Vaste toeslagen. Werktijdentoeslag (artikel 4.8 lid 1), individuele toeslag (artikel 4.6 lid 3) en inconveniëntietoeslag (artikel 13.7). Onder vaste toeslag worden in deze cao niet begrepen: vakantietoeslag (artikel 4.11) en overwerkvergoeding (artikel 4.9 en 4.10). De vaste toeslag wordt gebaseerd op het schaalsalaris. Zodra de situatie waarop het recht op de vaste toeslag is gebaseerd eindigt, geldt het schaalsalaris. Op ondernemingsniveau kunnen andere loonbestanddelen worden aangemerkt als vaste toeslag (‘Bedrijfseigen toeslagen’). Bij opbouw van de vakantierechten bedraagt de waarde van één verlof-/vakantiedag uitgedrukt in uren: de individuele arbeidsduur gedeeld door vijf. Bij opname van verlof/vakantie worden zoveel uren afgeschreven als anders op die dag, zonder opname van xxxxxx, zou zijn gewerkt (artikel 5.6 lid 2). Xxxxxx wordt altijd afgeschreven in uren.
Vaste toeslagen. Artikel 7.1 Dertiende maand De werknemer ontvangt een extra uitkering, de dertiende maand. Deze bedraagt 1/12 van het totaalbedrag aan (part time-) maandsalaris dat hij in dat jaar van de werkgever heeft ontvangen. De 13e maand is opgenomen in Individueel Keuzebudget (IKB *artikel 7.3).
Vaste toeslagen