hier conform de SOK-afspraken de optie tot het uitnemen van 44 middenhuurwoningen. • Aanpalend aan de gemeentelijke aanpak in de Fazantstraat zet Woonbron in op een aanpak van portieken met Woonbronbezit via de VvE’s. • Woonbron verkent of zij de nieuwbouwontwikkeling in de Texelsestraat op zich kan nemen. • Woonbron verkent met de betreffende ontwikkelaar een deel sociale nieuwbouw op de Parnassialocatie Hart van Zuid. De gemeente zal zich hiervoor actief en ondersteunend opstellen. • De huurders van sociale huurwoningen denken proactief mee aan uitdagingen van de wijk en oplossingen daarvoor in een klankbordgroep samen met de projectleider sociaal van Woonbron. • Woonbron heeft de afgelopen jaren al 27 mln euro gealloceerd in Carnisse in grotendeels activiteiten die te maken hebben met de particuliere voorraad. Woonbron zal naar voren toe niet meer geld voor de particuliere voorraad reserveren.

  • AFWIJKENDE BEPALINGEN KLEINVERBRUIKAANSLUITINGEN In afwijking van artikel 10 lid 2 zijn Klanten met een Kleinverbruikaansluiting een opzegvergoeding verschuldigd conform de Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen.