Het verweer Voorbeeldclausules
Het verweer. De bank heeft verweer gevoerd tegen de stellingen van de consument. Voor zover relevant zal de commissie bij de beoordeling daarop ingaan.
Het verweer. De verzekeraar heeft verweer gevoerd tegen de stellingen van de consument. Voor zover relevant zal de commissie bij de beoordeling daarop ingaan.
Het verweer. Het verweer houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
3.1 Verweerster vindt het spijtig dat klaagsters zoon veel klachten heeft. Deze klachten worden volgens klaagster veroorzaakt door het omzetten van het specialité Flixotide naar het generieke "Fluticasonpropionaat 12Smcg" (hierna verder te noemen Fluticason).
3.2 Verweerster betwist dat er sprake is van een medische fout. Verweerster heeft slechts éénmaal Fluticason afgeleverd in augustus 2018. Het afleveren op stofnaam is zeer gebruikelijk. Zorgverzekeraars [A en B] hebben Fluticason in de preferentielijsten opgenomen, welke ook voor kinderen gelden. Er wordt in de preferentielijst geen onderscheid gemaakt tussen afleveren aan volwassenen en kinderen. Verweerster neemt, samen met de zorgverzekeraars, haar farmaceutische én maatschappelijke verantwoordelijkheid om telkens de beste kosteneffectieve keuze te maken. Ook zorgverzekeraar [D] stuurt middels het IDEA-contract aan op farmaceutische substitutie bij Multi-source geneesmiddelen.
3.3 Indien er sprake is van farmaceutische substitutie handelt de apotheek altijd volgens de KNMP-handleiding farmaceutische substitutie. Dat heeft verweerster in dit geval ook gedaan. Er bestaat geen farmacologische contra-indicatie voor het gebruik van dit middel bij kinderen. In de bijsluiter staat weliswaar een verschil in drijfgas, maar dat is alleen een verschil in benaming. Daarnaast zijn in beide producten geen andere hulpstoffen aanwezig. Verweerster benadrukt daarnaast dat zij geen nadrukkelijke waarschuwingen van fabrikant, bijvoorbeeld in vakliteratuur of een "Geel Handje" heeft ontvangen. Ook in het "Geneesmiddelnieuws" van Compriphar heeft zij geen mededelingen of waarschuwingen kunnen teruglezen. Desalniettemin heeft verweerster toch besloten om Flixotide af te leveren. Er is geen sprake van een middel met een smalle therapeutische breedte. Vanwege deze punten en omdat het generieke middel beschikbaar werd gesteld door de fabrikant heeft verweerster, mede op grond van noot 3 uit de handreiking, geconcludeerd dat het generiek gelijkwaardig, effectief en veilig was.
3.4 Nadat verweerster constateerde dat op de zijkant van de verpakking "niet voor gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar'' vermeld was heeft verweerster direct op eigen initiatief weer Flixotide afgeleverd.
Het verweer. De uitvoerder heeft verweer gevoerd tegen de stellingen van de consumenten. Voor zover relevant zal de commissie bij de beoordeling daarop ingaan.
Het verweer. 4.1. De makelaar voert, samengevat en zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
4.2. Eerst enkele weken na ondertekening van de koop-/aannemingsovereenkomst is de ontsluiting van de achtertuin door klager en zijn partner bij de makelaar ter sprake gebracht. Er is dus geen sprake van dat de makelaar daarvan reeds voor het tekenen van de koop-/aannemingsovereenkomst op de hoogte was en/of in dit verband iets voor klager verzwegen zou hebben. Klager, althans zijn partner, verkeerde blijkbaar in de onjuiste veronderstelling dat er sprake zou zijn van een zijpad langs zijn woning naar de achtertuin, maar daarin heeft het bouwplan ook blijkens de tekeningen en de brochure, nooit voorzien. Ook niet vóór de aanpassing. Wel was voor die aanpassing sprake van een te vestigen erfdienstbaarheid aan de achterzijde ter ontsluiting van de tuinen, omdat er aanvankelijk sprake was van rijtjeswoningen zonder garages met als gevolg dat toegang tot de achtertuinen daarvan via een garage (of zijpaden langs de woningen) onmogelijk zou zijn. Na aanpassing van het plan was sprake van twee- onder-één-kap woningen met garage, zodat de achtertuinen via de garages konden worden ontsloten en een erfdienstbaarheid om ontsluiting achterlangs te realiseren niet langer nodig was (behoudens voor één middenwoning, zijnde bouwnummer [..], het buurpand van klager). Klager en zijn partner zijn voldoende en tijdig geïnformeerd en beschikten over alle relevante documentatie, zodat zij steeds exact van de situatie op hoogte waren. De makelaar bestrijdt met klem het verwijt dat hij bewust informatie zou hebben achtergehouden of valse informatie zou hebben verstrekt.
4.3. Omdat de erfdienstbaarheid was vervallen kon de medewerking van de buren niet afgedwongen worden, maar de makelaar veronderstelde dat de betrokken buren wellicht zouden willen meewerken aan een veel minder vergaand persoonlijk recht voor klager, om toch ontsluiting van zijn tuin aan de achterzijde te bewerkstelligen. De makelaar heeft vervolgens getracht klager van dienst te zijn door te proberen dit ten behoeve van hem te realiseren, maar stuitte daarbij tot zijn verrassing op grote weerstand bij de buren, die hun medewerking in stellige bewoordingen weigerden.
4.4. De makelaar betwist dat hem daarvan enig verwijt kan worden gemaakt. Hetgeen (een medewerkster van) de notaris heeft geschreven komt uiteraard niet voor rekening van de makelaar, de makelaar kende deze mail ook niet voordat klager die bij zijn klacht voegde, maar oo...
Het verweer. 4.1. De makelaar voert, samengevat en zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
4.2. Ad klachtonderdeel a. De makelaar geeft aan dat de koopprijs voor het perceel al lange tijd geleden - namelijk in het kader van de onderhandelingen die hebben geleid tot de koopovereenkomst met de gemeente - is vastgesteld. De makelaar merkt op dat klager in al die jaren geen reden heeft gezien te klagen over die koopprijs. Het is dan ook voor de makelaar een raadsel waarom die koopprijs, die blijkbaar in 2006 en de daarop volgende jaren voor klager aanvaardbaar was, dat in 2010 plotseling niet meer is. Klager kan zich alleen voorstellen dat dat te maken heeft met het feit dat klager zijn perceel in 2009 heeft moeten ontruimen, maar dat is van het begin af aan duidelijk geweest. De overdrachtsdatum staat immers duidelijk vermeld in de ook door klager ondertekende koopakte. De makelaar ontkent het onderhavige perceel getaxeerd te hebben. Hij heeft slechts een waardeoordeel gegeven ten be- hoeve van het bepalen van de vraagprijs.
4.3. Ad klachtonderdeel b. Ten aanzien van de nadere afspraken over het voortgezet gebruik merkt de make- laar op dat de wijze waarop de overdrachtsdatum in de koopakte is opgenomen, geheel standaard is. De passage dat de overdrachtsdatum in nader overleg tussen partijen kan worden gewijzigd, is gebruikelijk en geenszins specifiek toegesneden op het onderhavige geval. De afspraak omtrent het voortgezet gebruik - die wel afwijkt van hetgeen gebruikelijk is - is in artikel 16 van de koopakte vastgelegd en daar staat duidelijk wat de bedoeling was. In dat kader wijst de makelaar erop dat klager zich, blijkens zijn brief van 11 juli 2006, door een adviseur heeft laten bij- staan, voordat hij tot ondertekening van de koopovereenkomst overging. Het was in ieder geval de makelaar niet duidelijk dat de in de koopakte vastgelegde afspra- ken niet conform de wens van klager waren en dat was blijkbaar de adviseur van klager ook niet duidelijk.
4.4. Ad klachtonderdeel c. Het was ten tijde van het voeren van de onderhandelingen over de onderhavige verkoop aan alle betrokkenen - ook aan klager - duidelijk dat het Bouwfonds bezig was op het perceel en de daaraan grenzende percelen een nieuwbouwproject te realiseren. Het is dus in het geheel niet verrassend of verwonderlijk dat de ge- meente het perceel aan het Bouwfonds heeft doorverkocht. Met deze doorverkoop - die geheel de keuze van de gemeente was - had de makelaar geen enkele be- moeienis. De makelaar geeft...
Het verweer. De verzekeraar heeft de volgende verweren gevoerd.
Het verweer. Het verweer houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
3.1 In de nacht van 31 juli 2020, om 4.59 uur nam een medewerker van het verzorgingshuis waar de patiënt woonde contact op met verweerder. De patiënt was gevallen, kon niet opstaan vanwege pijn in de heup en hij had een wond aan zijn elleboog. De medewerker stelde de vraag of het nodig was om een foto in het ziekenhuis te laten maken.
3.2 De triagiste kiest de ingangsklacht trauma algemeen/extremiteit. Na overleg met de dienstdoende huisarts trieert zij een U4 volgens de Nederlandse triagestandaard, hetgeen inhoudt binnen een dag gezien worden, geeft advies pijnstilling en het vangnetadvies om bij verandering van klachten of alarm van de patiënt opnieuw contact op te nemen. Daarnaast adviseert zij bij aanhoudende pijn om 8.00 uur contact op te nemen met de eigen huisarts. De verzorgende gaat hiermee akkoord en geeft aan dat patiënt “vroeg op de route staat,” dat betekent dat verzorging er voor 7.30 uur zal zijn. De verzorging neemt vervolgens om 8.00 uur contact op met de eigen huisarts, deze gaat naar de patiënt en stuurt hem in voor een foto. Op de SEH blijkt patiënt koorts te hebben, hij wordt verder onderzocht en blijkt een urineweginfectie te hebben. Patiënt is ziek. De wond aan de elleboog wordt behandeld met een drukverband, de heupfractuur wordt niet geopereerd. Twee dagen later komt patiënt te overlijden waarschijnlijk ten gevolge van cardiaal lijden.
3.3 Verweerder start een calamiteitenonderzoek. Tijdens dit onderzoek bleek dat er een verkeerde urgentie indeling is gemaakt van U4 naar U3.Het feit dat er een verkeerde urgentie indeling is gemaakt heeft niet geleid tot een vertraging in de vervolgstappen (consult eigen huisarts) die de volgende ochtend zijn genomen. In het vooronderzoek is naar voren gekomen waarom de dienstdoende huisarts geen visite heeft afgelegd. De hulpvraag van de medewerker van het verzorgingshuis was of de patiënt een foto van zijn heup zou moeten laten maken. Omdat het een kwetsbare oudere patiënt betrof, maakte de arts de afweging dat het i.v.m. risico van het ontwikkelen van een delier bij verplaatsing en omdat er ‘s nachts meestal geen operatie plaatsvindt van een heupfractuur, het beter was patiënt in zijn eigen omgeving te laten. Dit met het advies van gebruik van pijnstillers welke hij nog niet had ingenomen. Bovendien had patiënt in rust geen pijn. De toiletgang was middels een urinaal opgevangen. Indien er in de ochtend met pijnstilling geen belasting mogel...
Het verweer. Het verweer houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
3.1 Op dinsdag 31 augustus 2021 belde klaagster in verband met uitslag in haar nek. Hoewel in verband daarmee reeds een afspraak was ingepland voor donderdag 2 september, vond klaagster dat veel te lang duren en drong zij aan op een afspraak dezelfde dag. Aan klaagster is uitgelegd dat haar klachten geen reden waren voor een spoedafspraak, waarna klaagster ontevreden ophing.
3.2 Op donderdag 2 september 2021 zag verweerster klaagster. Zij vertelde dat zij sinds 4 dagen last had van plekken en een branderig gevoel in de nek. Na het afnemen van de anamnese heeft verweerster de nek onderzocht waarbij zij zag dat in de nek en achter het oor sprake was van licht rood verkleurde plekken met wat schilfering. Verweerster dacht aan eczeem en schreef in verband daarmee daktacort en lanettecrème voor. Zij sprak met verweerster af dat zij haar opnieuw wilde zien indien er geen verbetering op zou treden.
3.3 Bijna twee maanden later, op donderdag 28 oktober 2021, nam klaagster opnieuw contact op met de praktijk. Zij had weerlast van de plekken in haar nek en wilde de volgende dag gezien worden. Desgevraagd gaf zij aan dat de klachten haar niet belemmerden. Aan klaagster is uitgelegd dat een afspraak de volgende dag niet mogelijk was omdat voor die dag alleen nog plek was voor spoed. Aan klaagster is een afspraak voor de eerstvolgende dinsdag aangeboden met het advies in de tussentijd koelzalf te gebruiken. Omdat klaagster op die dinsdag niet kon, is een afspraak voor woensdag gemaakt. Klaagster was ontevreden over de volle spreekuren en vond het belachelijk. Diezelfde dag verscheen klaagster aan de balie en is zij na een woordenwisseling met de assistente zonder afspraak en zonder toestemming van verweersters assistente doorgelopen naar verweersters spreekkamer. Desgevraagd vertelde zij verweerster dat zij gelijk gezien wilde worden in verband met de klachten van roodheid van de nek. Verweerster heeft klaagster uitgelegd dat nu geen sprake was van acute pathologie terwijl zij bovendien op dat moment geen tijd had om klaagster tussendoor te beoordelen tijdens een druk spreekuur. Daarmee zou zij klaagster en de andere patiënten tekort doen. Om die reden heeft zij met klaagster een afspraak gemaakt voor de volgende dag. Nadien heeft verweerster klaagster zelf niet meer gezien. Zij begreep van collega’s dat klaagster niet meer door verweerster wilde worden gezien.
3.4 Toen klaagster zich in september 2021 tot de pra...
Het verweer. Beklaagde heeft verweer gevoerd. Bij de beoordeling van de klacht zal op het verweer worden ingegaan.