Credituren Voorbeeldclausules

Credituren. Het personeelslid dat meer uren heeft gewerkt dan de normale werktijd (36 of 38 uur naargelang datum van indiensttreding, cf. artikel 10 arbeidsreglement), heeft een aantal credituren (kredietverlof), dat ten belope van maximaal 32 uren naar de volgende maand wordt overgedragen. Dit overdraagbaar aantal uren wordt pro rato omgerekend volgens de tewerkstellingsbreuk. Het maximaal toegelaten aantal uren te recupereren kredietverlof wordt beperkt tot 96 uur op jaarbasis voor een voltijds personeelslid. Dit maximum wordt pro rato omgerekend volgens de tewerkstellingsbreuk. Binnen regeling C bedraagt het maximaal toegelaten aantal uren te recupereren kredietverlof op jaarbasis 86,40 uur voor personeelsleden in de 36-urenregeling en 91,20 uur voor personeelsleden in de 38-urenregeling (voltijdse tewerkstelling). Dit maximum wordt pro rata omgerekend volgens tewerkstellingsbreuk. Het credit mag door het personeelslid aangewend worden om tijdens de eerstvolgende maanden minder dienstprestaties te leveren. Dit wordt geconcretiseerd door: - ofwel buiten de stamtijden een minder aantal uren te werken - ofwel door halve dagen (kredietverlof), die in de voor- of namiddag genomen kunnen worden. Het diensthoofd beslist over het toestaan van het kredietverlof en houdt daarbij rekening met de dienstnoodwendigheden.
Credituren. De regeling opgenomen in III. geldt ook voor de medewerkers Sport Toezicht en Onderhoud, met die bijzonderheid dat op het einde van elke maand het creditsaldo maximaal 8 uur in meer of 4 uur in min kan bedragen. Deze glijtijden in meer kunnen gerecupereerd worden door het nemen van verlof in onderling overleg met de ploegverantwoordelijke Sport.
Credituren. De regeling opgenomen in III. geldt ook voor het schoonmaakpersoneel, met volgende bijzonderheid: Op het einde van elke maand kan het creditsaldo maximaal 8 uur in meer of 4 uur in min bedragen. Deze glijtijden in meer kunnen gerecupereerd worden door het nemen van verlof hetzij in de voormiddag hetzij in de namiddag.
Credituren. De regeling opgenomen in III. geldt ook voor de ploegverantwoordelijken, waarbij: • de maximaal terug te nemen glijtijd op jaarbasis 96 uur bedraagt voor een voltijds tewerkgesteld personeelslid; • het maximaal over te dragen creditsaldo aan glijtijd op het einde van de maand 32 uur bedraagt; • het maximaal over te dragen debetsaldo aan glijtijd op het einde van de maand 8 uur bedraagt. De 96 uur en de 32 uur betreffen de maxima voor personeelsleden voltijds tewerkgesteld voor een volledig kalenderjaar en worden pro rata omgerekend volgens de tewerkstellingsbreuk en volgens de duurtijd van de tewerkstelling in het kalenderjaar.

Related to Credituren

  • Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw per jaar bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico hangt af van het volume van de transacties in het effect en van de freefloat (vrij verhandelbare aandelen). Bij onvoldoende liquiditeit van de markt loopt de belegger het risico zijn financiële instrumenten niet tegen de marktprijs te kunnen verkopen. In principe dient er onderscheid te worden gemaakt tussen een illiquiditeit die wordt veroorzaakt door het spel van vraag en aanbod, en een illiquiditeit die te wijten is aan de desbetreffende financiële instrumenten verbonden eigenschappen of aan de marktgebruiken. De illiquiditeit is afhankelijk van vraag en aanbod. Er is sprake van illiquiditeit als er (bijna) alleen aanbod voor of (bijna) alleen vraag naar een effect tegen een zekere koers bestaat. Onder deze omstandigheden is de uitvoering van een aan- of verkooporder niet onmiddellijk of alleen gedeeltelijk (gedeeltelijke uitvoering) mogelijk tegen ongunstige voorwaarden. Een illiquiditeit door de aan een waardepapier verbonden eigenschappen of de marktgebruiken doet zich bijvoorbeeld voor bij een lange overschrijvingsprocedure na transacties van aandelen op naam, lange uitvoeringstermijnen als gevolg van marktgebruiken of andere beperkingen op de handel of een behoefte aan liquiditeit op korte termijn die niet door de verkoop van financiële instrumenten kan worden gedekt. Zo is de veilinghandel bijvoorbeeld bedoeld voor minder liquide fondsen. Er vindt geen doorlopende handel plaats, omdat het aantal binnenkomende orders te klein is voor een evenwichtige prijsvorming. Door de verhandeling te beperken tot twee één of meerdere momenten op de dag vindt een concentratie van orders plaats, waarmee de kans op matching wordt vergroot en de kwaliteit van de prijsvorming verbetert. Omdat er maar twee keer één of meerdere keren per dag gehandeld wordt in deze fondsen, dient de klant zich bij het plaatsen van de order te realiseren dat de laatst bekende koersgegevens sterk kunnen afwijken van de koers waar uiteindelijk tegen gehandeld wordt.

  • Facultatieve uitsluitingsgronden indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht heeft geschonden;

  • Basisgegevens a Maak de keuze De heer of Mevrouw. Vul vervolgens uw voorletters en (eigen) achternaam in. b Hier graag de volledige naam van de begunstigde waaraan u wilt schenken. Om te profiteren van de fiscale aftrekbaarheid van uw schenking, dient de begunstigde aangewezen te zijn door de Belastingdienst als algemeen nut beogende instelling (een zogenaamde ANBI instelling). c Het totaalbedrag dat u per jaar wilt gaan schenken (ook al betaalt u dit in termijnen).

  • Uw medewerkersbestand actueel houden Het is belangrijk dat we altijd de meest actuele informatie over uw medewerkers hebben. In hoofdstuk 5 van de algemene voorwaarden leest u welke wijzigingen in uw medewerkersbestand u aan ons doorgeeft. In dit hoofdstuk leest u welke medewerkers niet (direct) verzekerd kunnen worden. Ook beschrijven we wat de gevolgen zijn als u wijzigingen of andere informatie niet (op tijd) aan ons doorgeeft. 5.1 Wanneer is een medewerker niet (direct) meeverzekerd?

  • Risicofactoren Elke belegging in effecten houdt, per definitie, aanzienlijke risico's in. In dit hoofdstuk worden, als aanvulling op en met verwijzing naar Hoofdstuk 1 van het Registratiedocument, bepaalde risico's omschreven met betrekking tot de economische conjunctuur, de Vennootschap, de regelgeving, de Aandelen, de Onherleidbare Toewijzingsrechten, de Scrips en het Aanbod. De beleggers worden verzocht de hierna beschreven risico's, de onzekerheden en alle andere relevante informatie gegeven in het Prospectus in overweging te nemen alvorens een beleggingsbeslissing te nemen. Indien deze risico's zich daadwerkelijk zouden voordoen, zouden ze de activiteiten, de bedrijfsresultaten, de financiële situatie en de vooruitzichten van de Vennootschap negatief kunnen beïnvloeden, en dus ook de waarde van de Aandelen, de Onherleidbare Toewijzingsrechten, de Scrips en het dividend. Bijgevolg zouden ze ertoe kunnen leiden dat beleggers hun belegging volledig of gedeeltelijk verliezen. Een belegging in de Nieuwe Aandelen, de Onherleidbare Toewijzingsrechten en de Scrips is enkel geschikt voor beleggers die in staat zijn de risico’s van een dergelijke belegging te beoordelen, en die over voldoende middelen beschikken om de eventuele verliezen op te vangen die uit een dergelijke belegging kunnen voortvloeien. Toekomstige beleggers dienen het hele Prospectus zorgvuldig te lezen en dienen hun eigen standpunten te vormen en beslissingen te nemen over de verdiensten en de risico’s van een belegging in de Nieuwe Aandelen, de Onherleidbare Toewijzingsrechten of de Scrips in het licht van hun persoonlijke omstandigheden. Bovendien dienen beleggers hun financiële, juridische en fiscale adviseurs te raadplegen om de risico’s die gepaard gaan met een belegging in de Nieuwe Aandelen, Onherleidbare Toewijzingsrechten of Scrips zorgvuldig te beoordelen. Xxxxxxxxx worden erop gewezen dat de lijst van de risico's die hierna worden beschreven, niet exhaustief is, en dat deze lijst gebaseerd is op de informatie die gekend is op datum van deze Verrichtingsnota. Het is mogelijk dat er eveneens andere risico's bestaan die momenteel onbekend zijn, die onwaarschijnlijk zijn, of waarvan momenteel gemeend wordt dat ze in de toekomst geen negatieve invloed zullen hebben op de Vennootschap, haar activiteiten of haar financiële toestand. De volgorde waarin de risicofactoren hierna worden gepresenteerd houdt geen verband met de mate van waarschijnlijkheid dat zij voorkomen of de potentiële impact van hun financiële gevolgen.

  • Vakantie-uren De bovenwettelijke vakantie-uren Vakantietoeslag Alles boven de vakantietoeslag van het wettelijk minimumloon Toeslag voor werk buiten de normale Maximaal de in de keuzeperiode te ontvangen toeslag werktijden van de onderneming Salaris Alles boven het wettelijk minimumloon Extra-uren De schriftelijk overeengekomen te werken extra uren boven de 36-urige werkweek, voor werknemers met een contractuele arbeidsduur van 36 uur per week, met een maximum van 4 uur per week, zoals bedoeld in artikel 3.1.2 CAO.

  • Waar sturen we onze berichten naartoe? Als we u willen informeren over de verzekering sturen we een brief of e-mail naar u of uw verzekeringsadviseur.

  • Administratieve bepalingen Stedenbouwkundige voorschriften