Definitie maandinkomen a. Het (fictieve gebruikelijke) maandinkomen krachtens deze bepaling is het maandinkomen dat de werknemer ontving voordat hij arbeidsongeschikt werd inclusief trendmatige verhogingen en periodieke verhogingen conform artikel 16 van deze CAO. De toeslagen voor NRD, overwerk en bereikbaarheidsdiensten zijn daarin begrepen op de wijze als onder b, c en d van dit onderdeel weergegeven.
Definitie maandinkomen. Onder maandinkomen in punt 1 wordt verstaan “het salaris, vermeerderd met eventuele vaste toeslagen als bedoeld in artikel 26.A leden 26.A.1 t/m 26.A.4, artikel 26.B leden 26.B.1 t/m 26.B.5, met een diensttijduitkering vervangende toeslag als bedoeld in bijlage 10.1 en met een individuele toelage, als bedoeld in bijlage 10.2.b.” (Definitie in artikel 4.11 CAO). Voor medewerkers in de salarisgroepen 9 en hoger met een RSP lager dan 100,00 per 1 april 2007 geldt, dat in de toekomst maximaal kan worden doorgegroeid tot het salaris, dat hoort bij een RSP 103.00 van de voor hen per 1 april 2007 geldende schaal. Het gaat hierbij om de RSP, die ontstaat nadat de salarisverhoging op basis van het beoordelingsresultaat 2006 is doorgevoerd.
Definitie maandinkomen. Onder maandinkomen wordt in dit artikel verstaan het maandinkomen inclusief de loondoorbetaling, uitkeringen en aanvullingen als bedoeld in artikel 14 lid 2 en 3 van de CAO.