Common use of Deelname Clause in Contracts

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever maandelijks dient in te houden en op de levenslooprekening moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De Iedere werknemer die in dienst is bij Tate & Lyle Netherlands, heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door invulling en ondertekening van het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulieraanmeldings- formulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt geeft de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever aan welke inleg maandelijks dient in te houden en en/of jaarlijks op de levenslooprekening moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één een keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer werknemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat deelnemer verklaart zich door de ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. Indien werknemer kiest voor een uitvoeringsinstelling waarmee werkgever een collectieve regeling heeft afgesloten gaat hij eveneens akkoord met de bepalingen van de overeenkomst tussen de werkgever en de instelling. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar deelnemer verklaart schriftelijk aan de werkgever bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehoudenuitvoering geschied. 6. Verder De deelnemer verklaart op het aanmeldingsformulier voor de werknemer of levensloopregeling, dat hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die geen aanspraken ingevolge een levensloopregeling heeft bij een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de inhoudingsplichtigen (= b.v. vorige werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6). Indien de werknemer beschikt over deelnemer wel aanspraken heeft bij een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient meer gewezen inhoudingsplichtigen verklaart hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat zijn inleg in het levenslooptegoed kalenderjaar van deze regeling(en) de ondertekening van de verklaring in het jaar is geweest, hoeveel jaar hij deelgenomen heeft en verklaart hij jaarlijks wat de omvang daarvan is op 1 januari van het desbetreffende ieder kalenderjaar. Aanspraken bij een gewezen inhoudingsplichtige kunnen overgeboekt worden op de collectieve uitvoerder voor Xxxx & Xxxx. 7. De werknemer verklaart schriftelijk Deelnemer aan de levensloopregeling doet dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld kalenderjaar géén stortingen in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregelingspaarloonregeling.

Deelname. 1. De Iedere werknemer die in dienst is bij Tate & Lyle Netherlands, heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door invulling en ondertekening van het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt geeft de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever aan welke inleg maandelijks dient in te houden en en/of jaarlijks op de levenslooprekening moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één een keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer werknemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat deelnemer verklaart zich door de ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. Indien werknemer kiest voor een uitvoeringsinstelling waarmee werkgever een collectieve regeling heeft afgesloten gaat hij eveneens akkoord met de bepalingen van de overeenkomst tussen de werkgever en de instelling. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar deelnemer verklaart schriftelijk aan de werkgever bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehoudenuitvoering geschied. 6. Verder De deelnemer verklaart op het aanmeldingsformulier voor de werknemer of levensloopregeling, dat hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die geen aanspraken ingevolge een levensloopregeling heeft bij een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de inhoudingsplichtigen (= b.v. vorige werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6). Indien de werknemer beschikt over deelnemer wel aanspraken heeft bij een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient meer gewezen inhoudingsplichtigen verklaart hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat zijn inleg in het levenslooptegoed kalenderjaar van deze regeling(en) de ondertekening van de verklaring in het jaar is geweest, hoeveel jaar hij deelgenomen heeft en verklaart hij jaarlijks wat de omvang daarvan is op 1 januari van het desbetreffende ieder kalenderjaar. Aanspraken bij een gewezen inhoudingsplichtige kunnen overgeboekt worden op de collectieve uitvoerder voor Xxxx & Xxxx. 7. De werknemer verklaart schriftelijk Deelnemer aan de levensloopregeling doet dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld kalenderjaar géén stortingen in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregelingspaarloonregeling.

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever maandelijks dient in te houden en op de levenslooprekening moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar jaa r hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De werknemer werknemer, in dienst bij OSG, heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een het aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag of percentage van zijn loon de werkgever maandelijks of jaarlijks dient in te houden en op de levenslooprekening of levensloopverzekering moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat verklaart zich door ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 5. De werknemer maakt deelnemer verklaart op het aanmeldingsformulier kenbaar voor de levensloopregeling, dat hij geen aanspraken ingevolge een levensloopregeling heeft bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan inhoudingsplichtigen. Indien de deelnemer wel aanspraken heeft bij een of meer gewezen inhoudingsplichtigen verklaard hij schriftelijk aan de werkgever wat zijn inleg in het kalenderjaar waarin van de ondertekening van de verklaring is het jaar is geweest en hoeveel jaar hij het aanmeldingsformulier ondertekent deelgenomen heeft en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) verklaart hij jaarlijks wat de omvang daarvan op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan van de levensloopregeling bij ondertekening van de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregelingverklaring is. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer deelnemer verklaart schriftelijk dat hij niet geen voorziening ingevolge een levensloopregeling opbouwt in het kalenderjaar waarin hij bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever maandelijks dient in te houden en op de levenslooprekening moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) is op 1 januari van het desbetreffende Arbeidsvoorwaarden kerkelijk werkers 2017/2018 December 2017 13 kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De Iedere werknemer die in dienst is bij de werkgever als genoemd in artikel 1, heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door invulling en ondertekening van het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt geeft de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever aan welke inleg maandelijks dient in te houden en of jaarlijks op de levenslooprekening of levensloopverzekering moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één een keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer werknemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat deelnemer verklaart zich door de ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar deelnemer verklaart schriftelijk aan de werkgever bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden voorziening wordt aangehouden. 6. Verder De deelnemer verklaart op het aanmeldingsformulier voor de werknemer of levensloopregeling, dat hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die geen aanspraken ingevolge een levensloopregeling heeft opgebouwd bij een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan inhoudingsplichtigen. Indien de deelnemer wel aanspraken heeft opgebouwd bij een of meer gewezen inhoudingsplichtigen verklaart hij eenmalig, schriftelijk aan de werkgever wat zijn inleg in het kalenderjaar van de ondertekening van de verklaring is geweest en hoeveel jaar hij gelden heeft ingelegd in de levensloopregeling van een of meer gewezen inhoudingsplichtigen. 7. De deelnemer verklaart aan het begin van ieder kalenderjaar schriftelijk aan de werkgever wat de omvang is van de opgebouwde aanspraken ingevolge een levensloopregeling bij een of meer gewezen inhoudingsplichtigen . 8. De deelnemer verklaart schriftelijk dat hij geen voorziening ingevolge een levensloopregeling opbouwt in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling spaart als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een het aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag of percentage van zijn loon de werkgever maandelijks of jaarlijks dient in te houden en op de levenslooprekening of levensloopverzekering moet worden gestortstorten. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts in beginsel één keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. Indien de werknemer kiest voor een instelling waarmee de werkgever een mantelcontract heeft afgesloten gaat de werknemer door ondertekening tevens akkoord met de bepalingen van de overeenkomst tussen de werkgever en de instelling. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één een of meerdere levensloopregeling(en) en/of levensloopverzekering(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) en/of levensloopverzekering(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) en/of levensloopverzekering(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) en/of verzekering(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De Iedere werknemer die in dienst is bij de werkgever als genoemd artikel 1, heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door invulling en ondertekening van het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever maandelijks dient in te houden en op de levenslooprekening moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één een keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om werknemer ieder jaar bepalen of meegedaan wordt aan de inhoudingen levensloopregeling en stortingen te doen beëindigenvoor welk bedrag. 43. De werknemer gaat deelnemer verklaart zich door de ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglementreglement Indien werknemer kiest voor een instelling waarmee werkgever een mantelcontract heeft afgesloten verklaart hij/zich akkoord met de bepalingen van de overeenkomst tussen de werkgever en de instelling. 4. De deelnemer verklaart tevens op het aanmeldingsformulier bij welke instelling de voorziening wordt aangehouden. 5. De werknemer maakt Ook verklaart de deelnemer op het aanmeldingsformulier kenbaar aanmeldingsformulier, dat hij geen aanspraken ingevolge een levensloopregeling heeft bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan inhoudingsplichtigen. Indien de deelnemer wel aanspraken heeft bij een of meer gewezen inhoudingsplichtigen dient hij, middels een aparte schriftelijke verklaring aan de werkgever te melden wat zijn inleg in het kalenderjaar waarin van de ondertekening van de verklaring is geweest en hoeveel jaar hij het aanmeldingsformulier ondertekent deelgenomen heeft en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) verklaart hij jaarlijks wat de omvang daarvan op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan van de levensloopregeling bij ondertekening van de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregelingverklaring is. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer deelnemer verklaart schriftelijk dat hij niet geen voorziening ingevolge een levensloopregeling opbouwt in het kalenderjaar waarin hij bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een het aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag of percentage van zijn loon de werkgever maandelijks of jaarlijks dient in te houden en op de levenslooprekening of levensloopverzekering moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één een keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglementdeze regeling en met de bepalingen van de overeenkomst tussen de werkgever en de instelling. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier aanmeldingformulier kenbaar bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één een (of meerdere meer) levensloopregeling(en) en/of levensloopverzekering(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (iI) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (iiII) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) en/of levensloopverzekering(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft de werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een (of meerdere levensloopregeling(enmeer) levensloopregeling (en) en/of levensloopverzekering(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk schrif telijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(enrege- ling(en) en/of verzekering(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een het aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag of percentage van zijn loon de werkgever maandelijks of jaarlijks dient in te houden en op de levenslooprekening of levensloopverzekering moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één een of meerdere levensloopregeling(en) en/of levensloopverzekering(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (iI) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (iiII) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) en/of levensloopverzekering(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) en/of levensloopverzekering(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) en/of verzekering(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregelinglevenSloopregeling. 2. De werknemer kan brutoloon (bruto loon, vakantiegeld, eindejaarSuitkering, bovenwettelijke vakantie-uren in geld uitgedrukt) alS Spaartegoed inzetten in de levenSloopregeling. Vakantie-uren worden eerSt op geld gewaardeerd op baSiS van het bruto maandSalariS dat de werknemer op het moment van inzet verdient. De geldwaarde van de vakantie-uren wordt vervolgenS geStort op de levenSlooprekening. 3. De deelname geschiedt geSchiedt door het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulierhet aanmeldingSformulier. Op dit aanmeldingsformulier aanmeldingSformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag of percentage van zijn loon de werkgever maandelijks maandelijkS of jaarlijkS dient in te houden en op de levenslooprekening levenSlooprekening of levenSloopverzekering moet worden gestortgeStort. Indien het een levenSloopverzekering betreft dient de werknemer een kopie van de poliS aan de werkgever af te geven. 34. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts SlechtS één keer per jaar uiterlijk 31 december doen, met dien verstande verStande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen Stortingen te doen beëindigen. 45. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier aanmeldingSformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 56. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier aanmeldingSformulier kenbaar bij welke instelling inStelling de levensloopvoorziening levenSloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt reedS beSchikt over één een of meerdere levensloopregeling(enlevenSloopregeling(en) en/of levenSloopverzekering(en) uit vorige dienstbetrekkingendienStbetrekkingen. Indien dat het geval isiS, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting Storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(ninhoudingSplichtige(n) namens namenS hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier aanmeldingSformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed levenSlooptegoed van zijn levensloopregeling(enlevenSloopregeling(en) en/of levenSloopverzekering(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling levenSloopregeling bij de werkgever. Tevens XxxxxX geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregelinglevenSloopregeling. 67. Indien de werknemer beschikt beSchikt over een of meerdere levensloopregeling(enlevenSloopregeling(en) en/of levenSloopverzekering(en) uit vorige dienstbetrekkingendienStbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk jaarlijkS Schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed levenSlooptegoed van deze regeling(en) is en/of verzekering(en) iS op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaardeSbetreffende kalenderjaar door middel van overlegging van afSchriften van levenSlooptegoeden d.d. 31 december van het voorgaande jaar. 78. De werkgever kan het Spaarbedrag voor de levenSloopregeling maximaal aan één verzekeringSmaatSchappij, bank of andere aanbiederS in enig jaar overmaken. 9. De werknemer verklaart schriftelijk Schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart inhoudingSplichtige Spaart ingevolge een spaarloonregeling als Spaarloonregeling alS bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting loonbelaSting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregelinglevenSloopregeling.

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregelinglevensloopregeling onder de voorwaarden als vermeld in artikel 20. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever maandelijks dient in te houden en op de levenslooprekening moet worden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige Arbeidsvoorwaardenregeling kosters 2017/2018 December 2016 16 dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) is op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.

Deelname. 1. De werknemer heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregelinglevensloo pregeling. 2. De deelname geschiedt door het invullen en ondertekenen van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier maakt de werknemer kenbaar welk bedrag van zijn loon de werkgever maandelijks dient in te houden en op de levenslooprekening moet worden w orden gestort. 3. De werknemer kan het verzoek tot deelname slechts één keer per jaar doen, met dien verstande dat de deelnemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en stortingen te doen beëindigen. 4. De werknemer gaat door ondertekening van het aanmeldingsformulier aanme ldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement. 5. De werknemer maakt op het aanmeldingsformulier kenbaar bij welke instelling de levensloopvoorziening dient te worden aangehouden. Verder verklaart de werknemer of hij reeds beschikt over één of meerdere m eerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen. Indien dat het geval is, verklaart de werknemer: (i) de omvang van de storting die een of meer gewezen inhoudingsplichtige(n) namens hem heeft/hebben gedaan in het kalenderjaar waarin hij het aanmeldingsformulier aa nmeldingsformulier ondertekent en (ii) het levenslooptegoed van zijn levensloopregeling(en) op 1 januari van het kalenderjaar waarin hij wil deelnemen aan de levensloopregeling bij de werkgever. Tevens geeft werknemer aan hoeveel jaar hij heeft deelgenomen aan de levensloopregeling. 6. Indien de werknemer beschikt over een of meerdere levensloopregeling(en) uit vorige dienstbetrekkingen, dient hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever mee te delen wat het levenslooptegoed van deze regeling(en) is op 1 januari januar i van het desbetreffende kalenderjaar. 7. De werknemer verklaart schriftelijk dat hij niet bij een inhoudingsplichtige spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, in een jaar waarin hij een voorziening opbouwt ingevolge een levensloopregeling.