Inschaling bij indiensttreding Voorbeeldclausules

Inschaling bij indiensttreding. 1. Bij indiensttreding wordt de werknemer ingeschaald in de bij zijn functie behorende loonschaal op de trede die overeenkomt met het aantal onafgebroken ervaringsjaren in dezelfde of soortgelijke functie, zowel in deze als in andere bedrijfstakken, direct voorafgaande aan de indiensttreding. Bij de vaststelling van het aantal ervaringsjaren blijven onderbrekingen van minder dan twee jaar buiten beschouwing. 2. Indien de ervaring niet is verworven in eenzelfde, maar in een soortgelijke functie, kan de werknemer vanaf de indiensttreding gedurende maximaal 1 jaar in de juiste loonschaal een trede lager worden geplaatst dan overeenkomt met zijn ervaringsjaren in die soortgelijke functie. Na dat jaar wordt de werknemer geplaatst op die trede die overeenkomt met zijn ervaringsjaren. 3. Bij de indiensttreding kan de werkgever bepalen dat de werknemer tijdens de proeftijd op een lagere trede in de juiste loonschaal wordt ingedeeld. Met terugwerkende kracht tot de datum van indiensttreding wordt de werknemer na afloop van de proeftijd ingedeeld op de trede, die overeenkomt met het aantal ervaringsjaren, zoals vastgesteld overeenkomstig lid 1 van dit artikel.
Inschaling bij indiensttreding. Bij indiensttreding wordt een salaris toegekend in de bij de functie behorende salarisschaal (in bijlage 2). Indien de werknemer direct of met een onderbreking van maximaal een maand voorafgaand aan zijn indiensttreding in dezelfde functie werkzaam is geweest bij een andere onder de werkingssfeer van deze CAO vallende werkgever, heeft de werknemer bij zijn nieuwe werkgever aanspraak op ten minste het salarisnummer waarin hij in die vorige functie het laatst was ingeschaald.
Inschaling bij indiensttreding. Medewerkers tot 18 jaar worden minimaal op basis van het wettelijk minimum jeugdloon beloond. Medewerkers van 18 jaar en ouder worden beloond op basis van de salarisschaal die bij de functie behoort. Om te voorkomen dat de verlaging van de vakvolwassen leeftijd naar 18 jaar tot een onverantwoorde kostenverhoging leidt kan het schaalsalaris als volgt bepaald worden: Medewerkers van 18 jaar ontvangen ten minste 70% van de bij de schaal behorende rekengrondslag. Medewerkers van 19 jaar ontvangen ten minste 80% van de bij de schaal behorende rekengrondslag. Medewerkers van 20 jaar ontvangen ten minste 90% van de bij de schaal behorende rekengrondslag. Medewerkers van 21 jaar ontvangen ten minste het schaalsalaris bij 0 functieperiodieken. De rekengrondslagen en de daarvan afgeleide percentages zijn opgenomen in bijlage 1B. De rekengrondslag wordt alleen gebruikt voor het bepalen van de minimale vakvolwassen beloning van 18, 19 en 20-jarige medewerkers en wordt dus niet gebruikt als schaalloon.
Inschaling bij indiensttreding. 1. Bij indiensttreding wordt het salaris van de werknemer in de regel vastgesteld op het laagste salarisnummer van de voor zijn functie geldende salarisschaal. a. Als de werknemer voorafgaand aan zijn indiensttreding eerder in dezelfde functie werkzaam is geweest bij een andere onder de werkingssfeer van deze CAO vallende werkgever, heeft de werknemer jegens zijn nieuwe werkgever aanspraak op ten minste het salarisnummer waarin hij in die vorige functie het laatst was ingeschaald. b. Indien en voor zover het onder a bedoelde salarisnummer voor een deel tot stand is gekomen door toepassing van het bepaalde in artikel 11.19. kan de nieuwe werkgever de onder a bedoelde minimumaanspraak met dat gedeelte verminderen. 3. Bij indiensttreding kan de werkgever als daarvoor naar zijn oordeel reden bestaat, in afwijking van het bepaalde in lid 1 en onverminderd het bepaalde in lid 2, het salaris van de werknemer van 18 jaar of ouder op een hoger salarisnummer vaststellen. Daarbij mag het maximum van de voor de desbetreffende functie geldende salarisschaal niet worden overschreden.
Inschaling bij indiensttreding. 1 Bij indiensttreding wordt een salaris toegekend in de bij de functie behorende salarisschaal. Als de werknemer wordt aangesteld in een functie waarvoor een opleidingseis geldt en de werknemer is nog in opleiding, artikel 4.2 lid 3 sub a of b van toepassing. a Als de werknemer direct voor indiensttreding bij een andere werkgever onder de werkingssfeer van deze CAO een gelijksoortige functie uitoefende die in dezelfde salarisschaal is ingedeeld, heeft de werknemer bij zijn nieuwe werkgever aanspraak op minimaal het periodieknummer waarin hij laatstelijk was ingeschaald in die vorige functie. b Als het in lid 2a genoemde laatstgeldende periodieknummer voor een deel tot stand is gekomen door toepassing van het bepaalde in artikel 4.4 lid 4, kan de nieuwe werkgever de in lid 2a bedoelde aanspraak met dat gedeelte verminderen.
Inschaling bij indiensttreding. De werkgever kan voor het inschalen van nieuw in dienst tredende pedagogisch medewerkers gebruikmaken van de aan salarisschaal 6 toegevoegde tijdelijke salarisnummers 8 en 9 als hij voor het overschalen van reeds op 31 december 2003 (ingangsdatum nieuwe salarisregeling) in dienst zijnde pedagogisch medewerkers ook van deze tijdelijke salarisnummers gebruik heeft gemaakt.
Inschaling bij indiensttreding a. Bij indiensttreding dient te worden uitgegaan van periodiek 0 van de functionele schaal. b. Indien bij een functie twee salarisschalen behoren dient bij inschaling te worden uitgegaan van de periodiek van de laagste schaal. c. In afwijking van het bepaalde in de overige leden wordt het salaris bij inschaling bij indiensttreding niet lager vastgesteld dan het salaris in de vorige werkkring tot ten hoogste het maximum van de desbetreffende laagste schaal.
Inschaling bij indiensttreding a. Indien de werknemer voorafgaand aan zijn indiensttreding eerder in een functie met dezelfde salarisschaal werkzaam is geweest bij een andere onder de werkingssfeer van deze CAO vallende werkgever, heeft de werknemer jegens zijn nieuwe werkgever aanspraak op ten minste de laatst geldende periodiek in die vorige functie. b. Indien en voor zover de laatst geldende periodiek tot stand is gekomen op basis van artikel 25.4 lid c kan de nieuwe werkgever de aanspraak met dat gedeelte verminderen.
Inschaling bij indiensttreding. 1. Bij indiensttreding wordt de werknemer ingeschaald in de bij zijn functie behorende functieloonschaal op de trede die overeenkomt met het aantal onafgebroken ervaringsjaren, direct voorafgaande aan de indiensttreding, dat de werknemer dezelfde of soortgelijke functie heeft bekleed, zowel in deze als in andere bedrijfstakken. Bij de vaststelling van het aantal ervaringsjaren blijven onderbrekingen van minder dan twee jaar buiten beschouwing. 2. Indien de ervaring niet is verworven in eenzelfde, maar in een soortgelijke functie, kan de werknemer vanaf de indiensttreding gedurende maximaal 1 jaar in de juiste loonschaal één trede lager worden geplaatst dan overeenkomt met zijn ervaringsjaren in die soortgelijke functie. Na dat jaar wordt de werknemer geplaatst op die trede die overeenkomt met zijn ervaringsjaren. 3. Bij de indiensttreding kan DCM bepalen dat de werknemer op een lagere trede in de juiste loonschaal wordt ingedeeld. Met terugwerkende kracht tot die datum van indiensttreding wordt de werknemer na de proeftijd ingedeeld op de trede, die overeenkomt met het aantal ervaringsjaren, zoals vastgesteld overeenkomstig lid 1 van dit artikel.
Inschaling bij indiensttreding. Inschaling bij indiensttreding geschiedt op basis van functie, leeftijd en ervaring.