Doelmatigheid Voorbeeldclausules

Doelmatigheid. Het hulpmiddel moet noodzakelijk zijn, doelmatig en niet onnodig kostbaar of gecompliceerd. Wij beoordelen of dit voor je hulpmiddel het geval is.
Doelmatigheid. De zorgverzekeraar verleent geen toestemming indien de aanschaf, vervanging, correctie, herstel dan wel bruikleen van een hulpmiddel redelijkerwijs overbodig, onnodig kostbaar of onnodig gecompliceerd, dan wel niet doelmatig is. De zorgverzekeraar deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de verzekerde. Indien naar het oordeel van de zorgverzekeraar of gecontracteerde leverancier (namens de zorgverzekeraar) de verzekerde redelijkerwijs niet langer is aangewezen op het gebruik van een hulpmiddel dat in bruikleen wordt verstrekt, kan het hulpmiddel worden teruggevorderd. De verzekerde is verplicht de zorgverzekeraar te informeren, wanneer een in bruikleen gegeven hulpmiddel niet meer wordt gebruikt.
Doelmatigheid. Artikel 27
Doelmatigheid. Om inzicht te krijgen in het doelmatig functioneren van het construct Publiek Vervoer, is geëvalueerd of met de oprichting van Publiek Vervoer de kosten voor de invulling van het (vraag gestuurd) vervoersnetwerk door de inzet van Publiek Vervoer beter beheersbaar zijn, of mogelijk zelfs zijn gedaald. De bijbehorende onderzoeksvraag is: Hoeveel middelen zijn beschikbaar en waar worden deze aan besteed (tijd, geld)? Middels documentonderzoek is geïnventariseerd wat de beschikbare middelen zijn. Daarbij is globaal gekeken waaraan deze middelen (zoals tijd en geld) worden besteed en of dit past binnen de vastgestelde kaders of begroting. Verdere informatie is verkregen van betrokken partijen via vragenlijstonderzoek en interviews.
Doelmatigheid. Hoeveel middelen zijn beschikbaar en waar worden deze aan besteed (tijd, geld)? Publiek Vervoer heeft een werkbudget van circa €800.000 beschikbaar voor haar structurele taken. Alle gemeenten en het OV-bureau dragen hieraan bij. Het grootste gedeelte van het budget wordt besteed aan (de inhuur van) personeel en bedrijfsvoeringskosten, zie hiervoor ook de meerjarenbegroting op bladzijde 30. De budgetten voor twee van de drie belangrijkste taken van Publiek Vervoer, te weten contractmanagement en beheer van het klachtenloket, zijn bij de start van Publiek Vervoer accuraat ingeschat. Kosten die gemaakt moeten worden voor de derde belangrijke taak, doorontwikkeling van het vervoersnetwerk, blijken volgens Publiek Vervoer echter te krap begroot. Naast structurele taken van Publiek Vervoer zijn er ook incidentele taken die gefinancierd moeten worden door betrokken deelnemers. De uitvoering van de doorontwikkelingstaak is bijvoorbeeld sterk afhankelijk van deze incidentele baten. In voorgaande jaren is hiervoor externe financiering verkregen vanuit Europese en nationale subsidies.
Doelmatigheid. Doelmatig opereren ten aanzien van haar sociale opdracht betekent voor WAA het maximaal invullen van de taakstelling voor haar gemeenten. Het Schap heeft, evenals in voorgaande jaren, ook in 2023 op dit aspect binnen haar mogelijkheden maximaal invulling gegeven aan haar doelstelling en derhalve op dit punt doelmatig gehandeld. Doelmatigheid veronderstelt ook dat alle toegewezen taken binnen de gestelde kaders adequaat worden uitgevoerd met in achtneming van alle vigerende (wettelijke) kaders en tegen voor deze participanten aanvaardbare kosten. Hiertoe zijn in het kader van doelmatigheid vanaf 2017 onderstaande in “Samen Groeien” en in de geactualiseerde koers bevestigde, verankerde randvoorwaarden opgenomen: • de werkwijze van het WAA bedrijf moet sober en doelmatig zijn: de uitgaven worden hierop aangepast. Daar waar expertise of andere vormen van ondersteuning noodzakelijk is wordt contact gezocht met de drie deelnemende gemeenten; vacatures zouden dan ook over en weer kunnen worden uitgewisseld; • WAA dient zo min mogelijk langlopende financiële verplichtingen aan te gaan. Daar waar dit onverhoopt toch aan de orde zou kunnen en moeten zijn vanuit bedrijfsvoering, wordt dit vooraf afgestemd en besloten in samenspraak met de deelnemende gemeenten. Dit om eventuele staartverplichtingen als gevolg van een mogelijke mismatch tussen eisen en wensen van een sterk veranderende WAA-organisatie en kosten uit lopende contracten en investeringen te minimaliseren; • binnen de huidige financiële positie van zowel WAA als gemeenten wordt blijvend een substantieel bedrag apart geoormerkt en apart gealloceerd om de volledige transitie van WAA vanaf 2018 en verder van een multi MKB-bedrijf naar een professioneel detacheringsbedrijf voor primair Wsw’ers, mogelijk te maken. De gehele ombouw en transitie van de entiteit WAA zal gecontroleerd en geconditioneerd gebeuren met oog voor organisatorische en financiële stabiliteit en continuïteit van de organisatie WAA én haar participanten. Inzet van eigen én aparte frictiemiddelen gebeurt, rekening houdende met en binnen de bestaande financiële mogelijkheden van zowel WAA als de deelnemende gemeenten en onder genoemde randvoorwaarden. WAA blijft in dit proces ten aanzien van doelmatigheid jaarlijks streven naar evenwicht tussen doel en de hieraan verbonden kosten en bijdragen, in samenwerking met de deelnemende gemeenten. Doel is om jaarlijks de kosten voor gemeenten t.b.v. de uitvoering van de Wsw zo laag mogelijk te houden. ...
Doelmatigheid. De zorgaanbieder verleent de zorg op doelmatige en professioneel verantwoorde wijze.Hij zal zich daarbij laten leiden door een afweging tussen de effectiviteit van de behandeling, de belangen van de patiënt en de kosten.
Doelmatigheid. Zoals in paragraaf 3 uiteengezet zal in bepaalde gevallen het eerste spoor na het tweede ziektejaar worden afgesloten en zal voor de re-integratie dan alleen worden gekeken naar mogelijkheden in het tweede spoor. De (financiële) prikkels voor de werkgever blijven bestaan. Het opzegverbod bij ziekte en daarbij de loondoorbetalingsverplichting in het tweede ziektejaar worden niet gewijzigd, waardoor de werkgever de prikkel houdt om mogelijkheden te zoeken om de werknemer, al dan niet bij de eigen werkgever, te laten re-integreren. In geval van een WIA- aanvraag van de zieke werknemer wordt door UWV bij de RIV-toets gekeken naar de re-integratie- inspanningen in het tweede spoor. Zodoende blijft de prikkel aanwezig voor de werkgever om zich hiervoor voldoende in te blijven spannen. Hierdoor wordt zoveel mogelijk gewaarborgd dat ondanks het afsluiten van het eerste spoor na het eerste ziektejaar er voldoende prikkels over blijven om voldoende inspanningen te doen om de werknemer te laten re-integreren. Doordat werkgevers de gevraagde duidelijkheid krijgen en tegelijkertijd de prikkels in stand blijven is dit een doelmatige vormgeving van de maatregel. De budgettaire lasten van de overheid zijn hierdoor namelijk beperkter dan als dat niet het geval zou zijn. Verder wordt de doelmatigheid van de maatregel nagestreefd door de gemaakte keuzes in de vormgeving qua afbakening van de groep en het introduceren en aanpassen van nieuwe en aangepaste toetsen na het eerste en tweede ziektejaar. Zo is ervoor gekozen om de maatregel vooral van toepassing te laten zijn bij de groep die de meeste knelpunten ervaren bij het huidige stelsel. In het geval de maatregel ook zou gelden voor grote werkgevers die over het algemeen minder knelpunten ervaren bij het huidige stelsel, heeft dit tot gevolg dat de niet-beoogde effecten rondom re-integratiekansen voor een grote groep zal gelden. Het gevolg is dat er voor een grotere groep een risico is dat ze niet succesvol re-integreren en mogelijk aanspraak moeten doen op een uitkering. Verder worden mogelijke neveneffecten zoals onnodig afsluiten van het eerste spoor en of ontslag zoveel mogelijk gemitigeerd door de verschillende toetsen na het eerste en tweede ziektejaar.
Doelmatigheid. 1. De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de doelmatigheid van het gebruik van eerstelijnsverblijf.
Doelmatigheid. De IGO erkent dat integrale geboortezorg kansen biedt om doelmatiger te werken en komt met CZ groep doelstellingen overeen op het gebied van doelmatige zorgverlening en efficiënte bedrijfsvoering. Het gaat om doelstellingen op korte termijn (behaald na 1 jaar) en op lange termijn (behaald na 3 kalenderjaren). De voortgang hiervan wordt besproken tijdens periodieke evaluaties.