Beleid Voorbeeldclausules

Beleid. Het beleid wordt zo nodig vastgelegd in een beleidsplan: o Dit beleidsplan wordt jaarlijks zo nodig geactualiseerd en herzien. o Elke nieuwe versie van een beleidsplan is van kracht op het moment dat deze in de jaarvergadering is goedgekeurd. o Het beleidsplan bevat zo nodig (dan wel: wordt aangevuld met) een jaarplan en een jaarbegroting. Het beleid ten aanzien van de voor de stichting werkzame vrijwilligers wordt zo nodig separaat vastgelegd in het document “Vrijwilligersbeleid”.
Beleid. Artikel 2
Beleid. Het bestuur onderkent het belang van risicomanagement dat een steeds belangrijkere rol is gaan spelen in de aansturing van de Stichting, zie hiervoor ook Hoofdstuk 6. Het beleid van het bestuur is er niet op gericht om risico’s per definitie uit sluiten, maar om risico’s op een verantwoorde wijze te beheersen.
Beleid. Om de gestelde doelen, zoals bedoeld in Hoofdstuk 1 te verwezenlijken voert het bestuur een beleid, dat nader is uitgewerkt in hoofdstuk 7 van deze ABTN, waarbij de actualiteit steeds in het oog wordt gehouden.
Beleid. Het beleid is dat jaarlijks een evaluatieformulier (zie bijlage 3) voor alle vermogensbeheerders en andere externe partijen wordt ingevuld door de pensioenfondsmanager. De evaluaties worden in de beleggingsadviescommissie besproken. De beleggingsadviescommissie verstrekt de bevindingen en een advies aan het bestuur. Het bestuur neemt indien nodig een beslissing. Het pensioenfonds is een lange termijn belegger en voor vermogensbeheerders betekent dat een jaarlijkse beoordeling wordt uitgevoerd, maar dat een eventueel afscheid van een vermogensbeheerder plaats vindt over een evaluatieperiode van 3 tot 5 jaar. De externe partijen worden geïnformeerd over de bijzonderheden, die voortkomen uit de evaluatie. De visitatiecommissie en het verantwoordingsorgaan krijgen inzicht in de evaluatieresultaten. Indien de externe partij een score (bereik 1 tot 5) krijgt van: • Meer dan 2,5 betekent een positieve score. Geen speciale acties zijn nodig. • Score tussen 2,0 en 2,5 betekent extra monitoren en (bij vermogensbeheerders) dan met name of de performance verbetert of (bij alle partijen) bij andere aandachtspunten of deze worden opgepakt door de beheerder. • Score tussen 1,0 en 2,0 en indien dit al meer dan 2 jaar is dan zal besloten moeten worden hoe lang de externe partij nog de tijd krijgt om te herstellen of dat afscheid wordt genomen en op zoek moet gaan naar een nieuwe externe partij. • Score van onder de 1,0 betekent dat afscheid wordt genomen van de externe partij. Proces • Jaarlijks in het eerste kwartaal van het jaar worden de externe partijen inclusief vermogensbeheerders geëvalueerd op vastgelegde criteria. • Voorafgaand aan de evaluatie zal de beleggingsadviescommissie de evaluatiecriteria zelf evalueren of deze nog passend zijn voor de externe partij of eventueel moeten worden bijgesteld. Ook de weging van de evaluatiecriteria worden in deze evaluatie betrokken. Een verslag van deze evaluatie wordt aan het bestuur verstrekt en wordt opgenomen in de beschouwingen van het beleggingsjaarplan. • De pensioenfondsmanager vult het evaluatieformulier in. Dit overzicht wordt in de eerst volgende vergadering van de beleggingsadviescommissie besproken. • De beleggingsadviescommissie neemt een standpunt in, past eventueel het evaluatieformulier aan en geeft een advies aan het bestuur. • Het bestuur ontvangt inzicht van de evaluatiescores en neemt kennis van de desbetreffende adviezen van de beleggingsadviescommissie. • Het bestuur neemt, indien dit van toepassing is,...
Beleid. Het beleid is vastgelegd in een beleidsplan. Elke nieuwe versie van het beleidsplan is van kracht op het moment dat deze in de jaarvergadering (eerste vergadering van het jaar) is goedgekeurd. Het beleidsplan bevat een jaarplan en een jaarbegroting. Het bestuur en kernteam en de besluiten Het bestuur en het kernteam • Het kernteam is belast met het nemen van de juiste initiatieven in lijn met de doelstellingen van de stichting. Het bestuur houdt de grote lijnen in de gaten en helpt het kernteam bij het nemen van beslissingen. Het bestuur kan sturend optreden, maar nooit besluiten nemen zonder toestemming van de raad van toezicht, die bestaat uit leden van het kernteam; • Het kernteam, bestaande uit maximaal 10 personen in de leeftijd tussen de 18 en 35 jaar is tevens raad van toezicht; • Bestuur noch kernteam is bevoegd tot het aangaan van leningen. Uitzondering hierop is dat het bestuur bevoegd is tot het accepteren van voorschotten op een meerjarendonatie; • Handelen binnen de gestelde kaders vastgelegd in onder andere het oprichtingsstatuut, beleidsplan, de jaarbegroting en de projectbudgetten, bestuursleden die niet binnen de gestelde kaders handelen zijn op de eerstvolgende bestuursvergadering aftredend en herkiesbaar, bovenop de staande herverkiezing volgorde; • Ontstaat een vacature dan wel is een bestuurslid of kernteamlid her-verkiesbaar, dan kunnen de kernteamleden kiezen of een bestuurslid dan wel kernteamlid wel of niet wordt aangenomen; • Uitsluitend natuurlijke personen kunnen zitting nemen in het bestuur en kernteam; • Nieuwe bestuursleden worden benoemd bij acclamatie door de voorzitter en het kernteam of na schriftelijke verkiezing, beide op een reguliere vergadering, en kandidaat-kernteamleden en kandidaat-bestuursleden moeten in persoon ter vergadering aanwezig zijn, dan wel een schriftelijke bereidverklaring aan de voorzitter en kernteam hebben gestuurd; • Alle bestuursleden en kernteamleden spannen zich als geheel en als individu maximaal in om de status als ABNI (Algemeen Nut Beogende Instelling) te behouden en verklaren zich bereid af te treden indien hun aanwezigheid in het bestuur de ANBI- status in gevaar brengt of zou kunnen brengen. De voorzitter • Heeft de dagelijkse leiding van de stichting onder toeziend oog van de raad van toezicht; • Geeft leiding aan het bestuur; • Is het eerste aanspreekpunt voor bestuursleden en kernteamleden; • Stelt in overleg met de kernteamleden de agenda voor elke vergadering op; • Leidt de bestuurs...
Beleid. 1. Het beleid is vastgelegd in een beleidsplan. Dit beleidsplan wordt jaarlijks geactualiseerd en herzien. Elke nieuwe versie van een beleidsplan is van kracht op het moment dat deze in de jaarvergadering is goedgekeurd. Het beleidsplan bevat een jaarplan en een jaarbegroting.
Beleid. Het SWV gaat efficiënt en effectief om met de aan haar ter beschikking gestelde publieke middelen. Het bewaakt dat het algemeen belang zoals door de politiek is gedefinieerd, boven het individueel of organisatiebelang gesteld wordt. Het handelt integer en objectief en kan de inzet van middelen voor kopen objectief en transparant verantwoorden. Personen die namens het SWV handelen zijn loyaal aan het SWV. Er mag geen persoonlijke belangenverstrengeling zijn met leveranciers van diensten en producten. Dit betekent dat het afnemen van diensten en producten van derden met wie een familie- of vriendenrelatie bestaat, niet is toegestaan. Om te voorkomen dat ongewenste relaties ontstaan, worden regelmatig offertes aangevraagd bij leveranciers die niet tot de vaste relaties van het SWV behoren.
Beleid. We willen evolueren van ‘regels’ naar een organisatiecultuur waarin we het accent willen leggen op resultaatgericht werken en medewerkers het vertrouwen en de nodige regelruimte willen geven om zich hierop te organiseren. We hanteren hierbij volgende uitgangspunten: • De toegankelijkheid en de kwaliteit van de dienstverlening blijft gegarandeerd. De focus ligt op resultaten. De medewerkers krijgen het vertrouwen en de vrijheid om hun plaats van werken soepeler te kiezen. Daartegenover moeten zij ervoor zorgen dat de permanentie tijdens de servicetijden (= tijden waarbinnen elke dienst bereikbaar is voor de interne en externe klant) verzekerd is. De afspraken mbt permanentie worden per dienst bepaald. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het diensthoofd, maar we verwachten van iedere medewerker een verantwoordelijke en betrokken houding. De dienstverlening dient kwalitatief te blijven. Het werk primeert op privébelang. • Maatwerk per dienst. Een organisatiebreed systeem ‘gelijke regels voor allen’ is niet haalbaar en kan niet het uitgangspunt zijn : onze diensten zijn te divers voor een uniforme regeling; de mogelijkheden tot telewerken dienen maw per dienst bekeken. • Flexibiliteit werkt aan twee kanten. De mogelijkheid om occasioneel telewerk te voorzien en een cultuur/gedragsverandering gaan hand in hand: van de 3 C’s naar de 4 V’s, van Command, Communication en Control naar Verantwoordelijkheid, Vertrouwen, Verbinding en Vrijheid
Beleid. In het kader van de beleggersbescherming heeft Bustelberg een Orderuitvoeringsbeleid opgesteld teneinde het best mogelijke resultaat te behalen bij het uitvoeren van orders met betrekking tot Financiële instrumenten. Bij het uitvoeren van Orders ten behoeve van een Cliënt treft Bustelberg alle redelijke maatregelen voor een optimale uitvoering van Orders, waarbij rekening wordt gehouden met de prijs, de (uitvoerings)kosten, snelheid, de waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling, de omvang, de aard en alle andere voor de uitvoering van Orders relevante aspecten. Bustelberg zal haar Orderuitvoeringsbeleid jaarlijks evalueren en de Cliënt op de hoogte houden van wijzigingen door het plaatsen van de meest recente versie op de Websites.