Buitendienststelling Voorbeeldclausules

Buitendienststelling. Lid 1 Indien bij een onderzoek, bedoeld in artikel 7:2:4 of in artikel 7:2:5 blijkt van een zodanige lichamelijke of geestelijke toestand van de ambtenaar, dat naar het oordeel van de arbo-dienst de belangen van de ambtenaar, die van de dienst of van bij de dienstuitoefening betrokken derden zich tegen voortzetting van zijn betrekking verzetten, wordt de ambtenaar door het college buiten dienst gesteld. Lid 2 Een buitendienststelling, bedoeld in het eerste lid, vindt niet plaats indien, naar het oordeel van de arbo-dienst, de lichamelijke of geestelijke toestand van de ambtenaar het wenselijk maakt dat hij tijdelijk met andere werkzaamheden wordt belast, indien en voor zover deze voorhanden zijn. In dat geval is artikel 7:18:1 van overeenkomstige toepassing. Lid 3 Een buitendienststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de toepassing van de overige artikelen van dit hoofdstuk gelijkgesteld met een verhindering wegens ziekte.
Buitendienststelling. Artikel 7:2:6
Buitendienststelling. 1. Gedeputeerde staten kunnen de ambtenaar op advies van de arbodienst buiten dienst stellen, indien na een onderzoek als bedoeld in de artikelen E.3 en E.4 blijkt, dat de ambtenaar lichamelijk of geestelijk in een zodanige toestand verkeert, dat hij zijn eigen belangen, de belangen van de dienst of van derden die bij het verrichten van de arbeid zijn betrokken, schaadt door zijn arbeid te blijven verrichten. 2. De ambtenaar die overeenkomstig het eerste lid buiten dienst wordt gesteld, wordt geacht wegens ziekte ongeschikt te zijn tot het verrichten van arbeid, in welk geval het bepaalde in en krachtens de artikelen X.0, X.0 en E.9 van toepassing is.
Buitendienststelling. Indien bij een onderzoek, bedoeld in artikel 7:2:5 blijkt van een zodanige lichamelijke of geestelijke toestand van de ambtenaar, dat naar het oordeel van de arbodienst de belangen van de ambtenaar, die van de dienst of van bij de dienstuitoefening betrokken derden zich tegen voortzetting van zijn werkzaamheden verzetten, wordt de ambtenaar door het college buiten dienst gesteld.
Buitendienststelling. 1. Gedeputeerde Staten kunnen de ambtenaar op advies van de bedrijfsarts buiten dienst stellen als na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt dat de ambtenaar lichamelijk of geestelijk in een zodanige toestand verkeert, dat hij zijn eigen belangen, de belangen van de provincie of van anderen die bij het verrichten van de arbeid zijn betrokken, schaadt door te blijven werken. 2. De ambtenaar die buiten dienst gesteld is, wordt geacht wegens ziekte ongeschikt te zijn tot het verrichten van arbeid, en voor hem gelden de afspraken over re-integratie bij ziekte en arbeidsgeschiktheid, de aanspraken bij ziekte en arbeidsongeschiktheid en ontslag bij ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Buitendienststelling. 1. Gedeputeerde Staten kunnen de ambtenaar op advies van de bedrijfsarts buiten dienst stellen als na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt dat de ambtenaar lichamelijk of geestelijk in een zodanige toestand verkeert, dat hij zijn eigen belangen, de belangen van de provincie of van anderen die bij het verrichten van de arbeid zijn betrokken, schaadt door te blijven werken. 1. De werkgever kan de ambtenaar op advies van de bedrijfsarts buiten dienst stellen als na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt dat de ambtenaar lichame- lijk of geestelijk in een zodanige toestand verkeert, dat hij zijn eigen belangen, de belangen van de werkgever of van anderen die bij het verrichten van de arbeid zijn betrokken, schaadt door te blijven werken. 2. De ambtenaar die buiten dienst gesteld is, wordt geacht wegens ziekte ongeschikt te zijn tot het verrichten van arbeid, en voor hem gelden de afspraken over re-integratie bij ziekte en arbeidsgeschiktheid, de aanspraken bij ziekte en arbeidsongeschiktheid en ontslag bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. 2. De ambtenaar die buiten dienst gesteld is, wordt geacht wegens ziekte ongeschikt te zijn tot het verrichten van arbeid. Voor de ambtenaar gelden de afspraken over re-integratie bij ziekte en arbeidsgeschiktheid, de aanspraken bij ziekte en arbeids- ongeschiktheid en ontslag bij ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Buitendienststelling. Indien bij een onderzoek, bedoeld in artikel 7:2:5 blijkt van een zodanige lichamelijke of geestelijke toestand van de ambtenaar, dat naar het oordeel van de arbodienst de belangen van de ambtenaar, die van de dienst of van bij de dienstuitoefening betrokken derden zich tegen voortzetting van zijn werkzaamheden verzetten, wordt de ambtenaar door het bestuur buiten dienst gesteld.
Buitendienststelling. 1. De werkgever kan de ambtenaar op advies van de bedrijfsarts buiten dienst stellen als na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt dat de ambtenaar lichamelijk of geestelijk in een zodanige toestand verkeert, dat hij zijn eigen belangen, de belangen van de werkgever of van anderen die bij het verrichten van de arbeid zijn betrokken, schaadt door te blijven werken. 2. De ambtenaar die buiten dienst gesteld is, wordt geacht wegens ziekte ongeschikt te zijn tot het verrichten van arbeid. Voor de ambtenaar gelden de gebruikelijke regels met betrekking tot zijn re- integratie, zijn aanspraken als bedoeld in paragraaf 8.4 en zijn ontslagbescherming. PARAGRAAF 8.3 COLLECTIEVE ZORGVERZEKERING
Buitendienststelling. Dit artikel biedt een instrument om de ambtenaar die zich niet ziek heeft gemeld, naar huis te sturen. Indien uit een medisch onderzoek, als bedoeld in de artikelen E.3 en E.4 blijkt, dat de geestelijke of lichamelijke toestand waarin de ambtenaar verkeert een gevaar voor zijn eigen gezondheid of veiligheid of die van derden betekent, kunnen gedeputeerde staten hem buiten dienst stellen. De ambtenaar hoeft uiteraard niet buiten dienst te worden gesteld, indien hij kan worden belast met andere passende werkzaamheden. In dat geval wordt hij ongeschikt geacht voor het verrichten van zijn eigen werkzaamheden, maar niet om tijdelijk ander passend werk te doen.
Buitendienststelling. Een actief wordt niet meer op de balans opgenomen in geval van afstoting of indien er geen toekomstige economische voordelen van het gebruik of de afstoting worden verwacht. Een eventuele opbrengst of verlies voortvloeiend uit de verwijdering van het actief op de balans (hetgeen wordt berekend als het verschil tussen de netto-opbrengst bij afstoting en de boekwaarde van het actief) wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening onder overige bedrijfsopbrengsten/overige bedrijfskosten, gedurende het jaar waarin het actief wordt verwijderd van de balans.