Einde van de concessie. 22.1. De concessie eindigt van rechtswege, 6 jaar na de publieke opening van de Horecazaak met mogelijkheid tot verlenging (zie artikel 23).
22.2. Partijen kunnen steeds in onderling akkoord een einde maken aan deze concessie.
22.3. De Concessiehouder kan eenzijdig de concessie opzeggen, mits inachtname van een opzegperiode van minimaal 6 maanden. De opzeg wordt hierbij gegeven per aangetekend schrijven aan de Gemeente ter attentie van het college van burgemeester en schepenen.
22.3. De concessie eindigt, in hoofde van de Concessiehouder, tevens bij de toegelaten overdracht.
22.4. De Gemeente heeft het recht bij ernstige tekortkomingen door de Concessiehouder de concessie éénzijdig te verbreken. Worden onder meer (illustratief) als ernstige tekortkomingen beschouwd :
1. het geregeld verzaken aan de uitbating van de Horecazaak door de Concessiehouder;
2. het overtreden van regels met betrekking tot voedselhygiëne en volksgezondheid in de uitbating van de Horecazaak door de Concessiehouder;
3. het niet of onvoldoende betalen van twee (2) opeenvolgende facturen voor de huur door de Concessiehouder;
4. het niet stellen, storten of niet aanvullen van de borgtocht binnen de gestelde termijn door de Concessiehouder;
5. de rechtsonbekwaamheid, ontzetting, faillissement of kennelijk onvermogen van de Concessiehouder;
6. het wanbeheer of wangedrag, gebrek aan onderhoud en waardevermindering of achteruitgang van de uitbating van de Horecazaak, die uitsluitend aan de nalatigheid of het verzuim van de Concessiehouder is te wijten;
7. wanneer zonder de toestemming van de Gemeente de aard of de bestemming van de lokalen in de Horecazaak wordt gewijzigd door de Concessiehouder;
8. bedrog of nalatigheden, inbreuken, in hoofde van de Concessiehouder, betreffende de dranken die verhandeld worden in de Horecazaak;
9. wanneer mocht blijken dat de Concessiehouder zich onttrekt of verzuimt de bepalingen van deze concessie na te leven of uit te voeren na 2 schriftelijke aanmaningen (met een redelijke remediëringsperiode) door de Gemeente;
10. strafrechtelijke veroordelingen van de Concessiehouder die een behoorlijke exploitatie van de Horecazaak hypothekeren;
11. openlijke en ernstige beledigingen door de Concessiehouder aan de Gemeente of diens aangestelde;
12. het (laten) organiseren door de Concessiehouder van gesloten feesten zonder daarvoor in het bezit te zijn van de nodige toelating van de Gemeente;
13. een abnormale omzetdaling ten overstaan van het vorig boekjaar, voor z...
Einde van de concessie. Aan het einde van de concessie zal de Concessiehouder als enige verantwoordelijk gesteld worden voor de uitvoering van de toekomstige verplichtingen die hij is aangegaan bij de uitvoering van de in dit bestek vermelde verplichtingen.
Einde van de concessie. De concessie eindigt aan het einde van de overeenkomstig artikel 5 vastgestelde termijn of op grond van een beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen, waarbij de vervallenverklaring van de concessiehouder wordt vastgesteld op grond van artikel 21. Het College van Burgemeester en Schepenen kan de concessie ook vóór de in artikel 5 bepaalde termijn beëindigen, indien het vaststelt dat de concessiehouder tijdens de uitvoering, zich in één van de in artikel 8 opgesomde uitsluitingsgevallen bevindt. Aan het einde van de concessie zal de concessiehouder als enige aansprakelijk worden gesteld voor de latere uitvoering van de verbintenissen die hij is aangegaan voor de uitvoering van deze concessie.
Einde van de concessie. De concessie eindigt:
1.- wanneer de concessie ten einde loopt;
2.- door een eenzijdige beslissing van één van de partijen, met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden, aan de andere partij betekend bij een ter post aangetekend schrijven (zie artikel I.2 hierboven);
3.- in geval van faillissement, concordaat, gerechtelijke of vrijwillige vereffening, ontbinding of juridische wijziging met gevolgen voor de concessiehouder. In dit geval wordt de concessieovereenkomst van rechtswege en zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling ontbonden.
Einde van de concessie. De concessie waarvan sprake in dit bestek wordt beëindigd, zonder dat hiertoe in hoofde van de concessiehouder een recht op schadevergoeding ontstaat:
Einde van de concessie. Gedurende een termijn van drie maanden, voor het einde van de concessie, moeten zowel de lokalen als het materieel waarop de huidige concessie betrekking heeft te bezichtigen zijn. Eventuele bezoeken met derden worden vastgesteld in onderling overleg. Indien hierover geen akkoord bereikt wordt beslist de Deputatie autonoom.
Einde van de concessie. III.10.1 Stopzetting door de concessiehouder Om de concessie stop te zetten moet de concessiehouder voldoen aan de volgende voorwaarden: - per aangetekende zending en een kopie per e-mail, gericht aan de concessieverlener; - met inachtneming van een opzegtermijn van twaalf maanden. Gedurende de eerste 2 jaar is stopzetting niet toegestaan. Bij stopzetting door de concessiehouder worden de volgende boetes aan de concessiehouder opgelegd: Boete = (Totaalbedrag van de schadevergoeding over de duur van de concessie) x (5% boete/jaar x het aantal overblijvende jaren van de concessie Voorbeeld Totaal concessiebedrag % Aantal resterende jaren Sanctie III.10.2 Stopzetting door de concessieverlener in geval van tekortkoming van de concessiehouder De concessieverlener kan de overeenkomst zonder voorafgaande kennisgeving herroepen door middel van een aangetekende brief gericht aan de concessiehouder, in de volgende gevallen: - in geval van een valse verklaring door de concessiehouder in het kader van de procedure die heeft geleid tot de gunning van de concessie, dit in het bijzonder als het in zijn offerte was; - bij het niet verkrijgen, verliezen of niet hernieuwen van een van de machtigingen of een vergunning vereist voor de exploitatie; - als de exploitant zich bevindt in een toestand van uitsluiting (sociale schulden, belastingsschulden, ...); - als de exploitatie van de site gedurende een ononderbroken periode van 8 weken wordt stopgezet; - In geval van ernstige of herhaalde schending door de concessiehouder van zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst, na een ingebrekestelling van de concessieverlener die onbeantwoord blijft gedurende een door de concessieverlener vastgestelde termijn, maar die niet korter mag zijn dan 5 werkdagen. Indien de concessie wordt beëindigd wegens fout van de concessiehouder en onverminderd eventuele boetes, schadevergoedingen of nalatigheidsinteresten die door de concessieverlener kunnen worden geëist, is de concessiehouder een vergoeding verschuldigd die gelijk is aan de geleden schade, naast een schadevergoeding die gelijk is aan 80% van de inkomsten die de concessiehouder van de concessieverlener heeft ontvangen. III.10.3 Stopzetting door de concessieverlener om redenen van algemeen belang De concessieverlener kan de overeenkomst te allen tijde herroepen bij aangetekende brief gericht aan de concessiehouder om redenen van algemeen belang die in deze brief naar behoren worden aangegeven. De concessieverlener zal een opz...
Einde van de concessie. Ten minste twaalf maanden vóór de einddatum van de concessie zal de concessionaris op zijn kosten de nodige initiatieven nemen voor het bekomen van een bodemattest. Wanneer de concessionaris in gebreke blijft inzake het nemen van de nodige initiatieven tot het bekomen van de bodemattesten, kan De Vlaamse Waterweg nv dit initiatief van hem overnemen op kosten van de concessionaris. De concessionaris zal tevens instaan voor alle andere verplichtingen die op hem rusten krachtens het Decreet d.d. 27.10.2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. In geval van beëindiging van de concessie in toepassing van artikel 6, zal de concessionaris de nodige initiatieven nemen onmiddellijk na de kennisgeving van de beëindiging.
Einde van de concessie. Zes maanden voor de vervaldag van de overeenkomst, en op elk moment in het geval van een verbreking, kan de concessiegever, onder andere, bekendmakingen uithangen ter aankondiging van de mededinging voor de volgende concessie in de in concessie gegeven lokalen en op plaatsen die voldoende zichtbaar zijn, en die moeten worden bepaald in overleg met de concessiehouder. Ook kan hij hier, in de eerste maand en op afspraak, de bezoeken organiseren die nodig zijn om een nieuwe concessie te stand te brengen.
Einde van de concessie. Bij het einde van de concessie moet de concessiehouder de lokalen in hun vroegere toestand herstellen zoals blijkt uit de daartoe opgestelde staat (aanvang concessie), tenzij het Autonoom Gemeentebedrijf er de voorkeur zou aan geven de door de concessiehouder uitgevoerde aanpassingen te behouden. In dat geval is zij hiervoor evenmin een vergoeding verschuldigd. De concessiehouder kan geen aanspraak maken op vermindering noch op kwijtschelding van de vergoeding bepaald in artikel 3 noch op verlenging van de exploitatietermijn wegens moeilijke exploitatie, noodzakelijk onderhoud of herstel, hinder of schade van welke aard ook. Wanneer het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth wijzigingen aan de toepasselijke reglementering mocht aanbrengen, kan de concessiehouder daardoor geen enkele schadevergoeding noch verzachting van de concessievoorwaarden bekomen.