Derde onderzoeksvraag Voorbeeldclausules

Derde onderzoeksvraag. Leiden de instrumenten van de verschillende niveaus tot doeltreffende (mede)zeggenschap voor leraren, is er samenspel in de driehoek wet – cao – school? Leraren hebben invloed en inspraak, vooral via de informele medezeggenschap. Er is meer samenspel dan spanning in de driehoek wet – cao – school, het is eigenlijk vreedzame co-existentie. Om echt tot een samenspel te komen zijn verbeteringen gewenst. • De wetgever en de cao-partners zouden dezelfde instrumenten kunnen inzetten. Bijvoorbeeld een consequent gebruik van de bevoegdheden instemming, advies en initiatief, dat nu mist. • Het goed toepassen van de WMS, WVB en WBL is complex, teveel van de inhoud van de wetten is onbekend. Vereenvoudiging zou de toepassing helpen. • De meerwaarde van de formele medezeggenschap zit op schoolniveau in de oudergeleding. Een ouderraad voor iedere basisschool en vertegenwoordiging van het personeel op bestuursniveau in de GMR zou misschien beter werken. • De relatie tussen de WBL en de cao kan veel beter benut worden, deze lijkt nu niet te bestaan. • Het werkverdelingplan staat in twee artikelen en 16 bepalingen in de cao beschreven. Dit is echter geen bron voor de deelnemers aan het onderzoek. De intensieve campagne voor het werkverdelingsplan kwam goed de school binnen. Het heeft de bekendheid in de school vergroot. Een te herhalen recept voor bijvoorbeeld het Professioneel Statuut.132 Handreikingen en infographics maken dat team en schoolleiding de onderwerpen oppakken. • Een cao is een collectieve arbeidsovereenkomst. Hierin verwachten schoolleiders en leraren geen aanwijzingen voor samenwerking en te voeren beleid. Zij gebruiken de cao voor rechtspositionele vragen zoals verlof en salaris. Dit roept de vraag op of de cao in de driehoek thuis hoort. Waar gaan arbeidsvoorwaarden over in sturing op de organisatie? Die sturing zou 132 Op 3 mei 2021 hebben de vakbonden, het Lerarencollectief en de beroepsverenigingen voor VO en MBO een brief aan de leden van de Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gestuurd met een pleidooi om het Professioneel Statuut te handhaven (Briefnr. 595037 / CH). In de week van 10 mei 2021 wordt het plenaire debat over het initiatiefvoorstel van Bisschop en Kwint tot afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal voortgezet. Volgens de Staat van het Onderwijs geeft 55 procent van de schoolleiders aan dat er op school (nog) geen professioneel statuut is opgesteld. Dat beteke...

Related to Derde onderzoeksvraag

  • Kwaliteitswaarborg Ik voldoe aan de volgende kwaliteitseisen, voortvloeiend uit mijn beroepsregistratie, specialisme of branche/beroepsvereniging(aanvinken wat van toepassing is:

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.

  • Aanvullende werkzaamheden en wijzigingen 1. Indien tijdens de uitvoering van de Overeenkomst blijkt dat de Overeenkomst aangepast dient te worden, of op verzoek van Opdrachtgever nadere werkzaamheden nodig zijn om tot het gewenste resultaat van Opdrachtgever te komen, is Opdrachtgever verplicht om deze aanvullende werkzaamheden te vergoeden volgens het overeengekomen tarief. Digital Q is niet verplicht om aan dit verzoek te voldoen, en kan van Opdrachtgever verlangen dat daarvoor een aparte Overeenkomst wordt gesloten en/of doorverwezen wordt naar een bevoegde derde.

  • Kwaliteitseisen Kennis van Arbo-Informatieblad 3 – Asbest; • Kennis van het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.10a en artikel 4.52; • Kennis van de bijzondere omstandigheden (containment) waaronder asbestwerkzaamheden worden verricht; • Toepassing en beperkingen van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. • Controle gegevens werknemer en invullen PAGO+ of specifieke vragenlijst; • Lengte, gewicht en BMI; • Op indicatie bedrijfsarts: ECG in rust (wel altijd voorafgaand aan een maximale fietstest); • Longfunctie (spirometrie, 3x goede blaascurve); • Indien nodig: inspanningstest (maximale fietstest) in samenwerking met de bedrijfsarts; • Administratieve afwerking. • Anamnese op basis van PAGO+ vragenlijst van Volandis en/of specifieke vragen: o De algemene fysieke conditie en het uithoudingsvermogen; o Luchtweg- en longaandoeningen; o Roken, heden en verleden; o Klachten gerelateerd aan de persoonlijke beschermingsmiddelen; o Arbeidsanamnese: blootstelling aan asbest? • Beoordeling van alle resultaten; • Lichamelijk onderzoek (op geleide van werkzaamheden, anamnese en biometrie) met specifieke aandacht voor de luchtwegen en longen, en het houdings- en bewegingsapparaat; • Aandacht en beoordeling veilig kunnen werken met de persoonlijke beschermingsmiddelen: haardracht, gezichtsbeharing, bril; • Indien nodig: uitvoering inspanningsonderzoek (maximale fietstest, eis VO2-max gelijk of hoger dan 40 ml O2/kg/minuut bij fysiek zwaar werk in een beschermend pak met adembescherming); • Diagnose(n) en beroepsziekten registreren, zo nodig melden aan het NCvB; • Uitleg en advies, afstemmen vervolgbeleid; • Aanvullen bedrijfsgeneeskundig dossier; • Bewijs van deelname of advies aan werkgever (oordeel bedrijfsarts) bespreken, met toestemming naar werkgever verzenden; • Zo nodig preventiezorg vervolgactiviteiten (laten) plannen. Op indicatie van de bedrijfsarts: • X-thorax, (grote röntgenfoto's van de borstkas, zowel AP als links en rechts lateraal). Bijvoorbeeld wanneer uit het routineonderzoek aanwijzingen komen voor een mogelijke beginnende longaandoening. Aandacht vragen voor de extra lange bewaartermijn van de medische informatie. • in overleg met een op dit thema deskundige longarts nadere diagnostiek.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald.

  • Zwangerschaps- en bevallingsverlof Artikel 68

  • Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.

  • Nevenwerkzaamheden 1 De werknemer zal omvang en inhoud van aan zijn werk en professionaliteit gerelateerde nevenwerkzaamheden melden. Hij zal geen werkzaamheden verrichten die het vervullen van zijn functie en het belang van de werkgever aantoonbaar schaden. De werknemer is verplicht vergoedingen van derden voor werkzaamheden verricht door de werknemer gedurende werktijd dan wel vergoedingen voor het gunnen van werkzaam- heden aan die derden, dan wel enige andere vergoeding die door derden wordt betaald in verband met enige relatie met de arbeidsovereenkomst met de werkgever, af te dragen aan de werkgever voor zover de werkgever hem niet schriftelijk van deze verplichting ontheffing heeft verleend.

  • Verzekerde hoedanigheid U heeft dekking in de hoedanigheid van: - verkeersdeelnemer, dat wil zeggen wanneer u deelneemt aan het verkeer, met of zonder vervoermiddel, op de openbare weg, op het spoor, op het water of in de lucht; - eigenaar van een vervoermiddel; als een auto op naam van een BV staat en die BV eigendom is van verzekeringnemer en de auto wordt grotendeels privé gebruikt, is er eveneens dekking; - inzittende of gemachtigd bestuurder van een vervoermiddel van verzekerde.

  • Uitzendkrachten 1. Bij de inleen van arbeidskrachten van in Nederland en/of in het buitenland gevestigde uitzendbureaus of payroll-bedrijven, mag alleen gebruik worden gemaakt van NEN 4400/1 en/of 4400/2 gecertificeerde uitzendbureaus of payroll-bedrijven die ingeschreven zijn in het register van de Stichting Normering Arbeid (SNA). De werkgever is gehouden op schriftelijk verzoek van een werknemersorganisatie aan te geven van welk(e) uitzendbureau(s) of payroll-bedrij(f)ven gebruik wordt (worden) gemaakt.