Common use of Facultatieve uitsluitingsgronden Clause in Contracts

Facultatieve uitsluitingsgronden. (artikel 69 van de wet van 17 juni 2016) In toepassing van artikel 69 van de wet van 17 juni 2016, wordt, in elk stadium van de procedure, uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver die: 1° verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht; 2° in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016; 5° een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die zich wegens de eerdere betrokkenheid bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen; 9° die heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht een ernstige beroepsfout te hebben begaan in de zin van artikel 69, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.

Appears in 2 contracts

Samples: Overheidsopdracht Voor De Aanstelling Van Een Bedrijfsrevisor, Overheidsopdracht Voor De Aanstelling Van Een Bedrijfsrevisor

Facultatieve uitsluitingsgronden. (artikel 69 van indien de wet van 17 juni 2016) In toepassing van artikel 69 van aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de wet van 17 juni 2016, wordt, in elk stadium van kandidaat of inschrijver de procedure, uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver die: 1° verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht; 2° arbeidsrecht heeft geschonden; wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° ; wanneer de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de kandidaat of inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4° ; wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea lid 2 van de wet van 17 juni 2016; 5° voornoemde Wet; wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va Wet van 17 juni 2016 en die inzake overheidsopdrachten niet effectief kan worden verholpen met andere andere, minder ingrijpende maatregelen; 6° die ; wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die ; wanneer de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die ; wanneer de inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten over te leggen; 9° die ; wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht een ernstige beroepsfout te hebben begaan in de zin van artikel 69, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.

Appears in 2 contracts

Samples: Schoonmaakovereenkomst, Schoonmaakovereenkomst

Facultatieve uitsluitingsgronden. (Overeenkomstig artikel 69 van de wet van 17 juni 2016) In toepassing van 2016 betreffende de overheidsopdrachten, behalve in het geval dat de inschrijver overeenkomstig artikel 69 70 van de voornoemde wet van 17 juni 20162016 kan aantonen dat hij voldoende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid te bewijzen, wordt, kan de aanbestedende overheid de inschrijver in elk stadium gelijk welke fase van de procedure, uitgesloten gunningsprocedure in de volgende gevallen uitsluiten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver diedie procedure: 1° indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de in artikel 7 genoemde toepasselijke verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden; 2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of faillissement, vereffening, stopzetting van vereffening verkeertactiviteiten, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, is of aangifte een aanzegging van zijn faillissement heeft gedaan of het voorwerp heeft uitgemaakt van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening vereffeningsprocedure of gerechtelijke reorganisatie aanhangig isreorganisatie, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° in wanneer de uitoefening van zijn beroep aanbestedende overheid door welk geschikt middel dan ook kan aantonen dat de kandidaat of de inschrijver een ernstige fout beroepsfout heeft begaan, begaan waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokkenvraag wordt gesteld; 4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016lid 2; 5° wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die wanneer de kandidaat of inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen;; ofdie wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een ernstige beroepsfout te hebben begaan periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk. Behoudens andersluidende bepaling in de zin van artikel 69opdrachtdocumenten, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, niet gehouden tot nazicht van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen facultatieve uitsluitingsgronden in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten hoofde van de plaatsingsprocedurepersonen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.

Appears in 1 contract

Samples: Overheidsopdracht

Facultatieve uitsluitingsgronden. (Overeenkomstig artikel 69 van de wet van 17 juni 2016) In toepassing van 2016 inzake overheidsopdrachten, behalve in het geval dat de inschrijver overeenkomstig artikel 69 70 van de voornoemde wet van 17 juni 20162016 kan aantonen dat hij voldoende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid te bewijzen, wordt, kan de aanbestedende overheid de inschrijver in elk stadium gelijk welke fase van de procedure, uitgesloten gunningsprocedure in de volgende gevallen uitsluiten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver diedie procedure: 1° indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de in artikel 7 genoemde toepasselijke verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden; 2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of faillissement, vereffening, stopzetting van vereffening verkeertactiviteiten, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, is of aangifte een aanzegging van zijn faillissement heeft gedaan of het voorwerp heeft uitgemaakt van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening vereffeningsprocedure of gerechtelijke reorganisatie aanhangig isreorganisatie, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° in wanneer de uitoefening van zijn beroep aanbestedende overheid door welk geschikt middel dan ook kan aantonen dat de kandidaat of de inschrijver een ernstige fout beroepsfout heeft begaan, begaan waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokkenvraag wordt gesteld; 4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016lid 2; 5° wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die wanneer de kandidaat of inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen;; ofdie wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een ernstige beroepsfout te hebben begaan periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk. Behoudens andersluidende bepaling in de zin van artikel 69opdrachtdocumenten, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, niet gehouden tot nazicht van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen facultatieve uitsluitingsgronden in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten hoofde van de plaatsingsprocedurepersonen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.

Appears in 1 contract

Samples: Opdracht Voor Diensten

Facultatieve uitsluitingsgronden. (artikel 69 De inschrijver kan uitgesloten worden van de wet van 17 juni 2016) In toepassing van artikel 69 van de wet van 17 juni 2016, wordt, in elk stadium van de deze procedure, uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver die: 1° . indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de inschrijver de verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrechtarbeidsrecht heeft geschonden ; 2° . wanneer de inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringenreglementeringen ; 3° . wanneer de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4° . wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016mededinging; 5° . wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die . wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die . wanneer de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die . wanneer de inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen; 9° die . wanneer de inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht een ernstige beroepsfout te hebben begaan in de zin van artikel 69, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.

Appears in 1 contract

Samples: Concessieovereenkomst

Facultatieve uitsluitingsgronden. (In overeenstemming met artikel 69 van de wet van 17 juni 2016) In toepassing van 2016 inzake overheidsopdrachten, behalve in het geval dat de inschrijver overeenkomstig artikel 69 70 van de voornoemde wet van 17 juni 20162016 kan aantonen dat hij voldoende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid te bewijzen, wordt, kan de aanbestedende overheid de inschrijver in elk stadium gelijk welke fase van de procedure, uitgesloten gunningsprocedure in de volgende gevallen uitsluiten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver diedie procedure: 1° indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de in artikel 7 genoemde toepasselijke verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden; 2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° in wanneer de uitoefening van zijn beroep aanbestedende overheid door welk geschikt middel dan ook kan aantonen dat de kandidaat of de inschrijver een ernstige fout beroepsfout heeft begaan, begaan waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokkenvraag wordt gesteld; 4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016lid 2; 5° wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die wanneer de kandidaat of inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen;; ofdie wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken heeft verstrekt die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een ernstige beroepsfout te hebben begaan periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk. Behoudens andersluidende bepaling in de zin van artikel 69opdrachtdocumenten, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, niet gehouden tot nazicht van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen facultatieve uitsluitingsgronden in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten hoofde van de plaatsingsprocedurepersonen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.

Appears in 1 contract

Samples: Opdracht Voor Diensten

Facultatieve uitsluitingsgronden. (Overeenkomstig artikel 69 van de wet van 17 juni 2016) In toepassing 2016 inzake overheidsopdrachten, tenzij in het geval waarbij de inschrijver, overeenkomstig artikel 70 van artikel 69 van de genoemde wet van 17 juni 2016, wordtaantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, kan de aanbestedende overheid, in elk stadium van de procedureplaatsingsprocedure, uitgesloten een inschrijver van deelname aan deze procedure uitsluiten, in de plaatsingsprocedure de inschrijver dievolgende gevallen: 1° indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de in artikel 7 genoemde toepasselijke verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden; 2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° wanneer de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de kandidaat of inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016lid 2; 5° wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die wanneer de kandidaat of inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen;; ofdie wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een ernstige beroepsfout te hebben begaan periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk. Behoudens andersluidende bepaling in de zin van artikel 69opdrachtdocumenten, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, niet gehouden tot nazicht van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen facultatieve uitsluitingsgronden in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten hoofde van de plaatsingsprocedurepersonen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.

Appears in 1 contract

Samples: Software License Agreement

Facultatieve uitsluitingsgronden. (Overeenkomstig artikel 69 van de wet van 17 juni 2016) In toepassing van 2016 inzake overheidsopdrachten, behalve in het geval dat de inschrijver overeenkomstig artikel 69 70 van de voornoemde wet van 17 juni 20162016 kan aantonen dat hij voldoende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid te bewijzen, wordt, kan de aanbestedende overheid de inschrijver in elk stadium gelijk welke fase van de procedure, uitgesloten gunningsprocedure in de volgende gevallen uitsluiten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver diedie procedure: 1° wanneer de aanbestedende overheid met elk passend middel kan aantonen dat de kandidaat of inschrijver de in artikel 7 genoemde toepasselijke verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden; 2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringenregelgevingen; 3° in wanneer de uitoefening van zijn beroep aanbestedende overheid met elk passend middel kan aantonen dat de kandidaat of inschrijver een ernstige fout beroepsfout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016lid 2; 5° wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die wanneer de kandidaat of inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen;; ofdie wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, beïnvloeden of om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar door nalatigheid misleidende informatie te verstrekken heeft verstrekt die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en of gunning. De economische operator wordt geacht in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een ernstige beroepsfout te hebben begaan periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk. Behoudens andersluidende bepaling in de zin van artikel 69opdrachtdocumenten, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, niet gehouden tot nazicht van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen facultatieve uitsluitingsgronden in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten hoofde van de plaatsingsprocedurepersonen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.

Appears in 1 contract

Samples: Service Agreement

Facultatieve uitsluitingsgronden. (Overeenkomstig artikel 69 van de wet van 17 juni 2016) In toepassing van 2016 betreffende de overheidsopdrachten, behalve in het geval dat de inschrijver overeenkomstig artikel 69 70 van de voornoemde wet van 17 juni 20162016 kan aantonen dat hij voldoende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid te bewijzen, wordt, kan de aanbestedende overheid de inschrijver in elk stadium gelijk welke fase van de procedure, uitgesloten gunningsprocedure in de volgende gevallen uitsluiten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver diedie procedure: 1° indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de in artikel 7 genoemde toepasselijke verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden; 2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° in wanneer de uitoefening van zijn beroep aanbestedende overheid door welk geschikt middel dan ook kan aantonen dat de kandidaat of de inschrijver een ernstige fout beroepsfout heeft begaan, begaan waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokkenvraag wordt gesteld; 4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016lid 2; 5° wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die wanneer de kandidaat of inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen;; ofdie wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken heeft verstrekt die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een ernstige beroepsfout te hebben begaan periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk. Behoudens andersluidende bepaling in de zin van artikel 69opdrachtdocumenten, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, niet gehouden tot nazicht van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen facultatieve uitsluitingsgronden in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten hoofde van de plaatsingsprocedurepersonen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.

Appears in 1 contract

Samples: Opdracht Voor Diensten

Facultatieve uitsluitingsgronden. (artikel 69 van de wet van 17 juni 2016) In toepassing van artikel 69 van de wet van 17 juni 2016, wordt, in elk stadium van de procedure, uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver die:WET)wanneer de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de inschrijver de verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrechtarbeidsrecht heeft geschonden; 2° wanneer de inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° wanneer de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, gemaakt die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016mededinging; 5° wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die WET niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 van de WET heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die wanneer de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder aanbestedende overheid of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die wanneer de inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 van de WET over te leggen; 9° die wanneer de inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht een ernstige beroepsfout te hebben begaan in de zin van artikel 69, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Insurance Agreement for Hospitalization and Health Care

Facultatieve uitsluitingsgronden. (artikel 69 van 1. Indien de wet van 17 juni 2016) In toepassing van artikel 69 van aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de wet van 17 juni 2016, wordt, in elk stadium van kandidaat of inschrijver de procedure, uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver die: 1° toepasselijke verplichtingen geschonden heeft op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden; 2° . Indien de kandidaat of de inschrijver zich in staat van faillissement of van vereffening verkeertbevindt, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of een aangifte van faillissement heeft gedaan gedaan, het voorwerp is geweest van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig isreorganisatie, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3° . Wanneer de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de kandidaat of de inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, begaan waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4° wanneer . Wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of de inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, gemaakt die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, alinea 2 van de wet van 17 juni 2016mededinging; 5° . Wanneer een belangenconflict heeft in de zin van artikel 6 van de wet va 17 juni 2016 en die niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen; 6° die . Wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaten of inschrijvers bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 van de wet heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen; 7° die . Wanneer de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties; 8° die . Wanneer de inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteriaselectievoorwaarden, of wanneer hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was is de ondersteunende documenten verantwoordingsdocumenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 van de wet over te leggen; 9° die . De inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, beïnvloeden om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om heeft verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken verstrekt die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning. De economische operator wordt geacht een ernstige beroepsfout te hebben begaan in de zin van artikel 69, lid 1, punt 3, van de wet van 17 juni 2016 indien hij of één van zijn bestuurders aan een tuchtrechtelijke schorsing is onderworpen. Wanneer de aanbestedende overheid voornemens is een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, stelt hij de inschrijver in de gelegenheid de in artikel 70, §1, van de wet van 17 juni 2016 bedoelde corrigerende maatregelen in te dienen tijdens de aanbestedingsprocedure. Deze corrigerende maatregelen moeten zijn betrouwbaarheid aantonen ondanks het bestaan van een relevante uitsluitingsgrond. Indien deze bewijzen als voldoende worden geacht door de aanbestedende overheid, wordt de inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.

Appears in 1 contract

Samples: Raamovereenkomst Voor Diensten Van Een Influencerbureau