Common use of Bodemverontreiniging Clause in Contracts

Bodemverontreiniging. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot de bestemming of het (voorgenomen) gebruik van de erfpachtzaak, de stand van de wetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3. Een specifiek gekwalificeerde en onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik). De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 6 januari 2021, dat aan deze akte is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is. 4. Bij beëindiging van het gebruik zal in opdracht en op kosten van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevonden. 6. Totdat de werkzaamheden als bedoeld in lid 5 van dit artikel zijn verricht, is de erfpachter de canon verschuldigd.

Bodemverontreiniging. 1. Artikel 2.11 van de Algemene Verkoopvoorwaarden van de gemeente Haarlem wordt gewijzigd in: Met betrekking tot het risico van bodemverontreiniging in de onroerende zaak komen de koper en de verkoper het navolgende overeen. a. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak onroerende zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot Achtergrondwaarden van het Besluit- en de bestemming of Regeling bodemkwaliteit, voor zover het (voorgenomen) gebruik de vaste bodem betreft, en gelet op de streefwaarden grondwater van de erfpachtzaakCirculaire bodemsanering 2013, de stand van de wetenschapvoor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2b. Er is bodemonderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de onroerende zaak. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport: - "Verkennend bodemonderzoek Xxxxx Xxxxxxxx 00-00, herinrichting"door bureau Bodem van de gemeente Haarlem, gedateerd 14 december 2012, projectnummer 813683. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van het rapport. De verkoper verwijst naar dit -aan deze akte gehechte- onderzoeksrapport voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in de onroerende zaak. c. Op basis van de inhoud van voormeld rapport gaan beide partijen ervan uit dat ter plaatse van de onroerende zaak de bovengrond (0-0,5 m-mv.) zijn sterke verontreiniging met lood aangetroffen. Daarnaast zijn lichte tot sterke verontreinigingen met barium, koper, kwik, lood, zink en PAK aangetoond. Het grondwater is licht verontreinigd met nikkel en dichlooretheen. De aangetroffen asbest verontreiniging is gesaneerd. Op basis van de inhoud van voormelde rapporten gaan beide partijen ervan uit dat de onroerende zaak een geval van ernstige verontreiniging bevat, waarbij er echter geen sprake is van zodanige risico's dat er met spoed moet worden gesaneerd. d. De verkoper is niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat de onroerende zaak enige verontreiniging bevat, dan zijn vermeld in het onderzoek. x. xx xxxxx zal de verkoper niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in de onroerende zaak, dan wel tot vergoeding van kosten ten gevolge van bodemverontreiniging, voor zover deze uit voormeld rapport blijkt. Deze verplichting van de koper geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 253 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op degenen die de onroerende zaak zullen verkrijgen onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van de onroerende zaak zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebonden. f. De feitelijke levering van de erfpachtzaak onroerende zaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter verkoper het risico van de erfpachtzaak onroerende zaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3. Een specifiek gekwalificeerde en onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik). g. De resultaten hiervan zijn vastgelegd eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het rapport van 6 januari 2021, dat aan deze akte is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is. 4. Bij beëindiging van het gebruik zal in opdracht en op kosten belang van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in bescherming van de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na bodem, sanering en nazorg alsmede het eindigen waarde drukkende effect van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden eventuele verontreiniging komen voor rekening van de erfpachter doen verrichtenverkoper indien blijkt dat, in afwijking van vorenbedoelde aanname, ten tijde van deze overdracht toch verontreiniging in de roerende zaak aanwezig is, waarover de verkoper de koper verwijtbaat onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. h. Wanneer binnen een periode van vijf jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van de koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in de onroerende zaak sprake is van een partijen ten tijde van de overdracht niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door de koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht in de onroerende zaak aanwezig was en ook onder de heden geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, worden de eventuele door koper gemaakte kosten van maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem alsmede het waarde drukkend effect van deze verontreiniging door de verkoper vergoed. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan Indien de erfpachter koper bovendien aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hemhet kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte, zijn rechtsvoorganger(s)en voorts uitgaande van het gebruik van de bodem ten tijde van de ondertekening van de akte, dan wel degene(n) die zich ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van spoed om het betreffende geval te saneren, komen de eventueel door toedoen en/koper gemaakte of door (na)laten te maken kosten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de erfpachtzaak hebben bevondenbescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van de verkoper. 6. Totdat de werkzaamheden als bedoeld i. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 5 g komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van dit artikel zijn verrichtonderzoek, is tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de erfpachter bescherming van de canon verschuldigdbodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte voor rekening van de koper indien na vijf jaren of langer zal blijken van een partijen ten tijde van de overdracht in de onroerende zaak onbekende verontreiniging.

Bodemverontreiniging. 1. De Provincie verklaart niet bekend te zijn met feiten, onder meer op grond van eigen deskundigheid en het gebezigde gebruik van de Onroerende Zaak, die erop wijzen dat de Onroerende Zaak enige bodem- en/of asbestverontreiniging bevat die kan leiden tot een verplichting tot sanering van de Onroerende Zaak dan wel tot het (laten) nemen van andere maatregelen. 2. Voor zover aan de Provincie bekend: a. is met betrekking tot de Onroerende Zaak door de daartoe bevoegde instanties nooit een aanwijzing voor een verkennend onderzoek naar verontreiniging uitgebracht; b. zijn krachtens de Wet bodembescherming tot op heden ten aanzien van de Onroerende Zaak door de daartoe bevoegde instanties geen beschikkingen of bevelen uitgevaardigd. 3. Partijen komen overeen dat geen opdracht wordt gegeven tot het uit laten voeren van een verkennend bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek NEN 5725 en asbestonderzoek, gebaseerd op de NEN 5707, van de Onroerende Zaak en gaan ervan uit dat de grond en/of het grondwater van de Onroerende Zaak niet verontreinigd is. De Erfpachter vrijwaart de Provincie na de vestiging van het recht van erfpacht voor alle hiermee samenhangende gevolgen, hoe dan ook genaamd. Het risico van verontreiniging die de beoogde gebruiksfunctie van de Onroerende Zaak beperkt, is alsdan voor de Erfpachter. 4. Bij gelegenheid van het einde van het recht van erfpacht, als bedoeld in artikel 6 van deze overeenkomst, is de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een verkennend bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek NEN 5725 en asbestonderzoek, gebaseerd op de NEN 5707, uit te laten voeren. Indien uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat er sprake is of kan zijn van bodem- en/of asbestverontreiniging, dan is de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een nader onderzoek in te stellen. 5. Voor rekening en risico van de Erfpachter komen de (gevolgen van) verontreinigingen van de grond en/of het grondwater van de Onroerende Zaak, en wel in die zin dat bedoelde verontreinigingen alsdan door de Provincie voor rekening en risico van de Erfpachter zullen worden gesaneerd, indien en voor zover – gelet op de van toepassing zijnde regelgeving en de beoogde gebruiksfunctie(s) van de Onroerende zaak– een noodzaak tot sanering bestaat. 6. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel bodem- en/of asbestverontreiniging is sprake indien zich op en/of in de bodem grond en/of het grondwater van de erfpachtzaak Onroerende Zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot de bestemming of het (voorgenomen) gebruik streefwaarde van de erfpachtzaak, bij de stand van de wetenschap, Wet bodembescherming behorende uitvoeringsregelingen dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisenkwaliteitseisen of op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten. 27. De feitelijke levering Onder verontreiniging wordt niet verstaan: - de aanwezigheid van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico draagkracht van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3. Een specifiek gekwalificeerde en onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik). De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport beïnvloedende omstandigheden; - stobben van 6 januari 2021, dat aan deze akte is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is. 4. Bij beëindiging van het gebruik zal in opdracht en op kosten van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op bomen en/of in de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) struiken; - funderings- en puinresten die zich door toedoen en/geen asbest of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevondenandere schadelijke stoffen bevatten. 6. Totdat de werkzaamheden als bedoeld in lid 5 van dit artikel zijn verricht, is de erfpachter de canon verschuldigd.

Bodemverontreiniging. 1. Het risico van bodemverontreiniging in het verkochte is begrepen in het in artikel 4 bedoelde risico. 2. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot de bestemming of het (voorgenomen) gebruik van de erfpachtzaak, de stand van de wetenschap, dan wetenschap en de streefwaarde (ook wel daarvoor in de plaats tredende genoemd referentiewaarde of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. De feitelijke levering A- waarde) van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt bij de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeitWet bodembescherming gestelde kwaliteitseisen. 3. Een specifiek gekwalificeerde en onafhankelijke instelling De Gemeente heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik). De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport een aantal onderzoeken laten verrichten omtrent de aanwezigheid van 6 januari 2021, dat aan deze akte is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is. 4. Bij beëindiging van het gebruik zal in opdracht en op kosten van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging verontreiniging op en/of in het verkochte. Hierbij is gebleken, dat er in het verkochte verontreinigingen aanwezig zijn. 4. Het is de erfpachtzaakGemeente bekend dat de bedoelde verontreinigingen de Staat geen aanleiding hebben gegeven de koopsom te verlagen. 5. Wanneer De Gemeente kan de Staat niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient in het verkochte, dan wel tot vergoeding van enige schade ten gevolge van bodemverontreiniging. Deze verplichting van de erfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen Gemeente geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op al degenen die het verkochte zullen verkrijgen, hetzij onder algemene titel, hetzij onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter het verkochte zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebonden. 6. Het risico dat later zal blijken dat ten tijde van deze overdracht behalve de partijen bekende verontreiniging ook andere, partijen niet nakomtbekende verontreiniging in het verkochte aanwezig is, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden is eveneens voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevondenGemeente. 67. Totdat Een afschrift van deze akte zal door de werkzaamheden als bedoeld in lid 5 Staat worden gezonden aan Gedeputeerde Staten van dit artikel zijn verrichtde provincie, is aan de erfpachter Milieudienst Amsterdam, aan de canon verschuldigdgenoemde hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat en aan het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Directoraat-Generaal Milieubeheer, directie Bodem, Hoofdafdeling Bodem, Postbus 30945, 2500 GX ‘s-Gravenhage.

Bodemverontreiniging. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot de bestemming of het (voorgenomen) gebruik van de erfpachtzaak, de stand van de wetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3. Een specifiek gekwalificeerde en onafhankelijke instelling heeft verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik)5725. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 6 januari 202124 december 2021 van Vlam Bodem Advies BV met projectnummer 051004475, dat aan deze akte is gehecht. Beide partijen Partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is. 4. Bij beëindiging van het gebruik zal in opdracht en op kosten van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevonden. 65. Totdat de werkzaamheden als bedoeld in lid 5 van dit artikel zijn verricht, is de erfpachter de canon verschuldigd.

Bodemverontreiniging. 114.1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/op, in of in onder de bodem van de erfpachtzaak Onroerende zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is is, gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot Achtergrondwaarden van het Besluit- en de bestemming of het (voorgenomen) gebruik Regeling bodemkwaliteit en de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013. De staat van de erfpachtzaak, Onroerende zaak ten tijde van juridische levering blijkt uit de stand rapportage als bedoeld in artikel 14.2 van de wetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisendeze overeenkomst. 2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 314.2. Een specifiek gekwalificeerde en van beide Partijen onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek op kosten van de Provincie onderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik)naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging op en/of in en/of onder de Onroerende zaak. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 6 januari 2021, dat de rapportage die als Bijlage [XX] aan deze akte overeenkomst is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer De Provincie is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak Onroerende zaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan blijkt uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk isvoornoemde rapportage. 414.3. Bij beëindiging van het gebruik de ondererfpacht als bedoeld in deze overeenkomst zal in opdracht en op kosten van de erfpachter Ondererfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging de verontreinigingssituatie van de Onroerende zaak op dat moment. Dit onderzoek moet worden verricht door een specifiek gekwalificeerde en van beide Partijen onafhankelijke instelling en moet minimaal inzichtelijk maken of op en/of in en/of onder de erfpachtzaakOnroerende zaak, ten opzichte van de staat ten tijde van de juridische levering, zoals opgenomen in het rapport genoemd in artikel 14.2 van deze overeenkomst, meer of andere bodemverontreiniging aanwezig is. Wanneer Als meer of andere bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter moet Ondererfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen van het gebruik de ondererfpacht voor eigen rekening en ten genoegen van Staatsbosbeheer te de Provincie saneren. Wanneer de erfpachter Als Ondererfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de Provincie de door hem noodzakelijk haar noodzakelijke geachte werkzaamheden voor rekening van de erfpachter doen Ondererfpachter laten verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevonden. 614.4. Totdat de werkzaamheden als bedoeld in lid 5 artikel 14.3 van dit artikel deze overeenkomst zijn verricht, is de Ondererfpachter, gerekend vanaf de datum van het einde van de ondererfpacht, aan de Provincie een bedrag verschuldigd pro rata berekend naar de laatst geldende canon. 14.5. Tijdens het gebruik van de Onroerende zaak onthoudt de Ondererfpachter zich van handelingen die verontreiniging op en/of in en/of onder de Onroerende zaak tot gevolg kunnen hebben. 14.6. In geval van niet nakoming van het bepaalde in dit artikel 14, stellen Partijen bij voorbaat vast dat dat wordt aangemerkt als een ernstig tekortschieten in de op de erfpachter rustende verplichtingen als bedoeld in artikel 5:87 lid 2 BW. 14.7. Bij overdracht van de canon verschuldigdondererfpacht tijdens de looptijd van deze overeenkomst verplicht de Ondererfpachter zich ertoe om op haar kosten een bodemonderzoek te laten verrichten naar de aanwezigheid van verontreiniging op, in of onder de onroerende zaak en de resultaten van dit onderzoek voor de overdracht ter beschikking te stellen aan de Provincie.

Bodemverontreiniging. Met betrekking tot het risico van bodemverontreiniging in de onroerende zaak komen de koper en de verkoper, ten dele in afwijking van het hiervoor in Artikel 4 bepaalde omtrent het risico van het verkochte, het navolgende overeen. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak onroerende zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot Achtergrondwaarden van het Besluit- en de bestemming of Regeling bodemkwaliteit, voorzover het (voorgenomen) gebruik de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de erfpachtzaakCirculaire bodemsanering 2013, de stand van de wetenschapvoor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3. Een Er is door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik)onderzoek verricht naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de onroerende zaak. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 6 januari 2021Econsultancy te Zwolle d.d. 15 oktober 2018, dat aan deze akte is gehechtrapportnummer 1224.207. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met De verkoper verwijst naar dit - aan deze akte gehechte - onderzoeksrapport voor de hem bekende feiten of en omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat van belang zijn of kunnen zijn voor de erfpachtzaak vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapportde onroerende zaak. 3. Partijen Op basis van de inhoud van voormeld rapport gaan beide partijen ervan uit dat de onroerende zaak geen geval van ernstige verontreiniging bevat. Het is de koper bekend dat de in het hierboven bedoelde rapport omschreven verontreinigingssituatie geconstateerde verontreinigingen gebruiksbeperkingen met zich kunnen brengen. De koper accepteert deze gebruiksbeperkingen die geen aanleiding hebben gegeven de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk iskoopsom te verlagen. 4. Bij beëindiging De koper zal de verkoper niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in de onroerende zaak, dan wel tot vergoeding van de kosten ten gevolge van bodemverontreiniging, voor zover deze uit voormeld rapport blijkt. Deze verplichting van de koper geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op degenen die de onroerende zaak zullen verkrijgen onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik zal in opdracht en op van de onroerende zaak zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebonden. 5. De eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in bescherming van de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na bodem, sanering en nazorg alsmede het eindigen waardedrukkend effect van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verkoper indien blijkt dat ten tijde van deze overdracht behalve beide partijen bekende verontreiniging, ook andere verontreiniging waarvan in de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hemonroerende zaak aanwezig is, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/waarover de verkoper de koper verwijtbaar onjuist of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevondenonvolledig heeft geïnformeerd. 6. Totdat Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de werkzaamheden als bedoeld rechtsvordering van de koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in lid 5 de onroerende zaak sprake is van dit artikel zijn verricht, is een partijen ten tijde van deze overdracht niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door de erfpachter de canon verschuldigd.koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van

Bodemverontreiniging. Met betrekking tot het risico van bodemverontreiniging in het verkochte komen de Provincie en de Staat, ten dele in afwijking van het hiervoor in artikel 6 bepaalde omtrent het risico van het verkochte, het navolgende overeen: 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten is gelet op streefwaarden vastgelegd in de wettelijke normen die gelden in relatie tot Circulaire bodemsanering 2006, (Stcrt. 2006, 83) behorende bij de bestemming of het (voorgenomen) gebruik van de erfpachtzaakWet bodembescherming, de stand van de wetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3. Een Er is door een specifiek gekwalificeerde en van de Provincie en de Staat onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik)onderzoek verricht omtrent de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de onroerende zaak. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in de rapporten, die zijn vermeld op het aan deze akte gehechte overzicht (bijlage 2), alsmede het rapport van 6 Geofox- Lexmond B.V. te Bodegraven van 29 januari 20212009, dat aan deze akte is gehechtprojectnummer 20082801/JBRO. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapportdeze rapporten. Staatsbosbeheer is niet bekend met De Staat verwijst naar deze onderzoeksrapporten voor de hem bekende feiten of en omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat van belang zijn of kunnen zijn voor de erfpachtzaak vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapporthet verkochte. 3. Partijen gaan ervan uit Het is de Provincie bekend dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie de hierboven bedoelde rapporten geconstateerde verontreinigingen gebruiksbeperkingen met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk iszich kunnen brengen. De Provincie accepteert deze gebruiksbeperkingen. 4. Bij beëindiging Het is de Provincie bekend dat bij de vaststelling van de koopsom ermee rekening is gehouden dat het risico voor de aanwezigheid van de hierboven in de bedoelde rapporten beschreven geconstateerde verontreinigingen volledig bij de Provincie komt te rusten. 5. De Provincie zal de Staat niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in het verkochte, dan wel tot vergoeding van de kosten ten gevolge van bodemverontreiniging, voor zover deze uit voormelde rapporten blijkt. Deze verplichting van de Provincie zal bij de levering worden gevestigd als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op degenen die het verkochte zullen verkrijgen onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het verkochte zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebonden. Ter zake van gemelde kwalitatieve verplichting zal in opdracht en op domicilie worden gekozen ten kantore van de Staat der Nederlanden, Xxxxx Xxxxxxxx 0 te ‘s-Gravenhage. 6. De kosten van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van de erfpachter doen verrichtenStaat indien blijkt dat ten tijde van het sluiten van deze koopovereenkomst behalve de Provincie en de Staat bekende verontreiniging, ook andere verontreiniging in het verkochte aanwezig is, waarover de Staat de Provincie verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. 7. Dit geldt Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van de Provincie niet wanneer reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het gaat om bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in het verkochte sprake is van een geconstateerde de Provincie en de Staat ten tijde van het sluiten van deze koopovereenkomst niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door de Provincie aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging waarvan ook ten tijde van het sluiten van deze koopovereenkomst in het verkochte aanwezig was en ook onder de erfpachter heden geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, worden de kosten die het gevolg zijn van het waardedrukkend effect van deze verontreiniging door de Staat vergoed. Indien de Provincie bovendien aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van zodanige risico’s dat met spoed moet worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s)gesaneerd, dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten komen de kosten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van de erfpachtzaak hebben bevondenStaat. 68. Totdat de werkzaamheden als bedoeld Behoudens omstandigheden genoemd in lid 5 7 komen de kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte voor rekening van de Provincie indien na tien jaar of langer zal blijken van een de Provincie en de Staat ten tijde van het sluiten van deze koopovereenkomst in het verkochte onbekende verontreiniging. 9. De door de Staat eventueel op grond van de leden 6, 7 en8 van dit artikel zijn verrichtaan de Provincie te betalen kosten, is worden vergoed tot maximaal de erfpachter de canon verschuldigdkosten die samenhangen met sanering tot bodemkwaliteitswaarden die overeenkomen met voorzetting van het huidige gebruik als militair terrein.

Bodemverontreiniging. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak onroerende zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot Achtergrondwaarden van het Besluit en de bestemming of Regeling bodemkwaliteit, voor zover het (voorgenomen) gebruik de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de erfpachtzaakCirculaire bodemsanering 2009, de stand van de wetenschapvoorzover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3. Een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek onderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik)naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de onroerende zaak. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het de rapporten van 25-09-2012 rapport Inspiratiecentrum Grevelingen op de Kabbelaarsbank verkennend bodemonderzoek 13P000603 en van 6 januari 202124-10-2012 rapport Inspiratiecentrum Grevelingen op de Kabbelaarsbank indicatief bodemonderzoek 13P000603-01, dat aan deze akte is gehecht. Beide partijen verklaren zijn in het bezit te zijn van dit rapportdeze rapporten en de inhoud is bekend. Staatsbosbeheer Erfverpachter is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak onroerende zaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapportdeze rapporten. Partijen gaan ervan uit Op basis van deze rapporten, de beschikking van het bevoegd gezag Wet bodembescherming van 2010, waaruit blijkt dat er geen sprake is van een geval van ernstige verontreiniging, stellen partijen vast dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie van de onroerende zaak met de daarbij behorende eventuele door erfpachter in acht te nemen gebruiksbeperkingen en/of eventueel door erfverpachter te treffen maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen overeengekomen gebruik en dat gedurende de looptijd van deze overeenkomst geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is. 43. Bij beëindiging van het gebruik de erfpacht zal in opdracht en op kosten van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar de verontreinigingssituatie van de onroerende zaak. Het onderzoek dient te worden verricht door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling en dient minimaal inzichtelijk te maken of ten opzichte van de bij aanvang van de erfpacht-vastgestelde verontreinigingssituatie meer of andere bodemverontreiniging op en/of in de erfpachtzaakaanwezig is. Wanneer meer of andere bodemverontreiniging ten opzichte van de bij aanvang van de erfpacht vastgestelde verontreinigingssituatie wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen van het gebruik de erfpacht voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer erfverpachter te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer erfverpachter de door hem noodzakelijk noodzakelijke geachte werkzaamheden voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), ) dan wel wei degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak onroerende zaak hebben bevonden. 64. Totdat de werkzaamheden als ais bedoeld in lid 5 3 van dit artikel zijn verricht, is de erfpachter, gerekend vanaf de datum van het einde van de erfpacht, aan erfverpachter een bedrag verschuldigd berekend naar de laatst geldende canon. 5. Tijdens het gebruik van de onroerende zaak dient de erfpachter zich te onthouden van handelingen die verontreiniging van de canon verschuldigdbodem van de onroerende zaak tot gevolg kunnen hebben en zich te onthouden van handelingen die een verhoogd risico voor de bodem met zich meebrengen. 6. In geval van niet nakoming van het bepaalde in het vijfde lid van dit artikel stellen partijen reeds nu vast dat zulks wordt aangemerkt ais een ernstig tekortschieten in de op de erfpachter rustende verplichtingen. 7. Bij een overdracht van de erfpacht tijdens de looptijd van de overeengekomen termijn kan erfverpachter verlangen dat er - voorafgaand aan het verlenen van de voor de overdracht nodige toestemming - in opdracht en op kosten van de erfpachter bodemonderzoek wordt verricht omtrent de aanwezigheid van verontreiniging op en/of in de onroerende zaak.

Bodemverontreiniging. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/op, in of in onder de bodem van de erfpachtzaak onroerende zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot achtergrondwaarden van het besluit- en de bestemming of het (voorgenomen) gebruik regeling bodemkwaliteit en de circulaire bodemsanering per 1 juli 2013. De staat van de erfpachtzaak, onroerende zaak ten tijde van juridische levering blijkt uit de stand van de wetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3bodemrapportage. Een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek op kosten van Provincie Flevoland onderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik)naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging op en/of in en/of onder de onroerende zaak. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 6 januari 2021, dat de rapportage die als bijlage 2 aan deze akte overeenkomst is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer Provincie Flevoland is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak onroerende zaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan blijkt uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is. 4voornoemde rapportage. Bij beëindiging van het gebruik de erfpacht zal in opdracht en op kosten van de erfpachter ondererfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging de verontreinigingssituatie van de onroerende zaak op dat moment. Dit onderzoek moet worden verricht door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling en moet minimaal inzichtelijk maken of op en/of in en/of onder de erfpachtzaakonroerende zaak, ten opzichte van de staat ten tijde van de juridische levering meer of andere bodemverontreiniging aanwezig is. Wanneer Als meer of andere bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter moet ondererfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen van het gebruik de ondererfpacht voor eigen rekening en ten genoegen van Staatsbosbeheer te Provincie Flevoland saneren. Wanneer de erfpachter Als ondererfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer Provincie Flevoland de door hem noodzakelijk haar noodzakelijke geachte werkzaamheden voor rekening van de erfpachter doen ondererfpachter laten verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevonden. 6. Totdat de werkzaamheden als bedoeld in lid 5 van dit artikel zijn verricht, is de ondererfpachter, gerekend vanaf de datum van het einde van de erfpacht, aan Provincie Flevoland een bedrag verschuldigd pro rata berekend naar de laatst geldende canon. Tijdens het gebruik van de onroerende zaak onthoudt de ondererfpachter zich van handelingen die verontreiniging op en/of in en/of onder de onroerende zaak tot gevolg kunnen hebben. In geval van niet nakoming van het bepaalde in dit artikel, stellen partijen bij voorbaat vast dat dat wordt aangemerkt als een ernstig tekortschieten in de op de erfpachter rustende verplichtingen als bedoeld in artikel 5:87 lid 2 BW. Bij overdracht van de canon verschuldigdondererfpacht tijdens de looptijd van deze overeenkomst verplicht de ondererfpachter zich ertoe om op haar kosten een bodemonderzoek te laten verrichten naar de aanwezigheid van verontreiniging op, in of onder de onroerende zaak en de resultaten van dit onderzoek voor de overdracht ter beschikking te stellen aan Provincie Flevoland.

Bodemverontreiniging. 1. Met betrekking tot het risico van bodemverontreiniging in de onroerende zaak komen de koper en de verkoper het navolgende overeen. a. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak onroerende zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot Achtergrondwaarden van het Besluit- en de bestemming of Regeling bodemkwaliteit, voor zover het (voorgenomen) gebruik de vaste bodem betreft, en gelet op de streefwaarden grondwater van de erfpachtzaakCirculaire bodemsanering 2013, de stand van de wetenschapvoor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2b. Er zijn onderzoeken uitgevoerd naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging en asbest in de onroerende zaak. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in de volgende rapporten: - Verkennend bodemonderzoek Watze Hilariusweg achter 6 te Haarlem, afdeling Project- en Contractmanagement, team TMA, projectnummer 29102177WH van 4 juni 2018 - Nader asbest in grondonderzoek Watze Xxxxxxxxxxx xxxxxx 0 xx Xxxxxxx (XX ingenieurs, projectnummer 182076/29102177WH van 13 juni 2018 De verkoper verwijst naar deze rapporten voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in de onroerende zaak. c. Op basis van de inhoud van voormelde rapporten gaan beide partijen ervan uit dat ter plaatse van de onroerende zaak de bovengrond licht verontreinigd is met koper, kwik, lood, zink, minerale olie, PCB en PAK. Plaatselijk is een matige verontreiniging met PAK aanwezig. De ondergrond is licht verontreinigd met kwik, lood, zink. minerale olie, PCB en PAK. Plaatselijk is een matige verontreiniging met PAK aanwezig. Het grondwater is licht verontreinigd met barium en zink. Er is geen geval van ernstige verontreiniging met asbest aanwezig. Deze vastgestelde kwaliteit vormt geen belemmering voor uitgifte van het terrein als bedrijfsterrein. d. De verkoper is niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat de onroerende zaak enige verontreiniging bevat dan zijn vermeld in de onderzoeken. x. Xx xxxxx zal de verkoper niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in de onroerende zaak, dan wel tot vergoeding van de kosten ten gevolge van bodemverontreiniging, voor zover deze uit voormelde rapporten blijkt. Deze verplichting van de koper geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op degenen die de onroerende zaak zullen verkrijgen onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van de onroerende zaak zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebonden. f. Vanaf het tijdstip van de feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter koper het risico van de erfpachtzaak onroerende zaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit. 3. Een specifiek gekwalificeerde en onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik). g. De resultaten hiervan zijn vastgelegd eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het rapport van 6 januari 2021, dat aan deze akte is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is. 4. Bij beëindiging van het gebruik zal in opdracht en op kosten belang van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in bescherming van de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na bodem, sanering en nazorg alsmede het eindigen waarde drukkend effect van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden eventuele verontreiniging komen voor rekening van de erfpachter doen verrichtenverkoper indien blijkt dat, in afwijking van bovenbedoelde aanname, ten tijde van deze overdracht toch verontreiniging in de onroerende zaak aanwezig is, waarover de verkoper de koper verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. h. Wanneer binnen een periode van vijf jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van de koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in de onroerende zaak sprake is van een partijen ten tijde van deze overdracht niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door de koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht in de onroerende zaak aanwezig was en ook onder de heden geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, worden de eventuele door koper gemaakte kosten van maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem alsmede het waarde drukkend effect van deze verontreiniging door de verkoper vergoed. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan Indien de erfpachter koper bovendien aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hemhet kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte, zijn rechtsvoorganger(s)en voorts uitgaande van het gebruik van de bodem ten tijde van de ondertekening van de akte, dan wel degene(n) die zich ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van spoed om het betreffende geval te saneren, komen de eventuele door toedoen en/koper gemaakte of door (na)laten te maken kosten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de erfpachtzaak hebben bevondenbescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van de verkoper. 6. Totdat de werkzaamheden als bedoeld i. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 5 g komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van dit artikel zijn verrichtonderzoek, is tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de erfpachter bescherming van de canon verschuldigdbodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte voor rekening van de koper indien na vijf jaren of langer zal blijken van een partijen ten tijde van de overdracht in de onroerende zaak onbekende verontreiniging.

Bodemverontreiniging. Met betrekking tot het risico van bodemverontreiniging in de onroerende zaak komen partijen, ten dele in afwijking van het hiervoor in artikel 4 bepaalde omtrent het risico van het verkochte, het navolgende overeen. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak onroerende zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot Achtergrondwaarden van het Besluit- en de bestemming of Regeling bodemkwaliteit, voor zover het (voorgenomen) gebruik de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de erfpachtzaakCirculaire bodemsanering 2013, de stand van de wetenschapvoor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. De feitelijke levering Partijen hebben voor wat betreft de hen bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in de door hen te vervreemden registergoederen over en weer informatie hierover verstrekt. Tijdens de aanleg van rijksweg A2 met bijkomende werken zijn geen verontreinigingen aangetroffen. Voorts zijn de over en weer te vervreemden percelen al bij de comparanten in gebruik. Op basis van deze informatie en op basis van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf bodemkwaliteitskaart gaan partijen ervan uit dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende bodem niet anders voortvloeitverontreinigd is. 3. Een specifiek gekwalificeerde Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van de koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in de onroerende zaak sprake is van een partijen ten tijde van deze overdracht niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik). De resultaten hiervan zijn vastgelegd door de koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht in de onroerende zaak aanwezig was en ook onder de heden geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, worden de eventuele door koper gemaakte kosten van maatregelen in het rapport belang van 6 januari 2021, dat aan de bescherming van de bodem alsmede het waarde drukkend effect van deze akte is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat verontreiniging door de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk isverkoper vergoed. 4. Bij beëindiging Indien de koper bovendien aannemelijk maakt dat in het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte, en voorts uitgaande van het gebruik zal in opdracht en op van de bodem ten tijde van de ondertekening van de akte, ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van spoed om het betreffende geval te saneren, komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in bescherming van de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na bodem, sanering en nazorg alsmede het eindigen waarde drukkend effect van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden eventuele restverontreiniging voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevondenverkoper. 65. Totdat de werkzaamheden als bedoeld Behoudens omstandigheden genoemd in lid 5 3 komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van dit artikel zijn verrichtonderzoek, is tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de erfpachter bescherming van de canon verschuldigd.bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte voor rekening van de koper indien na tien jaar of langer zal blijken van een partijen ten tijde van de overdracht in de onroerende zaak onbekende verontreiniging. 1522629 7 februari 2023