Concessieprijs Voorbeeldclausules

Concessieprijs. 1. NS is voor deze concessie tot ten minste 2008 een jaarlijkse concessieprijs verschuldigd van € 0 (nul euro). 2. De minister kan, door middel van een wijziging van deze concessie, na de in artikel 29, tweede lid, bedoelde evaluatie van deze concessie, vanaf 2008 een andere jaarlijkse concessieprijs vaststellen.
Concessieprijs. Gegeven de financiële situatie van NS, de wenselijke beperking van de tariefontwikkeling en het vervoerproduct is de hoogte van de concessieprijs voor de komende jaren op nul vastgesteld. Voor de jaren 2009 tot 2015 kan, na de evaluatie van de concessie, een andere jaarlijkse concessieprijs worden vastgesteld. Daarbij zal onder andere rekening worden gehouden met de resultaten van de bedrijfsvoering van NS, de financieringskosten en voorzieningen voor risico’s en investeringen ten behoeve van de continuïteit van het vervoer op het HRN, de hoogte van de gebruiksvergoeding, de ruimte voor tariefstijgingen, de kwaliteit van de dienstverlening en de kwantitatieve en kwalitatieve omvang van het aangeboden vervoer. De concessie wordt in elk geval in 2008 geëvalueerd (zie artikel 29 van deze concessie). Een wijziging van de concessieprijs voor de periode na 2008 is een wijziging van de concessie en behoeft aanvaarding door NS (artikel 29a van de wet).
Concessieprijs. 1. NS is voor de uitvoering van deze concessie een jaarlijkse prijs verschuldigd van 80 miljoen euro. Deze prijs wordt niet geïndexeerd. 2. De in het eerste lid bedoelde prijs wordt verlaagd met een jaarlijks bedrag van 7,5 miljoen euro voor het financieren van de kosten voor technisch, applicatie- en functioneel beheer van het landelijke reisinformatiesysteem. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd. 3. De in het eerste lid bedoelde prijs wordt verlaagd met een jaarlijks bedrag gelijk aan het exploitatieverlies van een dienst vanaf of via Breda dan wel Roosendaal naar Antwerpen tot een maximum van 2,5 miljoen euro, onder de voorwaarde dat deze dienst minimaal intercityniveau betreft met een frequentie van minimaal 8 treinen per richting per dag. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd. 4. Met ingang van de decentralisatie van de stoptreindiensten, bedoeld in artikel 47, wordt de in het eerste lid bedoelde prijs, verhoogd met 6 miljoen euro. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd. 5. Betaling van de concessieprijs op grond van dit artikel, geschiedt op 1 december van elk jaar.
Concessieprijs. 16.1 HSA is voor deze concessie een concessieprijs verschuldigd. 16.2 De concessieprijs is gelijk aan het positieve resultaat dat wordt berekend overeenkomstig artikel 2.4 van de Subsidiebeschikking voor de hogesnelheidslijn 2008. Leidt dat artikel tot een negatief resultaat, dan bedraagt de concessieprijs nihil. 16.3 Binnen zes maanden nadat deze concessie haar geldigheid heeft verloren doet HSA opgave aan de minister van de in totaal verschuldigde concessieprijs. De artikelen 4 en 5 van de Subsidiebeschikking voor de hogesnelheidslijn 2008 zijn van overeenkomstige toepassing. 16.4 HSA betaalt de concessieprijs binnen een maand na de in lid 3 bedoelde opgave aan de minister.
Concessieprijs. De concessievergoeding bedraagt 2500,00 EUR (er dient geen btw aangerekend te worden). De concessievergoeding zal ingehouden worden op de uitbetaling via het GOS betaalsysteem.
Concessieprijs. De concessievergoeding zit inbegrepen in de commissie die naar stad Genk loopt per verkocht ticket.
Concessieprijs. §1. De concessieprijs wordt vastgesteld bij algemene bieding zoals hierna bepaald. De biedingen geschieden op basis van een maandprijs, waarvan het minimum bepaald is op 1.500,00 euro per maand. Deze concessieprijs is vrij van alle taksen en afhoudingen van welke aard ook en is betaalbaar in goede gangbare waarden aan en in handen van de financieel beheerder van de gemeente Brecht de eerste van elke maand en telkens op voorhand. Bij gebreke aan betaling van de vergoedingen of alle andere verschuldigde sommen binnen de 30 dagen na de vervaldag, zal er van rechtswege een intrest van 12% verschuldigd zijn vanaf de vervaldag. §2. Als essentiële voorwaarde van de concessieverlening is gesteld dat de concessieprijs, basis van de overeenkomst, gekoppeld is aan de gemiddelde index van de kleinhandelsprijzen van het rijk, zo en gelijk deze toegepast worden op de barema's en vergoedingen van het personeel in openbare dienst. Als basisindexcijfer geldt dit van 1.07.2016. Iedere aanpassing geschiedt per 1 juli van elk der volgende jaren en is betaalbaar vanaf 1 september daaropvolgend.
Concessieprijs. 5.1 De Opdrachtnemer is voor de duur van deze Concessie een jaarlijkse Concessieafdracht verschuldigd gebaseerd op het schema zoals opgenomen in bijlage 2. 5.2 Bij permanente wijzigingen (toename of afname) van het aantal te exploiteren A0- reclamedisplays gedurende het jaar door Opdrachtgever, passen partijen de jaarlijkse Concessieafdracht aan conform het document Invulformulier financiële afdracht A0- reclamedisplays. 5.3 De Opdrachtnemer is verplicht de Concessieafdracht te betalen vanaf de start van de Concessie. De betaling van de afdracht dient per halfjaar te worden voldaan aan het begin van ieder kwartaal op basis van een door Opdrachtgever te verzenden factuur. 5.4 Bij geboden Concessieafdracht dient te worden uitgegaan van een netto afdracht (exclusief BTW). De Opdrachtnemer kan geen kosten bij Opdrachtgever in rekening brengen. 5.5 De vergoeding zal jaarlijks vanaf 1 januari 2023 worden aangepast naar gelang de ontwikkeling van het maandcijfer van de consumentprijsindex alle huishoudens, zoals dat gepubliceerd wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Maatgevend is het jaarmutatiecijfer van de voorafgaande maand oktober (xxxxx://xxxxxxxx.xxx.xx/xxxxxxxx/#/XXX/xx/xxxxxxx/00000XXX/xxxxx?xxxxxxxxxxx). Mocht de CPI tijdens de looptijd van deze Concessie vervangen worden door een andere systematiek dan wordt overgegaan op die systematiek. 5.6 De Opdrachtgever verkrijgt het recht om de A0-reclamedisplays van de Opdrachtnemer tegen in totaal € 1,- (excl. BTW) te kopen, indien de Opdrachtnemer niet binnen 60 dagen na ontvangst van de factuur (als bedoeld in artikel 5.3) aan de Opdrachtgever heeft betaald. De Opdrachtnemer zal in dat geval op eerste verzoek van de Opdrachtgever aan de verkoop meewerken en de A0- reclamedisplays aan de Opdrachtgever leveren. Dit laat onverlet dat het recht van de Opdrachtgever op betaling blijft bestaan. 5.7 Bij niet tijdige voldoening van enige betaling van een opeisbaar bedrag is de Opdrachtnemer zonder nadere ingebrekestelling in verzuim en is de Opdrachtnemer over het achterstallige bedrag naar rato het dan geldende wettelijke rentepercentage per maand voor zakelijke transacties (artikel 6:119a BW) verschuldigd wegens rente te rekenen vanaf de dag waarop de Opdrachtnemer in gebreke is tot en met de dag van betaling.

Related to Concessieprijs

  • Zondagsarbeid zondagsbepaling in geval van arbeid op zondag ten minste 4 vrije zondagen per 13 weken in geval van arbeid op zondag ten minste 13 vrije zondagen per 52 weken minimum rust na een nachtdienst die eindigt na 02:00 uur 14 uur 14 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur) minimum rust na een reeks van 3 of meer nachtdiensten 48 uur 48 uur maximum arbeidstijd per nachtdienst (exclusief overwerk) 8 uur 9 uur maximum arbeidstijd per 13 weken gemiddeld 40 uur per week (520 uur) gemiddeld 40 uur per week (520 uur) maximum aantal nachtdiensten 10 per 4 weken en 25 per 13 weken (16 per 4 weken als de nachtdiensten vóór of op 02:00 uur eindigen) 28 per 13 weken (52 per 13 weken als de nachtdiensten vóór of op 02:00 uur eindigen) maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten 5 (6 als de nachtdiensten vóór of op 02:00 uur eindigen) 7 gemiddelde arbeidstijd per week over 4 weken (exclusief overwerk) 50 uur 55 uur maximum arbeidstijd per nachtdienst 9 uur 10 uur maximum arbeidstijd per 13 weken gemiddeld 40 uur per week (520 uur) gemiddeld 40 uur per week (520 uur) maximum arbeidstijd per week (inclusief overwerk) 54 uur 60 uur Normen werknemers van 16 en 17 jaar Kolom A Kolom B Bij cao geregelde bepaling (a) Gemaximeerde decentrale overlegruimte (b)

  • Slotbepaling Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

  • Passende arbeid Al het werk dat, gezien zijn specifieke situatie, in redelijkheid aan een arbeidsongeschikte verzekerde kan worden opgedragen, tenzij dat om lichamelijke, geestelijke of sociale redenen niet van hem kan worden gevraagd.

  • Arbeidsduur 8.1. De arbeidsduur bij een voltijds dienstverband bedraagt 38 uur per week. 8.2. Voor werknemers van tenminste 60 jaar wordt de normale arbeidsduur, berekend op jaarbasis, met 5 werkdagen of diensten verminderd. Bij deeltijd worden deze werkdagen of diensten naar rato toegepast. Bedoelde werkdagen of diensten worden toegekend naast de in artikel 17 lid 1 sub b extra toegekende vakantiedagen voor werknemers van 60 jaar en ouder. 8.3. Aan een verzoek van een werknemer om vermindering of vermeerdering van zijn arbeidsduur binnen de eigen functie, is de werkgever verplicht tegemoet te komen. Indien het verzoek van de werknemer naar oordeel van de werkgever vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet gehonoreerd kan worden, zal de werkgever de werknemer hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen. De werknemer kan tegen deze beslissing bij de Bezwarencommissie in beroep komen. 8.4. De uitspraak van de Bezwarencommissie op het beroep dat wordt ingesteld tegen een afwijzende beslissing van de werkgever om aanpassing van de arbeidsduur heeft het karakter van een bindend advies. 8.5. De werkgever stelt de werktijden, na overleg met de werknemer, vast. 8.6. Indien de werktijden bij rooster worden vastgesteld, dient de werkgever de dagen waarop gewerkt moet worden zo spoedig mogelijk, met inachtneming van artikel 4 lid 2 van de Arbeidstijdenwet, ter kennis te brengen van de betrokken werknemer. Daarbij zijn werkgever en werknemer zich ervan bewust dat op korte termijn wijzigingen in het rooster noodzakelijk kunnen zijn in verband met calamiteiten en/of onvoorziene omstandigheden, waarbij bij dit laatste vooral gedacht moet worden aan afgelastingen en weersomstandigheden. 8.7. De invulling van de normale arbeidsduur van 38 uur per week gemiddeld bij een voltijds dienstverband vindt plaats binnen de volgende bandbreedtes: minimaal 7 uur per dag en minimaal 35 uur per week en maximaal 9 uur per dag en maximaal 45 uur per week waarbij een maximum geldt van gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. 8.8. In dagdienst wordt als regel gewerkt op de eerste vijf dagen van de week tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.9. Indien de aard van de functie met zich meebrengt dat ook het werken op zaterdag en zondag als normaal kan worden aangeduid, geldt, in afwijking van het in lid 6 bepaalde, dat op alle dagen van de week kan worden gewerkt tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.10. Incidentele afwijkingen van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidsduur. 8.11. De werknemer is in bijzondere gevallen ook gehouden buiten de op het rooster aangegeven uren arbeid te verrichten. 8.12. Indien het belang van de organisatie zich daartegen niet verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, zal de werkgever op verzoek van de werknemer deze in de gelegenheid stellen om ten behoeve van zorgtaken extra verlof op te nemen. Jaarlijks kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over de wijze waarop dit verlof opgebouwd c.q. gecompenseerd zal worden. 8.13. Indien het belang van de werkgever zich er niet tegen verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, kan de werkgever de werknemer, onder in onderling overleg te bepalen condities, volgens met het medezeggenschapsorgaan overeengekomen richtlijnen, toestemming verlenen tot thuiswerken of telewerken.

  • Premievrijstelling 4.1 Met inachtneming van het in deze voorwaarden bepaalde bedraagt de vrijstelling van premiebetaling – na afloop van de eigen risicotermijn – bij een arbeidsongeschiktheid van: 0 tot 45%: 0% van de premie; 45 tot 80%: 50% van de premie; 80 t/m 100%: 100% van de premie. 4.2 Indien de premie binnen twee jaar voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid is verhoogd, vindt alleen vrijstelling plaats voor de premie die gold voorafgaand aan de premieverhoging. 4.3 De vrijstelling wordt geheel of gedeeltelijk toegekend en zal bij toekenning tussen twee premievervaldagen door de verzekeraar pro rata worden toegepast. 4.4 In geval van beëindiging van de vrijstelling van premiebetaling is de verzekeringnemer verplicht tot het betalen van te veel vrijgestelde premies. De verzekeringnemer dient de te veel vrijgestelde premies uiterlijk dertig dagen na de beëindiging van de vrijstelling te betalen. 4.5 Een verhoging van de premie na het intreden van de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde komt niet in aanmerking voor de dekking.

  • Begripsbepaling In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:

  • Overlijdensuitkering a. Indien de werknemer komt te overlijden wordt, naast de uitbetaling van het salaris tot en met de dag van overlijden, een uitkering ineens toegekend, gelijk aan 3/12e jaarsalaris netto uit te keren aan: - de partner als bedoeld in artikel 1.1; - indien deze partner reeds overleden is, de minder- jarige kinderen tot wie de overledene in familie- rechtelijke betrekking stond en bij ontstentenis van dezen, degene met wie de werknemer in gezins- verband leefde en in wiens kosten van bestaan hij grotendeels voorzag. b. Indien de werknemer arbeidsongeschikt is vooraf- gaand aan het overlijden, wordt bij de bepaling van de overlijdensuitkering uitgegaan van het (volledige) 1/12e jaarsalaris uitgekeerd in de maand voorafgaand aan de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. c. Indien de werknemer voorafgaand aan het overlijden verlof geniet, wordt bij de vaststelling van de over- lijdensuitkering uitgegaan van het (volledige) maand- salaris in de maand voorafgaand aan de aanvang van de verlofperiode. d. Voor dit artikel worden de rechten van gehuwde werk- nemers en die van de partner als bedoeld in artikel 1.1 gelijkgesteld. e. Wanneer er geen belanghebbenden zijn als bedoeld in voorgaande leden, kan in bijzondere gevallen de in lid a bedoelde uitkering worden uitbetaald aan de persoon of personen die daarvoor naar het oordeel van de werkgever naar billijkheid in aanmerking komen. f. De overlijdensuitkering, bedoeld in lid a, wordt ver- minderd met het bedrag van de uitkering dat aan de belanghebbenden ter zake van het overlijden van de werknemer toekomt krachtens de Ziektewet, uit hoofde van de WIA (artikel 7.4) of de WAO (artikel 53) of een wettelijk voorgeschreven arbeidsongeschikt- heidsverzekering.