Disciplinaire Maatregelen Schorsing Voorbeeldclausules

Disciplinaire Maatregelen Schorsing. 16.1 2.8.1 Op non-actiefstelling 16.2 2.8.2 Geschillenregeling Geschillenregeling 17.1 H 14 Overgangs- en slotbepalingen Verkregen rechten 18.1 vervallen Overleg aanwending arbeidsvoorwaardenruimte 18.2 vervallen Duur en wijziging CAO 18.3 1.5 Uitvoeringsregeling A Salariëring Begripsbepaling UVR 1.1 vervallen Werkingssfeer UVR 1.2.1 vervallen Organisaties waarop de UVR A niet van toepassing is UVR 1.2.2/ 4.1.2 en bijlage 3 Beperkingen werkingssfeer UVR 1.2.3 4.1.1 (en 1.1.c) Het vaststellen van het salaris UVR 1.3 4.2 Beloning van ID-werknemers UVR 1.4/ 1.1B en bijlage 9.1 Beloning van leerling-werknemers UVR 1.5 4.2 Inschaling bij indiensttreding UVR 1.6 4.3
Disciplinaire Maatregelen Schorsing 

Related to Disciplinaire Maatregelen Schorsing

  • Disciplinaire maatregelen 1 De werkgever kan de werknemer die niet doet dan wel nalaat wat een goed werknemer in gelijke omstandigheden behoort te doen of na te laten en/of die zich schuldig maakt aan plichtsverzuim een disciplinaire maatregel opleggen. 2 De werkgever kan ten aanzien van de werknemer de volgende disciplinaire maatregelen treffen: a schriftelijke berisping; b overplaatsing;

  • Huurdersbelang De kosten door verzekerde als huurder gemaakt ter verbetering of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten.

  • Voortijdige beëindiging 1. De overeenkomst kan wegens verwijtbaar tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst van opdrachtnemer, tussentijds uitsluitend per aangetekend schrijven en wel met vermelding van de reden van beëindiging, worden opgezegd. 2. Bij tussentijdse beëindiging van de overeenkomst door opdrachtgever zonder dat sprake is van verwijtbaar tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst door opdrachtnemer en bij tussentijdse beëindiging door opdrachtnemer wegens verwijtbare handelingen van opdrachtgever, is opdrachtgever verplicht opdrachtnemer te betalen: a. de voor het gehele werk geldende prijs, verminderd met de besparingen die voor opdrachtnemer uit de opzegging voortvloeien, tegen aflevering door opdrachtnemer van het reeds voltooide werk. b. bij gebreke van een aanneemsom, 125% van de gefactureerde en/of te factureren werkzaamheden die ten tijde van de beëindiging reeds waren uitgevoerd. 3. Bovenstaande laat onverlet het recht van opdrachtnemer volledige schadevergoeding te vorderen.

  • Ruitbreuk Bij ruitbreuk vergoeden wij de schade nadat wij de originele en definitieve reparatienota hebben ontvangen.

  • Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.

  • Belangenverstrengeling 1. Werknemer zal zich ervan onthouden: - direct of indirect deel te nemen aan ten behoeve van werkgever door derden uit te voeren aannemingen, leveringen of werken; - direct of indirect in verband met zijn functie geschenken met handelswaarde provisie of beloning aan te nemen van personen of rechtspersonen waarmee werknemer door of vanwege zijn functie in aanraking komt; - andere werknemers uit de onderneming van de werkgever te verplichten tot het verrichten van persoonlijke diensten aan werknemer; - goederen en bedrijfsmiddelen van de werkgever te gebruiken voor eigen doeleinden zonder een schriftelijke toestemming van de werkgever. 2. Overtreding van deze regel kan sancties voor de werknemer opleveren en al naar gelang de aard en de ernst van de overtreding aanleiding geven tot een ontslagaanvraag op basis van verwijtbaar handelen of nalatigheid door de werknemer of een reden voor ontslag op staande voet opleveren.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Vervroegde aflossing 8.1. Tijdens de looptijd van de Overeenkomst Lening mag de Geldnemer niet gedeeltelijk vervroegd aflossen. De Geldnemer mag de Overeenkomst Lening tijdens de looptijd alleen in één keer in zijn geheel vervroegd aflossen met bijbetaling van een bedrag gelijk aan 12 maal de maandrente over het op dat moment nog niet afgeloste deel van de Lening. Daarvan komt de Investeerders 10 maanden rente en Xxxxxxxxxxxxxx.xx 2 maanden rente toe. 8.2. Indien de resterende looptijd van de Lening minder dan 10 maanden bedraagt, is de Geldnemer bij vervroegde gehele aflossing van de Lening een bijbetaling verschuldigd aan de Investeerders die gelijk is aan het aantal resterende maanden van de looptijd van de Lening maal de maandrente over het op dat moment nog niet afgeloste deel van de lening. Bij de berekening van dit bedrag wordt het aantal resterende maanden van de Lening naar beneden afgerond (als voorbeeld: een resterende looptijd van 4 maanden en 15 dagen, geldt bij de berekening van het verschuldigde bedrag als een looptijd van 4 maanden). Xxxxxxxxx is daarnaast aanvullend altijd een bijbetaling van 2 maal de maandrente verschuldigd aan Xxxxxxxxxxxxxx.xx. 8.3. In geval van overlijden van de Geldnemer [(in dit geval niet zijnde een Medegeldnemer), zijnde een natuurlijk persoon,] mogen de erven de Lening (inclusief de hoofdsom en de opgebouwde rente tot het moment van overlijden) ineens geheel aflossen. Gedeeltelijke aflossing is niet toegestaan. 8.4. Xxxxxxxxxxxxxx.xx brengt voor vervroegde aflossing administratiekosten in rekening bij de Geldnemer. Het tarief van de administratiekosten staat vermeld op het Tarievenblad Geldnemer.

  • De arbeidsovereenkomst Lid 1 Arbeidsovereenkomsten moeten schriftelijk worden vastgelegd. Van de getekende arbeidsovereenkomst behouden werkgever en werknemer ieder een exemplaar. Lid 2 In deze schriftelijke arbeidsovereenkomst moeten de volgende bepalingen worden opgenomen: • de aard van het dienstverband; • de duur van het dienstverband; • de jaarurennorm indien van toepassing conform Artikel 18; • bij een deeltijddienstverband: de wekelijkse arbeidsduur; • in welke functie de werknemer bij het aangaan van de overeenkomst werkzaam zal zijn; • de aard van de werkzaamheden; • het loon; • alle overeengekomen toeslagen; • dat de cao van het Hoveniersbedrijf op de arbeidsovereenkomst van toepassing is; • andere onderwerpen waarover partijen regeling wensen. Lid 3 Indien een structurele wijziging optreedt in het niveau van de werkzaamheden, dient de arbeidsovereenkomst te worden aangepast. Lid 4 Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan schriftelijk een wederzijdse proeftijd worden overeengekomen van maximaal 2 maanden. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste twee maanden, indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor meer dan 6 maanden en maximaal 2 jaar. Het is niet toegestaan een proeftijd af te spreken voor contracten voor bepaalde tijd die korter zijn dan 6 maanden. Uit de schriftelijke arbeidsovereenkomst dient te blijken of er een proeftijd is overeengekomen en hoe lang de proeftijd duurt. Zie voor de wettelijke regeling bijlage IX. Lid 5 De cao heeft het karakter van een minimum-cao. Dat betekent dat met de individuele werknemer van de cao afwijkende afspraken mogen worden gemaakt, mits deze voor de werknemer ten minste gelijkwaardig zijn aan hetgeen bij cao is bepaald. De afwijkende afspraken dienen schriftelijk te worden vastgelegd en door beide partijen te worden getekend en maken deel uit van de arbeidsovereenkomst. Bepalingen in de arbeidsovereenkomst welke voor de werknemer in negatieve zin afwijken van de cao zijn nietig.

  • Bouwbesluit Dit project wordt gerealiseerd conform de geldende eisen en regelingen van het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit worden de vertrekken in de woning anders benoemd. De begrippen keuken, woonkamer, slaapkamer en dergelijke worden in het Bouwbesluit niet gehanteerd, maar er wordt gesproken in termen als gebruiksoppervlak, verblijfsgebied, verblijfsruimte, verkeersruimte en dergelijke. Hiermee worden gebieden of zones binnen een woning aangeduid, welke afhankelijk van het beoogde gebruik en/of de opgenomen voorzieningen voldoen aan een bepaalde gebruiksfunctie. De begrenzingen van deze zones of gebieden hoeven niet noodzakelijkerwijs overeen te komen met de fysieke indeling van de woning. Het doel hiervan is om een grotere flexibiliteit in de indeling van een woning binnen de regelgeving mogelijk te maken.