BESPREKING EN BEOORDELING Voorbeeldclausules

BESPREKING EN BEOORDELING. Het contract dat ter beoordeling voorligt, is een contract van reisorganisatie en de Reiscontracten – wet bepaalt o.a. de wettelijke inhoud van dit contract (Wet 16 februari 1994, tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling, “Reiscontracten – wet”, verkort RCW genoemd, B.S., 1 april 1994).
BESPREKING EN BEOORDELING. Het Arbitaal College heeft het dossier grondig doorgenomen en partijen,tijdens de zitting, aangehoord. Voor wat betreft de rechtsmacht van het Arbitraal College om te oordelen over het geschil dat voorligt, merkt het Arbitraal College op dat art.17.2 van de Algemene Reisvoorwaarden van de Geschillencommissie stelt dat:” Elk geschil gerezen na het sluiten van een reiscontract, zoals bedoeld in artikel 1 van de huidige algemene voorwaarden, over dit contract en waarbij de reiziger betrokken is, wordt uitsluitend behandeld door de Geschillencommissie Reizen, dit met uitzondering van geschillen over lichamelijke letstels.” Het contract dat ter beoordeling voorligt, is een contract van reisorganisatie en de Reiscontracten – wet bepaalt o.a. de wettelijke inhoud van dit contract (Wet 16 februari 1994, tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling, “Reiscontracten – wet”, verkort RCW genoemd, B.S., 1 april 1994). Artikels 4 en 5 van de RCW handelen duidelijk over prijs van de te leveren prestaties door de reisorganisator en dit is ook het geval onder de voorwaarden bepaald in de algemene reisvoorwaarden van de Geschillencommissie. Het Arbitraal College is, bijgevolg, van oordeel dat ze de rechtsmacht bezit om over dit geschil te oordelen. De informatie brochure van de Geschillencommissie Reizen voorziet dat als de klacht niet is opgelost binnen de vier maanden vanaf het einde van de reis of vóór het vertstrijken van deze termijn indien uit het dossier blijkt dat er geen minnelijkje schikking mogelijk is, dan spreekt men van een geschil en kan de vordering aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Reizen. Het Arbitraal College is van oordeel dat al vóór het verstrijken van de vier maanden na het einde van de reis het duidelijk was dat er geen minnelijke schikking mogelijk was en dat eisers geen fout begingen door het geschil aanhangig te maken binnen deze periode. Hierbij wenst het Arbitraal College ook te benadrukken dat het feit dat aan de oorsprong ligt van het geschil al veel langer dan vier maanden na afreis gekend was. In casu zijn ook de rechten van verweerster hierdoor niet in het gedrang gekomen en dient het verweer van verweerster op dat punt te worden afgewezen. Uit het betoog van eisers tijdens de zitting bleek dat de reis die zij boekten, via de website van verweerster, en waarvoor zij een bevestiging ontvingen, wel goedkoop was doch aanvaardbaar gelet op de vergelijking van min of meer analoge reizen en de vroegboekin...
BESPREKING EN BEOORDELING. Het contract dat ter beoordeling voorligt, is een contract van reisbemiddeling en de Reiscontracten – wet bepaalt o.a. de wettelijke inhoud van dit contract (Wet 16 februari 1994, tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling, “Reiscontracten – wet”, verkort RCW genoemd, B.S., 1 april 1994). Art.1,1°RCW definieert het contract tot reisorganisatie als volgt:” De overeenkomst waarbij een persoon zich in eigen naam jegens een ander verbindt, om tegen betaling van een totaalprijs, ten minste twee van de volgende diensten: - vervoer - logies - andere niet met vervoer of logies verband houdende toeristische diensten die niet bijkomstig zijn ten opzichte van het vervoer of het logies, voor
BESPREKING EN BEOORDELING. Een eerste onderdeel van de vordering betreft een aanvullende opzegvergoeding van 1 maand. Gelet op de anciënniteit van net drie jaar is deze rechtbank van oordeel dat de bekomen vergoeding op basis van het toenmalig wettelijk minimum voldoende tegemoet komt zowel aan de bewezen trouw aan de onderneming als aan de theoretische spoedige hertewerkstellingskansen van eiseres. Het vervolg betreft de beschermingsvergoeding Redelijke aanpassingen - de antidiscriminatiewet — arbeidsduurvermindering als redelijke aanpassing In de antidiscriminatiewet wordt bepaald dat het weigeren van “redelijke aanpassingen” een vorm van discriminatie uitmaakt. Redelijke aanpassingen zijn passende maatregelen die in een concrete situatie en naargelang de behoefte worden getroffen om een persoon met een handicap in staat te stellen toegang te hebben tot, deel te nemen aan en vooruit te komen in de aangelegenheden waarop deze wet van toepassing is, tenzij deze maatregelen een onevenredige belasting vormen voor de persoon die deze maatregelen moet treffen. Wanneer die belasting in voldoende mate wordt gecompenseerd door bestaande maatregelen in het kader van het gevoerde overheidsbeleid inzake personen met een handicap, mag zij niet als onevenredig worden beschouwd; Arbeidsduurvermindering kan een passende maatregel vormen voor een werknemer met MS die te kampen heeft met invaliderende vermoeidheid en uitputting. (zie medische verslagen eiseres) De werkgever maakt in zijn verweer een kunstmatig onderscheid tussen de aanpassing van "werk" en de aanpassing van "werkuren". Redelijke aanpassingen zijn echter gepaste maatregelen waar nodig in een specifiek geval, dit kan dus ook een aanpassing van het werkrooster (bv. langere pauzes, dagtaak later aanvangen, …) of een arbeidsduurvermindering zijn. De arbeidsduurvermindering zou deze persoon in staat stellen verder deel te nemen aan het arbeidsleven. Zie : Hvl. 11 april 2013, nr. C-335/11 en C-337/11, J. R. (HK Danmark) / Dansk almennyttigt Boligselskab en Lone Skouboe Werge (HK Danmark) / Pro Display AS (Dansk Arbejdsgiverforening) Zoals samengevat in nieuwsbrief arbeidsrecht KUL 2013/4 : Beide werkgevers betwisten dat de gezondheidstoestand van hun ex-werkneemsters onder het begrip handicap in de zin van Richtlijn 2000/78/EG valt, aangezien hun enige ongeschiktheid bestond in de onmogelijkheid om voltijds te werken. Het Hof van Justitie werkt een definitie van het begrip handicap uit op basis van het door de EU goedgekeurde VN-verdrag i...

Related to BESPREKING EN BEOORDELING

  • Facturering en betaling 1. Partijen brengen alle bedragen die de andere Partij ingevolge de Gasleveringsovereenkomst en deze Algemene Voorwaarden, alsmede ingevolge de feitelijke uitvoering van de Levering en/of Programmaverantwoordelijkheid verschuldigd is, in rekening door middel van een factuur, waarbij Leverancier in het kader van de Levering de door Afnemer verschuldigde bedragen kan baseren op en specificeren aan de hand van de Specificaties. 2. Eventuele bezwaren van Afnemer tegen factuur, specificaties, omschrijvingen en prijzen moeten binnen tien (10) dagen na de factuurdatum schriftelijk ter kennis van Leverancier worden gebracht. Indien dit niet mogelijk is op grond van enige niet aan Xxxxxxx toe te rekenen oorzaak, zal Xxxxxxx zijn bezwaren in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is schriftelijk aan Leverancier mededelen. De verplichting tot betaling wordt niet opgeheven of opgeschort op grond van bezwaren tegen de factuur en/of specificaties en/of correcties daarop. Afnemer dient de verschuldigde bedragen, ondanks zijn bezwaren, integraal aan Leverancier te voldoen conform de voorwaarden van de Gasleveringsovereenkomst. Afnemer dient er zelf zorg voor te dragen dat hij, in het geval zijn bezwaren gegrond worden geacht, het te veel betaalde terugvordert van Leverancier. 3. Alle aan Afnemer in rekening gebrachte bedragen moeten zonder korting of inhouding worden voldaan en mogen niet worden verrekend met enig bedrag dat de Leverancier Afnemer schuldig is. 4. Afnemer dient de in rekening gebrachte bedragen uiterlijk te hebben voldaan en er zorg voor hebben gedragen dat deze bedragen bij Leverancier op de rekening staan bijgeschreven op de laatste dag van de betalingstermijn zoals weergegeven op de factuur en/of in de Gasleveringsovereenkomst overeengekomen. Bij strijdigheid tussen de betaaltermijn opgenomen in de Gasleveringsovereenkomst en de betaaltermijn weergegeven op de factuur, heeft de betaaltermijn opgenomen in de Gasleveringsovereenkomst voorrang. Indien in de Gasleveringsovereenkomst geen betalingstermijn is overeengekomen, geldt als laatste dag van een dergelijke termijn de vervaldatum die op de factuur is aangegeven. Tenzij anders overeengekomen is dit binnen 14 dagen na dagtekening van de factuur. 5. Afnemer heeft niet het recht om zijn verplichtingen op te schorten, tenzij een dergelijke bevoegdheid bij rechterlijke uitspraak, welke in kracht van gewijsde is gegaan, aan Afnemer is of wordt toegekend. 6. In het geval dat Leverancier aan Afnemer, door Xxxxxxx te veel betaalde bedragen terugbetaalt, dan wel dient terug te betalen, heeft Xxxxxxx geen recht op vergoeding door Leverancier van de door Afnemer misgelopen rente. 7. Afnemer is, zonder nadere ingebrekestelling, over alle bedragen die niet uiterlijk op de laatste dag van de betalingstermijn zijn betaald, vanaf die dag rente verschuldigd gelijk aan de alsdan in Nederland geldende rente, berekend op grond van artikel 6:120 lid 2 BW, onverminderd het recht van Leverancier om bij niet (tijdige) betaling aan de Afnemer alle op de invordering vallende gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten in rekening te brengen en onverminderd het bepaalde in artikel 20 (Onderbreking van de Levering wegens niet-nakoming). 8. Indien en voor zover de Afnemer niet degene is die de in verbinding met de Gasleveringsovereenkomstde uitvoering van de Levering en/of Programmaverantwoordelijkheid, verschuldigde bedragen dient te voldoen, aanvaardt Xxxxxxx niettemin door ondertekening van de Gasleveringsovereenkomsten/of de feitelijke afname van de geleverde Gas op de Aansluitinghoofdelijke aansprakelijkheid voor het voldoen van de aldus verschuldigde bedragen. Voorgaande is op gelijke voet van toepassing op de rechtspersoon en/of natuurlijke persoon die de Levering verbruikt.. 9. Voor zover niet anders overeengekomen, verstrekt Afnemer door ondertekening van de Gasleveringsovereenkomst, voor de (al dan niet verlengde) duur daarvan, aan Leverancier een onherroepelijke volmacht om alle door Afnemer aan Leverancier op grond van de Gasleveringsovereenkomst verschuldigde bedragen per automatische incasso van het in de Gasleveringsovereenkomst aangegeven giro/bankrekeningnummer af te schrijven. 10. In beginsel zal de overeengekomen automatische incasso worden voltrokken op de daartoe op de factuur aangegeven datum. Weigering van de bank met betrekking tot het doorvoeren van de automatische incasso beperkt noch heft de betalingsverplichting van Afnemer op. 11. Afnemer is verplicht voldoende batig saldo op de in de Gasleveringsovereenkomst aangegeven giro/bankrekening te hebben om de automatische incasso te kunnen doorvoeren. Indien dit niet het geval is, is Leverancier gerechtigd, naast de uitoefening van enig ander haar toekomend recht, een incassoprocedure te beginnen. 12. Met het oog op een correcte en tijdige uitvoering van de automatische incasso verstrekt Afnemer kosteloos alle daartoe benodigde gegevens, met inbegrip van wijzigingen daarop, aan Leverancier. 13. In beginsel zal Leverancier met betrekking tot KV-Aansluitingen de jaarafrekening opmaken aan de hand van de maand die daartoe is opgenomen in het Centrale Aansluitingen Register van de relevante Netbeheerder. Niettegenstaande het voorgaande komen Partijen door ondertekening van de Gasleveringsovereenkomst overeen dat vorenbedoelde afrekening door Leverancier aan de hand van een andere maand kan plaatsvinden in het geval Leverancier dat voor correcte uitvoering van de Gasleveringsovereenkomst noodzakelijk acht.

  • Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.

  • Afrekening en betaling 14.1 De klant is de in de horecaovereenkomst overeengekomen prijs verschuldigd. De prijzen worden vermeld op lijsten die door het horecabedrijf op een voor de gast zichtbare plaats zijn aangebracht of zijn opgenomen in een lijst die aan de klant, desnoods op diens verzoek, wordt overhandigd of die via digitale bronnen toeganke- lijk is voor de klant. Een lijst wordt geacht voor de klant zichtbaar aangebracht te zijn indien deze zichtbaar is in de normaal toegankelijke ruimten van het horecabedrijf. 14.2 Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garderobe, garage, safe, wasserij of stomerij, telefoon, internet, wifi, roomservice, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding in rekening worden gebracht. 14.3 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekeningen ter zake annulering of no-show, zijn door de klant verschuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresenteerd. De klant dient voor contante betaling of betaling per bank of giro zorg te dragen, tenzij anders overeengekomen. 14.4 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen die één van hen of beiden aan het hore- cabedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Horecaovereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te verschijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen. 14.5 Zolang de klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de klant in het horecabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te houden, totdat de klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabe- drijf heeft voldaan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorkomend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen. 14.6 Indien andere dan contante betaling is overeengekomen dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het horecabedrijf te worden voldaan. Indien een factuur wordt gezonden is het horecabedrijf te allen tijde bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van 2% van het fac- tuurbedrag in rekening te brengen, welke vervalt indien de klant de factuur binnen veertien dagen voldoet. 14.7 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft, is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist. Uitsluitend indien de klant een natuurlijk persoon (consument) is, stuurt het horecabedrijf bij achterwege blijven van betaling, eenmalig een ingebrekestelling met een termijn van tenminste 14 dagen om alsnog te betalen. 14.8 Indien de klant in gebreke is moet hij aan het horecabedrijf alle op de inning vallende kosten vergoeden. De buitengerechtelijke inningskosten worden in rekening gebracht volgens de wet. 14.9 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in artikel 14.5 onder zich heeft en de klant van wie het horecabe- drijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in gebreke is, is het horecabedrijf gerech- tigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de opbrengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het verhaal van het horecabedrijf resteert, wordt aan de klant uitgekeerd. 14.10 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de na- volgende volgorde: • De kosten van executie • De gerechtelijke en buitengerechtelijke inningskosten • De rente • De schade • De hoofdsom 14.11 Betaling geschiedt in Euro’s. Indien het horecabedrijf buitenlandse betaalmiddelen accepteert dan geldt de op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabedrijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende marktkoers met maximaal 10% aan te passen. 14.12 Het horecabedrijf is nimmer gehouden om andere betaalmiddelen dan contanten te accepteren en kan aan acceptatie van dergelijke andere betaalmiddelen voorwaarden verbinden.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.

  • Rolverdeling 1. Onderwijsinstelling is ten aanzien van de in diens opdracht uit te voeren Verwerkingen van Persoonsgegevens de Verwerkingsverantwoordelijke. De Onderwijsinstelling heeft en houdt zelfstandige zeggenschap over (het bepalen van) het doel en de middelen van de Verwerking van de Persoonsgegevens. 2. Verwerker draagt er zorg voor dat de Onderwijsinstelling bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst toereikend wordt geïnformeerd over de dienst(en) die de Verwerker verleent, en de uit te voeren Verwerkingen. De gegeven informatie stelt de Onderwijsinstelling in staat om te doorgronden welke Verwerkingen onlosmakelijk zijn verbonden met een aangeboden dienst en voor welke Verwerkingen Onderwijsinstelling gebruik kan maken van eventueel aangeboden optionele diensten. 3. In aanvulling op lid 2 en onverminderd hetgeen elders in deze Verwerkersovereenkomst is bepaald, informeert Xxxxxxxxx bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst de Onderwijsinstelling in Bijlage 1 over de in lid 2 bedoelde diensten, waaronder eventuele optionele diensten, en de Verwerkingen die in dat kader plaatsvinden. De in Bijlage 1 opgenomen informatie moet in begrijpelijke taal zijn beschreven, waardoor Onderwijsinstelling geïnformeerd akkoord kan gaan met de afname van deze dienst(en) en de uitvoering van de bijbehorende Verwerkingen. 4. Voor zover artikel 30 lid 5 AVG daartoe verplicht, houdt Verwerker conform artikel 30, lid 2 AVG een register bij van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die Verwerker ten behoeve van een Onderwijsinstelling verricht. 5. Onderwijsinstelling en Verwerker verstrekken elkaar over en weer alle benodigde informatie teneinde een goede naleving van de Toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de Verwerking van Persoonsgegevens mogelijk te maken.

  • Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1. Het begin en het einde van het dienstverband moeten bepaald zijn in de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur is verstreken, dus zonder dat voorafgaande opzegging vereist is. De aanzegplicht is vermeld in artikel 15 van deze cao. 2. Werkgever en werknemer kunnen een keten van maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten, die samen niet langer duren dan 36 maanden. Om een nieuwe keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten te kunnen starten moet er een periode van langer dan 6 maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten zijn gelegen. 3. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden opgezegd als deze mogelijkheid in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze opzeggingsmogelijkheid van toepassing.

  • Woningborg garantie- en waarborgregeling nieuwbouw; Woningborg-certificaat De Ondernemer verklaart, dat de woning, die het onderwerp is van deze overeenkomst, deel uitmaakt van een door Woningborg geregistreerd project en door haar is ingeschreven onder planregistratienummer W-* en verbindt zich tegenover de Verkrijger ter zake van die woning de verplichtingen uit de Woningborg garantie- en waarborgregeling nieuwbouw te zullen nakomen.

  • Privacy, gegevensverwerking en beveiliging 5.1 Indien leverancier dit van belang acht voor de uitvoering van de overeenkomst, zal cliënt leverancier desgevraagd onverwijld schriftelijk informeren over de wijze waarop cliënt uitvoering geeft aan zijn verplichtingen op grond van wetgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. 5.2 Cliënt vrijwaart leverancier voor aanspraken van personen van wie persoonsgegevens zijn geregistreerd of worden verwerkt in het kader van een persoonsregistratie die door cliënt wordt gehouden of waarvoor cliënt op grond van de wet anderszins verantwoordelijk is, tenzij cliënt bewijst dat de feiten die aan de aanspraak ten grondslag liggen uitsluitend aan leverancier toegerekend moeten worden. 5.3 De verantwoordelijkheid voor de gegevens die met gebruikmaking van een door leverancier verleende dienst worden verwerkt, ligt uitsluitend bij cliënt. Cliënt staat er jegens leverancier voor in dat de inhoud, het gebruik en/of de verwerking van de gegevens niet onrechtmatig zijn en geen inbreuk maken op enig recht van een derde. Cliënt vrijwaart leverancier tegen elke rechtsvordering van derden, uit welke hoofde dan ook, in verband met deze gegevens of de uitvoering van de overeenkomst. 5.4 Indien leverancier op grond van de overeenkomst gehouden is tot het voorzien in een vorm van informatiebeveiliging, zal die beveiliging beantwoorden aan de specificaties betreffende beveiliging zoals tussen partijen schriftelijk overeengekomen. Leverancier staat er nimmer voor in dat de informatiebeveiliging onder alle omstandigheden doeltreffend is. Indien een uitdrukkelijk omschreven beveiliging in de overeenkomst ontbreekt, zal de beveiliging voldoen aan een niveau dat, gelet op de stand van de techniek, de gevoeligheid van de gegevens en de aan het treffen van de beveiliging verbonden kosten niet onredelijk is. 5.5 Indien bij de uitvoering van de overeenkomst of anderszins gebruik wordt gemaakt van computer-, data- of telecommunicatiefaciliteiten is leverancier gerechtigd cliënt toegangs- of identificatiecodes toe te wijzen. Leverancier is gerechtigd toegewezen toegangs- of identificatiecodes te wijzigen. Cliënt behandelt de toegangs- en identificatiecodes vertrouwelijk en met zorg en maakt deze slechts aan geautoriseerde personeelsleden kenbaar. Leverancier is nimmer aansprakelijk voor schade of kosten die het gevolg zijn van gebruik of misbruik dat van toegangs- of identificatiecodes wordt gemaakt, tenzij het misbruik mogelijk is geweest als rechtstreeks gevolg van een handelen of nalaten van leverancier.